gepubliceerd op 30 januari 2013
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 2011, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de vervoerskosten
21 DECEMBER 2012. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 2011, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de vervoerskosten (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het koetswerk;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 2011, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de vervoerskosten.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 21 december 2012.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor het koetswerk Collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 2011 Vervoerskosten (Overeenkomst geregistreerd op 2 september 2011 onder het nummer 105515/CO/149.02) In uitvoering van artikel 7 van het nationaal akkoord 2011-2012 van 7 juni 2011. HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor het koetswerk.
Art. 2.Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "arbeiders" verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werklieden.
Art. 3.De bepalingen van deze overeenkomst zijn alleen toepasselijk indien de werkelijke heen en terug opgetelde afstanden ten minste 1 kilometer bedragen. HOOFDSTUK II. - Gemeenschappelijk openbaar vervoer Afdeling 1. - Vervoer per spoor
Art. 4.Wanneer de arbeider zich naar het werk verplaatst met de trein, heeft hij recht op een vergoeding conform artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19octies betreffende de financiële bijdrage van de werkgevers in de prijs van het vervoer van de werknemers, gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 20 februari 2009. Afdeling 2. - Ander gemeenschappelijk openbaar vervoer
Art. 5.Wanneer de arbeider zich naar het werk verplaatst met een ander gemeenschappelijk openbaar vervoer, georganiseerd door de regionale vervoermaatschappijen, heeft hij recht op dezelfde vergoeding zoals bepaald in artikel 4 van deze overeenkomst.
Wanneer het een eenheidsprijs betreft, ongeacht de afstand, wordt de bijdrage van de werkgever forfaitair vastgesteld conform artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19octies van 20 februari 2009 betreffende de financiële bijdrage van de werkgevers in de prijs van het vervoer van de werknemers.
Art. 6.De modaliteiten van de bijdrage van de werkgevers ten gunste van de arbeiders die dit type van vervoer gebruiken, worden vastgesteld als volgt : - De arbeider legt aan de werkgever een ondertekende verklaring voor, waarbij verzekerd wordt dat hij gewoonlijk een gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel gebruikt, georganiseerd door de regionale vervoermaatschappijen, voor de verplaatsing van de woonplaats naar de plaats van tewerkstelling en omgekeerd en preciseert het aantal effectief afgelegde kilometers.
Hij waakt erover in de kortst mogelijke tijd alle wijzigingen in deze toestand te signaleren. - De werkgever kan op elk ogenblik de authenticiteit van de hierboven bedoelde verklaring nagaan. Afdeling 3. - Gemengde openbare vervoermiddelen
Art. 7.Wanneer de arbeider verschillende openbare gemeenschappelijke vervoermiddelen gebruikt, heeft hij recht op dezelfde vergoeding zoals bepaald in artikel 4 van deze overeenkomst voor de afstand die overeenstemt met de som van de afstanden van de verschillende vervoermiddelen. HOOFDSTUK III. - Privévervoer
Art. 8.Wanneer de arbeider zich naar het werk verplaatst met het eigen vervoer of te voet, heeft de arbeider recht op een dagvergoeding, gebaseerd op de werkgeversbijdrage in het weekabonnement, zoals opgenomen in de tabel gevoegd bij artikel 11 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19octies betreffende de financiële bijdrage van de werkgevers in de prijs van het vervoer van de werknemers gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 20 februari 2009.
De "verplaatsing met het eigen vervoer" heeft betrekking op alle mogelijke eigen vervoermiddelen.
Art. 9.Deze dagvergoeding wordt bekomen door de werkgeversbijdrage in het weekabonnement van de NMBS te delen door 5.
Art. 10.Voor de arbeider die zich, voor een gedeelte of de ganse afstand, met de fiets verplaatst wordt de tussenkomst van de werkgever bedoeld in artikel 8 en artikel 9 beschouwd als een fietsvergoeding.
De werkgever zal op vraag van de arbeider jaarlijks de nodige gegevens bevestigen die het de arbeider mogelijk maakt zijn fietsgebruik aan te tonen. Deze gegevens hebben betrekking op de in aanmerking genomen afstand tot de werkplaats, het aantal gewerkte dagen en de betaalde vergoeding.
Art. 11.Deze dagvergoeding dient jaarlijks op 1 februari te worden geïndexeerd overeenkomstig de jaarlijkse indexering van de treintarieven van de NMBS, conform het advies van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven.
Hierdoor werden de dagvergoedingen op 1 februari 2011 vastgelegd conform de tabel opgenomen in bijlage.
Art. 12.Op 1 februari 2012 zullen de dagvergoedingen conform de tabel opgenomen in bijlage, worden geïndexeerd zoals beschreven in bovenstaand artikel 11 en daarna uitzonderlijk verhoogd met 5 pct.
Deze nieuwe dagbedragen zijn minimumvergoedingen voor de sector.
Gunstiger ondernemingsregelingen blijven onverminderd van toepassing. HOOFDSTUK IV. - Betalingsmodaliteiten
Art. 13.De bijdrage van de werkgevers in de door de arbeiders gedragen vervoerskosten wordt maandelijks betaald voor het vervoerbewijs met geldigheid voor één maand, en éénmaal per week voor de vervoerbewijzen met geldigheid van één week.
Art. 14.De bijdrage van de werkgevers in de vervoerskosten per spoor wordt betaald tegen indiening van het speciaal getuigschrift voor de sociale abonnementen afgeleverd door de NMBS. De bijdrage van de werkgevers in de kosten voor het vervoer, georganiseerd door de regionale vervoermaatschappijen, wordt betaald tegen overhandiging van het vervoerbewijs afgeleverd door deze maatschappijen.
Art. 15.De werkgever komt tussen in de kosten veroorzaakt door de andere vervoermiddelen op voorwaarde dat de arbeider het bewijs levert van de werkelijk afgelegde afstand.
Indien de arbeider dit bewijs niet kan leveren, wordt de berekening, in gemeen akkoord tussen de partijen, afzonderlijk in iedere onderneming opgemaakt, rekening houdende met de plaatselijke bijzonderheden.
De arbeider mag niet weigeren het(de) eventueel(ele) vervoerbewijs(zen) of, bij ontstentenis, een door hem ondertekende verklaring, nodig voor het vaststellen van de afgelegde afstand, aan de werkgever voor te leggen. HOOFDSTUK V. - Specifieke bepalingen Afdeling 1. - Verplaatsing naar opleiding
Art. 16.Indien een arbeider zich verplaatst naar een vormingscursus, heeft hij recht op de bepalingen zoals opgenomen in hoofdstukken II en III van deze overeenkomst, afhankelijk van het door de arbeider gebruikte vervoermiddel. Afdeling 2. - Verplaatsing voor leerlingen
Art. 17.Een leerling die zich van thuis naar het werk verplaatst, heeft recht op de bepalingen zoals opgenomen in hoofdstukken II en III van deze overeenkomst, afhankelijk van het door de leerling gebruikte vervoermiddel. Afdeling 3. - Verplaatsing naar een competentietest
Art. 18.Wanneer de arbeider zich met om het even welk vervoermiddel verplaatst om een competentietest voor een ervaringsbewijs af te leggen heeft hij recht op terugbetaling van de vervoerskosten door de werkgever zoals opgenomen in hoofdstukken II en III van deze overeenkomst, afhankelijk van het door de arbeider gebruikte vervoermiddel. Deze terugbetaling geldt zowel voor het afleggen van de 1ste competentietest als voor het afleggen van de herkansing. Afdeling 4. - Verplaatsing naar een outplacementbegeleiding
Art. 19.Wanneer de arbeider zich met om het even welk vervoermiddel verplaatst naar een outplacementbegeleiding, heeft hij recht op terugbetaling van de vervoerskosten door de werkgever zoals opgenomen in hoofdstukken II en III van deze overeenkomst, afhankelijk van het door de arbeider gebruikte vervoermiddel. Afdeling 5. - Voertuig van de werkgever
Art. 20.Wanneer de werkgever een voertuig ter beschikking stelt aan de arbeider voor verplaatsingen naar de werkplaats of naar een vormingscursus, zijn de vervoerskosten zoals bepaald in de hoofdstukken II en III en artikel 15 van deze overeenkomst niet van toepassing. HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen
Art. 21.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst met betrekking tot de vervoerskosten van 12 mei 2009, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 19 april 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/04/2010 pub. 13/07/2010 numac 2010201527 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juni 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de papiernijverheid, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden, werkgelegenheid en inspanningen inzake vorming en opleiding van risicogroepen voor 2009-2010 type koninklijk besluit prom. 19/04/2010 pub. 06/07/2010 numac 2010201883 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de steenbakkerij, tot wijziging en verlenging van de collectieve arbeidsovereenkomsten van 30 maart 1989, 21 maart 1991, 30 juni 1993, 12 mei 1995, 16 juni 1997, 29 juni 1999, 11 juni 2001, 7 mei 2003, 16 juni 2005 en 3 juli 2007, betreffende de bevordering van de werkgelegenheid van werkzoekenden uit de risicogroepen voor de jaren 1989, 1990, 1991, 1992, 1993, 1994, 1995, 1996, 1997, 1998, 1999, 2000, 2001, 2002, 2003, 2004, 2005, 2006, 2007, 2008, 2009 en 2010 sluiten (Belgisch Staatsblad van 23 juni 2010).
Art. 22.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2011 en wordt gesloten voor onbepaalde duur.
Zij kan door één van de partijen worden opgezegd mits een opzegging van drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor het koetswerk.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 21 december 2012.
De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK
Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 2011, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de vervoerskosten In uitvoering van hoofdstuk III De dagvergoedingen worden op 1 februari 2011 als volgt vastgelegd :
PSC - SCP 149.02
Transport privé/Privévervoer
Tableau "Intervention dans le transport domicile-travail"
Tabel "Werkgeversbijdrage in het woon-werk verkeer"
Distance en km Aantal km
Intervention journalière de l'employeur (5 j./semaine) Dagelijkse bijdrage van de werkgevers (5d./week)
Distance en km Aantal km
Intervention journalière de l'employeur (5 j./semaine) Dagelijkse bijdrage van de werkgevers (5 d./week)
1
0,88
43 - 45
4,52
2
0,98
46 - 48
4,80
3
1,08
49 - 51
5,02
4
1,16
52 - 54
5,18
5
1,26
55 - 57
5,38
6
1,34
58 - 60
5,60
7
1,40
61 - 65
5,80
8
1,49
66 - 70
6,10
9
1,57
71 - 75
6,30
10
1,65
76 - 80
6,71
11
1,75
81 - 85
6,91
12
1,83
86 - 90
7,22
13
1,91
91 - 95
7,53
14
1,99
96 - 100
7,73
15
2,07
101 - 105
8,03
16
2,17
106 - 110
8,33
17
2,25
111 - 115
8,65
18
2,34
116 - 120
8,95
19
2,44
121 - 125
9,15
20
2,53
126 - 130
9,46
21
2,61
131 - 135
9,76
22
2,69
136 - 140
9,96
23
2,79
141 - 145
10,38
24
2,87
146 - 150
10,78
25
2,93
151 - 155
10,78
26
3,05
156 - 160
11,18
27
3,11
161 - 165
11,39
28
3,17
166 - 170
11,60
29
3,29
171 - 175
12,00
30
3,35
176 - 180
12,20
31 - 33
3,50
181 - 185
12,61
34 - 36
3,78
186 - 190
12,81
37 - 39
4,01
191 - 195
13,01
40 - 42
4,27
196 -200
13,43
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 21 december 2012.
De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK