20 SEPTEMBER 1999. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de door de producenten van sierplanten aan het Begrotingsfonds voor de productie en de bescherming van planten en plantaardige producten verschuldigde jaarlijkse bijdragen

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 17 maart 1993 betreffende de oprichting van een Begrotingsfonds voor de productie en de bescherming van planten en plantaardige producten, inzonderheid op de artikelen 4, 1° en 5;

Gelet op het advies van de Raad van het Begrotingsfonds voor de productie en de bescherming van planten en plantaardige producten, gegeven op 20 november 1995;

Gelet op het overleg met de Gewestregeringen;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 19 december 1997;

Gelet op de mededeling van de Europese Commissie van 4 mei 1998;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 11 juni 1998;

Gelet op het advies van de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw en Middenstand, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De producenten van voor de handel bestemde sierplanten die aan de fytosanitaire inspectie onderworpen zijn, zijn naar gelang van de soort activiteiten die zij beoefenen, de volgende jaarlijkse bijdragen verschuldigd aan het Begrotingsfonds voor de productie en de bescherming van planten en plantaardige producten : - voor de productie van snijbloemen : 500 frank per bedrijf; - voor de productie van alle andere siergewassen, met inbegrip van deze van de sierboomkwekerij : 2 000 frank per bedrijf.

Zijn vrijgesteld van deze bijdragen, de in het eerste lid bedoelde producenten die voor de uitoefening van het beroep van boomkweker van bosplantsoen of fruitboomplantsoen een jaarlijkse vergoeding betalen op basis van artikel 1 van het koninklijk besluit van 25 oktober 1991 houdende vaststelling van de vergoedingen, verschuldigd voor de keuring van zaaizaad en pootgoed voor land- en tuinbouw, alsmede van de vergoedingen verschuldigd voor de uitoefening van bepaalde beroepen in de land-, tuin-, en bosbouw.

Art. 2.Het bedrag van de in artikel 1 vermelde bijdragen wordt om de twee jaar op 1 januari aangepast aan het indexcijfer van de consumptieprijzen. Als referentie-indexcijfer wordt het indexcijfer van de consumptieprijzen genomen dat geldt op 1 januari van het jaar dat volgt op de inwerkingtreding van dit besluit.

De geïndexeerde bedragen worden afgerond tot de hogere frank.

Art. 3.De bijdragen moeten binnen de dertig dagen na voorlegging van de uitnodiging tot betaling gestort worden. Wanneer de betaling binnen de 90 dagen volgend op de datum van de uitnodiging tot betaling niet is geregistreerd op de rekening van het Begrotingsfonds voor de productie en de bescherming van planten en plantaardige producten, wordt het bedrag automatisch verhoogd met 20 %, met een minimum van 2 000 frank.

Art. 4.Onze Minister van Landbouw en Middenstand is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 20 september 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landbouw en Middenstand, J. GABRIELS