gepubliceerd op 28 februari 2002
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 december 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de banken, betreffende het conventioneel brugpensioen
21 JANUARI 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 december 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de banken, betreffende het conventioneel brugpensioen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de banken;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 9 december 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de banken, betreffende het conventioneel brugpensioen.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 21 januari 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de banken Collectieve arbeidsovereenkomst van 9 december 1999 Conventioneel brugpensioen (Overeenkomst geregistreerd op 20 juli 2000 onder het nummer 55351/CO/310) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied en draagwijdte van de overeenkomst
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de (mannelijke of vrouwelijke) werknemers van de ondernemingen die tot de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de banken behoren.
Zij heeft tot doel de toegang tot het conventioneel brugpensioen mogelijk te maken voor de personeelsleden van de ondernemingen die beantwoorden aan de reglementering betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen, in geval van conventioneel brugpensioen, alsook aan de bijzondere bepalingen genoemd in artikel 2 van deze overeenkomst. HOOFDSTUK II. - Principe en leeftijdsvoorwaarde
Art. 2.Het conventioneel brugpensioen wordt in alle gevallen van ontslag, behalve het ontslag om ernstige reden, toegestaan aan de werknemers die de leeftijd van 58 jaar hebben bereikt. HOOFDSTUK III. - Toepassingsmodaliteiten
Art. 3.De algemene toepassingsmodaliteiten van deze conventionele brugpensioenregeling zijn die welke bepaald zijn door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 gesloten voor onbepaalde duur op 19 december 1974 in de Nationale Arbeidsraad.
Art. 4.De werkgever zal verplicht zijn om de aanvullende vergoeding te betalen slechts voor zover de werknemer de opzeggingstermijn (of de verbrekingsvergoeding) heeft aanvaard die door de werkgever werd betekend en waarvan de duur werd berekend overeenkomstig de bepalingen van artikel 82, § 2, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten. HOOFDSTUK IV. - Bedrag van de aanvullende vergoeding
Art. 5.Het bedrag van de aanvullende vergoeding waarin wordt voorzien door artikel 5 van de bovengenoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 wordt op 95 pct. van het verschil tussen het netto-referteloon en de werkloosheidsuitkering gebracht. HOOFDSTUK V. - Geldigheidsduur
Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor een bepaalde duur van drie jaar. Zij treedt in werking op 1 januari 2000 en treedt buiten werking op 31 december 2002.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 21 januari 2002.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX