gepubliceerd op 06 augustus 2014
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juli 2013, gesloten in het Paritair Comité voor de steenbakkerij, betreffende de vaststelling van de werkgeversbijdrage in de vervoerskosten
21 FEBRUARI 2014. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juli 2013, gesloten in het Paritair Comité voor de steenbakkerij, betreffende de vaststelling van de werkgeversbijdrage in de vervoerskosten (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de steenbakkerij;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juli 2013, gesloten in het Paritair Comité voor de steenbakkerij, betreffende de vaststelling van de werkgeversbijdrage in de vervoerskosten.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 21 februari 2014.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de steenbakkerij Collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juli 2013 Vaststelling van de werkgeversbijdrage in de vervoerskosten (Overeenkomst geregistreerd op 5 augustus 2013 onder het nummer 116472/CO/114) HOOFDSTUK I. - Draagwijdte van de overeenkomst
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 maart 1974 (2560/CO/114) tot vaststelling van de werkgeversbijdrage in de vervoerskosten van de arbeid(st)ers, zoals vervangen door de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 mei 2001 (58930/CO/114) en zoals vervangen door de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 juli 2011 (109429/CO/114).
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is ingegeven door punt I, 5 van het interprofessioneel akkoord van 22 december 2000 betreffende de werkgeversbijdrage in de vervoerskosten gedragen door de arbeid(st)ers. HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en arbeid(st)ers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de steenbakkerij.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is niet van toepassing op de NV Scheerders-Van Kerchove's Verenigde Fabrieken te St. Niklaas en op de arbeid(st)ers die er zijn tewerkgesteld. HOOFDSTUK III. - Tussenkomst van de werkgever in de vervoerskosten
Art. 4.De werkgever betaalt een tussenkomst in de vervoerskosten van de arbeid(st)ers om zich langs de normale weg van hun woonplaats naar hun werkplaats en omgekeerd te begeven.
Art. 5.Voor de arbeid(st)ers, die gebruik maken, voor hun in artikel 4 bedoelde verplaatsingen, van het openbaar vervoer, bedraagt de tussenkomst van de werkgever 75 pct. van de prijs van de treinkaarten 2de klasse van de NMBS.
Art. 6.Voor de arbeid(st)ers die geen gebruik maken van het openbaar vervoer en met eigen middelen de in artikel 4 bedoelde verplaatsingen doen bedraagt de tussenkomst van de werkgever 60 pct. van de prijs van de treinkaarten 2e klasse van de NMBS op voorwaarde dat de afstand meer dan 5 km bedraagt.
Art. 7.Voor de arbeid(st)ers die zich minstens 75pct. van de arbeidsdagen met de fiets van en naar het werk verplaatsen betaalt de werkgever een fietsvergoeding van 0,10 EUR per gereden kilometer. Met het oog op het verbeteren van de mobiliteit en om de milieuimpact van de bedrijven te verkleinen wordt de fietsvergoeding vanaf 1 augustus 2013 verhoogd naar 0,15 EUR per gereden kilometer. Deze fietsvergoeding zal op het vlak van de onderneming kunnen omgezet worden in een globaal mobiliteitsplan.
Art. 8.Aan de arbeid(st)ers die geen verplaatsingsvergoeding ontvangen overeenkomstig de vorige artikelen 5, 6 en 7 wordt een werkgeversbijdrage in de vervoerskosten toegekend, ongeacht het aantal km of de wijze waarop zij zich verplaatsen, van 0,25 EUR per gewerkte dag.
Art. 9.Voor de arbeid(s)ters die, voor hun in artikel 4 bedoelde verplaatsingen een systeem van "carpooling" organiseren zal de werkgever aan elk van de arbeid(st)ers, als tussenkomst in de vervoerskosten, 60 pct. van de prijs van de treinkaart betalen op voorwaarden dat de afstand meer dan 5 km bedraagt.
Art. 10.Wanneer de werkgever het vervoer van de arbeid(s)ter inricht heeft de arbeid(st)er geen recht op de in voorgaande artikelen bedoelde tussenkomst.
In geval van gedeeltelijke verplaatsing, die de arbeid(st)er dient af te leggen om zich te begeven naar de plaats van waaruit de in voorgaand lid bedoelde werkgever het vervoer inricht, gelden de in artikelen 5, 6, 7, 8 en 9 voorziene bepalingen.
De tussenkomsten, zoals voorzien in de artikelen 5, 6, 7, 8 en 9 zijn niet cumuleerbaar voor eenzelfde traject.
Art. 11.De beschikkingen inzake terugbetaling van vervoerskosten die op het vlak van de onderneming bestaan en die gunstiger zijn dan deze in voorgaande artikelen voorzien, blijven bestaan. HOOFDSTUK IV. - Terugbetalingstijdstip
Art. 12.De bijdrage van de werkgevers in de door de arbeid(st)ers gedragen vervoerskosten zal maandelijks betaald worden volgens de gebruikelijke betalingswijze. HOOFDSTUK V. - Modaliteiten
Art. 13.In het geval de arbeid(s)ters gebruik maken van het openbaar vervoer dienen zij het vervoerbewijs (of vervoerbewijzen) voor te leggen.
In het geval de arbeid(st)ers geen gebruik maken van het openbaar vervoer dienen zij, in het geval zij recht hebben op een tussenkomst van de werkgever overeenkomstig de artikelen 6 en 9, een ondertekende verklaring voor te leggen waarin wordt geattesteerd hoeveel km de in artikel 4 bedoelde verplaatsing bedraagt. HOOFDSTUK VI. - Geldigheidsduur
Art. 14.Deze collectieve arbeidsovereenkomst, wordt voor een onbepaalde duur gesloten.
Zij heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2013.
Zij kan opgezegd worden door één der partijen, mits inachtneming van een opzeggingstermijn van drie maanden, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de steenbakkerij.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 21 februari 2014.
De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK