gepubliceerd op 30 maart 2000
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 maart 1982 tot vaststelling van het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden of van de tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging in het honorarium voor bepaalde verstrekkingen
21 MAART 2000. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 maart 1982 tot vaststelling van het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden of van de tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging in het honorarium voor bepaalde verstrekkingen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 37, § 5, gewijzigd door het koninklijk besluit van 12 december 1996;
Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 37, § 5, gewijzigd door het koninklijk besluit van 12 december 1996;
Gelet op het koninklijk besluit van 23 maart 1982 tot vaststelling van het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden of van de tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging in het honorarium voor bepaalde verstrekkingen, inzonderheid op artikel 7ter, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 31 januari 1986, vervangen bij het koninklijk besluit van 22 juli 1988 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 24 september 1992 en 7 augustus 1995;
Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van 20 december 1999;
Gelet op het advies van de Algemene raad van de verzekering voor geneeskundige verzorging, uitgebracht op 20 december 1999;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën van 28 januari 2000;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting uitgebracht op 20 maart 2000;
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat de bezuinigingen waartoe de Regering op het gebied van de klinische biologie heeft beslist, betrekking hebben op de begrotingsdoelstelling voor het jaar 2000; dat de bezuinigingsmaatregelen waartoe is beslist, om in 2000 hun volledige uitwerking te hebben, zo spoedig mogelijk in werking moeten treden; dat dit besluit, dat een begeleidingsmaatregel is bij de maatregelen waartoe de Regering heeft beslist, dus zo vlug mogelijk moet worden genomen en bekendgemaakt;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 10 februari 2000, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecordineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 7ter van het koninklijk besluit van 23 maart 1982 tot vaststelling van het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden of van de tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging in het honorarium voor bepaalde verstrekkingen, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 31 januari 1986, vervangen bij het koninklijk besluit van 22 juli 1988 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 24 september 1992 en 7 augustus 1995, wordt het tweede lid vervangen door het volgende lid : « Het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden op de verhoogde verzekeringstegemoetkoming waarin is voorzien in artikel 37, §§ 1 en 19, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecordineerd op 14 juli 1994, in de forfaitaire honoraria 592314, 592675, 592336, 592690, 592351, 592712, 592373, 592734, 592395, 592756, 592410 en 592771 wordt vastgesteld op 150 BEF. »
Art. 2.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Art. 3.Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 21 maart 2000.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE