gepubliceerd op 29 december 2005
Koninklijk besluit houdende de algemeen bindend verklaring van de beslissing van 12 december 2005 houdende wijziging van de beslissing van 10 februari 2003 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door de radio-omroepen, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten
21 DECEMBER 2005. - Koninklijk besluit houdende de algemeen bindend verklaring van de beslissing van 12 december 2005 houdende wijziging van de beslissing van 10 februari 2003 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door de radio-omroepen, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten, inzonderheid op artikel 42;
Op de voordracht van Onze Minister van Economie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen bindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen beslissing van 12 december 2005 houdende wijziging van de beslissing van 10 februari 2003 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door de radio-omroepen, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten.
Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2006 of op de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, indien deze bekendmaking later is dan 1 januari 2006.
Art. 3.Onze minister bevoegd voor Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 21 december 2005.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, M. VERWILGHEN
Bijlage Beslissing van 12 december 2005 houdende wijziging van de beslissing van 10 februari 2003 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door de radio-omroepen, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten
Artikel 1.Artikel 4.9° van de beslissing van 10 februari 2003 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door de radio-omroepen, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten, wordt vervangen als volgt : « Art. 4.9°. Publiek : samengevoegd aantal luisteraars van een radio-omroep, gewogen door de luisterduur van haar luisteraars, zijnde het ogenblikkelijk gewogen bereik (OGB), berekend op radioprogramma's die worden uitgezonden van 05 u. tot 05 u.
Het ogenblikkelijk gewogen bereik (OGB) wordt bepaald op basis van objectieve gegevens die werden bekomen door middel van één of verschillende studies die in Belgïe werden uitgevoerd door een erkende, hoog aangeschreven organisatie. »
Art. 2.Artikel 6 van dezelfde beslissing wordt aangevuld met het volgende lid : « De jaarlijkse billijke vergoeding verschuldigd door de lokale radio-omroepen die niet vermeld zijn in de studie(s) waarvan sprake in artikel 4.9° wordt forfaitair vastgelegd op 400 euro. »
Art. 3.Artikel 11, eerste lid, van dezelfde beslissing wordt vervangen als volgt : « De multiplicatorcoëfficiënten voor de berekening van de billijke vergoeding in de artikelen 6, 8bis en 8ter van deze beslissing (prijs per muziekuur en prijs per luisteraar) alsook het minimum bedrag van 400 euro voorzien in artikel 6 en de bedragen voorzien in de artikelen 9 en 10 worden geïndexeerd op 1 januari van elk jaar, naargelang de ontwikkeling van de gezondheidsindex. »
Art. 4.Artikel 18 van dezelfde beslissing wordt vervangen als volgt : « Art.18. Wanneer een Gemeenschapsradio, na een aanmaningsbrief te hebben ontvangen, nalaat binnen de in artikel 12 voorgeschreven termijn de informatie zoals bedoeld in artikel 12 mee te delen, zal worden aangenomen dat zij voor elk van haar netten 24.790.000 euro jaarlijkse financiële middelen heeft, een OGB-publiek van 300, en 7300 uren muziek per jaar uitzendt, hetgeen de betaling voor de billijke vergoeding van 308.471 euro voor elk van haar netten rechtvaardigt.
Wanneer een lokale radio, na een aanmaningsbrief te hebben ontvangen, nalaat binnen de in artikel 12 voorgeschreven termijn de informatie zoals bedoeld in artikel 12 mee te delen, dan wordt het tarief ambtshalve bepaald volgens de modaliteiten van artikel 6. Dit tarief wordt verhoogd met 15 % met een minimum van 150 euro. » Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 21 december 2005 houdende de algemeen bindend verklaring van de beslissing van 12 december 2005 houdende wijziging van de beslissing van 10 februari 2003 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door de radio-omroepen, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, M. VERWILGHEN