gepubliceerd op 03 december 2021
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 26 november 2013 in uitvoering van artikel 191, § 3, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen
21 NOVEMBRE 2021. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 26 november 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/11/2013 pub. 03/12/2013 numac 2013206367 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit in uitvoering van artikel 191, § 3, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen sluiten in uitvoering van artikel 191, § 3, van de wet van 27 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021363 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021365 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten houdende diverse bepalingen
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 27 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021363 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021365 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten houdende diverse bepalingen (I), artikel 191, § 3, vervangen bij de wet van 27 december 2012 en gewijzigd bij de wetten van 26 december 2013, 26 maart 2018 en 14 december 2018;
Gelet op het koninklijk besluit van 26 november 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/11/2013 pub. 03/12/2013 numac 2013206367 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit in uitvoering van artikel 191, § 3, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen sluiten in uitvoering van artikel 191, § 3, van de wet van 27 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021363 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021365 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten houdende diverse bepalingen;
Gelet op het advies van de Nationale Arbeidsraad, gegeven op 28 september 2021;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 10 augustus 2021;
Gelet op het akkoord van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 20 oktober 2021;
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat de paritaire comités en subcomités zo snel mogelijk in kennis moeten worden gesteld dat: 1° de deadline van 1 oktober 2021 voor de aanvraag voor de projecten 2022-2023 tot en met 31 december 2021 wordt uitgesteld waardoor de koppeling blijft met de, door het koninklijk besluit van 29 augustus 2021Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 29/08/2021 pub. 10/09/2021 numac 2021203893 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van het sociaal akkoord in het kader van de interprofessionele onderhandelingen voor de jaren 2021-2022 sluiten tot uitvoering van het sociaal akkoord in het kader van de interprofessionele onderhandelingen voor de jaren 2021-2022, aangepaste uiterste datum van neerlegging van de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de inspanning ten gunste van de risicogroepen;2° de projectperiode 2022-2023 op 1 april 2022 start in plaats van 1 januari 2022; Zowel voor de voorbereiding van het aanvraagdossier en de cao betreffende de inspanning ten gunste van de risicogroepen, als voor de bepaling van de bijkomende doelstellingen, acties en activiteiten, is het noodzakelijk dat de leden van de paritaire comités en subcomités op de hoogte zijn over het aangepaste tijdskader;
Een spoedbehandeling moet ervoor zorgen dat de sectororganisaties hiermee rekening kunnen houden in hun (personeels)planning en verhinderen dat er aanvragen worden voorbereid en bezorgd waarbij verkeerdelijk wordt uitgegaan van een start op 1 januari 2022. Zo wordt onder andere voorkomen dat de sectororganisaties partnerschapsakkoorden met ondernemingen en onderwijsinstellingen sluiten waarin een verkeerde termijn is opgenomen;
Gelet op het advies nr. 70.401/1 van de Raad van State, gegeven op 8 november 2021, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In het koninklijk besluit van 26 november 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/11/2013 pub. 03/12/2013 numac 2013206367 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit in uitvoering van artikel 191, § 3, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen sluiten in uitvoering van artikel 191, § 3, van de wet van 27 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021363 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021365 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten houdende diverse bepalingen, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 mei 2021 wordt een artikel 8/1 ingevoegd, luidende:
Art. 8/1.§ 1. Voor de projectperiode 2022-2023 worden de volgende afwijkende termijnen toegepast: 1° In afwijking van artikel 2, 7°, moet de aanvraag uiterlijk op 31 december 2021 bij de onder artikel 2, 6° bedoelde ambtenaar worden ingediend;2° In afwijking van artikel 3, eerste lid, worden de bijkomende financiële middelen toegekend voor uitgaven die gelegen zijn in de periode van 1 april 2022 tot en met 31 december 2023; Paritaire comités of subcomités met een ontvankelijk project voor de in artikel 3, tweede lid, bedoelde projectperiode van 1 januari 2020 tot en met 30 juni 2022, die een aanvraag bezorgen voor de projectperiode uit het voorgaande lid, moeten hierin verduidelijken op basis van welke criteria de uitgaven in de overlappende periode tussen de beide projecten zullen worden opgedeeld; 3° In afwijking van artikel 4/1, eerste lid, deelt de onder artikel 2, 6° bedoelde ambtenaar voor 1 februari 2022 aan de voorzitter van elk paritair comité of subcomité dat een aanvraag heeft ingediend mee of de aanvraag beantwoordt aan de voorwaarden van artikel 191, § 3, van de voornoemde wet van 27 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021363 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021365 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten en van artikel 2 en derhalve ontvankelijk is;4° In afwijking van artikel 4/1, tweede lid, deelt de onder artikel 2, 6° bedoelde ambtenaar ten laatste op 1 maart 2022 het bedrag van de toegekende middelen mee aan de voorzitter van elk paritair comité of subcomité dat een aanvraag heeft ingediend;5° In afwijking van artikel 4/2, bezorgt de instelling verantwoordelijk voor het project of de voorzitter van het paritair comité of subcomité ten laatste op 2 mei 2022 een samenvatting van het project met vermelding van het voorziene budget en het beoogd aantal deelnemers per actie of activiteit;6° In afwijking van artikel 5, 3°, wordt een eerste schijf van 50 % uitgekeerd in de loop van maart 2022;7° In afwijking van artikel 6, § 1, eerste lid, richt de onder artikel 2, 6° bedoelde ambtenaar een schrijven aan de instelling verantwoordelijk voor het project wanneer hij tegen 1 januari 2023 nog geen tussentijds verslag heeft ontvangen;8° In afwijking van artikel 6, § 1, vierde lid, wordt het project geacht te zijn stopgezet en wordt de eerste schijf bedoeld in artikel 5, eerste lid, 3° teruggevorderd indien het tussentijds verslag niet werd ontvangen tegen 31 maart 2023; § 2. In afwijking van artikel 7, beloopt het bedrag van de in artikel 1 bedoelde bijkomende financiële middelen: 1° twaalf miljoen euro voor de projectperiode van 1 januari 2020 tot en met 30 juni 2022;2° twaalf miljoen euro voor de projectperiode van 1 april 2022 tot en met 31 december 2023.
Art. 2.Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad en treedt buiten werking op 31 december 2025.
Art. 3.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 21 november 2021.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE