20 NOVEMBER 2007. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 september 2006 tot oprichting van een Impulsfonds voor de huisartsengeneeskunde en tot vaststelling van de werkingsregels ervan

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 55, § 4, vervangen bij de wet van 27 december 2005;

Gelet op de wet van 28 juli 1992 houdende fiscale en financiële bepalingen, inzonderheid op artikel 74, § 1, 8°, ingevoegd bij de wet van 8 april 2003 en gewijzigd bij de wet van 27 december 2005;

Gelet op het koninklijk besluit van 15 september 2006 tot oprichting van een Impulsfonds voor de huisartsengeneeskunde en tot vaststelling van de werkingsregels ervan, inzonderheid op artikel 1, § 2, 3°, en op artikel 3, § 2;

Gelet op het advies van de Commissie voor begrotingscontrole, gegeven op 28 maart 2007;

Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging, gegeven op 16 april 2007;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 20 april 2007;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 27 april 2007;

Gelet op advies 43.033/1 van de Raad van State, gegeven op 14 juni 2007;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, van Onze Minister van Financiën, van Onze Minister van Middenstand en Landbouw en van Onze Minister van Tewerkstelling en op het advies van Onze in raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 1, § 2, 3°, van het koninklijk besluit van 15 september 2006 tot oprichting van een Impulsfonds voor de huisartsengeneeskunde en tot vaststelling van de werkingsregels ervan, wordt aangevuld als volgt : « of, als deze inschrijving al is gebeurd, de datum meegedeeld bij de vervulling van de formaliteiten verbonden aan de identificatie zoals bedoeld in artikel 5. »

Art. 2.In artikel 3, § 2, van hetzelfde besluit, wordt tussen het eerste lid en het tweede lid, het volgende lid ingevoegd : « Onder nieuwe installatie wordt verstaan, hetzij de eerste installatie zoals bedoeld in § 1, tweede lid van dit artikel, hetzij de verhuizing van een huisartsenactiviteit gelokaliseerd in een zone die niet beantwoordt aan één van de vereiste criteria naar een zone die wel beantwoordt aan één van de vereiste criteria. ».

Art. 3.In artikel 3, § 2, derde lid van hetzelfde besluit, worden de woorden « voor 15 februari » ingevoegd tussen de woorden « die lijst » en het woord « aan ».

Art. 4.In artikel 3, § 2, vijfde lid van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht : - de woorden « of een beperking » worden ingevoegd tussen het woord « uitbreiding » en de woorden « van de zones ». - het vijfde lid wordt aangevuld als volgt : « De beperking kan bestaan uit de terugtrekking van een zone of een gedeelte ervan, die ten minste het grondgebied van een gemeente moet beslaan, hoewel de geanalyseerde medische dichtheid voor die hele zone als deficitair wordt beschouwd. »

Art. 5.In artikel 3, § 2 van hetzelfde besluit, wordt het zevende lid vervangen als volgt : « De toepassing van de criteria wordt jaarlijks voor 1 juni geactualiseerd en ten laatste op 1 juli bekendgemaakt. De vastgestelde zones blijven geldig tot 30 mei van het volgende jaar. »

Art. 6.In artikel 3, § 2, van hetzelfde besluit, wordt het volgende lid ingevoegd tussen het zevende en het achtste lid : « In afwijking van het vorige lid is de actualisering van de criteria aanleiding gevend tot de eerste uitbreiding van de zones geldig vanaf de datum van oprichting van het Impulsfonds. »

Art. 7.In artikel 3, § 2 van hetzelfde besluit, laatste lid, worden in de eerste zin de woorden « is verworven » vervangen door de woorden « is verworven ten definitieve titel ». De tweede zin wordt aangevuld als volgt : «, naar evenredigheid met het aantal volledige, nog niet begonnen jaren die nog doorlopen moeten worden gedurende dewelke niet meer voldaan is aan de vereiste installatievoorwaarden. »

Art. 8.Met uitzondering van artikelen 3 en 4 die in werking treden op de dag van de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad, heeft dit besluit uitwerking met ingang van 1 juli 2006.

Art. 9.Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Onze Minister van Financiën, Onze Minister van Middenstand en Landbouw en Onze Minister van Tewerkstelling zijn, elk voor wat hen betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 20 november 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, D. DONFUT De Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister van Middenstand en Landbouw, Mevr. S. LARUELLE De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN