gepubliceerd op 07 januari 2008
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juni 2007, gesloten in het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst, en dagbladbedrijf, betreffende het sectoraal brugpensioen vanaf 58 jaar
21 NOVEMBER 2007. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juni 2007, gesloten in het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst, en dagbladbedrijf, betreffende het sectoraal brugpensioen vanaf 58 jaar (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst, en dagbladbedrijf;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juni 2007, gesloten in het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst, en dagbladbedrijf, betreffende het sectoraal brugpensioen vanaf 58 jaar.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 21 november 2007.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst, en dagbladbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juni 2007 Sectoraal brugpensioen vanaf 58 jaar (Overeenkomst geregistreerd op 8 juni 2007 onder het nummer 83260/CO/130) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied Artikel. 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de ondernemingen die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst, en dagbladbedrijf en op de werknemers en werkneemsters, hierna werknemers genoemd, tewerkgesteld in deze ondernemingen, met uitsluiting van de werkgevers en/of de werknemers die onder de toepassing vallen van de collectieve arbeidsovereenkomst voor de Belgische dagbladen, afgesloten op 25 oktober 1995 in het voornoemd Paritair comité (koninklijk besluit van 25 juni 1997). HOOFDSTUK II. - Algemene bepalingen
Art. 2.De leeftijdsgrens voor het sectoraal brugpensioen dat werd ingevoerd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 maart 1985 (koninklijk besluit van 4 juli 1985), verlengd voor de jaren 1987 en 1988 door de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 februari 1987 (koninklijk besluit van 10 september 1987), voor de jaren 1989 en 1990 door de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 1988 (koninklijk besluit van 8 maart 1989), voor de jaren 1991, 1992 en 1993 door de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 maart 1991 (koninklijk besluit van 23 september 1992), voor de jaren 1994, 1995 en 1996 door de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 mei 1993 (koninklijk besluit van 25 maart 1994), voor de jaren 1997 en 1998 door de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 april 1998, voor de jaren 1999 en 2000 door de collectieve arbeidsovereenkomsten van 10 mei 1999 en 24 juni 1999, voor de jaren 2001 en 2002 door de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 april 2001, voor de jaren 2003 en 2004 door de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2003 en voor de jaren 2005 en 2006 door de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 mei 2005, wordt door deze collectieve arbeidsovereenkomst behouden op 58 jaar tot op 30 juni 2009, rekening houdend met de evolutie van de leeftijds- en anciënniteitsvoorwaarden voorzien door het IPA 2007-2008 van 2 februari 2007 en de wetgeving terzake.
Art. 3.De financiering van de brugpensioensregimes wordt gewaarborgd door een bijdrage van 1,25 pct. van de loonmassa van de ondernemingen die tenminste 10 werknemers tewerkstellen en door een bijdrage van 0,6 pct. van de loonmassa van de ondernemingen die minder dan 10 werknemers tewerkstellen. De ondertekenende partijen zullen tijdens de geldigheid van deze overeenkomst de bijdragevoeten die noodzakelijk zijn, kunnen aanpassen en beslissen over de toewijzing van het saldo aan sociale en professionele vorming.
De raad van beheer van het fonds voor bestaanszekerheid "Aanvullende Pensioenkas" legt de praktische modaliteiten vast.
Art. 4.Inzake de vervanging van bruggepensioneerden zijn enkel de wettelijke bepalingen van toepassing.
Het recht op de aanvullende brugpensioenvergoeding toegekend aan werknemers die ontslagen worden in het kader van de huidige collectieve arbeidsovereenkomst, blijft ten laste van de laatste werkgever indien de werknemers hun activiteit hervatten als loontrekkende of als zelfstandige onder de voorwaarden en modaliteiten zoals vastgelegd door collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974, die een regime van aanvullende vergoeding instelt ten gunste van sommige oudere werknemers in geval van ontslag, zoals gewijzigd door collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17tricies van 19 december 2006.
Wanneer een werknemer van ouder dan 50 jaar gekozen heeft voor een regime van tijdskrediet met vermindering van de arbeidsprestaties zoals voorzien door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis, tot de brugpensioenleeftijd, zal de brugpensioenvergoeding die door de werkgever wordt uitgekeerd berekend worden op basis van een voltijdse tewerkstelling zoals voorzien door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17. Het "Febelgra Fonds" betaalt aan de werkgever de vergoeding en de bijdragen terug op basis van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17. HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen
Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst "Sectoraal brugpensioen" van 16 november 2006.
Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in voege op 1 januari 2007 en houdt op van kracht te zijn op 30 juni 2009.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 21 november 2007.
De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN