gepubliceerd op 02 februari 2002
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 mei 1995, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende het brugpensioen in uitvoering van het interprofessioneel akkoord 1995-1996
21 NOVEMBER 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 mei 1995, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende het brugpensioen in uitvoering van het interprofessioneel akkoord 1995-1996 (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het garagebedrijf;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 18 mei 1995, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende het brugpensioen in uitvoering van het interprofessioneel akkoord van 1995-1996.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 21 november 2001.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het garagebedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 mei 1995 Brugpensioen in uitvoering van het interprofessioneel akkoord 1995-1996 (Overeenkomst geregistreerd op 10 juli 1995 onder het nummer 38265/CO/112) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, werklieden en werksters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het garagebedrijf.
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "werklieden" verstaan : de werklieden en werksters. HOOFDSTUK II. - Algemene bepalingen
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten : - enerzijds, in uitvoering van het interprofessioneel akkoord van 7 december 1994; - anderzijds, in uitvoering van de wet van 3 april 1995 houdende maatregelen tot bevordering van de tewerkstelling. HOOFDSTUK III. - Leeftijdsvoorwaarde
Art. 3.In uitvoering van punt I.4. van het interprofessioneel akkoord wordt voor de werklieden de brugpensioenleeftijd op 55 jaar gebracht op voorwaarde dat zij een beroepsloopbaan van 33 jaar kunnen rechtvaardigen. HOOFDSTUK IV. - Betaling van de aanvullende vergoeding en van de hoofdelijke bijdrage
Art. 4.Het "Sociaal Fonds voor het garagebedrijf" neemt de betaling van de aanvullende vergoeding, alsmede het geheel van de hoofdelijke bijdragen met inbegrip van de bijzondere compenserende maandelijkse werkgeversbijdrage, zoals opgenomen in artikel 11 van de wet van 3 april 1995 houdende maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling, op zich.
Het Sociaal Fonds voor het garagebedrijf zal hiertoe de nodige modaliteiten uitwerken. HOOFDSTUK V. - Geldigheid
Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juni 1995 en treedt buiten werking op 31 december 1996.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 21 november 2001.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX