gepubliceerd op 15 juni 2010
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juni 2009, gesloten in het Paritair Subcomité voor de schoeiselindustrie, de laarzenmakers en de maatwerkers, betreffende de risicogroepen - (inspanning ten voordele van personen die behoren tot de risicogroepen) (1)
21 FEBRUARI 2010. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juni 2009, gesloten in het Paritair Subcomité voor de schoeiselindustrie, de laarzenmakers en de maatwerkers, betreffende de risicogroepen (uitvoering van hoofdstuk VIII, afdeling 1 van de programmawet van 27 december 2006) - (inspanning ten voordele van personen die behoren tot de risicogroepen) (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de schoeiselindustrie, de laarzenmakers en de maatwerkers;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juni 2009, gesloten in het Paritair Subcomité voor de schoeiselindustrie, de laarzenmakers en de maatwerkers, betreffende de risicogroepen (uitvoering van hoofdstuk VIII, afdeling 1 van de programmawet van 27 december 2006) - (inspanning ten voordele van personen die behoren tot de risicogroepen).
Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 21 februari 2010.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de schoeiselindustrie, de laarzenmakers en de maatwerkers Collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juni 2009 Risicogroepen (uitvoering van hoofdstuk VIII, afdeling 1 van de programmawet van 27 december 2006) - (inspanning ten voordele van personen die behoren tot de risicogroepen). (Overeenkomst geregistreerd op 14 september 2009 onder het nummer 94216/CO/128.02)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden en werksters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de schoeiselindustrie, de laarzenmakers en de maatwerkers.
Art. 2.De in artikel 1 bedoelde werkgevers betalen voor de jaren 2009 en 2010 een bijdrage van 0,10 pct., berekend op grond van het volledige loon van de werklieden en werksters, zoals bedoeld bij artikel 23 van de wet van 29 juni 1981Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1981 pub. 31/05/2011 numac 2011000295 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 29/06/1981 pub. 17/11/2015 numac 2015000647 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 29/06/1981 pub. 02/09/2014 numac 2014000386 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers.
Art. 3.De opbrengst van de inning van de bijdrage van 0,10 pct. is bestemd voor de medefinanciering van opleidingsinitiatieven van personen die behoren tot de risicogroepen.
Deze initiatieven kunnen hetzij collectief, hetzij individueel of hetzij voor een groep van ondernemingen georganiseerd worden.
De modaliteiten van de financiering voor de algemene kosten, de ontwikkelingskosten en de rechtstreekse opleidingskosten zullen in de raad van bestuur van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de schoeiselindustrie, de laarzenmakers en de maatwerkers" bepaald worden.
De projectontwikkeling, de coördinatie, de kostenverrekening en de verslaggeving wordt toevertrouwd aan de werkgeversfederatie FEBIC.
Art. 4.In het kader van deze collectieve arbeidsovereenkomst moeten, rekening houdend met de bijzondere concurrentiedruk die op de sector uitgeoefend wordt, als risicogroepen beschouwd worden : - de ongeschoolde of laaggeschoolde werknemers en/of werkzoekenden; - de werknemers waarvan de tewerkstelling bedreigd wordt door gebrek aan scholing of herscholing van de vakbekwaamheid; - de werknemers die een activiteit uitoefenen die de nakomende activiteiten in dermate beïnvloeden dat bij gebrek aan bestendige aanpassing de tewerkstelling in cascade bedreigd wordt : voorbeeld CAD-CAM operators.
Art. 5.Deze bijdrage wordt geïnd door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en overgemaakt aan het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de schoeiselindustrie, de laarzenmakers en de maatwerkers", dat zal instaan voor de uitbetaling van voorziene gelden.
De totaliteit van de financiering in het kader van de bijdrage van 0,10 pct. mag de totaliteit van de ontvangsten niet overschrijden.
Art. 6.Jaarlijks zal, in de schoot van het paritair subcomité, een evaluatie worden gemaakt van de bestaande opleidingsinitiatieven en bestedingen zoals voorzien in artikel 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2009 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2010.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 21 februari 2010.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET