gepubliceerd op 13 oktober 2005
Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 5bis van de wet van 28 juli 1981 houdende goedkeuring van de Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten en van de Bijlagen, opgemaakt te Washington op 3 maart 1973, alsmede van de Wijziging van de Overeenkomst, aangenomen te Bonn op 22 juni 1979
20 SEPTEMBER 2005. - Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 5bis van de wet van 28 juli 1981 houdende goedkeuring van de Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten en van de Bijlagen, opgemaakt te Washington op 3 maart 1973, alsmede van de Wijziging van de Overeenkomst, aangenomen te Bonn op 22 juni 1979
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 28 juli 1981 houdende goedkeuring van de Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten en van de Bijlagen, opgemaakt te Washington op 3 maart 1973, alsmede van de Wijziging van de Overeenkomst, aangenomen te Bonn op 22 juni 1979, inzonderheid artikel 5bis, ingevoegd bij de wet van 22 december 2003;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 20 oktober 2004;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 7 februari 2005;
Gelet op het advies van de Raad van State, nr. 38.280/3, gegeven op 19 april 2005;
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid;
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De leidend ambtenaar-jurist van de Juridische Dienst van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu is belast met het voorstellen van een geldsom die een einde maakt aan de strafvordering, aan de daders van inbreuken bedoeld in artikel 5bis van de wet van 28 juli 1981 houdende goedkeuring van de Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten en van de Bijlagen, opgemaakt te Washington op 3 maart 1973, alsmede van de Wijziging van de Overeenkomst, aangenomen te Bonn op 22 juni 1979.
Art. 2.Het proces-verbaal van vaststelling van de inbreuken bedoeld in artikel 5bis van hoger vermelde wet van 28 juli 1981, opgesteld door de personen bedoeld in artikel 7, zevende lid, van dezelfde wet, wordt overgemaakt binnen de dertig dagen na datum ervan aan de ambtenaar bedoeld in artikel 1 van dit besluit.
Art. 3.Het voorstel tot betaling bedoeld in artikel 1, vergezeld van een document voor overschrijving of storting, wordt aan de dader van de inbreuk bij een ter post aangetekend schrijven gezonden binnen de drie maanden na de datum van het proces-verbaal.
Art. 4.Het voorstel wijst erop dat de betaling binnen de dertig dagen na datum van verzending van het aangetekend schrijven bedoeld in artikel 3 moet uitgevoerd worden. De datum van het postmerk heeft bewijskracht voor de verzending van het aangetekend schrijven. Het voorstel vermeldt tevens dat de betaling moet gebeuren op de bijzondere rekening van het Directoraat-generaal « Dier, Plant en Voeding » van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.
Art. 5.Bij niet-betaling binnen de voorgeschreven termijn wordt het proces-verbaal overgemaakt aan de procureur des Konings.
Art. 6.Indien geen voorstel tot betaling wordt gedaan, wordt het proces-verbaal eveneens overgemaakt aan de procureur des Konings.
Art. 7.Onze Minister bevoegd voor de Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 20 september 2005.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, R. DEMOTTE