gepubliceerd op 03 maart 2001
Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het gebrek aan werk wegens economische oorzaken de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden schorst voor de ondernemingen, gelegen in de provincie Limburg, die onder het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf ressorteren
21 FEBRUARI 2001. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het gebrek aan werk wegens economische oorzaken de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden schorst voor de ondernemingen, gelegen in de provincie Limburg, die onder het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf ressorteren (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, inzonderheid op artikel 51, § 1, gewijzigd bij de wetten van 26 juni 1992 en 26 maart 1999, en bij het koninklijk besluit nr. 254 van 31 december 1983;
Gelet op het advies van het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de huidige economische toestand het spoedig invoeren van een regeling van schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden rechtvaardigt voor de ondernemingen, gelegen in de provincie Limburg, die onder het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf ressorteren;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de werkgevers, de werklieden en de werksters van de ondernemingen, gelegen in de provincie Limburg, die onder het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf ressorteren.
Art. 2.Bij volledig of gedeeltelijk gebrek aan werk wegens economische oorzaken mag de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden volledig worden geschorst, mits ervan kennis wordt gegeven door aanplakking op een goed zichtbare plaats in de lokalen van de onderneming, ten minste zeven dagen vooraf.
Wanneer de werknemer de dag van de aanplakking afwezig is, wordt hem de kennisgeving dezelfde dag bij aangetekende brief verzonden.
Art. 3.De duur van de volledige schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst mag vijf maanden niet overschrijden.
Art. 4.§ 1. Mededeling van de aanplakking of van de individuele kennisgeving, moet door de werkgever, onder een bij de post aangetekende omslag, de dag zelf van de aanplakking of van de individuele kennisgeving worden gezonden aan het bureau van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening van de plaats waar de onderneming gevestigd is. § 2. De kennisgeving aan de werklieden en de mededeling aan het bureau van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening moeten de datum vermelden waarop de volledige schorsing van de uitvoering van de overeenkomst zal ingaan en de datum waarop deze schorsing een einde zal nemen. § 3. Deze mededeling moet daarenboven vermelden : 1° de economische oorzaken die de volledige schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigen;2° hetzij de naam, de voornamen en het adres van de werkloos gestelde werklieden, hetzij de afdeling (en) van de onderneming waar de arbeid wordt geschorst.
Art. 5.Dit besluit treedt in werking op 15 januari 2001 en houdt op van kracht te zijn op 30 april 2001.
Art. 6.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 21 februari 2001.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 3 juli 1978, Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978. Wet van 26 juni 1992, Belgisch Staatsblad van 30 juni 1992.
Wet van 26 maart 1999, Belgisch Staatsblad van 1 april 1999.
Koninklijk besluit nr. 254 van 31 december 1983, Belgisch Staatsblad van 21 januari 1984.