Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 21 maart 2000
gepubliceerd op 30 maart 2000

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 september 1992 tot vaststelling van nadere regelen betreffende de forfaitaire honoraria voor sommige verstrekkingen inzake klinische biologie, verleend aan niet in een ziekenhuis opgenomen rechthebbenden, alsmede de onderaanneming van deze verstrekkingen

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
2000022254
pub.
30/03/2000
prom.
21/03/2000
ELI
eli/besluit/2000/03/21/2000022254/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

21 MAART 2000. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 september 1992 tot vaststelling van nadere regelen betreffende de forfaitaire honoraria voor sommige verstrekkingen inzake klinische biologie, verleend aan niet in een ziekenhuis opgenomen rechthebbenden, alsmede de onderaanneming van deze verstrekkingen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid artikel 60, § 3, gewijzigd bij de wetten van 25 januari 1999 en 24 december 1999;

Gelet op het koninklijk besluit van 24 september 1992 tot vaststelling van nadere regelen betreffende de forfaitaire honoraria voor sommige verstrekkingen inzake klinische biologie, verleend aan niet in een ziekenhuis opgenomen rechthebbenden, alsmede de onderaanneming van deze verstrekkingen, inzonderheid op artikel 2, § 2, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 20 januari 1995 en 7 augustus 1995 en bij het Akkoord van de Nationale commissie geneesheren-ziekenfondsen van 15 december 1998;

Gelet op de voorstellen van de Nationale commissie geneesheren-ziekenfondsen, gedaan op 14 maart 2000;

Gelet op artikel 15 van de wet van 25 april 1963 betreffende het beheer van de instellingen van openbaar nut voor sociale zekerheid en sociale voorzorg;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, §1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de bezuinigingen in de klinische biologie waartoe de Regering heeft beslist, betrekking hebben op de begrotingsdoelstelling voor 2000; dat de opgelegde bezuinigingsmaatregelen, om in 2000 hun maximaal effect te sorteren, zo vlug mogelijk in werking moeten treden; dat dit besluit, dat tot dergelijke bezuinigingen leidt dus zo spoedig mogelijk moet worden genomen en bekendgemaakt;

Op voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 2, van het koninklijk besluit van 24 september 1992 tot vaststelling van nadere regelen betreffende de forfaitaire honoraria voor sommige verstrekkingen inzake klinische biologie, verleend aan niet in een ziekenhuis opgenomen rechthebbenden, alsmede de onderaanneming van deze verstrekkingen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 20 januari 1995 en 7 augustus 1995 en bij het Akkoord van de Nationale commissie geneesheren-ziekenfondsen van 15 december 1998, worden volgende wijzigingen aangebracht : - het punt a) wordt vervangen als volgt : « a) Forfaitaire honoraria voor de in artikel 1 bedoelde verstrekkingen inzake klinische biologie en die zijn voorbehouden voor de geneesheren, specialist voor klinische biologie of voor nucleaire geneeskunde in vitro, voor de apothekers en licentiaten in de wetenschappen die door de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft, zijn erkend om verstrekkingen inzake klinische biologie of nucleaire geneeskunde in vitro te verrichten alsmede voor de geneesheren, bedoeld in artikel 19, § 5quater, van de bijlage bij voornoemd koninklijk besluit van 14 september 1984 : 592270 indien de betrekkelijke waarde van het geheel van de voorgeschreven verstrekkingen lager is dan B 350 . . . . . 450 BEF 592292 indien de betrekkelijke waarde van het geheel van de voorgeschreven verstrekkingen van B 350 tot minder dan B 700 bedraagt . . . . . 650 BEF 592314 indien de betrekkelijke waarde van het geheel van de voorgeschreven verstrekkingen van B 700 tot minder dan B 1200 bedraagt . . . . . 900 BEF 592336 indien de betrekkelijke waarde van het geheel van de voorgeschreven verstrekkingen van B 1200 tot minder dan B 1750 bedraagt . . . . . 1 150 BEF 592351 indien de betrekkelijke waarde van het geheel van de voorgeschreven verstrekkingen van B 1750 tot minder dan B 2500 bedraagt . . . . . 1 450 BEF 592373 indien de betrekkelijke waarde van het geheel van de voorgeschreven verstrekkingen van B 2500 tot minder dan B 3500 bedraagt . . . . . 1 700 BEF 592395 indien de betrekkelijke waarde van het geheel van de voorgeschreven verstrekkingen van B 3500 tot minder dan B 5000 bedraagt . . . . . 1 950 BEF 592410 indien de betrekkelijke waarde van het geheel van de voorgeschreven verstrekkingen B 5000 of meer bedraagt . . . . . 2 200 BEF. »; - het punt b) wordt vervangen als volgt : « b) Forfaitaire honoraria voor de in artikel 1 bedoelde verstrekkingen inzake klinische biologie en die zijn voorbehouden voor de geneesheren, specialist voor klinische biologie of voor nucleaire geneeskunde in vitro, voor de apothekers en de licentiaten in de wetenschappen die door de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft, zijn erkend om verstrekkingen inzake klinische biologie of nucleaire geneeskunde in vitro te verrichten alsmede voor de geneesheren, bedoeld in artikel 19, § 5quater, van de bijlage bij voornoemd koninklijk besluit van 14 september 1984, als die zorgverleners geaccrediteerd zijn als bedoeld in artikel 1, § 10, van de bijlage bij voormeld koninklijk besluit : 592631 indien de betrekkelijke waarde van het geheel van de voorgeschreven verstrekkingen lager is dan B 350 . . . . . 450 BEF Bijkomend accrediteringshonorarium . . . . . +5 BEF 592653 indien de betrekkelijke waarde van het geheel van de voorgeschreven verstrekkingen van B 350 tot minder dan B 700 bedraagt . . . . . 650 BEF Bijkomend accrediteringshonorarium . . . . . +5 BEF 592675 indien de betrekkelijke waarde van het geheel van de voorgeschreven verstrekkingen van B 700 tot minder dan B 1200 bedraagt . . . . . 900 BEF Bijkomend accrediteringshonorarium . . . . . +5 BEF 592690 indien de betrekkelijke waarde van het geheel van de voorgeschreven verstrekkingen van B 1200 tot minder dan B 1750 bedraagt . . . . . 1 150 BEF Bijkomend accrediteringshonorarium . . . . . +5 BEF 592712 indien de betrekkelijke waarde van het geheel van de voorgeschreven verstrekkingen van B 1750 tot minder dan B 2500 bedraagt . . . . . 1 450 BEF Bijkomend accrediteringshonorarium . . . . . +5 BEF 592734 indien de betrekkelijke waarde van het geheel van de voorgeschreven verstrekkingen van B 2500 tot minder dan B 3500 bedraagt . . . . . 1 700 BEF Bijkomend accrediteringshonorarium . . . . . +5 BEF 592756 indien de betrekkelijke waarde van het geheel van de voorgeschreven verstrekkingen van B 3500 tot minder dan B 5000 bedraagt . . . . . 1 950 BEF Bijkomend accrediteringshonorarium . . . . . +5 BEF 592771 indien de betrekkelijke waarde van het geheel van de voorgeschreven verstrekkingen B 5000 of meer bedraagt . . . . . 2 200 BEF Bijkomend accrediteringshonorarium . . . . . +5 BEF. »; - in punt c), tweede alinea worden de woorden « 591312, 591334, 591356, 591371, 591673, 591695, 591710 en 591732 » vervangen door de volgende woorden « 592270, 592292, 592314, 592336, 592351, 592373, 592395, 592410, 592631, 592653, 592675, 592690, 592712, 592734, 592756 en 592771 »; - een § 5 wordt ingevoegd luidende : « § 5. De te liquideren envelop van het lopende jaar is gelijk aan het globaal budget van de financiële middelen die bij toepassing van de bepalingen van artikel 59 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, is vastgelegd voor de verstrekkingen inzake klinische biologie verleend aan niet in een ziekenhuis opgenomen rechthebbenden, aangepast met het verschil tussen de werkelijke geboekte uitgaven inzake klinische biologie voor de niet in een ziekenhuis opgenomen rechthebbenden voor het antepenultima jaar en de te liquideren envelop voor het antepenultima jaar.

Voor het refertejaar 1998 is dit verschil nul.

De te liquideren envelop voor de honoraria per voorschrift is gelijk aan het globaal budget van de financiële middelen die bij toepassing van artikel 59 van hogervermelde wet, is vastgesteld voor de verstrekkingen inzake klinische biologie verleend aan niet in een ziekenhuis opgenomen rechthebbenden, verminderd met de uitgavenbegroting die voor het jaar van toekenning van de forfaitaire honoraria is geraamd voor de verstrekkingen 591091, 591113 en 591135 en verminderd met de partiële begroting voor de honoraria voor de verstrekkingen inzake klinische biologie bedoeld in de artikelen 3, § 1, A, II, B, en C, I, 18, § 2, B, e) en 24, § 1, van de bijlage bij het voornoemd koninklijk besluit van 14 september 1984, en aangepast met het verschil zoals beschreven in de eerste alinea. »

Art. 2.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Art. 3.Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 21 maart 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE

^