gepubliceerd op 23 mei 2024
Koninklijk besluit tot wijziging van het besluit van de Regent van 26 mei 1948 waarbij het verzoekschrift van het Verbond der Keramische Nijverheid van België, strekkend tot het erkennen van het Centrum voor Wetenschappelijk Onderzoek der Belgische Keramische Nijverheid en het goedkeuren zijner statuten, wordt ingewilligd en tot goedkeuring van zijn nieuwe statuten
22 APRIL 2024. - Koninklijk besluit tot wijziging van het besluit van de Regent van 26 mei 1948 waarbij het verzoekschrift van het Verbond der Keramische Nijverheid van België, strekkend tot het erkennen van het Centrum voor Wetenschappelijk Onderzoek der Belgische Keramische Nijverheid en het goedkeuren zijner statuten, wordt ingewilligd en tot goedkeuring van zijn nieuwe statuten
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de besluitwet van 30 januari 1947 tot vaststelling van het statuut van oprichting en werking van de Centra belast met de bevordering en de coördinatie van de technische vooruitgang van de verschillende takken van 's lands bedrijfsleven door het wetenschappelijk onderzoek, artikel 18;
Gelet op het besluit van de Regent van 26 mei 1948 waarbij het verzoekschrift van het Verbond der Keramische Nijverheid van België, strekkend tot het erkennen van het Centrum voor Wetenschappelijk Onderzoek der Belgische Keramische Nijverheid en het goedkeuren zijner statuten, wordt ingewilligd;
Gelet op het voorstel van statuten aangenomen door de Algemene Raad van het Centrum voor Wetenschappelijk Onderzoek der Belgische Keramische Nijverheid tijdens zijn zitting van 3 februari 2023;
Op de voordracht van de Minister van Economie,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In het besluit van de Regent van 26 mei 1948 waarbij het verzoekschrift van het Verbond der Keramische Nijverheid van België, strekkend tot het erkennen van het Centrum voor Wetenschappelijk Onderzoek der Belgische Keramische Nijverheid en het goedkeuren zijner statuten, wordt ingewilligd, wordt de bijlage, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 oktober 1964, vervangen door de bijlage gevoegd bij dit besluit.
Art. 2.De minister bevoegd voor Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 22 april 2024.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Economie, P.-Y. DERMAGNE
Bijlage bij het koninklijk besluit van 22 april 2024 tot wijziging van het besluit van de Regent van 26 mei 1948 waarbij het verzoekschrift van het Verbond der Keramische Nijverheid van België, strekkend tot het erkennen van het Centrum voor Wetenschappelijk Onderzoek der Belgische Keramische Nijverheid en het goedkeuren zijner statuten, wordt ingewilligd en tot goedkeuring zijn nieuwe statuten Bijlage bij het besluit van de Regent van 26 mei 1948 waarbij het verzoekschrift van het Verbond der Keramische Nijverheid van België, strekkend tot het erkennen van het Centrum voor Wetenschappelijk Onderzoek der Belgische Keramische Nijverheid en het goedkeuren zijner statuten, wordt ingewilligd Bijlage STATUTEN I. RECHTSVORM - NAAM - ZETEL - BELANGELOOS DOEL - VOORWERP
Artikel 1.Rechtsvorm - Benaming Het centrum is een inrichting erkend bij toepassing van de besluitwet van 30 januari 1947.
Het centrum draagt de naam in het Nederlands: "Centrum voor Wetenschappelijk Onderzoek der Belgische Keramische Nijverheid" (of afgekort "CWOBKN"); en in het Frans "Centre de Recherches de l'Industrie belge de la Céramique" (of afgekort CRIBC).
Artikel 2.Zetel De zetel van het centrum is gevestigd in het Waalse Gewest.
Het vast comité heeft de bevoegdheid om de zetel te verplaatsen naar iedere plaats binnen België en om de daarmee verband houdende openbaarmakingvereisten te vervullen, voor zover die verplaatsing overeenkomstig de toepasselijke taalwetgeving niet leidt tot een verplichte wijziging van de taal van de statuten.
Artikel 3.Duur Het centrum is opgericht voor onbepaalde duur.
Artikel 4.Belangeloos doel - Voorwerp Belangeloos doel Het centrum heeft als belangeloos doel de bevordering van de technische vooruitgang van de sector keramiek, met het oog op de verbetering van het rendement, van de kwaliteit (het esthetische uitzicht, in voorkomend geval, inbegrepen) en van de productiviteit en duurzaamheid, in hoofdzaak door het onafhankelijk verrichten van en het aansporen tot fundamenteel onderzoek, industrieel onderzoek of experimentele ontwikkeling en de brede verspreiding van de onderzoeksresultaten.
Voorwerp Ter verwezenlijking van zijn belangeloos doel, heeft het centrum als voorwerp de volgende activiteiten: 1° een impuls geven aan het wetenschappelijk en technologisch onderzoek voor de ondernemingen van de Belgische keramiekindustrie, door het uitvoeren van onderzoek en ontwikkeling, door het ontwikkelen van prototypes en door het ontwikkelen van de activiteiten van de vzw's Institut National des Silicates en INISMa;2° opdrachten op zich nemen van professionele opleiding, binnen het in 1° gedefinieerde kader;3° normalisatiewerkzaamheden die van belang zijn voor de industrieën van de sector bevorderen, in samenspraak met de bevoegde organisaties;4° binnen de mogelijkheden van zijn programma, individuele ondernemingen bij hun wetenschappelijke en technische onderzoeksinspanningen ten behoeve van zichzelf, maar in dit geval op eigen kosten, te ondersteunen;5° de resultaten van haar werkzaamheden aan alle Belgische industriëlen in de sector keramiek periodiek meedelen;congressen, studiedagen, tentoonstellingen en wedstrijden organiseren; 6° financiële steun te verlenen aan bestaande organisaties of aan andere waarvan zij de oprichting aanmoedigt, of aan personen die zij erkent; Binnen de perken van deze werking is het centrum ook een orgaan van documentatie en voorlichting ten dienste van, maar niet beperkt tot, de bedrijven van het gebied.
Binnen het door besluitwet van 30 januari 1947 tot vaststelling van het statuut van oprichting en werking van de centra belast met de bevordering en de coördinatie van de technische vooruitgang van de verschillende takken van 's lands bedrijfsleven, door het wetenschappelijk onderzoek voorziene kader, kan het centrum alle handelingen stellen die rechtstreeks of onrechtstreeks, geheel of gedeeltelijk, verband houden met voormelde doel en voorwerp, of met de ontwikkeling ervan, met inbegrip van commerciële en winstgevende handelingen waarvan de opbrengsten te allen tijde uitsluitend zullen worden bestemd voor de verwezenlijking van het voormelde doel en voorwerp.
Artikel 5.Bedrijven van het gebied De ondernemingen die aan de volgende voorwaarden voldoen, worden beschouwd als bedrijven uit het gebied: ondernemingen die producten vervaardigen die geheel van keramiek zijn of die keramische elementen vervaardigen die voor structurele of functionele toepassingen worden gebruikt, alsmede ondernemingen die grondstoffen voor bovengenoemde producten produceren, en dus, onder andere, ondernemingen die zich bezighouden met de productie van sanitaire artikelen van steengoed, sanitair aardewerk en porselein, vloertegels van porselein en steengoed, wandtegels van aardewerk en steengoed, architectonisch keramiek en ornamenten, aardewerk, artistiek aardewerk en steengoed, porselein, aardewerk, geglazuurd aardewerk en pijpen en beschilderd aardewerk, schuurmiddelen, vuurvaste producten en dakpannen.
De hoedanigheid van bedrijf uit het gebied op zichzelf verleent geen stemrecht noch deelnamerecht aan de algemene raad.
De bedrijven van het gebied zijn jaarlijks van rechtswege de bijdrage zoals bepaald in artikel 24, verschuldigd aan het centrum.
Geen enkel bedrijf uit het gebied kan enige aanspraak laten gelden of uitoefenen op het vermogen van het centrum op grond van de enkele hoedanigheid van bedrijf uit het gebied. Voormalige bedrijven uit het gebied, alsook hun rechthebbenden en schuldeisers, alsmede de rechtverkrijgenden van een voormalig bedrijf uit het gebied dat ontbonden wordt, kunnen geen rechten laten gelden op het vermogen van het centrum. Zij kunnen geen teruggave eisen van de bijdrage noch van om het even welke gift. Evenmin kunnen zij een uittreksel van de rekeningen vragen of het afleggen van verantwoording eisen, verzegeling of inventaris van de goederen en waarde van het centrum aanvragen of de verdeling, de verkoop of vereffening daarvan vorderen.
Artikel 6.Vrijwillig toegetreden leden Ondernemingen die geen bedrijf uit het gebied zijn en die dat wensen kunnen een aanvraag indienen om vrijwillig toegetreden lid van het centrum te worden. De algemene raad bepaalt het algemene kader waaraan een kandidaat-vrijwillig toegetreden lid moet voldoen om vrijwillig toegetreden lid te kunnen worden en blijven. De vrijwillig toegetreden leden beschikken over de rechten en verplichtingen (met inbegrip van de betaling van een lidmaatschapsbijdrage) die door de algemene raad op voorstel van het vast comité worden bepaald.
De algemene raad legt de procedures vast voor de aanvraag van vrijwillig toegetreden lidmaatschap alsook de (al dan niet vrijwillige) beëindiging ervan. Meer algemeen is het vast comité bevoegd om, binnen het door de algemene raad vastgelegde kader, alle nodige beslissingen te nemen inzake vrijwillig toegetreden leden, met inbegrip van maar niet beperkt tot, de nadere precisering van de toetredingsvoorwaarden, de berekening van de lidmaatschapsbijdrage, en de vaststelling van de nodige praktische modaliteiten verbonden aan het lidmaatschap.
De algemene raad beslist over de aanvaarding van nieuwe vrijwillig toegetreden leden. De directeur gaat na of de vrijwillig toegetreden leden gedurende de volledige duur van hun lidmaatschap voldoen aan de voorwaarden van het lidmaatschap en neemt desgevallend de nodige initiatieven met het oog op de beëindiging van het lidmaatschap.
De hoedanigheid van vrijwillig toegetreden lid op zichzelf verleent geen stemrecht noch deelnamerecht aan de algemene raad.
Geen enkel vrijwillig toegetreden lid kan enige aanspraak laten gelden of uitoefenen op het vermogen van het centrum op grond van de enkele hoedanigheid van vrijwillig toegetreden lid. Voormalige vrijwillig toegetreden leden, alsook hun rechthebbenden en schuldeisers, alsmede de rechtverkrijgenden van een voormalig vrijwillige toegetreden lid dat ontbonden wordt, kunnen geen rechten laten gelden op het vermogen van het centrum. Zij kunnen geen teruggave eisen van de bijdrage noch van om het even welke gift. Evenmin kunnen zij een uittreksel van de rekeningen vragen of het afleggen van verantwoording eisen, verzegeling of inventaris van de goederen en waarde van het centrum aanvragen of de verdeling, de verkoop of vereffening daarvan vorderen.
II. ALGEMENE RAAD
Artikel 7.Algemene raad - Samenstelling - Voorzitter - Ondervoorzitter De algemene raad is samengesteld uit achtenveertig (48) leden, verdeeld over de volgende Categorieën: 1. vijftien leden benoemd door de algemene vergadering van de Verbond der Keramische Nijverheden van België en de Groothertogdom Luxemburg (hierna de "Leden categorie 1");2. één lid aangeduid door de meest vooraanstaande nationale interprofessionele vereniging van de bedrijfshoofden (hierna het "Lid categorie 2");3. drie leden aangewezen door de meest vooraanstaande arbeidsverenigingen (hierna de "Leden categorie 3");4. zes personaliteiten van hoge wetenschappelijke of technische waarde op het vlak der productie, der economie of van de rechten (hierna de "Leden categorie 4"), waarvan: a.drie gecoöpteerd door de Leden van categorie 1; en b. drie voorheen aangewezen door het voormalige Instituut ter Bevordering van het Wetenschappelijk Onderzoek in Nijverheid en Landbouw, maar ingevolge de ontbinding van het Instituut en ingevolge diens overgedragen opdrachten aan de bevoegde overheden, thans de Federale Overheidsdienst Economie en de betrokken gewestelijke overheden. De algemene raad kiest een voorzitter (hierna de "Voorzitter"), al dan niet een lid van de algemene raad. Indien de Voorzitter lid is van de algemene raad, dan is de duur van zijn mandaat als Voorzitter gelijk aan de duur van zijn mandaat als lid van de algemene raad. Indien de Voorzitter geen lid is van de algemene raad, dan bedraagt zijn de duur van zijn mandaat drie jaar. De Voorzitter is herkiesbaar en draagt de titel "Voorzitter van het centrum".
Het Lid categorie 2 vervult het mandaat van ondervoorzitter van de algemene raad. Het aflopen van het mandaat als ondervoorzitter valt samen met het aflopen van dat als lid van de algemene raad.
Artikel 8.Algemene raad - Lidmaatschaps-bijdragen Onverminderd de jaarlijkse bijdrage te betalen door de bedrijven uit het gebied overeenkomstig Artikel 24, zijn de leden van de algemene raad, in hun hoedanigheid van lid van de algemene raad, geen aparte ledenbijdrage verschuldigd.
Artikel 9.Algemene raad - Het mandaat Het mandaat van lid van de algemene raad wordt verleend voor de duur van drie jaar. Jaarlijks treedt er een aantal leden van de algemene raad af dat zo mogelijk één derde van het totale aantal moet bedragen.
De uittredende leden van de algemene raad zijn herkiesbaar.
Het staat aan ieder lid van de algemene raad vrij zijn mandaat neer te leggen. Hiertoe richt hij zijn ontslag per aangetekende brief tot de Voorzitter, aan het adres van de zetel. Als ontslagnemend zullen beschouwd worden de leden van de algemene raad welke door de entiteit die hen heeft aangewezen, worden herroepen. Deze herroeping moet ter kennis van het centrum gebracht worden door middel van een aangetekende brief aan de Voorzitter, aan het adres van de zetel. Deze kennisgeving wijst gelijktijdig de vervanger aan.
In geval van ontslag of overlijden van een lid van de algemene raad voorziet de eerstvolgende vergadering in zijn vervanging, volgens de categorie van het aftredende lid van de algemene raad. Het aldus nieuw benoemde lid van de algemene raad voltooit het mandaat van zijn voorganger.
Artikel 10.Algemene raad - Uitsluiting leden van de algemene raad Op voorstel van het vast comité kan de algemene raad besluiten tot de uitsluiting van een lid van de algemene raad. De stemming is geheim, wanneer de Voorzitter van de vergadering daartoe beslist of wanneer een lid erom verzoekt. De algemene raad kan een lid onder meer uitsluiten in de volgende niet-exhaustieve gevallen: ? de overtreding van de Besluitwet van 30 januari 1947 tot vaststelling van het statuut van oprichting en werking van de centra belast met de bevordering en de coördinatie van de technische vooruitgang van de verschillende takken van 's lands bedrijfsleven, door het wetenschappelijk onderzoek, van het besluit van de Regent van 26 mei 1948, van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, of van deze statuten; ? de overtreding van de geheimhoudingsplicht van de werkzaamheden van het centrum; ? iedere ernstige daad welke indruist tegen de belangen van het centrum of zijn leden; ? iedere veroordeling die resulteert in de onwaardigheid of de staat van faillissement voor het betrokkene lid.
Het lid van de algemene raad van wie de uitsluiting wordt voorgesteld, heeft het recht gehoord te worden door de algemene raad.
De uitsluiting van een lid van de algemene raad moet als agendapunt worden vermeld in de oproeping van de algemene raad. De uitsluiting kan slechts door de algemene raad worden uitgesproken met naleving van de aanwezigheids- en meerderheidsvereisten voorgeschreven voor een statutenwijziging zoals bepaald in het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen.
Indien het vast comité beslist de uitsluiting van een lid van de algemene raad voor te stellen, kan hij het betrokken lid schorsen in afwachting van de beslissing van de algemene raad over de uitsluiting.
In geval van uitsluiting van een lid van de algemene raad voorziet dezelfde of eerstvolgende vergadering in zijn vervanging, volgens de categorie van het aftredende lid. Het aldus nieuwbenoemde lid van de algemene raad voltooit het mandaat van zijn voorganger.
Artikel 11.Algemene raad - Rechten van de leden van de algemene raad in verband met vermogen van het centrum Geen enkel lid van de algemene raad kan enige aanspraak laten gelden of uitoefenen op het vermogen van het centrum op grond van de enkele hoedanigheid van lid van de algemene raad.
De uitgesloten of uittredende leden van de algemene raad alsook hun rechthebbenden en schuldeisers, alsmede de erfgenamen, legatarissen en rechtverkrijgenden van een overleden lid, kunnen geen rechten laten gelden op het vermogen van het centrum. Zij kunnen geen teruggave eisen van om het even welke gift. Evenmin kunnen zij een uittreksel van de rekeningen vragen of het afleggen van verantwoording eisen, verzegeling of inventaris van de goederen en waarde van het centrum aanvragen of de verdeling, de verkoop of vereffening daarvan vorderen.
Ten slotte heeft een uitgesloten of ontslagnemend lid van de algemene raad geen belang meer om de beslissingen van de organen van het centrum aan te vechten en dit vanaf de datum van inwerkingtreding van het ontslag of uitsluiting uit het centrum.
Artikel 12.Algemene raad - Bevoegdheden De volgende bevoegdheden kunnen uitsluitend door de algemene raad worden uitgeoefend: a) de wijziging van de statuten;b) de benoeming, hun bezoldiging en de afzetting van de bestuurders;c) de kwijting aan de bestuurders, alsook, in voorkomend geval, het instellen van de verenigingsvordering tegen de bestuurders;d) de benoeming van de directeur-generaal;e) de oprichting en samenstelling van technische comités, op voorstel van het vast comité;f) de goedkeuring van de jaarrekening en de begroting;g) de toekenning van toelagen of subsidies;h) de ontbinding van het centrum;i) de uitsluiting van een lid van de algemene raad;j) de verrichting of de aanvaarding van een inbreng om niet van een algemeenheid;en k) alle andere gevallen waarin de toepasselijke wetgeving of deze statuten het vereisen.
Artikel 13.Algemene raad - Vergaderingen en formaliteiten De algemene raad wordt bijeengeroepen door de Voorzitter, ondervoorzitter of door een meerderheid van de leden van het vast comité overeenkomstig de toepasselijke wettelijke bepalingen. De Voorzitter moet de algemene raad bijeenroepen binnen éénentwintig dagen wanneer één vijfde van de leden van de algemene raad daarom verzoekt. De algemene raad wordt dan uiterlijk gehouden op de veertigste dag na dit verzoek.
De algemene raad vergadert ten minste tweemaal per jaar.
Zonder afbreuk te doen aan de toepasselijke wettelijke bepalingen, indien het vast comité dit toelaat in de oproeping, dan kunnen de leden van de algemene raad deelnemen aan de vergadering per video- of telefoonconferentie, voor zover alle deelnemers in staat zijn zich uit te drukken en verstaanbaar zijn voor alle andere deelnemers. De leden van het bureau van de algemene raad (zoals hieronder gedefinieerd) kunnen niet per video- of telefoonconferentie aan de algemene raad deelnemen.
Ieder lid van de algemene raad kan zich op een algemene raad laten vertegenwoordigen door een schriftelijke volmacht te verstrekken aan een lasthebber, die zelf lid moet zijn van de algemene raad. Een volmachthouder mag niet meer dan drie leden van de algemene raad vertegenwoordigen en dus niet meer dan vier stemmen hebben.
De algemene raad wordt voorgezeten door de Voorzitter of bij zijn afwezigheid door de ondervoorzitter. Indien beiden afwezig zijn, wordt de algemene raad voorgezeten door de oudste van de bestuurders. De persoon die de vergadering voorzit, vormt samen met de eventuele stemopnemer(s) het bureau van de algemene raad. Er worden notulen opgesteld van elke vergadering van de algemene raad. De notulen worden ondertekend door de Voorzitter en elk lid van de algemene raad dat hierom verzoekt. De notulen worden bewaard in een notulenregister.
Uittreksels ten aanzien van derden worden ondertekend door de bestuurders die bevoegd zijn het centrum te vertegenwoordigen overeenkomstig Artikel 21.
Met uitzondering van statutenwijzigingen, kunnen de leden van de algemene raad eenparig en schriftelijk alle besluiten nemen die tot de bevoegdheid van de algemene raad behoren. In dat geval dienen de formaliteiten van bijeenroeping niet te worden vervuld. De leden van het vast comité en, in voorkomend geval, de leden van het college van commissarissen, mogen op hun verzoek van die besluiten kennisnemen.
Artikel 14.Algemene raad - Quorum en stemming Al de leden van de algemene raad zijn stemgerechtigd en beschikken over één stem.
Onverminderd de toepassing van strengere bepalingen in deze statuten of de toepasselijke wettelijke bepalingen, kan de algemene raad slechts geldig beraadslagen over de op de dagorde geplaatste onderwerpen, en voor zover een gewone meerderheid van de leden van de algemene raad aanwezig of vertegenwoordigd is. Indien het aanwezigheidsquorum niet wordt bereikt, kan een tweede vergadering met dezelfde agenda worden samengeroepen en beslissen ongeacht het aantal aanwezigen.
De stemming is geheim, wanneer de Voorzitter van de vergadering daartoe beslist of wanneer een lid erom verzoekt. Indien de Voorzitter van de vergadering dit opportuun acht, duidt hij een of meer stemopnemers aan onder de personen die fysiek aanwezig zijn.
De algemene raad kan geen beslissingen buiten agenda nemen, tenzij alle leden van de algemene raad aanwezig of vertegenwoordigd zijn en deze beslissingen met de instemmening van alle leden van de algemene raad wordt genomen.
Onverminderd de toepassing van strengere bepalingen in deze statuten of de toepasselijke wettelijke bepalingen, worden de beslissingen van de algemene raad genomen bij een gewone meerderheid van de stemmen uitgebracht door de aanwezige of vertegenwoordigde leden van de algemene raad. Onthoudingen, blanco stemmen of ongeldige stemmen worden niet meegeteld bij de berekening van de meerderheid.
III. BESTUUR
Artikel 15.Bestuur - Samenstelling Het centrum wordt bestuurd door een vast comité samengesteld uit de volgende personen, hierna "bestuurders" genoemd: ? de Voorzitter en ondervoorzitter van de algemene raad, die dezelfde functie waarnemen in het vast comité; ? drie bestuurders gekozen door de algemene raad onder de leden categorie 1; ? één bestuurder gekozen door de algemene raad onder de leden categorie 3; ? één (1) bestuurder gekozen onder de leden categorie 4 aangewezen overeenkomstig artikel 7.
Onverminderd zijn of haar andere bevoegdheden krachtens deze statuten, kan, in voorkomend geval, de ondervoorzitter de bevoegdheden van de Voorzitter uitoefenen in alle gevallen waarin de Voorzitter verhinderd is.
Artikel 16.Bestuur - Het mandaat Het mandaat van de bestuurders is gratis. De algemene raad kan beslissen de normale en gerechtvaardigde uitgaven en kosten die de bestuurders doen in de uitoefening van hun functie (zoals verplaatsingskosten) terug te betalen.
Het aflopen van het mandaat als bestuurder valt samen met het aflopen van het mandaat als lid van de algemene raad. Uittredende bestuurders zijn herkiesbaar.
De bestuurders worden ontslagen door de algemene raad wanneer hun lidmaatschap van de algemene raad eindigt. Daarnaast kunnen bestuurders te allen tijde door de algemene raad worden ontslagen.
Elke bestuurder kan vrijwillig ontslag nemen door middel van een kennisgeving per aangetekende brief tot de Voorzitter, aan het adres van de zetel. De kennisgeving vermeldt of het ontslag enkel betrekking heeft op het mandaat van bestuurder of eveneens op de hoedanigheid van lid van de algemene raad. Een bestuurder is ertoe gehouden, voor een maximale duur van 6 maanden na zijn ontslag, om zijn mandaat verder te vervullen totdat redelijkerwijze in zijn vervanging kan worden voorzien.
In geval van overlijden, ontslag of afzetting van een bestuurder, zal het vast comité een opvolger kunnen aanwijzen, met inachtneming van
Artikel 15.De algemene raad moet die beslissing bevestigen tijdens haar eerstvolgende vergadering. De aldus aangewezen bestuurder zet het mandaat voort van de persoon die hij vervangt, tenzij de algemene raad er anders over beslist. Bij gebrek aan bevestiging eindigt het mandaat van de gecoöpteerde bestuurder na afloop van de algemene raad, zonder dat dit afbreuk doet aan de regelmatigheid van de samenstelling van het vast comité tot op dat ogenblik.
Artikel 17.Bestuur - Bevoegdheid Het vast comité is bevoegd om alle handelingen te verrichten die nodig of dienstig zijn tot verwezenlijking van het doel en voorwerp van het centrum, met uitzondering van die handelingen waarvoor volgens de toepasselijke wettelijke bepalingen of deze statuten enkel de algemene raad bevoegd is.
Onverminderd de verplichtingen die voortvloeien uit een collegiaal bestuur, met name overleg en toezicht, kunnen de bestuurders de bestuurstaken onder elkaar verdelen. Zodanige verdeling van taken kan aan derden niet worden tegengeworpen, zelfs niet nadat ze is openbaar gemaakt.
Het vast comité kan een deel van zijn bestuursbevoegdheden delegeren aan één of meerdere natuurlijke of rechtspersonen zonder dat deze delegatie evenwel betrekking kan hebben op het algemeen beleid van het centrum of de algemene bestuursbevoegdheid van het vast comité.
Artikel 18.Bestuur - Vergaderingen, beraadslagingen en beslissingen Het vast comité komt bijeen na bijeenroeping door de Voorzitter telkens wanneer het belang van het centrum dit vereist en minstens tienmaal per jaar.
Het vast comité wordt voorgezeten door de Voorzitter of, bij diens afwezigheid, door de ondervoorzitter. Indien beide afwezig zijn, wordt het vast comité voorgezeten door de oudste van de bestuurders. De vergadering wordt gehouden op de zetel van het centrum of op enige andere plaats vermeld in de oproeping.
Het vast comité kan slechts beraadslagen en besluiten, wanneer tenminste de gewone meerderheid van zijn bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd is. Indien het aanwezigheidsquorum niet wordt bereikt, kan een tweede vergadering met dezelfde agenda worden samengeroepen en beslissen ongeacht het aantal aanwezigen. Een bestuurder die aanwezig of vertegenwoordigd is, maar ingevolge een belangenconflict niet aan de beraadslaging en stemming over een agendapunt mag deelnemen, wordt als aanwezig beschouwd voor de berekening van het quorum.
Tenzij anders bepaald in deze statuten, worden de besluiten genomen bij gewone meerderheid. Bij staking van stemmen, heeft de Voorzitter, dan wel de persoon die de vergadering voorzit, een doorslaggevende stem.
Het vast comité kan waarnemers toelaten om deel te nemen aan de vergaderingen van het vast comité. Deze waarnemers zijn aan dezelfde geheimhoudingsverplichting gebonden als bestuurders.
Van elke vergadering van het vast comité worden notulen opgesteld. De notulen worden ondertekend door de Voorzitter en de bestuurders die erom verzoeken. De notulen worden bewaard in een notulenregister.
Uittreksels ten aanzien van derden worden ondertekend door de bestuurders die bevoegd zijn het centrum te vertegenwoordigen overeenkomstig Artikel 21.
Het vast comité kan beraadslagen per video- of telefoonconferentie, voor zover alle deelnemers in staat zijn zich uit te drukken en verstaanbaar zijn voor alle andere deelnemers.
Elke bestuurder kan een volmacht verstrekken aan een andere bestuurder om deel te nemen aan de beraadslaging en de stemming. Een volmachthouder mag niet meer dan één bestuurder vertegenwoordigen en dus niet meer dan twee stemmen hebben.
De besluiten van het vast comité kunnen worden genomen bij eenparig schriftelijk besluit van alle bestuurders.
IV. TECHNISCHE COMITES
Artikel 19.Technische Comités Op voorstel van het vast comité kan de algemene raad één of meer technische comités samenstellen bestaande uit leden van de algemene raad, alsook alle personen en afgevaardigden van bedrijven en organismen waarvan de medewerking nuttig wordt geacht. De algemene raad kan aan deze technische comités, onder zijn verantwoordelijkheid, alle machten overdragen die de algemene raad bezit en elk beheer van gelden, maar voor een beperkte tijd en met het oog op een opdracht binnen de perken van het doel en voorwerp van het centrum. Een bezoldiging, overeenstemmend met het belang van de opdracht kan worden toegekend aan de participanten van de technische comités. Deze bezoldiging wordt vastgesteld door het vast comité.
V. DE DIRECTEUR
Artikel 20.De directeur De algemene raad benoemt een directeur.
De directeur is bevoegd voor de uitvoering van de beslissingen van het vast comité, hij woont de beraadslagingen bij van de algemene raad, van het vast comité en van de technische comités, maar is niet stemgerechtigd. Hij neemt de verantwoordelijkheid waar van het secretariaat en bestuurt de diensten van het centrum.
Het vast comité draagt het dagelijks bestuur van het centrum, alsook de vertegenwoordiging van het centrum wat dat bestuur aangaat, op aan de directeur.
De directeur kan een deel van zijn bevoegdheden delegeren aan één of meerdere natuurlijke of rechtspersonen door middel van een bijzondere volmacht.
VI. VERTEGENWOORDIGING
Artikel 21.Vertegenwoordigingsbevoegdheid Onverminderd de algemene vertegenwoordigingsbevoegdheid van het vast comité als college, wordt het centrum in en buiten rechte eveneens vertegenwoordigd door: a) de directeur of de Voorzitter;b) binnen de perken van de hun verleende volmacht, door bijzondere volmachthouders. Voor aangelegenheden van het dagelijks bestuur kan het centrum in en buiten rechte eveneens vertegenwoordigd worden door de directeur, alleen handelend.
VII. BEROEPSGEHEIM
Artikel 22.Beroepsgeheim De leden van de algemene raad, de bestuurders, de personen die zetelen in de technische comités en de personeelsleden van het centrum zijn onderworpen aan het beroepsgeheim en zullen alle informatie die in het kader van hun opdracht wordt uitgewisseld of verkregen en die niet als dusdanig beschikbaar is voor het publiek of via onafhankelijke bronnen, als strikt vertrouwelijk beschouwen en behandelen en op geen enkele wijze openbaar maken of aan een derde meedelen. Dit beroepsgeheim moet ook worden nageleefd nadat de functie werd beëindigd. Allen tekenen een geheimhoudingsverklaring.
Artikel 23.Eedaflegging Met het oog op de vrijwaring van het beroepsgeheim leggen ook de leden van de algemene raad, de bestuurders, de personen die zetelen in de technische comités en de personeelsleden die aan de raden deelnemen de volgende eed af voor de Voorzitter: "Ik zweer ten opzichte van derden het geheim van besprekingen en van documenten betreffende CWOBKN te bewaren" of "Je jure de préserver le secret des discussions et des documents relatifs au CRIBC vis-à-vis des tiers ".
Met het oog op de vrijwaring van zijn beroepsgeheim, legt de Voorzitter dezelfde eed af voor de minister bevoegd voor economie, of diens afgevaardigde.
VIII. FINANCIERING - BOEKJAAR - COLLEGE VAN COMMISSARISSEN - BOEKHOUDING - JAARREKENING - BEGROTING
Artikel 24.Financiering De inkomsten van het centrum bestaan uit: ? een éénmalige toelage van de minister bevoegd voor `s lands wederuitrusting; ? de jaarlijkse bijdrage vastgesteld bij koninklijk besluit houdende erkenning van de statuten van het centrum, welke betaald moet worden door alle bedrijven uit het gebied, naar gelang van hun omvang, volgens de criteria opgesteld door het voornoemde koninklijk besluit; ? de toelagen van de hiertoe aangewezen openbare machten en instellingen; ? alle toelagen, giften en legaten van iedere oorsprong en van om het even welke aard; ? alle betalingen door het centrum geïnd voor bijzondere diensten of speciaal researchwerk dat het verricht voor individuele klanten; ? de inkomsten, voortspruitend uit de eventueel door het centrum genomen intellectuele eigendomsrechten; ? alle andere inkomsten.
Artikel 25.Boekjaar Het boekjaar begint op 1 januari en eindigt op 31 december.
Artikel 26.College van commissarissen Het college van commissarissen staat in voor de controle op de financiële toestand van het centrum, op de jaarrekening, de andere rekeningen van het centrum en op de regelmatigheid van de verrichtingen ten aanzien van Besluitwet van 30 januari 1947 tot vaststelling van het statuut van oprichting en werking van de centra belast met de bevordering en de coördinatie van de technische vooruitgang van de verschillende takken van 's lands bedrijfsleven, door het wetenschappelijk onderzoek en het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.
Het college van commissarissen is samengesteld uit: ? twee commissarissen, zoals bedoeld in artikel 11 van de Besluitwet van 30 januari 1947 tot vaststelling van het statuut van oprichting en werking van de centra belast met de bevordering en de coördinatie van de technische vooruitgang van de verschillende takken van 's lands bedrijfsleven, door het wetenschappelijk onderzoek, benoemd door de Verbond der Keramische Nijverheden van België en de Groothertogdom Luxemburg en hierna de "verificateurs" genoemd; en ? één revisor benoemd door het Rekenhof.
De algemene raad kan een bedrijfsrevisor aanduiden onder de leden, natuurlijke personen of rechtspersonen, van het Instituut van bedrijfsrevisoren, die de verificateurs zal bijstaan bij de uitvoering hun opdracht. Deze bedrijfsrevisor maakt geen deel uit van het college van commissarissen en draagt niet de titel van "commissaris". Hij kan evenwel deelnemen aan de vergaderingen van het college van commissarissen met raadgevende stem.
Artikel 27.Boekhouding - Jaarrekening Het vast comité is gehouden ieder jaar om de jaarrekening ter goedkeuring voor te leggen aan de algemene raad.
Bovendien, wordt het jaarverslag van het centrum, alsmede de jaarrekening, medegedeeld aan de bevoegde minister(s) in overeenstemming met de toepasselijke bepalingen van de Besluitwet van 30 januari 1947 tot vaststelling van het statuut van oprichting en werking van de centra belast met de bevordering en de coördinatie van de technische vooruitgang van de verschillende takken van 's lands bedrijfsleven, door het wetenschappelijk onderzoek.
Artikel 28.Begroting Het vast comité is gehouden ieder jaar om de begroting voor het volgend boekjaar ter goedkeuring voor te leggen aan de algemene raad.
IX. ONTBINDING - VEREFFENING - BESTEMMING VAN HET VERMOGEN BIJ ONTBINDING
Artikel 29.Ontbinding Het vast comité licht de minister bevoegd voor economie in telkens wanneer een voorstel tot ontbinding van het centrum aan de algemene raad wordt voorgelegd.
Over de ontbinding van het centrum wordt beslist door de algemene raad overeenkomstig de toepasselijke wettelijke bepalingen.
Vanaf de beslissing tot ontbinding vermeldt het centrum steeds dat zij handelt als een "inrichting erkend bij toepassing van de besluitwet van 30 januari 1947 in vereffening".
Artikel 30.Vereffening Indien het voorstel tot ontbinding wordt goedgekeurd, benoemt de algemene raad één of meerdere vereffenaar(s) van wie zij de opdracht zal omschrijven met inachtneming van de toepasselijke wettelijke bepalingen. Indien de algemene raad geen vereffenaar heeft benoemd, dan vervullen de in functie zijnde bestuurders de rol van vereffenaar.
Artikel 31.Bestemming van het vermogen bij ontbinding In geval van ontbinding en vereffening zal het netto-actief van het centrum overgedragen worden aan een werk met soortgelijk doel en voorwerp aan te duiden door de algemene raad.
In geen enkel geval kunnen de leden van het centrum enig recht op het vermogen van het centrum doen gelden.
X. INTERNE REGLEMENTEN
Artikel 32.Interne reglement De algemene raad kan, op voorstel van het vast comité, een interne reglement aannemen overeenkomstig de toepasselijke wettelijke bepalingen.
XI. DIVERS
Artikel 33.Gemeen recht Aangelegenheden die door deze statuten of Besluitwet van 30 januari 1947 tot vaststelling van het statuut van oprichting en werking van de centra belast met de bevordering en de coördinatie van de technische vooruitgang van de verschillende takken van 's lands bedrijfsleven, door het wetenschappelijk onderzoek niet zijn geregeld, worden geregeld overeenkomstig de toepasselijke wettelijke bepalingen.
Telkens wanneer deze statuten verwijzen naar een wet, decreet, besluit of enige andere reglementaire bepaling, wordt in deze verwijzing geacht inbegrepen te zijn elke wet, decreet, besluit of enige andere reglementaire bepaling die de voornoemde bepalingen wijzigt of vervangt.
Artikel 34.Goedkeuring statuten Iedere statutenwijziging vereist de goedkeuring door de Koning.
Gezien om te worden gevoegd bij ons besluit van 22 april 2024 tot wijziging van het besluit van de Regent van 26 mei 1948 waarbij het verzoekschrift van het Verbond der Keramische Nijverheid van België, strekkend tot het erkennen van het Centrum voor Wetenschappelijk Onderzoek der Belgische Keramische Nijverheid en het goedkeuren zijner statuten, wordt ingewilligd en tot goedkeuring zijn nieuwe statuten.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Economie, P.-Y. DERMAGNE