Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 21 februari 2003
gepubliceerd op 19 maart 2003

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 januari 2002 tot vaststelling van het bedrag van het presentiegeld en van de vergoedingen toe te kennen aan de voorzitters, ondervoorzitters, leden en secretarissen van sommige raden, comités, commissies en colleges van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2003022191
pub.
19/03/2003
prom.
21/02/2003
ELI
eli/besluit/2003/02/21/2003022191/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

21 FEBRUARI 2003. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 januari 2002 tot vaststelling van het bedrag van het presentiegeld en van de vergoedingen toe te kennen aan de voorzitters, ondervoorzitters, leden en secretarissen van sommige raden, comités, commissies en colleges van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op de artikelen 29bis ingevoegd bij de wet van 10 augustus 2001, 36bis ingevoegd bij de wet van 10 december 1997, 208 en 213, § 2, vervangen bij de wet van 22 februari 1998;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 januari 2002 tot vaststelling van het bedrag van het presentiegeld en van de vergoedingen toe te kennen aan de voorzitters, ondervoorzitters, leden en secretarissen van sommige raden, comités, commissies en colleges van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 28 mei 2002;

Gelet op het advies van het Algemeen beheerscomité van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, gegeven op 30 september 2002;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 18 november 2002;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 20 februari 2003;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Een artikel 8bis, luidend als volgt, wordt ingevoegd in het koninklijk besluit van 22 januari 2002 tot vaststelling van het bedrag van het presentiegeld en van de vergoedingen toe te kennen aan de voorzitters, ondervoorzitters, leden en secretarissen van sommige raden, comités, commissies en colleges van het voormelde Instituut : « Art. 8bis, § 1. Per zittingsdag van de Commissie of van het binnen die commissie ingestelde bureau wordt een presentiegeld toegekend ten belope van : 1° 14,87 euro aan de voorzitter van de Commissie tegemoetkoming geneesmiddelen, ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige verzorging van het voormelde Instituut;2° 7,44 euro aan de leden van die Commissie tegemoetkoming geneesmiddelen;3° 2,48 euro aan de secretarissen van die Commissie tegemoetkoming geneesmiddelen; § 2. Er wordt een maandelijkse forfaitaire vergoeding van 40 euro voor opzoekings- en papierkosten toegekend aan de leden van de voornoemde Commissie tegemoetkoming geneesmiddelen die niet behoren tot het personeel van een organieke openbare dienst; § 3. De leden van die Commissie tegemoetkoming geneesmiddelen die niet behoren tot het personeel van een organieke openbare dienst en die door deze commissie belast zijn met de uitvoering van een welbepaalde studie, ontvangen een als volgt vastgelegd honorarium : a) per uur prestatie - universitair gediplomeerde : 12,50 euro - werkleider : 18,75 euro - docent of professor aan de universiteit : 25 euro - gewoon hoogleraar aan de universiteit : 37,50 euro b) maximum per studie : 250 euro Art.2. In artikel 13 van hetzelfde besluit worden de woorden « bedoeld in het Nationaal akkoord geneesheren-ziekenfondsen van 17 februari 1997 » geschrapt.

Art. 3.Artikel 14 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 14.Per zittingsdag wordt een presentiegeld toegekend ten belope van : 1° 14,87 euro aan de voorzitters van de Paritaire comités, ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige verzorging van het voormelde Instituut;2° 14,87 euro aan de leden die de functie van secretaris van die Comités waarnemen;3° 7,44 euro aan de andere leden van die Comités.»

Art. 4.Een artikel 14bis, luidend als volgt, wordt ingevoegd in hetzelfde besluit : « 14bis. Per zittingsdag wordt een presentiegeld toegekend ten belope van : 1° 14,87 euro aan de voorzitter van de Nationale raad voor kwaliteitspromotie, ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige verzorging van het voormelde Instituut;2° 7,44 euro aan de leden van die Raad;3° 2,48 euro aan de secretaris van die Raad.»

Art. 5.Een artikel 14ter, luidend als volgt, wordt ingevoegd in hetzelfde besluit : « 14ter. Per zittingsdag wordt een presentiegeld toegekend ten belope van : 1° 14,87 euro aan de voorzitter van de Technische accrediteringsraad, ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige verzorging van het voormelde Instituut;2° 14,87 euro aan het lid dat de functie van secretaris van die Raad waarneemt;3° 7,44 euro aan de andere leden van die Raad.»

Art. 6.Een artikel 14quater, luidend als volgt, wordt ingevoegd in hetzelfde besluit : « 14quater. Per zittingsdag wordt een presentiegeld toegekend ten belope van : 1° 14,87 euro aan de voorzitter van de Commissie van beroep, ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige verzorging van het voormelde Instituut;2° 7,44 euro aan de leden van die Commissie;3° 2,48 euro aan de secretaris van die Commissie.»

Art. 7.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 oktober 2001 met uitzondering van artikel 1 dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 2002.

Art. 8.Onze Minister van Sociale zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 21 februari 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale zaken, F. VANDENBROUCKE

^