gepubliceerd op 28 september 2012
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 oktober 1971 houdende uitvoering van de wet van 9 juli 1971 tot regeling van de woningbouw en de verkoop van te bouwen of in aanbouw zijnde woningen
21 SEPTEMBER 2012. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 oktober 1971 houdende uitvoering van de wet van 9 juli 1971 tot regeling van de woningbouw en de verkoop van te bouwen of in aanbouw zijnde woningen
VERSLAG AAN DE KONING Sire, Artikel 12 van de wet van 9 juli 1971 tot regeling van de woningbouw en de verkoop van te bouwen of in aanbouw zijnde woningen voorziet in twee soorten waarborgen, deze van erkende en deze van niet-erkende aannemers. Voorts bepaalt dit artikel dat de Koning de aard van de waarborg en de voorwaarden waaronder deze wordt verleend, alsook de wijze waarop de koper of de opdrachtgever daarvan wordt ingelicht, zal bepalen. Daaraan werd gevolg gegeven door het koninklijk besluit van 21 oktober 1971 houdende uitvoering van de wet van 9 juli 1971.
Artikel 4 van dit koninklijk besluit van 21 oktober 1971 bepaalt dat de borgstelling van een niet-erkende aannemer dient te gebeuren hetzij bij een kredietinstelling als bedoeld in de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, hetzij bij een hypotheekonderneming als bedoeld in de wet van 4 augustus 1992 op het hypothecair krediet. Een erkende aannemer daarentegen kan de waarborg niet enkel stellen bij een kredietinstelling of een hypotheekonderneming, maar ook bij een verzekeringsonderneming volgens artikel 1, 2° van het koninklijk besluit van 14 maart 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 14/03/2002 pub. 29/03/2002 numac 2002003170 bron ministerie van financien Koninklijk besluit betreffende de gezamenlijke borgtochten voor de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten sluiten betreffende de gezamenlijke borgtochten voor de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten.
Er is geen rechtvaardigingsgrond voor dit verschil in behandeling, dat wellicht eerder het gevolg is van een vergetelheid van de wetgever.
In de huidige economische context waarin vastgesteld wordt dat de banken zich terugplooien op hun hoofdactiviteiten en bijgevolg minder waarborgen leveren, is het evenzeer in het belang van de koper/opdrachtgever om aan de niet-erkende aannemer of verkoper de mogelijkheid te bieden de voltooiingswaarborg te stellen via een verzekeringsonderneming, zoals reeds het geval is voor de erkende aannemer. Daarnaast zal dit de concurrentie op de markt ten goede komen, wat tot gevolg kan hebben dat een verlaging van de prijzen optreedt in het voordeel van de koper/opdrachtgever.
Het besluit voorziet dat een niet-erkende aannemer de voltooiingswaarborg niet alleen kan stellen bij een kredietinstelling of bij een hypotheekonderneming, maar ook bij een verzekeringsonderneming die voldoet, naar gelang van het geval, aan de voorschriften van de artikelen 3 en 64 van de wet van 9 juli 1975Relevante gevonden documenten type wet prom. 09/07/1975 pub. 24/12/2014 numac 2014000890 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de controle der verzekeringsondernemingen. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 09/07/1975 pub. 23/10/2015 numac 2015000557 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de controle der verzekeringsondernemingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten betreffende de controle der verzekeringsondernemingen.
Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer trouwe dienaar.
De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM
ADVIES 51.919/2/V VAN 28 AUGUSTUS 2012 VAN DE AFDELING WETGEVING VAN DE RAAD VAN STATE De Raad van State, afdeling Wetgeving, tweede vakantiekamer, op 31 juli 2012 door de Minister van Justitie verzocht haar, binnen een termijn van dertig dagen, van advies te dienen over een ontwerp van koninklijk besluit « tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 oktober 1971 houdende uitvoering van de wet van 9 juli 1971 tot regeling van de woningbouw en de verkoop van te bouwen of in aanbouw zijnde woningen », heeft het volgende advies gegeven : Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, zoals het is vervangen bij de wet van 2 april 2003, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voornoemde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten.
Wat deze drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de volgende opmerkingen. 1. In het eerste lid van de aanhef moet verwezen worden naar « artikel 12, derde lid, van de wet van 9 juli 1971 tot regeling van de woningbouw en de verkoop van te bouwen of in aanbouw zijnde woningen » en niet naar het tweede lid van die bepaling.2. Het heeft geen zin in de aanhef de artikelen te vermelden van het besluit dat gewijzigd wordt (1). In het tweede lid van de aanhef moeten de woorden « , artikel 4 » dus vervallen. (1) Beginselen van de wetgevingstechniek - Handleiding voor het opstellen van wetgevende en reglementaire teksten, www.raadvst-consetat.be, tab Wetgevingstechniek, aanbeveling 30, formule F 3-3.
De kamer was samengesteld uit : De heer R. Andersen, eerste voorzitter van de Raad van State;
De heer P. Vandernoot en de heer M. Pâques, staatsraden;
Mevr. A. Weyembergh en de heer Y. De Cordt, assessoren van de afdeling Wetgeving.
Mevr. A.-C. Van Geersdaele, griffier.
Het verslag werd uitgebracht door de heer X. Delgrange, eerste auditeur-afdelingshoofd.
De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst werd nagezien onder toezicht van de heer P. Vandernoot.
De griffier, A.-C. Van Geersdaele De eerste voorzitter, Andersen
21 SEPTEMBER 2012. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 oktober 1971 houdende uitvoering van de wet van 9 juli 1971 tot regeling van de woningbouw en de verkoop van te bouwen of in aanbouw zijnde woningen ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 9 juli 1971 tot regeling van de woningbouw en de verkoop van te bouwen of in aanbouw zijnde woningen, artikel 12, lid 3, gewijzigd bij de wet van 3 mei 1993;
Gelet op het Koninklijk besluit van 21 oktober 1971 houdende uitvoering van de wet van 9 juli 1971 tot regeling van de woningbouw en de verkoop van te bouwen of in aanbouw zijnde woningen;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 4 juli 2012;
Gelet op advies nr. 51.919/2/V van de Raad van State, gegeven op 28 augustus 2012, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 4 van het koninklijk besluit van 21 oktober 1971 houdende uitvoering van de wet van 9 juli 1971 tot regeling van de woningbouw en de verkoop van te bouwen of in aanbouw zijnde woningen worden de woorden « of een verzekeringsonderneming die voldoet, naar gelang van het geval, aan de voorschriften van de artikelen 3 en 64 van de wet van 9 juli 1975Relevante gevonden documenten type wet prom. 09/07/1975 pub. 24/12/2014 numac 2014000890 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de controle der verzekeringsondernemingen. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 09/07/1975 pub. 23/10/2015 numac 2015000557 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de controle der verzekeringsondernemingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, » ingevoegd tussen de woorden « hypothecair krediet » en de woorden « zich ertoe verbindt ».
Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 3.De minister bevoegd voor Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Trapani, 21 september 2012.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM