gepubliceerd op 20 oktober 2004
Koninklijk besluit tot toekenning van de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie aan sommige personeelsleden van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie
21 SEPTEMBER 2004. - Koninklijk besluit tot toekenning van de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie aan sommige personeelsleden van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, inzonderheid op artikel 71;
Gelet op de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector, inzonderheid op de artikelen 13 en 24;
Gelet op het koninklijk besluit van 2 juni 1998 betreffende de wijze waarop de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie toegekend wordt aan sommige personeelsleden van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie;
Gelet op het koninklijk besluit van 28 juni 1999 betreffende de toekenning van de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie aan sommige personeelsleden van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 3 september 2000 en van 21 december 2001;
Gelet op het koninklijk besluit van 17 juli 2000 betreffende de toekenning van de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie aan sommige personeelsleden van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 juli 2002 betreffende de toekenning van de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie aan een personeelslid van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie;
Overwegende dat sommige personeelsleden van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie, in de uitoefening van hun ambt, de overtredingen van deze wetten en de ter uitvoering ervan genomen besluiten, moeten kunnen opsporen en vaststellen en dat alle bij dit besluit voorgestelde ambtenaren laureaat zijn van het in artikel 2, § 1, van het koninklijk besluit van 2 juni 1998 voorgeschreven examen;
Op de voordracht van Onze Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie wordt verleend aan volgende ambtenaren van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie : AMAND Philippe AMEZIAN Jamal AMBROISE Michel L.M.G. APPELDOORN Philippe A.L. BARBIER Johan K.J. BAUDOT Muriel BIOT Isabelle R.M. BROQUET Jean-Luc J.F.B. BUSCAIN Yvan M.A.L.V. CALLAERT Joost CALLENS Patric J.A. CAMPION Jean-Louis J.J.G. CAUQUERAUMONT Joaquim CLARA Christian E.A. CLASSENS Michel J.R. COLPAERT Eric D.L. COPPENS Johan E. CORNELIS Freddy M.E. COUDOU Philippe L.O. DANEELS Pascal E.D.M.G. DANEELS Vincent J.P. DE BLANDER Ludwig L.M. DE CLERCQ Rhonny G. DEFRANCE Etienne DE JONGHE Rudi J.M. DE KOCK Eddy H.A. DE LAET Guillaume H. DE MEYER Eric DE MULDER Rudy DEMUYNCK Rudy B. DENIS Thierry A.G. DE PAEPE Peter DESCHOENMAEKER Vincent M.A.G. DEVEUGELE Lieven D. DEVILLERS Luc R.F. DHONDT Eddy G.G. DUMONT Nathalie DUPONT Daniel L.R.J. DUPONT Marc P.M.V. DURANG Els ERZEEL David FACCINETTO Philippe O.W. GEWELT Didier C. GEZELS Martin D. GOFFAUX Frédéric P. GUISSART Alain J.C. HUFKENS Joseph LARDIN Claude C.J.G. LARDOT Olivier X.J. LOUSBERGH René A.C. MAHIEU Serge U.G.C. MASSAUX Jean-Claude W.M.G. MATTHIJS Johan R.J. NEALE Yves G.H.J. NEIRYNCK Etienne A. PEERAERTS André F.A.G. PIERARD Frédéric R.M.G. PIRON Michel J.G. ROOTHANS Andreas M.J. STEELAND Piet N.F. STENUIT Michel R.E.G. SYSKA Karol T'JONCK Filip M. VANDE CAVEYE Koen L.M.G. VAN DE PERRE Hendrik A.R. VAN DER TAELEN William P. VAN DE VOORDE Bart VAN HECKE Freddy R.P. VAN HOFSTRAETEN Emmanuel L.F. VANHOUTTE Alain N.C.G. VAN LAETHEM William F. VAN POTTELSBERGHE DE LA POTTERIE Claude M.J.M.G. VERMOESEN Frank M.L. VINDEVOGHEL Frans H.J. VLIETINCK Christian J.L. WILLEMSEN Koenraad L.A.
Art. 2.Opgeheven worden : 1° het koninklijk besluit van 28 juni 1999 betreffende de toekenning van de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie aan sommige personeelsleden van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie;2° het koninklijk besluit van 17 juli 2000 betreffende de toekenning van de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie aan sommige personeelsleden van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie;3° het koninklijk besluit van 18 juli 2002 betreffende de toekenning van de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie aan een personeelslid van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie.
Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 4.Onze Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 21 september 2004.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid, M. VERWILGHEN