gepubliceerd op 04 augustus 2017
Koninklijk besluit betreffende de uitvoering van een praktijktest in Sint-Jans-Molenbeek voor de ontwikkeling van een vernieuwende lokale aanpak inzake disengagement in het kader van de strijd tegen gewelddadig radicalisme
21 JULI 2017. - Koninklijk besluit betreffende de uitvoering van een praktijktest in Sint-Jans-Molenbeek voor de ontwikkeling van een vernieuwende lokale aanpak inzake disengagement in het kader van de strijd tegen gewelddadig radicalisme
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 22 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/05/2003 pub. 03/07/2003 numac 2003003367 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat sluiten houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, artikelen 121 tot 124;
Gelet op de wet van 30 maart 1994Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/03/1994 pub. 07/02/2012 numac 2012000056 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende sociale bepalingen type wet prom. 30/03/1994 pub. 27/01/2015 numac 2015000029 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende sociale bepalingen sluiten houdende sociale bepalingen, inzonderheid artikel 69, eerste lid, 3°, tweede streepje gewijzigd bij de wetten van 21 december 1994, 25 mei 1999, 22 december 2003 en 25 december 2016;
Gelet op het koninklijk besluit van 22 juin 2017 betreffende de toekenning van een toelage voor een veiligheids- en samenlevingscontract voor gemeenten die vroeger een veiligheids- en samenlevingscontract hadden in het kader van de implementatie van een lokaal beleid voor veiligheid en preventie voor het jaar 2017;
Gelet op het koninklijk besluit van 9 november 2015Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 09/11/2015 pub. 23/11/2015 numac 2015000693 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende het voeren van een eenmalig impulsbeleid rond pilootprojecten voor beheersing van gewelddadige radicalisering en de strijd tegen het radicalisme sluiten betreffende het voeren van een eenmalig impulsbeleid rond pilootprojecten voor beheersing van gewelddadige radicalisering en de strijd tegen het radicalisme;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 1 juni 2017;
Gelet op het akkoord van de Minister van Budget van 22 juni 2017;
Overwegende het huidige niveau van terreurdreiging dat vereist om preventieve maatregelen te nemen;
Overwegende de uitvoering van het kanaalplan dat voorziet in het versterken van de begeleiding van de gemeenten die het meest worden blootgesteld aan gewelddadige radicalisering en in het bijzonder Sint-Jans-Molenbeek;
Overwegende de noodzaak om over te gaan tot een naar behoren beperkt, begeleid en geëvalueerd experiment in het domein van het disengagement en de deradicalisering van geradicaliseerde individuen vóór elke wil om de hier overwogen acties uit te breiden;
Overwegende dat Sint-Jans-Molenbeek een prioriteit van de regering is, gelet op de huidige terreurdreiging en rekening houdend met de aanwezigheid op haar grondgebied van een aanzienlijk aantal als "geradicaliseerd" gesignaleerde personen;
Op de voordracht van Minister van Binnenlandse Zaken en het advies van Onze Ministers die hierover in de Raad beraadslaagd hebben, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK 1. - Definities
Artikel 1.Voor de toepassing van onderhavig besluit moet worden verstaan onder : 1° "gewelddadige radicalisering" : gewelddadige radicalisering is een proces waardoor een individu of een groep dusdanig beïnvloed wordt dat het individu of de groep in kwestie mentaal bereid is om extremistische daden te plegen, gaande tot gewelddadige of zelfs terroristische handelingen.Het adjectief "gewelddadig" wordt hierbij gebruikt om een duidelijk onderscheid te maken tussen enerzijds niet strafbare denkbeelden en de uiting hiervan en anderzijds de misdrijven of handelingen die een gevaar zijn voor de openbare veiligheid die gepleegd worden om deze denkbeelden te realiseren of de intentie tot het plegen van deze misdrijven of handelingen. 2° "disengagement": proces met een pakket maatregelen die tot doel hebben een geradicaliseerd individu weer proberen op te nemen in de (lokale) samenleving.Een dergelijk proces heeft tot doel de waarschijnlijkheid dat het geradicaliseerde individu misdrijven in verband met terrorisme pleegt, te beperken. 3° "deradicalisering": proces met een pakket maatregelen die tot doel hebben het gedachtegoed van een geradicaliseerd individu te wijzigen, opdat hij de extremistische ideologie zou afwijzen en de waarden van de meerderheid zou aannemen.Een dergelijk proces heeft tot doel de waarschijnlijkheid dat het geradicaliseerde individu misdrijven in verband met terrorisme pleegt, te beperken. 4° "gepersonaliseerde aanpak": antwoord op maat, aangepast aan de ervaring van het geradicaliseerde individu dat betrokken is bij het proces van disengagement of deradicalisering.5° "protocolakkoord": convenant afgesloten tussen de Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken enerzijds en de gemeente van Sint-Jans-Molenbeek anderzijds waarbij een eenmalige financiële toelage toegekend wordt ter ondersteuning van XX.6° "lokale integrale veiligheidscel" (hierna "LIVC"): cel voor uitwisseling van informatie "managementcases", meer bepaald bestemd om het lokaal geïntegreerd en integraal veiligheidsbeleid te sturen; opgericht overeenkomstig de omzendbrief van 21 augustus 2015 van de Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken en van de Minister van Justitie betreffende de informatie-uitwisseling rond en de opvolging van de "foreign terrorist fighters" afkomstig uit België. HOOFDSTUK 2 . - Voorwaarden voor het sluiten van een protocolakkoord met de gemeente van Sint-Jans-Molenbeek
Art. 2.De Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken en de gemeente Sint-Jans-Molenbeek sluiten een protocolakkoord af voor een duur van 1 jaar, vanaf de ondertekening ervan, om een praktijktest tot stand te brengen, bestaande uit een programma van maatregelen die, met behulp van een gepersonaliseerde aanpak, minimaal het disengagement van geradicaliseerde individuen en maximaal het disengagement en de deradicalisering van deze individuen tot doel hebben.
Art. 3.§ 1 De in Sint-Jans-Molenbeek uit te voeren praktijktest past in een pluridisciplinaire logica en beoogt acties gericht op geradicaliseerde jongeren, als dusdanig herkend door de LIVC van de Gemeente. § 2 De praktijktest heeft tot doel : Geradicaliseerde jongeren die zich uit een gewelddadige radicale groep willen terugtrekken, te ondersteunen;
Lokale actoren te mobiliseren, die in contact kunnen treden met geradicaliseerde jongeren, hen voor zich kunnen winnen en hen kunnen begeleiden op langere termijn;
De kennis en methodes te ontwikkelen voor beroepsmensen die met geradicaliseerde jongeren werken. Deze kennis en methodes kunnen vervolgens, zodra ze afdoend geacht worden door de Algemene Directie Veiligheid & Preventie, verspreid worden door de genoemde Algemene Directie. § 3 De Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, enerzijds, en de gemeente Sint-Jans-Molenbeek anderzijds, bepalen samen, in het protocolakkoord, de uit te voeren acties en de omvang ervan om deze doelstellingen te verwezenlijken. HOOFDSTUK 3 . - Financiën
Art. 4.De Minister van Binnenlandse Zaken kent aan de gemeente Sint-Jans-Molenbeek, een eenmalige financiële toelage van maximum 100.000 euro toe om de uitvoering van het in artikel 2 van dit besluit bedoelde protocolakkoord te vergemakkelijken.
Art. 5.Deze toelage wordt aan de gemeente van Sint-Jans-Molenbeek in volledigheid overgemaakt bij handtekening van het protocolakkoord.
Art. 6.De financiële toelage kan worden gebruikt voor de financiering van de volgende kosten : Materiële kosten gekoppeld aan deze opdracht;
Kosten m.b.t. prestaties geleverd in het kader van de maatregelen inzake disengagement of disengagement en deradicalisering;
Art. 7.De Gemeente van Sint-Jans-Molenbeek verzamelt alle bewijzen van de uitgaven die zijn verbonden aan de uitvoering van de overeenkomst in een financieel dossier dat zij overzendt aan de FOD Binnenlandse Zaken ten laatste drie maanden na het einde van het protocolakkoord.
Dit financieel dossier wordt elektronisch overgezonden via het online ICT-platform dat hieraan is gewijd en bestaat uit: bewijsdocumenten, betalingsbewijzen die de betaling van elke door de overeenkomst voorziene uitgave aantonen.
Onder « bewijsdocumenten » verstaat men de bestelbons en facturen die uitgaan van externe leveranciers. De volledige en leesbare documenten kunnen originele exemplaren of voor eensluidend verklaarde kopieën zijn.
Onder « betalingsbewijs » verstaat men de kopieën van rekeninguittreksels of ieder door de begunstigde van een kwijting voorzien stuk. De kopieën van een betalingsopdracht of -bevel hebben geen enkele bewijswaarde.
Art. 8.De FOD Binnenlandse Zaken voert een grondige controle uit van de stukken waaruit het financieel dossier, dat werd voorgelegd door de Gemeente, bestaat.
De controle heeft betrekking op : 1° de ontvankelijkheid van de ingediende bewijsdocumenten;een document wordt als ontvankelijk beschouwd zodra de in onderhavig besluit vermelde voorwaarden worden nageleefd; 2° het in aanmerking komen van de ingediende uitgaven gelet op de bewoordingen van de overeenkomst en de bepalingen van dit besluit.
Art. 9.De FOD Binnenlandse Zaken kan bijkomende informatie of bewijsdocumenten opvragen. Het niet bezorgen van de opgevraagde aanvullingen leidt tot de afwijzing van de betrokken uitgaven.
Art. 10.Na afloop van de controle ontvangt de Gemeente een voorlopige afrekening en beschikt zij over maximaal twintig werkdagen om haar akkoord te geven of, in geval van niet-akkoord over de toegekende bedragen, haar argumenten voor te leggen. Deze termijn begint te lopen vanaf de datum waarop de Gemeente de afrekening heeft ontvangen.
Na die termijn, of in geval van akkoord over de bedragen van de afrekening, stelt de FOD Binnenlandse Zaken de definitieve afrekening op.
Art. 11.De onverschuldigde bedragen, die na grondige controle van de uitgaven worden vastgesteld, worden van rechtswege teruggevorderd door de FOD Binnenlandse Zaken.
Art. 12.De FOD Binnenlandse Zaken kan bijkomende informatie of bewijsdocumenten opvragen. Het niet bezorgen van de opgevraagde aanvullingen leidt tot de afwijzing van de betrokken uitgaven. HOOFDSTUK 4. - Opvolging & evaluatie
Art. 13.De FOD Binnenlandse Zaken duidt een federale evaluator aan voor de opvolging van het protocolakkoord. Deze dient toe te zien op de uitvoering van de doelstellingen en de criteria voor het bereiken van de doelstellingen zoals vastgelegd in het afgesloten protocolakkoord tussen de Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken en de gemeente van Sint-Jans-Molenbeek.
Art. 14.De federale evaluator kan op vraag van de stad of gemeente, of op eigen initiatief, op de activiteiten toezien die uitvoering geven aan de afgesloten protocolakkoord. Deze bezoeken hebben tot doel de begunstigde gemeente maximaal te ondersteunen in het opstarten, uitvoeren en evalueren van hun activiteiten.
Art. 15.§ 1 Driemaandelijkse bijeenkomsten tussen de partijen van de protocolakkoord zullen eveneens dienen als tussentijdse evaluatiemoment. Daaraan gekoppeld dient een evaluatierapport opgesteld te worden door de gemeente zelf. § 2 Na afloop van de duur van het protocolakkoord stelt de FOD Binnenlandse Zaken een eindevaluatierapport op en zij stuurt dit door naar de Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken. Dit rapport moet het mogelijk maken om te oordelen over de relevantie om de praktijktest uit te breiden naar andere gemeenten.
Art. 16.Op het niveau van de gemeente worden de door het protocolakkoord voorziene acties gestuurd en opgevolgd door de LIVC. TITEL 4. - Eindbepalingen
Art. 17.Dit besluit treedt heden in werking op.
Art. 18.Onze Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 21 juli 2017.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, J. JAMBON