Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 21 november 2001
gepubliceerd op 23 januari 2002

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 september 1991, gesloten in het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, betreffende de eindejaarspremie in de metaalsector voor de streek van het Centrum

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2001013100
pub.
23/01/2002
prom.
21/11/2001
ELI
eli/besluit/2001/11/21/2001013100/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

21 NOVEMBER 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 september 1991, gesloten in het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, betreffende de eindejaarspremie in de metaalsector voor de streek van het Centrum (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 16 september 1991, gesloten in het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, betreffende de eindejaarspremie in de metaalsector voor de streek van het Centrum.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 21 november 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw Collectieve arbeidsovereenkomst van 16 september 1991 Eindejaarspremie in de metaalsector voor de streek van het Centrum (Overeenkomst geregistreerd op 25 oktober 1991 onder het nummer 28891/CO/111.01.02) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, de werklieden en werksters van de ondernemingen van het Centrum, welke ressorteren onder het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, met uitzondering van de ondernemingen welke bruggen en metalen gebinten monteren.

Art. 2.Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst verstaat men onder : 1. "Centrum", de streek gevormd door de volgende gemeenten : Anderlues, Binche, 's-Gravenbrakel, Chapelle-lez-Herlaimont, Trazegnies en Gouy-lez-Piéton, gemeenten die onder andere gefusioneerd zijn in de nieuwe gemeente Courcelles, Ecaussinnes, Edingen, Grand-Reng, gemeenten die onder andere gefusioneerd zijn in de nieuwe gemeente Erquelinnes, Estinnes, La Louvière, Le Roeulx, Lobbes, Manage, Merbes-le-Château en Merbes-Sainte-Marie, gemeenten die onder andere gefusioneerd zijn in de nieuwe gemeente Merbes-le-Château, Villers-Saint-Ghislain en Havré, gemeenten die onder andere gefusioneerd zijn in de nieuwe gemeente Bergen, Morlanwelz, Seneffe, Opzullik, Thoricourt en Zullik, gemeenten die onder andere gefusioneerd zijn in de nieuwe gemeente Opzullik en Zinnik, Horrues, Naast en Thieusies, gemeenten die onder andere gefusioneerd zijn in de nieuwe gemeente Zinnik.2. "De werklieden", de werklieden en werksters.3. Het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw delegeert zijn bevoegdheden aan de Gewestelijke Paritaire Sectie voor de werklieden van de metaalbouw van de streek van het Centrum, voor de uitvoering van deze arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK II. - Eindejaarspremie

Art. 3.Aan de werklieden tewerkgesteld in de ondernemingen bedoeld in artikel 1 wordt een eindejaarspremie toegekend die gelijk is aan 8,33 pct. van het brutojaarloon.

Het brutojaarloon wordt vastgesteld op basis van het loon dat werd betaald voor de werkelijk gepresteerde uren.

De premies voor ploegenarbeid en het volledige loon dat betrekking heeft op de feestdagen worden opgenomen in het basisloon dat in aanmerking komt voor de berekening van de eindejaarspremie.

Art. 4.De eindejaarspremie wordt berekend naar rata van het aantal gewerkte uren gedurende het refertejaar.

Om de premie te genieten is het dus niet nodig dat een werkman : - nog deel uitmaakt van het personeel op het ogenblik van de uitbetaling; - gedurende deze periode een minimumanciënniteit heeft bereikt, voor zover zijn arbeidsovereenkomst werd gehandhaafd na het verstrijken van de proefperiode.

De premie is evenwel niet verschuldigd aan de werkman die werd ontslagen wegens zwaarwichtige redenen.

Art. 5.Teneinde bij te dragen aan de schadeloosstelling van de werklieden waarvan de eindejaarspremie werd verminderd wegens gedeeltelijke werkloosheid door een gebrek aan werk wegens economische oorzaken, kent de vereniging zonder winstoogmerk "Fonds spécial de solidarité régional", afgekort "FOREMETAL", ieder jaar aan deze werklieden een premie toe waarvan het bedrag wordt vastgesteld door de raad van bestuur van deze vereniging. De vereniging zonder winstoogmerk wordt gestijfd door een bijdrage welke driemaandelijks wordt gestort door de ondernemingen van de sector uit de streek van het Centrum.

Art. 6.De huidige bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomsten welke werden gesloten op het niveau van de ondernemingen, en die de berekeningswijzen en de toekenningsvoorwaarden regelen waarin deze collectieve arbeidsovereenkomst niet voorziet, blijven van toepassing. HOOFDSTUK III. - Geldigheidsduur

Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor een onbepaalde tijd en treedt in werking op 1 januari 1991.

Zij kan door één van de partijen worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van zes maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 21 november 2001.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^