21 AUGUSTUS 2009. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de opzeggingstermijnen voor de ondernemingen die onder het Paritair comité voor het Glasbedrijf ressorteren (PC 115) (1)

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, inzonderheid op artikel 61, § 1, gewijzigd bij de wet van 20 juli 1991;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 augustus 2007 tot vaststelling van de opzegtermijnen voor de ondernemingen die onder het Paritaire Comité van het glasbedrijf ressorteren;

Gelet op het voorstel van het Paritair Comité voor het Glasbedrijf van 5 mei 2009;

Gelet op advies 46.946/1 van de Raad van State, gegeven op 7 juli 2009;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair comité voor het Glasbedrijf.

Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit, verstaat men onder werklieden, de werklieden en de werksters.

Art. 3.§ 1. In afwijking van de bepalingen van artikel 59, tweede en derde lid, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten wordt, wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat, de te respecteren opzeggingstermijn bij het beëindigen van de arbeidsovereenkomst voor werklieden, gesloten voor onbepaalde tijd, vastgesteld op : - één week voor de werklieden die minder dan zes maanden anciënniteit tellen in de onderneming; - vijf weken voor de werklieden die zes maanden tot minder dan vijf jaar anciënniteit tellen in de onderneming; - zes weken voor de werklieden die vijf jaar tot minder dan tien jaar anciënniteit tellen in de onderneming; - negen weken voor de werklieden die tien jaar tot minder dan vijftien jaar anciënniteit tellen in de onderneming; - veertien weken voor de werklieden die vijftien jaar tot minder dan twintig jaar anciënniteit tellen in de onderneming; - negentien weken voor de werklieden die twintig jaar tot minder dan vijfentwintig jaar anciënniteit tellen in de onderneming; - drieëntwintig weken voor de werklieden die vijfentwintig jaar tot minder dan dertig jaar anciënniteit tellen in de onderneming; - zevenentwintig weken voor de werklieden die dertig jaar tot minder dan vijfendertig jaar anciënniteit tellen in de onderneming; - éénendertig weken voor de werklieden die meer dan vijfendertig jaar anciënniteit tellen in de onderneming. § 2. In geval van een ontslag met het oog op het pensioen of het brugpensioen, worden de opzeggingstermijnen vastgesteld volgens artikel 59 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.

Art. 4.Het koninklijk besluit van 3 augustus 2007 tot vaststelling van de opzeggingstermijnen voor de ondernemingen die onder het Paritair comité voor het Glasbedrijf ressorteren, wordt opgeheven.

Art. 5.De opzeggingen betekend vóór de inwerkingtreding van dit besluit blijven al hun gevolgen behouden.

Art. 6.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 21 augustus 2009.

ALBERT Van Koningswege : Voor de Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, afwezig, De Vice-Eerste Minister en Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Mevr. L. ONKELINX Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 3 juli 1978, Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978. Wet van 20 juli 1991, Belgisch Staatsblad van 1 augustus 1991.