Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 20 mei 1997
gepubliceerd op 19 juni 1997

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 november 1967 houdende, voor de vredestijd, organisatie van de gemeentelijke en gewestelijke brandweerdiensten en coördinatie van de hulpverlening in geval van brand

bron
ministerie van binnenlandse zaken
numac
1997000421
pub.
19/06/1997
prom.
20/05/1997
ELI
eli/besluit/1997/05/20/1997000421/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

20 MEI 1997. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 november 1967 houdende, voor de vredestijd, organisatie van de gemeentelijke en gewestelijke brandweerdiensten en coördinatie van de hulpverlening in geval van brand


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming, inzonderheid op artikel 9, gewijzigd bij de wet van 16 juli 1993;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 november 1967 houdende, voor de vredestijd, organisatie van de gemeentelijke en gewestelijke brandweerdiensten en coördinatie van de hulpverlening in geval van brand, inzonderheid op artikel 22 bis, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 23 augustus 1985 en 1 oktober 1990;

Gelet op de wetten van de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 9 augustus 1980 en gewijzigd bij de wetten van 16 juni 1989, 4 juli 1989, 6 april 1995 en 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de preventieopdrachten die toevertrouwd worden aan de brandweerdiensten steeds talrijker worden, dat het aantal houders van het brevet van technicus-brandvoorkoming niet volstaat om te voldoen aan de verplichting tot controle op de toepassing van de maatregelen voorgeschreven bij de wetten en reglementen inzake brandpreventie;

Overwegende dat deze situatie nog ernstiger geworden is omwille van de inwerkingtreding van de technische voorschriften die genomen zijn overeenkomstig de wet van 30 juli 1979 betreffende de preventie van brand en ontploffing en betreffende de verplichte verzekering van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid in dergelijke gevallen;

Overwegende bovendien dat de gemeenten die niet over een technicus-brandvoorkoming beschikken, een bijstandsovereenkomst kunnen sluiten met een andere gemeente;

Dat de huidige reglementering deze mogelijkheid evenwel niet alleen koppelt aan een beperking in de tijd, maar dat zij bovendien het vernieuwen van deze overeenkomsten verbiedt voor de groepscentrumgemeenten;

Dat de autonome brandweerdiensten bovendien geen preventieopdrachten kunnen uitvoeren op het grondgebied van een andere gemeente dan de gemeente waartoe zij behoren;

Dat daaruit volgt dat bepaalde gemeenten hun preventieopdrachten niet zouden kunnen uitvoeren;

Overwegende dat dringend de nodige maatregelen genomen moeten worden om deze situatie te verhelpen, omdat de controle van de voormelde maatregelen immers niet kan opgeschort worden zonder gevaar voor de veiligheid van de personen en goederen;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Staatssecretaris voor Veiligheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel22bis van het koninklijk besluit van 8 november 1967 houdende, voor de vredestijd, organisatie van de gemeentelijke en gewestelijke brandweerdiensten en coördinatie van de hulpverlening in geval van brand, in het bijzonder gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 23 augustus 1985 en 1 oktober 1990, wordt door de volgende bepaling vervangen : «

Art. 22bis.Wanneer de brandweerdienst van een gemeente de in artikel 22 bedoelde controles niet kan uitvoeren, kan deze gemeente voor het uitvoeren van deze opdracht, een overeenkomst van maximum 5 jaar sluiten met een gemeente waarvan de brandweerdienst een lid bevat dat houder is van het brevet van technicus-brandvoorkoming. Deze overeenkomst kan echter vernieuwd worden ».

Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 3.Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Staatssecretaris voor Veiligheid zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 20 mei 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, J. VANDE LANOTTE De Staatssecretaris voor Veiligheid, J. PEETERS

^