gepubliceerd op 04 mei 2007
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 november 1971 tot instelling van een Nationaal Instituut voor Criminalistiek, met het statuut van wetenschappelijke inrichting van de Staat
21 APRIL 2007. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 november 1971 tot instelling van een Nationaal Instituut voor Criminalistiek, met het statuut van wetenschappelijke inrichting van de Staat
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de artikelen 37 en 107, tweede lid van de Grondwet;
Gelet op het koninklijk besluit van 5 november 1971 tot instelling van een Nationaal Instituut voor Criminalistiek, met het statuut van wetenschappelijke inrichting van de Staat, inzonderheid op artikel 2, 6°, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 29 november 1994;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 16 maart 2007;
Gelet op het advies van de Federale Interministeriele Commissie voor Wetenschapsbeleid, gegeven op 10 januari 2007;
Gelet op het advies 42.607/2 van de Raad van State, gegeven op 5 april 2007, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Overwegende dat het noodzakelijk is het aantal autoriteiten uit te breiden die bevoegd zijn om aan het departement Criminologie van het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie te vragen studies te maken of te laten maken;
Overwegende dat tegelijkertijd de draagwijdte van de studies en het onderzoek van het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie moet worden aangegeven;
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 2, 6°, van het koninklijk besluit van 5 november 1971 tot instelling van een Nationaal Instituut voor Criminalistiek, met het statuut van wetenschappelijke inrichting van de Staat, ingevoegd door het koninklijk besluit van 29 november 1994, wordt vervangen als volgt : « 6° het uitvoeren of laten uitvoeren door derden van studies of onderzoeken over criminologie, rechtsaangelegenheden of statistische gegevens die verband houden met het strafrechtelijk beleid, het beleid met betrekking tot slachtoffers van misdrijven en het beleid inzake uitvoering van straffen en maatregelen en dit op aanvraag of met het goedvinden van de Minister van Justitie, van de voorzitter van de Federale Overheidsdienst Justitie of van de adviseur-generaal voor het strafrechtelijk beleid of op aanvraag van een directeur-generaal van de Federale Overheidsdienst Justitie of van het College van procureurs-generaal. De toepassing van deze bepaling geschiedt volgens een procedure bepaald bij ministerieel besluit. »
Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 3.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 21 april 2007.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, Mme L. ONKELINX