Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 21 november 2001
gepubliceerd op 03 april 2002

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juni 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de papiernijverheid, betreffende de risicogroepen en tewerkstelling en vorming

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2001013097
pub.
03/04/2002
prom.
21/11/2001
ELI
eli/besluit/2001/11/21/2001013097/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

21 NOVEMBER 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juni 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de papiernijverheid, betreffende de risicogroepen en tewerkstelling en vorming (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden uit de papiernijverheid;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juni 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de papiernijverheid, betreffende de risicogroepen en tewerkstelling en vorming.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 21 november 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bedienden uit de papiernijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juni 1999 Risicogroepen en tewerkstelling en vorming (Overeenkomst geregistreerd op 26 juli 1999 onder het nummer 51597/CO/221) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de bedienden van de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de bedienden uit de papiernijverheid.

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten ter uitvoering van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen, hoofdstuk III, afdeling VI, onderafdeling 1. HOOFDSTUK II. - Risicogroepen

Art. 3.Overeenkomstig artikel 2 van het koninklijk besluit van 27 januari 1997, houdende maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid met toepassing van artikel 7, § 2 van de wet van 26 juli 1996 en het interprofessioneel akkoord van 8 december 1998, wordt voor de periode 1999-2000 een inspanning van 0,10 pct. van de loonmassa, ten voordele van personen behorende tot de risicogroepen, opgestart en niet op de marge aangerekend.

Art. 4.De personen die tot de risicogroepen behoren zijn de volgende : a) de personen bepaald in artikel 173, a) en b) van de wet van 29 december 1990 houdende sociale bepalingen;b) de bedienden die ontslagen of werkloos zijn ten gevolge van een faillissement of een collectief ontslag;c) de bedienden die in de onderneming een opleiding volgen en die zonder deze opleiding in hun werkzekerheid zouden bedreigd worden;d) jonge werkzoekende schoolverlaters, of werkzoekenden die aangeworven worden om reden van een wettelijke verplichting van vervanging of van RVA-stagiairs na afloop van de stage. Aanbevolen wordt bijzondere aandacht te besteden aan personen met een handicap.

Art. 5.Deze bijdrage van 0,10 pct. wordt, via de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, teruggestort op het rekeningnummer van het opgerichte fonds voor bestaanszekerheid van de sector.

Deze aanwervingen geven werkgevers bovendien recht op een bijzondere tegemoetkoming van het fonds voor bestaanszekerheid, die maximaal 0,10 pct. bedraagt. De toekenningsmodaliteiten betreffende deze tegemoetkoming worden vastgelegd door het beheerscomité van het fonds voor bestaanszekerheid. HOOFDSTUK III. - Tewerkstelling/vorming

Art. 6.Onder meer om de permanente vorming in de bedrijven van de sector te stimuleren en met het oog op het behoud van de werkzekerheid, verbinden de partijen zich ertoe een sectorale inspanning te leveren van 0,20 pct. van de loonmassa voor opleidingen in alle bedrijven. Deze bijdrage van 0,20 pct. wordt, via de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, teruggestort op het rekeningnummer van het fonds voor bestaanszekerheid van het Paritair Comité voor de bedienden uit de papiernijverheid en wordt niet op de marge aangerekend.

Werkgevers kunnen aanspraak maken op een tegemoetkoming van het fonds voor bestaanszekerheid voor deze opleidingsinspanningen. De toekenningsmodaliteiten betreffende deze tegemoetkoming worden vastgelegd door het beheerscomité van het fonds voor bestaanszekerheid.

Art. 7.Bijkomende doelstelling van deze tewerkstellings- en vormingsinitiatieven betreft het naar de toekomst toe inperken van risicogroepen. HOOFDSTUK IV. - Geldigheidsduur

Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor een bepaalde tijd. Zij heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1999 en treedt buiten werking op 31 december 2000.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 21 november 2001.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^