21 JANUARI 2013. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 oktober 2011, gesloten in het Paritair Subcomité voor de zagerijen en aanverwante nijverheden, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden (1)

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de zagerijen en aanverwante nijverheden;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 27 oktober 2011, gesloten in het Paritair Subcomité voor de zagerijen en aanverwante nijverheden, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 21 januari 2013.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de zagerijen en aanverwante nijverheden Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 oktober 2011 Loon- en arbeidsvoorwaarden (Overeenkomst geregistreerd op 2 december 2011 onder het nummer 107061/CO/125.02) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de zagerijen en aanverwante nijverheden, alsook op de werklieden die zij tewerkstellen.

Met "werklieden" bedoelt men : de arbeiders en arbeidsters. HOOFDSTUK II. - Koopkracht

Art. 2.§ 1. Onverminderd de koppeling van de lonen aan de index, wordt aan de werklieden bedoeld onder artikel 1 ecocheques toegekend als volgt : - op 1 juli 2011 : toekenning ecocheques ter waarde van een bedrag van 250 EUR (referteperiode : 1 juli 2010 tot en met 30 juni 2011); - op 1 juli 2012 : toekenning ecocheques ter waarde van een bedrag van 250 EUR (referteperiode : 1 juli 2011 tot en met 30 juni 2012). § 2. De nominale waarde per ecocheque bedraagt maximum 10 EUR. § 3. Wanneer de arbeid(st)er niet in dienst is gedurende de volledige referteperiode, zullen de bedragen pro rata berekend worden op basis van volgende regels : - per volledige maand in dienst, een bedrag van : 250 EUR/12; - per onvolledige maand in dienst, een bedrag van : (het aantal kalenderdagen in dienst/het aantal kalenderdagen van betreffende maand) x (250 EUR/12)

Art. 3.De jongerenbarema's worden per 1 juli 2011 afgeschaft.

Art. 4.Vanaf 1 juli 2011 wordt het barema 5 gedurende de eerste zes maanden van tewerkstelling toegepast op de ongeschoolde werklieden zonder enige beroepskwalificatie of beroepservaring in één van de houtsectoren. HOOFDSTUK III. - Tewerkstellling Tijdkrediet

Art. 5.De sociale partners gaan akkoord om de modaliteiten inzake 1/5e loopbaanvermindering voor ploegenarbeid te laten vastleggen op ondernemingsvlak.

Art. 6.De arbeiders kunnen gebruik maken van de aanmoedigingspremies voor zorgkrediet, opleidingskrediet, landingsbanen, ondernemingen in moeilijkheden of in herstructurering, tijdskrediet 1/5e, toegekend door de Gewesten of de Gemeenschappen, en van eventueel bijkomende maatregelen.

Werkzekerheid

Art. 7.Bij niet naleving van de bestaande collectieve arbeidsovereenkomst van 1 oktober 1996 betreffende de uitvoering van een onderhandelingsprocedure om ontslagen te vermijden, zal op verzoek van de meest gerede partij een verzoeningsbureau worden samengeroepen. HOOFDSTUK IV. - Vorming en opleiding

Art. 8.§ 1. In de ondernemingen met een vakbondsafvaardiging, zal de werkgever deze raadplegen bij de uitwerking van het vormingsplan. § 2. De werkgever moet de vakbondsafvaardiging voorafgaandelijk informeren en raadplegen over de toepassingsmodaliteiten van de opleiding binnen de onderneming. § 3. De vakbondsafvaardiging moet eveneens toezien op het goede verloop van de opleiding.

Art. 9.Om de beroepsopleidingen te stimuleren wordt aan nieuw aangeworven werklieden, die een door de sector erkende opleiding van het lange type hebben gevolgd, een premie toegekend van 250 EUR. Na zes maanden tewerkstelling in hetzelfde bedrijf, zal een premie van hetzelfde bedrag aan deze werklieden toegekend worden. HOOFDSTUK V. - Vakbondsafvaardiging

Art. 10.De collectieve arbeidsovereenkomst van 1 oktober 1996 betreffende het statuut van de vakbondsafvaardiging wordt gewijzigd als volgt : Het artikel 3 wordt integraal vervangen door : « In elke in artikel 1 bedoelde onderneming die per werkplaats of bedrijfszetel : - gewoonlijk gemiddeld 30 werklieden met een arbeidsovereenkomst tewerkstelt gedurende de 12 maanden die de aanvraag voorafgaan. » Het artikel 4, c) wordt geschapt. HOOFDSTUK VI. - Veiligheid en gezondheid

Art. 11.De sociale partners zijn akkoord om een "Ronde tafel" te organiseren ter bespreking van de punten die door de FOD Welzijn geformuleerd zijn ter gelegenheid van de campagne welzijn 2010 in de houtsectoren.

Het doel van de "Ronde tafel" is dat de sociale partners acties ontwikkelen om de ondernemingen en de werknemers te sensibiliseren over de bovengenoemde punten en eventueel aanbevelingen te formuleren inzake welzijnsbeleid in de sector. HOOFDSTUK VII. - Varia

Art. 12.De sociale partners engageren zich om een gemeenschappelijke werkgroep op te richten om de promotie van hout te harmoniseren. HOOFDSTUK VIII. - Geldigheidsduur en slotbepalingen

Art. 13.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2011 en treedt buiten werking op 1 januari 2013, met uitzondering van de artikelen 3, 4 en 10 die voor onbepaalde duur gelden.

Ze vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 juni 2009 betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 21 februari 2010 (Belgisch Staatsblad van 19 mei 2010).

Alle geschillen inzake de uitvoering van deze overeenkomst dienen voorgelegd te worden aan het verzoeningsbureau.

De ondertekenende partijen verbinden er zich toe om gedurende de looptijd van deze collectieve arbeidsovereenkomst geen nieuwe eisen te stellen inzake de inhoud van dit akkoord en de sociale vrede te bewaren.

Art. 14.Wat betreft de artikelen 3, 4 en 10, kan deze collectieve arbeidsovereenkomst worden opgezegd door iedere partij mits een opzeggingstermijn van drie maanden betekend bij aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de zagerijen en aanverwante nijverheden.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 21 januari 2013.

De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK