Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 21 september 2001
gepubliceerd op 22 november 2001

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 juni 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie, met betrekking tot de aanwending van de bijdragen voor 1999 en 2000 voor de risicogroepen

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2001012955
pub.
22/11/2001
prom.
21/09/2001
ELI
eli/besluit/2001/09/21/2001012955/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

21 SEPTEMBER 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 juni 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie, met betrekking tot de aanwending van de bijdragen voor 1999 en 2000 voor de risicogroepen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 18 juni 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie, met betrekking tot de aanwending van de bijdragen voor 1999 en 2000 voor de risicogroepen.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 21 september 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 juni 1999 Aanwending van de bijdragen voor 1999 en 2000 voor de risicogroepen (Overeenkomst geregistreerd op 30 juli 1999 onder het nummer 51824/CO/308) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie.

Onder "werknemers" wordt verstaan het mannelijk en vrouwelijk werklieden-, bediende- en kaderpersoneel. HOOFDSTUK II. - Maatregelen voor de risicogroepen

Art. 2.§ 1. Naar analogie met wat overeengekomen werd in de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 mei 1995, gesloten in het Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie, met betrekking tot de aanwending voor de jaren 1995 en 1996 van de respectievelijk 0,15 pct. en 0,20 pct. bijdrage voor de risicogroepen, komen de ondertekenende partijen overeen om 0,10 pct. voor 1999 en 2000 van de bruto loonmassa van de werknemers aan te wenden, binnen de sector voor de opleiding en tewerkstelling van de risicogroepen, zoals bepaald in artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 1992.

Dit alles in uitvoering van hoofdstuk III, afdeling VI, onderafdeling 1 van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen. § 2. De partijen erkennen het principe van het recht op vorming in het kader van EPOS-cursussen en het paritair comité gelast het "Projectbegeleidingscomité" van EPOS een voorstel uit te werken dat rekening houdt met de behoeften van het personeel en de noodwendigheden van de bedrijven. § 3. De partijen zijn er over akkoord dat minstens de helft van de bedragen waarvoor elk bedrijf een beroep doet op EPOS-vorming, besteed moet worden ten voordele van het uitvoerend personeel en dat al de personeelsleden vlot kennis moeten kunnen nemen van het volledig EPOS-aanbod, dit alles onder toezicht van de ondernemingsraad. § 4. Indien het verzoeningsbureau vaststelt dat een bepaald bedrijf zijn verplichtingen zoals omschreven in § 3 niet nakomt, zal dat bedrijf bovenop de normale storting aan EPOS nog eens eenzelfde bijdrage betalen, maar dan beperkt tot de periode van verder tekortkomen aan de verplichtingen. HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen

Art. 3.De partijen verbinden zich ertoe tijdens de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst geen bijkomende eisen te stellen over de punten die in deze overeenkomst voorkomen.

Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1999 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2000.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 21 september 2001.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^