Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 21 januari 2007
gepubliceerd op 25 januari 2007

Koninklijk besluit houdende erkenning van de N.M.B.S. als instelling die instaat voor de verlening van opleidingsdiensten aan treinbestuurders en treinpersoneel

bron
federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer
numac
2007014016
pub.
25/01/2007
prom.
21/01/2007
ELI
eli/besluit/2007/01/21/2007014016/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

21 JANUARI 2007. - Koninklijk besluit houdende erkenning van de N.M.B.S. als instelling die instaat voor de verlening van opleidingsdiensten aan treinbestuurders en treinpersoneel


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 19 december 2006 betreffende de exploitatieveiligheid van de spoorwegen, inzonderheid op artikel 34;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 7 november 2006;

Gelet op het advies van de Nationale Paritaire Commissie, gegeven op 8 november 2006;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 9 november 2006;

Overwegende dat het in afwachting van de aanneming van een koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 37 van de wet van 19 december 2006 betreffende de exploitatieveiligheid van de spoorwegen, nu reeds nodig is, de opleidingsinstelling aan te wijzen die moet optreden in het raam van de procedure die leidt tot de veiligheidserkenning of -certificering van de betrokken ondernemingen, om te vermijden dat de procedure van certificering van bestuurders en treinpersoneel wordt opgeschort Overwegende dat de N.M.B.S. de enige is die over de deskundigheid en het materieel beschikt die nodig zijn voor de opleiding van treinbestuurders en treinpersoneel;

Overwegende dat de instructeurs die thans in dienst zijn, de technische en pedagogische kwaliteiten hebben om de taak tot een goed einde te brengen : Overwegende dat het belangrijk is dat deze instructeurs op elk moment een nauwe band behouden met de treinbestuurders en het treinpersoneel in actieve dienst ten einde hun praktijkgerichte beroepskennis op peil te houden;

Overwegende dat het behoud van een opleidingsorgaan in de schoot van de N.M.B.S. toelaat de continuïteit van het bestaande systeem van opleiding te verzekeren;

Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting, van Onze Minister van Mobiliteit, van Onze Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° « wet », de wet van 19 december 2006 betreffende de exploitatieveiligheid van de spoorwegen;2° « kandidaat », treinbestuurder of andere werknemers van het treinpersoneel die in aanmerking komt om opleiding te krijgen en examens af te leggen voor het verkrijgen van het attest van vakbekwaamheid;3° « toezichthoudende orgaan », de overheid bevoegd voor de economische regulering van het spoorwegvervoer;4° « richtlijn » : de Richtlijn 2004/49/EG van het Europese Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake de veiligheid op de communautaire spoorwegen en tot wijziging van Richtlijn 95/18/EG van de Raad betreffende de verlening van vergunningen aan spoorwegondernemingen, en van Richtlijn 2001/14/EG van de Raad inzake de toewijzing van spoorweginfrastructuurcapaciteit en de heffing van rechten voor het gebruik van spoorweginfrastructuur alsmede inzake veiligheidscertificering (« Spoorwegveiligheidsrichtlijn »). HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied

Art. 2.Dit besluit is van toepassing op de opleidingsdiensten, bedoeld in artikel 34 van de wet, verleend aan de treinbestuurders en aan het treinpersoneel die bij in België actieve spoorwegondernemingen in dienst zijn, en aan de treinbestuurders in dienst van de Belgische spoorweginfrastructuurbeheerder. HOOFDSTUK III. - Erkenning

Art. 3.De naamloze vennootschap van publiek recht N.M.B.S. wordt erkend als de instelling, bedoeld in artikel 34 van de wet, belast met de verlening van opleidingsdiensten en de organisatie van de examens voor de treinbestuurders en het treinpersoneel bedoeld in dit artikel. HOOFDSTUK IV. - Verplichtingen van de N.M.B.S. Afdeling I. - Organisatie van de opleiding

Art. 4.De N.M.B.S. organiseert minstens twee jaarlijkse opleidingsessies. De datum van de afsluiting van de inschrijvingen voor elke sessie wordt door de N.M.B.S. op haar internetsite gemeld.

De opleidingsessie begint ten laatste drie maanden na de afsluiting van de inschrijvingen. De inschrijving van een treinbestuurder of van een lid van het treinpersoneel tot de opleiding bij de N.M.B.S. gebeurt door de spoorwegonderneming of de spoorweginfrastructuurbeheerder als gebruiker.

Een kandidaat kan slechts geweigerd worden om reden van een laattijdige inschrijving en uitsluitend voor de duurtijd van de betrokken sessie. Hij wordt automatisch toegelaten tot de volgende sessie.

Art. 5.De N.M.B.S. kan vrijstellingen voor cursussen toekennen aan de kandidaat voor dewelke de spoorwegonderneming of de spoorweginfrastructuurbeheerder als gebruiker een gemotiveerde aanvraag voorlegt, op basis van de overeenkomstig artikel 13, § 3, van de richtlijn afgegeven documenten. Zij krijgt van tevoren de goedkeuring van de Veiligheidsinstantie die zich binnen de 15 werkdagen uitspreekt. Bij gebrek, wordt de goedkeuring geacht te zijn verworven. Afdeling II. - Organisatie van de examens en uitreiking van de

attesten

Art. 6.Na afloop van de opleiding, organiseert de N.M.B.S. examens door een jury waarin de veiligheidsinstantie als waarnemer zitting kan hebben.

De examens kennen geen vrijstellingen.

Art. 7.Onverminderd het tweede en het derde lid, levert de N.M.B.S. een attest van vakbekwaamheid af aan de kandidaat die in het examen met betrekking tot de gevolgde opleiding geslaagd is.

De N.M.B.S. levert een attest af aan de kandidaat die de kennis van de lijnen heeft verworven.

De N.M.B.S. levert een attest af aan de kandidaat die zijn bekwaamheid bij haar heeft onderhouden en verdiept en die de leerstof die op dat moment werd gedoceerd heeft verwerkt.

Art. 8.De veiligheidsinstantie kan overgaan tot het instellen van een jury van de N.M.B.S. voor een nieuw onderzoek van de kennis van een treinbestuurder of van een andere werknemer van het treinpersoneel waarvan de bestuurdersvergunning of het begeleidercertificaat zou vervallen of zou opgeschort of ingetrokken worden. Afdeling III. - Kwaliteit van de opleiding

Art. 9.De N.M.B.S. verleent een kwalitatieve opleidingsdienst. Met dit doel legt zij haar opleidingsprogramma, -leerboeken en de werking van haar jury, alsook hun latere wijzigingen, ter goedkeuring voor aan de Minister of zijn gemachtigde.

De Minister of zijn afgevaardigde kan van de N.M.B.S. vereisen dat ze het opleidingsprogramma, de opleidingsboeken of de werking van de jury wijzigt wanneer hij het nodig acht wegens het verschijnen van een nieuw element. Afdeling IV. - Financiële modaliteiten

Art. 10.De N.M.B.S. verleent haar opleidingsdiensten op een billijke en niet-discriminerende manier, voor een redelijke prijs die in overeenstemming is met de kosten en die een winstmarge kan inhouden.

Art. 11.Voor de bedrijfsactiviteiten met betrekking tot de opleiding legt de NMBS een resultaatrekening in haar jaarrekening voor met het detail van de kosten en van de producten, winsten inbegrepen, met betrekking tot de opleidingsdiensten. De resultaatrekening van een jaar wordt met de resultaatrekening van het vorige jaar voor die activiteit vergeleken. Opbrengsten en kosten van andere activiteiten van de NMBS zijn van die rekening uitgesloten. Die rekeningen worden aan het in artikel 12 bedoelde activiteitsverslag toegevoegd.

Op elk moment en in het kader van de controle van de naleving van artikel 9, deelt de N.M.B.S. elke andere informatie mee die door de administratie, de controle-instelling of de Minister wordt gevraagd en die met name de verificatie van de parameters van facturatie toelaat.

De N.MB.S. meldt de formule voor de prijsberekening, gebaseerd op unitaire prijzen, van haar opleidingsdiensten op haar internetsite. Afdeling V. - Rapportering

Art. 12.De N.M.B.S. maakt ieder jaar aan de Minister of zijn gemachtigde een activiteitenverslag over dat bevat : - het resultaat van de verleende opleiding; - de lijst van het pedagogisch personeel en zijn professionele vaardigheden; - in genummerde volgorde, de identiteit van de ingeschreven kandidaten, de datum van inschrijving, de data van de verleende opleidingen en afgenomen examens, met opgave van de aanwezigheid of afwezigheid van de kandidaten, en de behaalde resultaten.

Zij bewijst daarin dat ze in staat is om een vrije en niet-discriminerende toegang tot haar diensten mogelijk te maken, haar menselijke en materiële middelen, haar pedagogische bekwaamheid, haar organisatorische vaardigheden, alsook de kwaliteit van haar opleiding.

De methodologie van evaluatie van de in het voornoemde verslag voorgestelde kwaliteit wordt het voorwerp van een onderzoek door een onafhankelijke instelling.

De in het eerste lid bedoelde gegevens zijn op elke moment toegankelijk voor de veiligheidsinstelling met het oog op controle en worden gedurende 6 jaar bewaard. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen

Art. 13.Dit besluit zal opnieuw worden beoordeeld in het licht van het koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 37 van de wet, wanneer dat zal zijn aangenomen.

Art. 14.Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting, Onze Minister van Mobiliteit en Onze Staatssecretaris voor de Overheidsbedrijven zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 21 januari 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE De Minister van Mobiliteit, R. LANDUYT De Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, B. TUYBENS

^