gepubliceerd op 07 maart 2024
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 september 2023, gesloten in het Paritair Comité voor de diensten en organismen voor technische controles en gelijkvormigheidstoetsing, betreffende het individueel opleidingsrecht
21 FEBRUARI 2024. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 september 2023, gesloten in het Paritair Comité voor de diensten en organismen voor technische controles en gelijkvormigheidstoetsing, betreffende het individueel opleidingsrecht (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de diensten en organismen voor technische controles en gelijkvormigheidstoetsing;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 25 september 2023, gesloten in het Paritair Comité voor de diensten en organismen voor technische controles en gelijkvormigheidstoetsing, betreffende het individueel opleidingsrecht.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 21 februari 2024.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad: Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de diensten en organismen voor technische controles en gelijkvormigheidstoetsing Collectieve arbeidsovereenkomst van 25 september 2023 Individueel opleidingsrecht (Overeenkomst geregistreerd op 20 oktober 2023 onder het nummer 183180/CO/219)
Artikel 1.Toepassingsgebied Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers met een arbeidsovereenkomst voor bedienden van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de diensten en organismen voor technische controles en gelijkvormigheidstoetsing.
Art. 2.Voorwerp Onderhavige overeenkomst is afgesloten in uitvoering van artikel 53, 1° van de wet houdende diverse arbeidsbepalingen van 3 oktober 2022, hierna genoemd de "Arbeidsdeal".
Art. 3.Individueel opleidingsrecht - aantal dagen en groeipad In uitvoering van de artikels 50, § 1, 50, § 3 en 54, § 2 van de "Arbeidsdeal", komen de sociale partners tot de volgende afspraken. § 1. Elke voltijds tewerkgestelde bediende beschikt over een individueel opleidingsrecht van : - In 2023 : 2 dagen; - In 2024 : 2,5 dagen; - In 2025 : 3,5 dagen; - In 2026 : 5 dagen. § 2. De niet voltijds tewerkgestelde bediende en/of de bediende die niet wordt tewerkgesteld gedurende het ganse kalenderjaar beschikt over een aantal uren in verhouding tot het arbeidsregime van de bediende en/of het aantal maanden waarin de bediende werd tewerkgesteld in de onderneming.
Art. 4.Opleidingen die in aanmerking komen § 1. De opleidingen die in aanmerking komen voor de opname van het individueel opleidingsrecht, zijn deze zoals voorzien in artikel 50, § 1 van de "Arbeidsdeal" : - formele opleiding : door lesgevers of sprekers ontwikkelde cursussen en stages. Deze opleidingen worden gekenmerkt door een hoge graad van organisatie van de opleider of opleidingsinstelling. Ze gaan door op een plaats die duidelijk van de werkplek gescheiden is. Ze richten zich tot een groep leerlingen. Die opleidingen kunnen ontwikkeld en beheerd worden door de onderneming zelf of door een extern organisme; - informele opleiding : de opleidingsactiviteiten, andere dan deze bedoeld hierboven die rechtstreeks betrekking hebben op het werk. Deze opleidingen worden gekenmerkt door een hoge graad van zelforganisatie door de individuele leerling of door een groep leerlingen met betrekking tot de tijd, de plaats en de inhoud, een inhoud die gekozen wordt volgens de individuele behoeften van de leerling op de werkplek, en met een rechtstreeks verband met het werk en de werkplek, met inbegrip van deelname aan conferenties of beurzen voor leerdoeleinden; - de opleidingen die betrekking hebben op de materies inzake het welzijnsbeleid bedoeld in de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 21/10/1999 numac 1999015088 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Franse Republiek betreffende het kraamgeld, ondertekend te Brussel op 26 april 1993 sluiten betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk. § 2. De opleidingen, zowel formeel als informeel moeten verband houden met de uitoefening van de beroepsactiviteit.
Art. 5.Toepassingsmodaliteiten § 1. Jaarlijks recht De individuele opleidingsnoden dienen minimaal jaarlijks onderwerp uit te maken van een gesprek tussen de bediende en de werkgever en laten toe om rekening te houden met de toekomstige evoluties van de functies (te bepalen door werkgever en bediende).
Zowel het verwerven van competenties vereist voor de uitoefening van de huidige rol alsook andere toekomstgerichte competenties voor de huidige of voor een nieuwe rol, maken onderdeel uit van het opleidingsgesprek.
Elke bediende heeft met het oog op het verwerven van deze competenties het recht om jaarlijks minimaal het aantal uren opleiding voorzien in artikel 3, § 1 te volgen.
Niet-opgenomen opleidingsuren worden op het einde van het jaar overgedragen naar het daaropvolgende jaar. Op het einde van een periode van vijf jaar, wordt het saldo van het beschikbare opleidingskrediet op nul gezet.
De genoten opleidingen worden opgenomen en bijgehouden in het opleidings-CV, mits toepassing van het "only-once" principe. § 2. Initiatief Zowel de werkgever als de bediende moeten initiatief nemen om een specifieke opleiding te (laten) volgen. Een weigering om een opleiding te (laten) volgen dient steeds gemotiveerd te worden, zowel door de werkgever als door de bediende. § 3. Algemene opvolging De werkgever bespreekt de algemene opvolging van het individueel opleidingsrecht in de ondernemingsraad naar aanleiding van de jaarlijkse rapportering over het opleidingsplan.
In ondernemingen zonder ondernemingsraad maar enkel met een comité voor preventie en bescherming op het werk, bespreekt de werkgever deze opvolging in de vakbondsafvaardiging voor bedienden.
In ondernemingen zonder ondernemingsraad en zonder vakbondsafvaardiging maar met een comité voor preventie en bescherming op het werk, bespreekt de werkgever deze opvolging in het comité voor preventie en bescherming op het werk. § 4. Waarborg tot opleiding Indien een bediende gedurende 3 jaar geen enkele opleiding genoten heeft in het kader van de uitvoering van zijn arbeidsovereenkomst, dan kan deze bediende zelf initiatief nemen om een opleiding te volgen en in te plannen.
De bediende die tijdens deze periode zonder rechtvaardiging geweigerd heeft deel te nemen aan een geplande opleiding, verliest dit recht.
De opleidingen die in aanmerking komen zijn deze die voorkomen in het aanbod van de sectorale opleidingsfondsen.
De opleidingsfondsen voorzien hiervoor in een aanvraagprocedure dewelke opgestart kan worden door de bediende en met informatieverstrekking aan de betrokken onderneming.
De kosten van deze opleiding, de verplaatsingskosten en de arbeidstijd vallen volledig ten laste van de onderneming.
Art. 6.Duur Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 oktober 2023. Zij is gesloten voor onbepaalde duur en kan door elk van de partijen opgezegd worden mits aangetekend schrijven aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de diensten en organismen voor technische controles en gelijkvormigheidstoetsing met naleving van een opzeggingstermijn van 6 maanden.
Art. 7.Vervanging Deze collectieve arbeidsovereenkomst beëindigt en vervangt vanaf 1 oktober 2023 de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 februari 2022 betreffende het individueel opleidingsrecht, geregistreerd onder het nummer 173475/CO/219.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 21 februari 2024.
De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE