Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 21 september 2004
gepubliceerd op 30 september 2004

Koninklijk besluit tot oprichting van Paritaire Subcomités voor de socio-culturele sector en tot vaststelling van hun benaming en hun bevoegdheid

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2004012273
pub.
30/09/2004
prom.
21/09/2004
ELI
eli/besluit/2004/09/21/2004012273/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

21 SEPTEMBER 2004. - Koninklijk besluit tot oprichting van Paritaire Subcomités voor de socio-culturele sector en tot vaststelling van hun benaming en hun bevoegdheid (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op de artikelen 8 en 37;

Gelet op het koninklijk besluit van 28 oktober 1993 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de socio-culturele sector, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 13 november 1996 en 13 december 2000;

Gelet op het advies van het Paritair Comité voor de socio-culturele sector betreffende het ressort van de paritaire subcomités, gegeven op 30 juni 2003;

Gelet op het eensluidend advies van het Paritair Comité voor de socio-culturele sector betreffende de goedkeuring, door dit comité, van de collectieve arbeidsovereenkomsten, die in de paritaire subcomités gesloten zijn, gegeven op 24 september 2003;

Gelet op het advies 36.485/1 van de Raad van State, gegeven op 12 februari 2004;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Er worden paritaire subcomités opgericht, genaamd « Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Vlaamse Gemeenschap », « Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Franstalige en Duitstalige Gemeenschap en het Waalse Gewest » en « Paritair Subcomité voor de federale en bicommunautaire socio-culturele organisaties ».

Art. 2.Het Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Vlaamse Gemeenschap is bevoegd voor de werknemers in het algemeen en hun werkgevers, zijnde de organisaties die een activiteit uitoefenen die valt onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de socio-culturele sector en die : 1. hetzij hun maatschappelijke zetel hebben in het Vlaamse Gewest;2. hetzij hun maatschappelijke zetel hebben in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, en die erkend zijn en/of gesubsidieerd worden door de Vlaamse Gemeenschap en/of de Vlaamse Gemeenschapscommissie of die, al naar gelang het geval, wegens hun activiteiten of hun organisatie moeten worden beschouwd uitsluitend te behoren tot de Vlaamse Gemeenschap;3. hetzij opgericht zijn als een organisatie (vereniging zonder winstoogmerk, stichting of internationale vereniging) van buitenlands recht, en die hun centrum van werkzaamheden hebben in het Vlaamse Gewest. Het Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Franstalige en Duitstalige Gemeenschap en het Waalse Gewest is bevoegd voor de werknemers in het algemeen en hun werkgevers, zijnde de organisaties die een activiteit uitoefenen die valt onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de socio-culturele sector, en die : 1. hetzij hun maatschappelijke zetel hebben in het Waalse Gewest;2. hetzij hun maatschappelijke zetel hebben in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, en die erkend zijn en/of gesubsidieerd worden door de Franse Gemeenschap en/of de Franse Gemeenschapscommissie of die, al naar gelang het geval, wegens hun activiteiten of hun organisaties moeten worden beschouwd uitsluitend te behoren tot de Franse Gemeenschap en dit met inbegrip van de uitvoering van bevoegdheden overgedragen naar het Waalse Gewest of de Franse Gemeenschapscommissie;3. hetzij opgericht zijn als een organisatie (vereniging zonder winstoogmerk, stichting of internationale vereniging) van buitenlands recht, en die hun centrum van werkzaamheden hebben in het Waalse Gewest. Het Paritair Subcomité voor de federale en bicommunautaire socio-culturele organisaties is bevoegd voor de werknemers in het algemeen en hun werkgevers, zijnde de organisaties die een activiteit uitoefenen die valt onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de socio-culturele sector, en die : 1. hetzij hun maatschappelijke zetel hebben in het Brusselse Hoofstedelijk Gewest en die in hoofzaak een federale of bicommunautaire werking hebben en die niet ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Vlaamse Gemeenschap of van het Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Franstalige en Duitstalige Gemeenschap en het Waalse Gewest;2. hetzij hun maatschappelijke zetel hebben in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest en die opgericht zijn als internationale vereniging en dit voor zover deze verenigingen niet ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Vlaamse Gemeenschap of van het Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Franstalige en Duitstalige Gemeenschap en het Waals Gewest;3. hetzij opgericht zijn als een organisatie (vereniging zonder winstoogmerk, stichting of internationale vereniging) van buitenlands recht en die hun centrum van werkzaamheden hebben in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest. Onder internationale vereniging verstaat men een vereniging zoals beschreven in artikel 46 en volgende van de wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen.

Art. 3.De collectieve arbeidsovereenkomsten, gesloten in de bij artikel 1 opgerichte paritaire subcomités, moeten niet worden goedgekeurd door het Paritair Comité voor de socio-culturele sector.

Art. 4.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 21 september 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 28 oktober 1993, Belgisch Staatsblad van 17 november 1993.

Koninklijk besluit van 13 november 1996, Belgisch Staatsblad van 29 november 1996.

Koninklijk besluit van 13 december 2000, Belgisch Staatsblad van 16 januari 2001.

^