gepubliceerd op 12 maart 2003
Koninklijk besluit tot vaststelling en de wijze van innen, door de Metrologische Dienst van het Ministerie van Economische Zaken, van de vergoedingen betreffende de controles voor de modelgoedkeuring en de navolgende controles van de kansspelen
21 FEBRUARI 2003. - Koninklijk besluit tot vaststelling en de wijze van innen, door de Metrologische Dienst van het Ministerie van Economische Zaken, van de vergoedingen betreffende de controles voor de modelgoedkeuring en de navolgende controles van de kansspelen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers, inzonderheid op artikel 53.6;
Gelet op het advies van de Kansspelcommissie, gegeven op 25 april 2001;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 6 mei 2002;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 9 juli 2002;
Gelet op de kennisgeving van 10 mei 2001, krachtens de richtlijn 98/34/EG van de Raad houdende de informatieprocedure in het domein van de normen en technische reglementeringen en de regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij;
Gelet op advies nr. 34.150/2 van de Raad van State, gegeven op 23 oktober 2002;
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, van Onze Minister van Justitie, van Onze Minister van Financiën en van Onze Minister van Economie, en van Onze Minister van Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Het bedrag van de vergoeding van de modelgoedkeuring voor automatische kansspelen wordt bepaald als volgt : 1° automatische kansspelen bestemd voor inrichtingen klasse I : 14.000 EUR; 2° automatische kansspelen bestemd voor inrichtingen klasse II : 12.000 EUR; 3° automatische kansspelen bestemd voor inrichtingen klasse III : 7.500 EUR.
Art. 2.Het bedrag van de vergoeding van de modelgoedkeuring kan verlaagd worden naar gelang de aard en het volume van de werkzaamheden inzake het onderzoek van het model. In dat geval wordt het gefactureerd op basis van het uurtarief bepaald in artikel 6 van dit besluit.
Art. 3.Het bedrag van de vergoeding voor eerste ijk voor de automatische kansspelen wordt bepaald als volgt : 1° automatische kansspelen voor inrichtingen klasse I : 200 EUR;2° automatische kansspelen voor inrichtingen klasse II : 150 EUR;3° automatische kansspelen voor inrichtingen klasse III : 100 EUR.
Art. 4.Het bedrag van de vergoeding voor herijk voor de automatische kansspelen wordt bepaald als volgt : 1° automatische kansspelen voor inrichtingen klasse I : 175 EUR;2° automatische kansspelen voor inrichtingen klasse II : 125 EUR;3° automatische kansspelen voor inrichtingen klasse III : 75 EUR.
Art. 5.Als de ijk niet kan plaatsvinden door toedoen van de aanvrager of de houder van het kansspel, bedraagt de verschuldigde vergoeding 40 % van het bedrag dat verschuldigd zou zijn indien de controle had kunnen plaatshebben.
Er is geen vergoeding verschuldigd wanneer de Metrologische Dienst van het Ministerie van Economische Zaken, minstens drie werkdagen vóór de datum waarop de ijk uitgevoerd wordt in kennis wordt gesteld van de onmogelijkheid om die ijk uit te voeren.
Art. 6.Andere controleverrichtingen dan die bedoeld in de artikelen 1, 3 en 4 worden gefactureerd aan het uurtarief van 75 EUR per persoon.
Art. 7.De bedragen bedoeld in de artikelen 1, 3, 4, 5 en 6 worden gefactureerd door de Metrologische Dienst van het Ministerie van Economische Zaken ten gunste van het Fonds Kansspelen.
Art. 8.De bepalingen bedoeld in artikel 53.6 van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers treden in werking op de dag van de inwerkingtreding van dit besluit.
Art. 9.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2002.
Art. 10.Onze Minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken, Onze Minister bevoegd voor Justitie, Onze Minister bevoegd voor Financiën, Onze Minister bevoegd voor Economie, en Onze Minister bevoegd voor Volksgezondheid, zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 21 februari 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN De Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister van Economie, Ch. PICQUE De Minister van Volksgezondheid, J. TAVERNIER