Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 20 maart 2022
gepubliceerd op 28 maart 2022

Koninklijk besluit inzake de samenstelling, de organisatie, de werking, de controle en de onafhankelijkheid van de cel voor financiële informatieverwerking

bron
federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst justitie
numac
2022020595
pub.
28/03/2022
prom.
20/03/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

20 MAART 2022. - Koninklijk besluit inzake de samenstelling, de organisatie, de werking, de controle en de onafhankelijkheid van de cel voor financiële informatieverwerking


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Ik heb de eer U hierbij een ontwerp van koninklijk besluit voor te leggen dat het koninklijk besluit van 11 juni 1993 inzake de samenstelling, de organisatie, de werking en de onafhankelijkheid van de cel voor financiële informatieverwerking (hierna "het koninklijk besluit van 11 juni 1993") vervangt, zonder evenwel de grond ervan te wijzigen.

I. Algemene commentaar Krachtens artikel 190 van de wet van 18 september 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/09/2017 pub. 06/10/2017 numac 2017013368 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten sluiten tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten (hierna "de wet van 18 september 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/09/2017 pub. 06/10/2017 numac 2017013368 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten sluiten") werd de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme (hierna "de wet van 11 januari 1993") vanaf 16 oktober 2017 opgeheven.

Het koninklijk besluit van 11 juni 1993 werd genomen in uitvoering van artikel 22, § 7, van de wet van 11 januari 1993. De samenstelling, de organisatie en de werking van de Cel voor financiële informatieverwerking (hierna de "CFI") worden door het koninklijk besluit van 11 juni 1993 geregeld.

Artikel 192 van voormelde wet van 18 september 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/09/2017 pub. 06/10/2017 numac 2017013368 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten sluiten bepaalt: "de koninklijke besluiten, de reglementen en alle andere handelingen van reglementaire aard die in uitvoering van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme zijn vastgesteld, blijven van toepassing in de mate dat de bepalingen van deze wet voorzien in de algemene of specifieke juridische machtigingen die nodig zijn voor deze reglementaire handelingen en dat hun inhoud niet in strijd is met deze wet." Dit is wel degelijk het geval voor het koninklijk besluit van 11 juni 1993. De inhoud ervan is niet in strijd met de wet van 18 september 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/09/2017 pub. 06/10/2017 numac 2017013368 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten sluiten en de bevoegdheid om dit koninklijk besluit te nemen, voorzien in artikel 22, § 7, van de wet van 11 januari 1993 wordt hernomen in artikel 77, § 3, 1°, van de wet van 18 september 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/09/2017 pub. 06/10/2017 numac 2017013368 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten sluiten, krachtens hetwelk: "De Koning bepaalt bij een in Ministerraad overlegd besluit de regels inzake de samenstelling, de organisatie, de werking, de controle en de onafhankelijkheid van de CFI". Hoewel het koninklijk besluit van 11 juni 1993 juridisch van toepassing blijft, moet dit door een nieuw koninklijk besluit worden vervangen, essentieel om twee redenen en zonder noodzaak echter om de grond ervan te wijzigen.

Ten eerste is de leesbaarheid van het koninklijk besluit van 11 juni 1993 niet meer gewaarborgd omdat de verwijzingen naar de artikelen betrekking hebben op de wet van 11 januari 1993 die sinds 16 oktober 2017 werd afgeschaft.

Ten tweede is een actualisering noodzakelijk om alle nieuwe categorieën van onderworpen entiteiten bedoeld in artikel 5, § 1 van de wet van 18 september 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/09/2017 pub. 06/10/2017 numac 2017013368 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten sluiten op te nemen zodat er volledige overeenstemming is tussen de wet van 18 september 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/09/2017 pub. 06/10/2017 numac 2017013368 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten sluiten en de inhoud van het in ontwerp zijnde koninklijk besluit genomen in uitvoering van artikel 77, § 3, 1°, van de wet van 18 september 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/09/2017 pub. 06/10/2017 numac 2017013368 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten sluiten.

Het in overeenstemming brengen van het koninklijk besluit met het toepassingsgebied ratione personae van de wet van 18 september 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/09/2017 pub. 06/10/2017 numac 2017013368 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten sluiten verzekert de continuïteit van de financiering en het begrotingsevenwicht van de CFI aangezien alle entiteiten die dienen bij te dragen in de werkingskosten op die manier gedekt zijn.

Het advies van de Gegevensbeschermingsautoriteit werd niet ingewonnen gelet op het ontbreken van nieuwe verwerking van persoonsgegevens, zoals gedefinieerd in artikel 2, paragraaf 1, van verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming).

De regering is bijgevolg van oordeel dat deze aanbeveling van de Raad van State in advies 70.711/2 van 12 januari 2022 niet hoeft te worden gevolgd. Voor het overige werd het koninklijk besluit aangepast aan de opmerkingen van de Raad van State die in voornoemd advies zijn opgenomen, voor zover deze voor de regering zijn verantwoord.

Artikel 76 van de wet van 18 september 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/09/2017 pub. 06/10/2017 numac 2017013368 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten sluiten stelt de CFI in, zoals dit voorheen op dezelfde wijze door artikel 22 van de wet van 11 januari 1993 gebeurde, om België in staat te stellen om de verplichtingen voortvloeiend uit de Europese Richtlijn 2015/849 na te komen.

Krachtens artikel 76 van de wet van 18 september 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/09/2017 pub. 06/10/2017 numac 2017013368 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten sluiten is de CFI een administratieve autoriteit met rechtspersoonlijkheid belast met het verwerken en verstrekken van informatie met het oog op de bestrijding van witwassen van geld en financiering van terrorisme en de financiering van de proliferatie van massavernietigingswapens (hierna "WG/FTP"), voor zover deze laatste bevoegdheid haar is toegekend krachtens Europese verordeningen.

De CFI is operationeel onafhankelijk en zelfstandig, hetgeen betekent dat zij beschikt over het gezag en de capaciteit om haar taken vrijelijk te vervullen, met inbegrip van de mogelijkheid om autonome beslissingen te nemen en om specifieke informatie te analyseren, op te vragen en door te geven die haar is meegedeeld krachtens de wet van 18 september 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/09/2017 pub. 06/10/2017 numac 2017013368 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten sluiten.

Ze staat onder administratief toezicht van de Minister van Justitie en van de Minister van Financiën. Het gezamenlijke toezicht van de Ministers van Justitie en Financiën beperkt zich tot de goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de CFI, het bepalen van het maximumbedrag van haar begroting en de controle van het gebruik van de begroting, de benoeming van de leden van de CFI door de Koning, met medeondertekening door de bevoegde ministers en het recht om jaarlijks een activiteitenverslag te ontvangen.

De Ministers hebben geen enkele invloed op de beslissingsbevoegdheid van de CFI. Ze kunnen haar geen instructies, bevelen of opdrachten geven om een dossier al dan niet aan het parket door te melden.

II. Bespreking van de artikelen

Artikel 1.Overeenkomstig advies 70.711/2 van 12 januari 2022 van de Raad van State wordt verduidelijkt dat het besluit de gedeeltelijke omzetting verzekert van de richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad en richtlijn 2006/70/EG van de Commissie, in het bijzonder artikel 32.3, tweede lid, dat bepaalt dat FIE's over toereikende financiële, personele en technische middelen moeten beschikken om hun taken te vervullen.

Artikelen 2 en 3. Deze artikelen beogen de samenstelling van de CFI, de benoeming van haar leden en de duur van hun mandaat te definiëren.

De samenstelling van de CFI waarborgt haar onafhankelijkheid betreffende de benoemingsvoorwaarden van haar acht leden. Wat de structuur van de CFI betreft, is het belangrijk een onderscheid te maken tussen de leden van de CFI, die beslissingsbevoegdheid hebben, en haar secretariaat dat technische bijstand verleent (cf. infra).

Krachtens artikel 77 van de wet van 18 september 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/09/2017 pub. 06/10/2017 numac 2017013368 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten sluiten is de CFI samengesteld uit financiële deskundigen en een hogere officier, gedetacheerd van de federale politie. Ze staat onder de leiding van een magistraat of zijn plaatsvervanger, die van het parket worden gedetacheerd.

Artikel 2 beoogt vast te leggen dat de magistraten op voordracht van de Minister van Justitie door de Koning worden benoemd. De andere leden worden door de Koning benoemd op voordracht van de Ministers van Financiën, Justitie, en de Ministers tot wiens bevoegdheden Economische Zaken en Middenstand behoren, en voor wat betreft het lid van de CFI, hoger officier, gedetacheerd van de federale politie, de Minister tot wiens bevoegdheden Binnenlandse Zaken behoren.

Het artikel beoogt daarenboven het minimale en het maximale aantal leden vast te leggen: ten minste drie en ten hoogste acht deskundigen.

Leden worden voor een hernieuwbare periode van zes jaar benoemd.

Krachtens artikel 77, § 2, van de wet van 18 september 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/09/2017 pub. 06/10/2017 numac 2017013368 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten sluiten zijn de leden aan erg strenge benoemingsvoorwaarden onderworpen.

Zo moeten ze een ervaring hebben van ten minste tien jaar in gerechtelijke, administratieve of wetenschappelijke functies die verband houden met de werking van de entiteiten onderworpen aan de wet. Zij mogen geen bij verkiezing verleend openbaar mandaat uitoefenen en geen openbare of particuliere betrekking of activiteit uitoefenen die de onafhankelijkheid of de waardigheid van het ambt in gevaar zou kunnen brengen. Ze mogen noch tegelijkertijd noch tijdens het jaar dat hun benoeming voorafgaat, een functie van bestuurder, directeur, zaakvoerder of aangestelde uitoefenen of hebben uitgeoefend bij een onderworpen entiteit bedoeld in artikel 5, § 1, 1° tot en met 22°, en 29° tot en met 33° van de wet van 18 september 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/09/2017 pub. 06/10/2017 numac 2017013368 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten sluiten.

Artikel 4.Dit artikel beoogt de samenstelling van het bureau van de CFI te definiëren.

De voorzitter en de vicevoorzitter vormen het bureau dat wordt bijgestaan door de secretaris-generaal. Wanneer de voorzitter verhinderd is, wordt hij vervangen door één van de plaatsvervangende voorzitters en de vicevoorzitter door een ander lid. Het huishoudelijk reglement van de CFI definieert de opdrachten van het bureau. Het bureau is belast met de organisatie van de werkzaamheden en met het dagelijkse bestuur. Het bureau zorgt voor de voorbereiding van de begroting en het jaarverslag over de werkingskosten. Het bureau werft op grond van een arbeidsovereenkomst het personeel van het secretariaat aan, bepaalt zijn bezoldiging en spreekt zich uit over de detachering van personeel bij de CFI. Artikelen 5 en 6. Deze artikelen beogen het beslissingsproces van de CFI te definiëren.

Leden van de CFI moeten krachtens artikel 82 van de wet van 18 september 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/09/2017 pub. 06/10/2017 numac 2017013368 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten sluiten beslissen of er ernstige aanwijzingen van WG/FTP bestaan. Indien dit het geval is dan melden ze het dossier door aan het bevoegde parket. Bij ontstentenis daarvan zullen ze de inspecteurs opdragen om bijkomend onderzoek te verrichten of zal het dossier niet worden gemeld.

Ze moeten ook beslissen of er tegen de uitvoering van de verrichting verzet moet worden aangetekend in het kader van de spoedprocedure bedoeld in artikel 80 van de wet van 18 september 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/09/2017 pub. 06/10/2017 numac 2017013368 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten sluiten.

De beslissing tot verzet geldt voor een maximale periode van 5 werkdagen vanaf de kennisgeving door de CFI aan de onderworpen entiteit die bij de verrichting betrokken is.

De periode van 5 werkdagen kan door de CFI niet worden verlengd.

Indien de CFI na deze periode van oordeel is dat de verrichting langer moeten worden geblokkeerd of dat de geldmiddelen het voorwerp kunnen uitmaken van een gerechtelijk beslag heeft de CFI geen andere mogelijkheid dan het dossier aan de procureur des Konings of aan de federale procureur door te melden.

De beslissing tot doormelding is een collegiale beslissing van de leden van de CFI overeenkomstig het voormelde artikel 82.

De CFI mag aan één van haar leden de bevoegdheid delegeren om zich tegen de uitvoering van een verrichting te verzetten.

Deze bevoegdheid wordt voor onbepaalde tijd gedelegeerd aan de voorzitter of bij tijdelijke afwezigheid of niet beschikbaar zijn van de voorzitter aan een van zijn plaatsvervangende voorzitters.

De beslissingen van de CFI, ook die om aan een van haar leden voor onbepaalde tijd de bevoegdheid te delegeren om zich tegen de uitvoering van een verrichting te verzetten, worden collegiaal genomen, bij eenvoudige meerderheid van stemmen van de aanwezige leden.

De Cel mag slechts beraadslagen wanneer ten minste de eenvoudige meerderheid van haar leden, onder wie de voorzitter of een plaatsvervangende voorzitter, aanwezig zijn. Voor 8 benoemde leden betekent dat een totaal van 5, voor 7 en 6 benoemde leden een totaal van 4 en voor 5 benoemde leden een totaal van 3. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

In dringende gevallen worden de beslissingen om door te melden genomen door ten minste twee leden, waaronder de voorzitter of een plaatsvervangende voorzitter.

Artikel 7.Dit artikel beoogt de samenstelling van het secretariaat van de CFI te definiëren.

De leden van het secretariaat zijn net als de leden van de CFI aan hetzelfde strenge beroepsgeheim onderworpen. Ze zijn ook aan een onverenigbaarheidsregeling onderworpen en mogen bijgevolg geen enkele functie of betrekking uitoefenen bij de onderworpen entiteiten bedoeld in de wet van 18 september 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/09/2017 pub. 06/10/2017 numac 2017013368 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten sluiten.

Artikel 8.Gelet op het feit dat de CFI het middelpunt vormt van de informatie die op het Belgisch grondgebied circuleert op het vlak van WG/FTP, beoogt dit artikel te verduidelijken dat de zetel op het grondgebied van het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad gevestigd is.

Artikel 9.Dit artikel beoogt de ruime ondervragingsbevoegdheden van de CFI te bevestigen.

De kernopdracht van de CFI bestaat erin informatie inzake WG/FTP te centraliseren, te analyseren en indien nodig aan de gerechtelijke autoriteiten door te melden.

Gelet op de complexiteit en de omvang van de verrichtingen in verband met WG/FTP lijkt het vanzelfsprekend dat een instelling belast met het centraliseren en analyseren van informatie op dit gebied met het oog op het verzekeren van de doeltreffendheid van de komende gerechtelijke vervolgingen, over ruime bevoegdheden voor informatie-inwinning en raadpleging beschikt. De specifieke procedure zoals voorzien in de wet van 18 september 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/09/2017 pub. 06/10/2017 numac 2017013368 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten sluiten via de stafhouder van de Orde waartoe de betrokken advocaat behoort, zal steeds toegepast worden.

De CFI kan ook rekenen op de medewerking van verbindingsofficieren die voltijds of deeltijds gedetacheerd zijn van verschillende administratieve diensten van de Staat (douane, veiligheid van de staat, ADIV, OCAD, CAF) en in het bijzonder van de federale politie om in hoofdzaak de informatie tussen deze diensten en de CFI door te geven. Ze verbinden zich schriftelijk tot geheimhouding.

De CFI kan ook een beroep doen op externe deskundigen, ook zij zijn aan het beroepsgeheim gebonden.

Artikel 10.Dit artikel beoogt de bepaling van vergoedingen van de leden van de CFI toe te lichten. Zoals eerder gesteld staat de CFI onder administratief toezicht van de Minister van Justitie en van de Minister van Financiën. Het gezamenlijke toezicht van de Ministers van Justitie en Financiën heeft betrekking op de goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de CFI, het bepalen van het maximumbedrag van haar begroting en de controle van het gebruik van de begroting, waaronder de vaststelling en berekeningswijze van de vergoedingen van de leden. Er wordt om deze reden geen gevolg gegeven aan de opmerking van de Raad van State.

Artikel 11.Dit artikel beoogt toe te lichten dat de CFI haar huishoudelijk reglement vaststelt en wie het goedkeurt.

Artikel 12.Het bureau zorgt voor de voorbereiding van de begroting en het jaarverslag over de werkingskosten.

Artikel 77, § 3 van de wet van 18 september 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/09/2017 pub. 06/10/2017 numac 2017013368 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten sluiten bepaalt dat het aan de Koning is om de bijdrage in de werkingskosten van de CFI die door de onderworpen entiteiten verschuldigd is, wat in dit artikel 12 van het koninklijk besluit wordt beoogd. De begroting van de CFI is bijgevolg niet ten laste van de Staat maar is samengesteld uit de bijdragen die jaarlijks door de onderworpen entiteiten worden betaald.

Advocaten hebben geen bijdragen voor hun rekening. Deze vrijstelling is gemotiveerd door het bestaan van een bijkomende filter, deze rol wordt door de stafhouder uitgeoefend, waardoor de CFI zich van een deel van haar taken kan ontdoen.

De bijdragen in de werkingskosten van de CFI zijn bestemd om de werkingskosten van de CFI van het afgelopen boekjaar te dekken, maar ook de toekomstige verplichtingen ten laste van de CFI, ontstaan gedurende het af te sluiten boekjaar en die uit wettelijke en sociale verplichtingen voortvloeien. Dit is onder meer het geval voor de voorziening voor vakantiegeld dat elk jaar in juni of juli wordt betaald, maar die berekend worden en verschuldigd zijn op vergoedingen van het afgelopen jaar, voorzieningen voor risico's en kosten aangelegd om de risico's en lasten te dekken die ontstaan in het af te sluiten boekjaar maar die misschien of waarschijnlijk door de CFI in de loop van een later boekjaar zullen moeten aangegaan of betaald worden, of reserves die de CFI verplicht moet aanleggen voor mogelijke toekomstige verplichtingen zoals het mogelijk collectief ontslag van haar personeel - verplichtingen ten laste van de CFI aangezien de CFI een administratieve overheid is die onafhankelijk is van de Staat - maar waarbij de toekomstige last van de CFI voortvloeit uit wettelijke verplichtingen van het af te sluiten boekjaar waaronder de anciënniteit die het personeel tijdens het boekjaar verwierf.

De ontvangsten van het boekjaar worden bijgevolg besteed aan de werkingskosten van het afgelopen boekjaar of het aanleggen van reserves en voorzieningen voor toekomstige verplichtingen die voortvloeien uit wettelijke verplichtingen ontstaan in de loop van het boekjaar en ten laste van het boekjaar dat wordt afgesloten.

Dit artikel voorziet twee categorieën van bijdragen, een vaste bijdrage en een variabele bijdrage.

Alle onderworpen entiteiten moeten een vaste bijdrage betalen, het bedrag van deze bijdrage varieert naargelang de omvang van de activiteiten van de sector die door WG/FTP kunnen worden beïnvloed.

Het bedrag van de vaste bijdrage varieert dus afhankelijk van de grootte en de structuur van de sector van melders en de kwantitatieve en kwalitatieve omvang van de meldingen die ze aan de CFI zouden kunnen sturen. De kwantitatieve omvang verwijst naar het aantal verwachte meldingen, de kwalitatieve omvang verwijst daarentegen naar de complexiteit van het verwachte analytische werk door de CFI. De werkingskosten van de CFI die niet gedekt zijn door vaste bijdragen worden door een variabele bijdrage gedekt.

Bovenop een vaste bijdrage moeten alle onderworpen financiële instellingen een variabele bijdrage betalen naar verhouding van hun aandeel in het totaalbedrag van de bijdrage in de werkingskosten die ze het voorgaande jaar aan hun respectievelijke toezichthoudende autoriteiten (NBB en FSMA) betaalden.

De Nationale Bank van België, bpost, de betalingsinstellingen, de uitgevers van elektronisch geld, de maatschappijen voor onderlinge borgstelling, de alternatieve financieringsplatformen, de marktondernemingen, de makelaars in bank- en beleggingsdiensten, de onafhankelijke financiële planners, de verzekeringsbemiddelaars en de ondernemingen gespecialiseerd in financieringshuur zijn niet onderworpen aan een variabele bijdrage door het feit dat ze geen variabele bijdrage aan hun toezichthoudende autoriteit betalen, waardoor het onmogelijk is een evenredige berekening per sector te maken en vervolgens per onderworpen entiteit binnen elke sector.

De prudentiële toezichthoudende autoriteiten delen voor de categorieën van onderworpen entiteiten waarvoor zij bevoegd zijn, aan de CFI de bijdragen in de werkingskosten mee die deze entiteiten in het voorgaande jaar aan hen verschuldigd waren. Op basis van het totaal van de aan haar meegedeelde bedragen berekent de CFI de verdeelsleutel per categorie, naar verhouding van het aandeel van elk van deze categorieën in het totaal van de meegedeelde bedragen.

De variabele bijdrage wordt dus op basis van twee verdeelsleutels berekend: 1° Het eerste deel wordt vastgelegd door het deel gedragen door de financiële sector (vergelijking van de bedragen van de sectoren onderling) om het percentage te bepalen dat door de sector wordt gedragen in de variabele bijdrage;2° Het deel gedragen door de financiële instelling binnen de sector (toepassing van het percentage van elke financiële instelling in de dekking van de werkingskosten van de toezichthoudende autoriteit): dit percentage wordt toegepast op het bedrag van de sector om het bedrag van de bijdrage van elke financiële instelling te bepalen. Het artikel stelt de CFI ook in staat om de administratie van de FOD Financiën belast met de inning en invordering van niet-fiscale schulden te gelasten de vergoedingen die onbetaald blijven te innen.

De onderworpen entiteiten bedoeld in artikel 5, § 1, 22°, komen niet voor in de opsomming omdat er in België geen entiteiten zijn die aan de definitie van artikel 5, § 1, 22° voldoen.

In België worden de activiteiten bedoeld in artikel 5, § 1, 22°, verplicht uitgeoefend door natuurlijke personen of rechtspersonen onderworpen aan de wet van 18 september 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/09/2017 pub. 06/10/2017 numac 2017013368 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten sluiten onder een van de punten 4° tot 21°.22° werd toegevoegd om de Europese antiwitwasrichtlijnen conform en volledig om te zetten, ook al is deze bepaling in België niet van toepassing.

Art. 13.Dit artikel beoogt toe te lichten dat de CFI elk jaar aan de Ministers van Financiën en van Justitie een verslag over haar werkingskosten van het vorige kalenderjaar bezorgt.

Art. 14.Dit artikel heft het koninklijk besluit van 11 juni 1993 op.

Art. 15.Dit artikel regelt de uitvoeringsbepaling.

Dit is, Sire, de draagwijdte van het besluit dat U wordt voorgelegd, Wij hebben de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars, De Minister van Financiën, V. VAN PETEGHEM De Minister van Justitie, V. VAN QUICKENBORNE

ADVIES 70.711/2 VAN 12 JANUARI 2022 OVER EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT "INZAKE DE SAMENSTELLING, DE ORGANISATIE, DE WERKING, DE CONTROLE EN DE ONAFHANKELIJKHEID VAN DE CEL VOOR FINANCIELE INFORMATIEVERWERKING" Op 16 december 2021 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Vice-eersteminister en Minister van Financiën, belast met de Coördinatie van de fraudebestrijding verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit "inzake de samenstelling, de organisatie, de werking, de controle en de onafhankelijkheid van de cel voor financiële informatieverwerking".

Het ontwerp is door de tweede kamer onderzocht op 12 januari 2022. De kamer was samengesteld uit Pierre Vandernoot, kamervoorzitter, Patrick Ronvaux en Christine Horevoets, staatsraden, Sébastien Van Drooghenbroeck en Jacques Englebert, assessoren, en Béatrice Drapier, griffier.

Het verslag is uitgebracht door Aurore Percy, adjunct-auditeur.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Pierre Vandernoot .

Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 12 januari 2022.

Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten "op de Raad van State", gecoördineerd op 12 januari 1973, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voornoemde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten.

Wat die drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de volgende opmerkingen.

Voorafgaande vormvereisten Op de vraag waarom de Gegevensbeschermingsautoriteit niet is geraadpleegd, heeft de gemachtigde van de minister het volgende geantwoord: "L'autorité de protection des données n'a pas été consultée car l'Arrêté Royal est pris en application de l'article 77, § 3 de la loi du 18 septembre 2017, loi qui a fait l'objet d'un avis positif de l'autorité de protection des données".

Het voorliggende ontwerp regelt de behandeling van persoonsgegevens door de Cel voor financiële informatieverwerking (hierna: "de CFI").

Uit de redactie van artikel 36, lid 4, van Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 "betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming)" (hierna: "de AVG"), blijkt niet dat ook maar enige ruimte wordt gelaten wat betreft de wenselijkheid om een wettelijke of verordenende maatregel al dan niet aan de toezichthoudende autoriteit te onderwerpen. Het volstaat dat die maatregel betrekking heeft op een verwerking van gegevens zoals bepaald in artikel 2, lid 1, van de AVG. (1) Het advies van de Gegevensbeschermingsautoriteit moet dus worden ingewonnen en in de aanhef moet een nieuw lid worden ingevoegd waarin wordt verwezen naar dat advies.

Mocht het ontwerp ten gevolge van die raadpleging nog substantiële wijzigingen ondergaan op andere punten dan die welke in dit advies worden besproken, zouden die nieuwe punten, op grond van artikel 3, § 1, eerste lid, van de gecoördineerde wetten "op de Raad van State", opnieuw voor advies moeten worden voorgelegd aan de afdeling Wetgeving.

Bijzondere opmerkingen Aanhef 1. Het voorliggende ontwerp ontleent zijn rechtsgrond aan artikel 77, § 3, van de wet van 18 september 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/09/2017 pub. 06/10/2017 numac 2017013368 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten sluiten "tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten". Er is dus geen grond om in het eerste lid van de aanhef naar artikel 108 van de Grondwet te verwijzen.

Het eerste lid moet worden weggelaten. 2. In het zesde lid moeten de woorden "van de Minister van Begroting" vervangen worden door de woorden "van de staatssecretaris voor Begroting". Dispositief Artikel 1 (nieuw) Het ontworpen besluit draagt bij tot de omzetting van richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 "inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 2006/70/EG van de Commissie".

Daarvan dient in het ontwerp melding te worden gemaakt overeenkomstig artikel 67, lid 1, zesde alinea, van die richtlijn.

Bijgevolg dient in het ontwerp een artikel 1 te worden ingevoegd waarin wordt vermeld dat het ontwerp voorziet in de gedeeltelijke omzetting van de voornoemde richtlijn (2).

De nummering van de daaropvolgende bepalingen behoort dienovereenkomstig te worden gewijzigd.

Artikel 1 Bepalingen die enkel een hogere norm in herinnering brengen door die over te nemen of te parafraseren, horen in beginsel niet thuis in een uitvoeringsregeling, onder meer omdat daardoor onduidelijkheid dreigt te ontstaan omtrent de juridische aard van de overgenomen bepalingen en erdoor verkeerdelijk de indruk wordt gewekt dat de overgenomen regels kunnen worden gewijzigd door de overheid die de regels overneemt.

Artikel 1 moet dan ook worden weggelaten.

Dezelfde opmerking geldt eveneens voor artikel 2, tweede lid, eerste zin, en derde lid.

Artikel 2 Zoals de gemachtigde van de minister heeft bevestigd, wordt het lid van de CFI, hoger officier, gedetacheerd van de federale politie, uitsluitend benoemd door de Minister tot wiens bevoegdheden Binnenlandse Zaken behoren.

In artikel 2, tweede lid, moeten de woorden "en voor wat betreft het lid van de cel, hoger officier, gedetacheerd van de federale politie, door de Minister tot wiens bevoegdheden Binnenlandse Zaken behoren" worden vervangen door de woorden "en voor wat betreft het lid van de CFI, hoger officier, gedetacheerd van de federale politie, op voordracht van de minister tot wiens bevoegdheden Binnenlandse Zaken behoren".

Artikelen 4 en 11 1. De in het verslag aan de Koning gegeven toelichting bij artikel 4 bevat de volgende preciseringen over het bureau van de CFI dat is samengesteld uit zijn voorzitter en zijn vicevoorzitter, bijgestaan door zijn secretaris-generaal: - "Wanneer de voorzitter verhinderd is, wordt hij vervangen door één van de plaatsvervangende voorzitters en de vicevoorzitter door een ander lid"; - "Het huishoudelijk reglement van de CFI definieert de opdrachten van het bureau"; - "Het bureau zorgt voor de voorbereiding van de begroting en het jaarverslag over de werkingskosten". - "Het bureau werft op grond van een arbeidsovereenkomst het personeel van het secretariaat aan, bepaalt zijn bezoldiging en spreekt zich uit over de detachering van personeel bij de CFI".

De wijze waarop die doelstellingen in het dispositief worden omgezet, geeft aanleiding tot de volgende opmerkingen. 2.1. De regel dat "[w]anneer de voorzitter verhinderd is, hij [wordt] vervangen door één van de plaatsvervangende voorzitters en de vicevoorzitter door een ander lid", is noch in artikel 4, noch in enige andere bepaling van het ontwerp opgenomen.

Indien het de bedoeling is dat die kwestie wordt geregeld in het huishoudelijk reglement dat de CFI krachtens artikel 11 mag opstellen mits goedkeuring van de ministers van Justitie en Financiën, dan zou die laatste bepaling in die zin moeten worden aangevuld, zoals in het derde lid van dat artikel 11, dat bepaalt dat "[het] huishoudelijk reglement (...) inzonderheid de bevoegdheidsdelegaties [bepaalt] die de cel aan de voorzitter en aan het bureau kan toestaan alsook de voorwaarden waarop dit geschiedt".

Het staat de steller van het ontwerp ook vrij om zijn bedoeling reeds in het ontwerp zelf weer te geven, naar het voorbeeld van wat in de artikelen 5 en 6 wordt bepaald met betrekking tot de wijzen van beraadslaging van de CFI en een andere interne delegatie. 2.2. Een soortgelijke opmerking geldt voor de regel die in de bespreking van artikel 4 wordt aangekondigd, namelijk dat "[het] bureau zorgt voor de voorbereiding van de begroting en het jaarverslag over de werkingskosten" Gezien de strekking ervan, zou een dergelijke bepaling echter beter passen in het ontworpen besluit, bijvoorbeeld in artikel 12, § 1, ervan. 2.3. Ingeval het ontwerp zou moeten worden aangevuld teneinde de vervanging van de verhinderde voorzitter en vicevoorzitter te regelen, zou moet worden vermeld in welke volgorde de plaatsvervangende voorzitters en de andere leden die vervangingen respectievelijk zullen verzekeren. 3. Noch artikel 4, noch artikel 11 bepalen dat "[het] huishoudelijk reglement van de CFI (...) de opdrachten van het bureau [definieert].

Die leemte zou moeten worden weggewerkt. Dat geldt des te meer daar artikel 4 bepaalt dat het bureau "de werkzaamheden van de cel" organiseert terwijl in de bespreking die eraan wordt gewijd, wordt gepreciseerd dat het bureau niet alleen is belast met de organisatie van de werkzaamheden van de cel, maar ook "met het dagelijkse bestuur ervan". 4. De regel dat "[het] bureau (...) op grond van een arbeidsovereenkomst het personeel van het secretariaat aan[werft], (...) zijn bezoldiging [bepaalt] en (...) zich uit[spreekt] over de detachering van personeel bij de CFI" moet, gelet op het voorwerp ervan, in het ontworpen besluit zelf worden opgenomen.

Artikelen 5 en 6 Met betrekking tot de beslissingen genomen op grond van artikel 80 van de wet van 18 september 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/09/2017 pub. 06/10/2017 numac 2017013368 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten sluiten heeft de gemachtigde van de minister te kennen gegeven dat de CFI alleen dan een college vormt wanneer ze beslissingen neemt op grond van artikel 80, § 2, tweede lid, dat wil zeggen wanneer de CFI van oordeel is dat er grond is tot verlenging van de termijn van maximaal vijf werkdagen waarbinnen het verzet tegen de uitvoering van een verrichting in verband waarmee een melding van een vermoeden of informatie met toepassing van artikel 79 binnengekomen is (uitgaande van een onderworpen entiteit) (artikel 80, § 1) of van "een andere [financiële inlichtingeneenheid]" (artikel 80, § 4) de uitvoering verhindert van de verrichting die er het voorwerp van is.

Artikel 6 van het ontwerp luidt immers als volgt: "De cel mag aan één van haar leden de bevoegdheid delegeren om zich op grond van artikel 80 van de wet van 18 september 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/09/2017 pub. 06/10/2017 numac 2017013368 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten sluiten te verzetten tegen de uitvoering van een verrichting voor het verstrijken van de uitvoeringstermijn die is meegedeeld door de onderworpen entiteiten van voornoemde wet of een andere financiële inlichtingeneenheid." Daaruit volgt dat de bevoegdheid tot het nemen van beslissingen houdende verzet gedelegeerd kan worden maar dat dit niet het geval zou zijn voor de beslissingen tot verlenging van de termijn van vijf werkdagen waarbinnen het verzet geldt, aangezien die beslissingen, hunnerzijds, door het college genomen moeten worden.

De redactie van artikel 6 zou in die zin verduidelijkt moeten worden.

Aangezien de delegatie van bevoegdheid waarin artikel 6 van het ontwerp voorziet facultatief is, dient eveneens bepaald te worden op welke wijze de CFI zich op grond van artikel 80, § 1, of § 4, van de wet van 18 september 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/09/2017 pub. 06/10/2017 numac 2017013368 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten sluiten kan verzetten tegen de uitvoering van een verrichting ingeval de CFI de bevoegdheid ter zake niet gedelegeerd heeft overeenkomstig artikel 6 van het ontworpen besluit.

Het dispositief moet in die zin aangevuld worden.

Artikel 5 In verband met de dringende gevallen, die bij artikel 5, vijfde lid, geregeld worden, heeft de gemachtigde van de minister de volgende verduidelijking verschaft: "L'urgence est toujours motivée dans le procès-verbal de la réunion urgente convoquée pour l'examen du dossier et pour prendre la décision de transmission au procureur du Roi et au Procureur fédéral." Het verdient aanbeveling die verduidelijking in het dispositief op te nemen.

Artikel 10 Het bepalen van de vergoeding van de leden van de CFI vormt een belangrijk element van de onafhankelijkheid van de CFI. De bevoegdheid tot het regelen van die kwestie mag dan ook niet opgedragen worden aan de minister van Justitie en de minister van Financiën die in onderling overleg handelen, maar de regeling ter zake moet in het ontworpen koninklijk besluit opgenomen worden.

Artikel 12 1. Op de vraag waarom de onderworpen entiteiten bedoeld in artikel 5, § 1, eerste lid (3), 22°, van de wet van 18 september 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/09/2017 pub. 06/10/2017 numac 2017013368 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten sluiten niet voorkomen in de lijst die vervat is in artikel 12, § 2, tweede lid, heeft de gemachtigde van de minister het volgende geantwoord: "Effectivement, les entités assujetties visées à l'article 5, § 1er, 22°, ne figurent pas dans l'énumération parce qu'il n'y a pas en Belgique d'entités répondant à la définition de l'article 5, § 1er, 22°. En Belgique, [les activités visées à l'article 5, § 1er, 22°, ] sont obligatoirement exercées par des personnes physiques ou morales assujetties à la loi du 18 septembre 2017 sous l'un des points 4° à 21°.

Le 22° a été rajouté pour transposer de manière conforme et complète les directives européennes anti-blanchiment, même si cette disposition ne s'applique pas en Belgique." Het verdient aanbeveling die gegevens op te nemen in de bespreking van deze bepaling. 2. Het besluit van 2 nivôse jaar XII "betreffende de instelling en de organisatie van de kamers van notarissen" is opgeheven bij een koninklijk besluit van 18 maart 1987. Artikel 12, § 2, derde lid, moet aldus verbeterd worden dat verwezen wordt naar de relevante bepalingen van de wet van 25 ventôse jaar XI "op het notarisambt". 3. Zoals de gemachtigde van de minister te kennen gegeven heeft, zijn de prudentiële toezichthouders de autoriteiten vermeld in artikel 85 van de wet van 18 september 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/09/2017 pub. 06/10/2017 numac 2017013368 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten sluiten. Ter wille van de rechtszekerheid moet die verduidelijking opgenomen worden in artikel 12, § 3, tweede lid, van het ontwerp. 4. Artikel 12, § 4, tweede en derde lid, van het ontwerp luidt als volgt: "De cel legt aan de passiefzijde van de balans een kasreserve aan om de continuïteit van haar werking gedurende minstens 6 maanden te kunnen verzekeren en haar toekomstige, inclusief sociale, verplichtingen te kunnen nakomen. Het eventuele overschot van de geïnde bijdragen ten opzichte van de daadwerkelijk vastgestelde lasten in het boekjaar wordt voor deze reserve aangewend. Als echter bij het afsluiten van de jaarrekeningen van de ce1 wordt vastgesteld dat de geïnde bijdragen minder bedragen dan de daadwerkelijk gedragen lasten in het boekjaar dan kan dit tekort door deze reserve worden aangevuld." Opdat niet geraakt wordt aan het grondwettelijk beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie, moeten de bijdragen die gestort worden door een onderworpen entiteit bedoeld in artikel 5, § 1, van de wet van 18 september 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/09/2017 pub. 06/10/2017 numac 2017013368 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten sluiten aangewend worden voor de werkingskosten van de CFI met betrekking tot een jaar waarin die entiteit daadwerkelijk onderworpen is. Het zou bijvoorbeeld niet aanvaard kunnen worden dat een gedeelte van de bijdrage van een entiteit die haar activiteit stopgezet zou hebben, bestemd zou worden voor de kasreserve en dat daarmee de werkingskosten van een later jaar gefinancierd zouden worden.

Artikel 12, § 4, moet in die zin herzien worden.

Artikel 15 Uit artikel 15 blijkt dat het ontworpen besluit in werking treedt de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt wordt.

De gemachtigde van de minister heeft voor de onmiddellijke inwerkingtreding van het ontworpen besluit de volgende reden opgegeven: "Les entités assujetties sont redevables d'une contribution fixe à payer avant le 1er mars de chaque année.

Pour être applicable dès 2022, l'Arrêté Royal doit donc entrer en vigueur au plus tard début janvier 2022".

Op te merken valt dat het besluit, als het onverwijld bekendgemaakt wordt, in werking kan treden voor 1 maart 2022 zelfs indien de gangbare termijn van inwerkingtreding bepaald in artikel 6 van de wet van 31 mei 1961 "betreffende het gebruik der talen in wetgevingszaken, het opmaken, bekendmaken en inwerkingtreden van wetten en verordeningen" in acht genomen wordt en er aldus voor gezorgd wordt dat eenieder over een redelijke termijn beschikt om van de nieuwe regels kennis te nemen.

Er bestaat dan ook geen grond om te bepalen dat het besluit onmiddellijk in werking treedt.

Slotopmerking Gelet op het feit dat de Cel voor financiële informatieverwerking luidens de bepalingen van de artikelen 4, 16°, en 76, § 1, eerste lid, van de wet van 18 september 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/09/2017 pub. 06/10/2017 numac 2017013368 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten sluiten aangeduid wordt met het letterwoord "CFI", dient in het ontwerp naar die instantie verwezen te worden met dat letterwoord in plaats van met de woorden "de cel".

De griffier, B. Drapier De voorzitter, P. Vandernoot _______ Nota's (1) Zie in die zin advies 64.124/2/V, gegeven op 1 augustus 2018 over een ontwerp dat heeft geleid tot het koninklijk besluit van 9 oktober 2018Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 09/10/2018 pub. 16/10/2018 numac 2018014192 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 juni 2016 houdende de elektronische communicatie overeenkomstig artikel 32ter van het Gerechtelijk Wetboek sluiten tot wijziging van het koninklijk besluit van 16juni 2016 "houdende de elektronische communicatie overeenkomstig artikel 32ter van het Gerechtelijk Wetboek" (http://www.raadvst-consetat.be/dbx/adviezen/64124.pdf) (2) Beginselen van de wetgevingstechniek - Handleiding voor het opstellen van wetgevende en reglementaire teksten, www.raadvst-consetat.be, tabblad "Wetgevingstechniek", formule F 4-1-2-1. (3) In artikel 12, § 2, eerste lid, van het ontwerp, schrijve men "in artikel 5, § 1, eerste lid, 1° tot 27°, en 29° tot 33° ".De onderdelen van de lijst die voorkomt in artikel 12, § 2, tweede lid, en § 3, eerste lid, van het ontwerp moeten eveneens aldus aangevuld worden dat rekening gehouden wordt met het feit dat artikel 5, § 1, van de wet van 18 september 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/09/2017 pub. 06/10/2017 numac 2017013368 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten sluiten in leden onderverdeeld is.

20 MAART 2022. - Koninklijk besluit inzake de samenstelling, de organisatie, de werking, de controle en de onafhankelijkheid van de cel voor financiële informatieverwerking (CFI) FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 18 september 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/09/2017 pub. 06/10/2017 numac 2017013368 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten sluiten tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten (hierna de wet van 18 september 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/09/2017 pub. 06/10/2017 numac 2017013368 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten sluiten), artikel 77, § 3;

Gelet op het koninklijk besluit van 11 juni 1993 inzake de samenstelling, de organisatie, de werking en de onafhankelijkheid van de cel voor financiële informatieverwerking;

Gelet op de regelgevingsimpactanalyse uitgevoerd op 16 november 2021 overeenkomstig artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven respectievelijk op 24 november 2021 (Financiën) en 26 november 2021 (Justitie);

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 3 december 2021;

Gelet op het advies n° 70.711/2 van de Raad van State, gegeven op 12 januari 2022, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat bij artikel 190 van voornoemde wet van 18 september 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/09/2017 pub. 06/10/2017 numac 2017013368 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten sluiten de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme werd opgeheven met ingang van 16 oktober 2017;

Overwegende dat de wet van 20 juli 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/07/2020 pub. 05/08/2020 numac 2020015256 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten type wet prom. 20/07/2020 pub. 31/07/2020 numac 2020015228 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Wet houdende aanpassing van de wet van 30 juni 2020 tot opening van voorlopige kredieten voor de maanden juli, augustus, september en oktober 2020 sluiten houdende diverse bepalingen tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten, en meer in het bijzonder artikel 32 van voornoemde wet waardoor het toepassingsgebied ratione personae van voornoemde wet van 18 september 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/09/2017 pub. 06/10/2017 numac 2017013368 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten sluiten wordt gewijzigd en wordt uitgebreid met tien nieuwe categorieën onderworpen ondernemingen;

Overwegende dat de samenstelling, de organisatie, de werking, de controle en de onafhankelijkheid van de Cel voor financiële informatieverwerking onverwijld moet worden geregeld, aangezien hogergenoemde wet van 20 juli 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/07/2020 pub. 05/08/2020 numac 2020015256 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten type wet prom. 20/07/2020 pub. 31/07/2020 numac 2020015228 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Wet houdende aanpassing van de wet van 30 juni 2020 tot opening van voorlopige kredieten voor de maanden juli, augustus, september en oktober 2020 sluiten op 15 augustus 2020 in werking is getreden, en de Cel voor financiële informatieverwerking operationeel dient te zijn om alle bepalingen van voornoemde nieuwe wet in werking te kunnen laten treden vooral wat de nieuwe melders betreft;

Op de voordracht van de minister van Financiën en de minister van Justitie en op het advies van de in Raad vergaderde ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Cel voor financiële informatieverwerking (hierna "CFI")

Artikel 1.Het besluit verzekert de gedeeltelijke omzetting van de richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad en richtlijn 2006/70/EG van de Commissie, meer in het bijzonder artikel 32.3. lid twee. HOOFDSTUK II. - Samenstelling van de CFI

Art. 2.De CFI is samengesteld uit ten minste drie gewone leden en ten hoogste acht gewone leden, onder wie de voorzitter, de plaatsvervangende voorzitter of voorzitters en de vicevoorzitter.

De leden, andere dan de magistraten bedoeld in artikel 77, § 1 van de wet van 18 september 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/09/2017 pub. 06/10/2017 numac 2017013368 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten sluiten, worden benoemd op voordracht van de Ministers van Financiën en van Justitie en de Ministers tot wiens bevoegdheden de Economische Zaken en de Middenstand behoren, en voor wat betreft het lid van de CFI, hoger officier, gedetacheerd van de federale politie, door de Minister tot wiens bevoegdheden Binnenlandse Zaken behoren.

Art. 3.Het mandaat van de leden van de CFI duurt zes jaar. Het mag deeltijds worden uitgeoefend.

Een lid dat is benoemd ter vervanging van een ontslagnemend of overleden lid, voltooit diens mandaat.

Het mandaat van alle leden is hernieuwbaar.

De Koning kan de leden van de CFI bij het einde van hun mandaat toestaan de eretitel van hun functie te voeren. HOOFDSTUK III. - Organisatie

Art. 4.Het bureau van de CFI is samengesteld uit de voorzitter en de vicevoorzitter en wordt bijgestaan door de secretaris-generaal. Het bureau organiseert samen met de secretaris-generaal de werkzaamheden van de CFI en is belast met het dagelijkse bestuur.

Het bureau werft op grond van een arbeidsovereenkomst het personeel van het secretariaat aan, bepaalt zijn bezoldiging en spreekt zich uit over de detachering van personeel bij de CFI. HOOFDSTUK IV. - Besluitvorming

Art. 5.Voor de toepassing van artikelen 80, 82 en 84 van de wet van 18 september 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/09/2017 pub. 06/10/2017 numac 2017013368 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten sluiten vormt de CFI een college.

Ze mag slechts beraadslagen wanneer ten minste de eenvoudige meerderheid van haar leden, onder wie de voorzitter of een plaatsvervangende voorzitter, aanwezig zijn.

Ze neemt haar besluiten bij eenvoudige meerderheid van stemmen van de op de vergadering aanwezige leden.

Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter of, bij zijn afwezigheid, van een plaatsvervangende voorzitter doorslaggevend.

In dringende gevallen worden de beslissingen genomen door ten minste twee leden, onder wie de voorzitter of een plaatsvervangende voorzitter.

De dringendheid wordt steeds met redenen omkleed in de notulen van de vergadering waarin tot de doormelding aan de procureur des Konings en de federale procureur wordt beslist.

Art. 6.De CFI mag aan één van haar leden de bevoegdheid delegeren om zich op grond van artikel 80, §§ 1 en 4 van de wet van 18 september 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/09/2017 pub. 06/10/2017 numac 2017013368 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten sluiten te verzetten tegen de uitvoering van een verrichting vóór het verstrijken van de uitvoeringstermijn die is meegedeeld door de onderworpen entiteiten van voornoemde wet of een andere financiële inlichtingeneenheid. HOOFDSTUK V. - Secretariaat

Art. 7.De CFI wordt bijgestaan door een secretariaat, onder leiding van de secretaris-generaal,- samengesteld uit het administratief personeel en het personeel belast met het bijstaan van de financiële deskundigen.

De personeelsleden mogen geen functie of betrekking uitoefenen bij de in artikel 5, § 1 van de wet van 18 september 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/09/2017 pub. 06/10/2017 numac 2017013368 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten sluiten bedoelde onderworpen entiteiten. HOOFDSTUK VI. - Zetel van de CFI

Art. 8.De zetel van de CFI is gevestigd op het grondgebied van het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad. HOOFDSTUK VII. - Informatie-inwinning en raadpleging

Art. 9.Voor de vervulling van haar wettelijke opdracht mag de CFI zich, onder de vorm van het originele stuk of van een kopie, alle bijkomende inlichtingen doen meedelen die zij nuttig acht.

Onverminderd de bepalingen van de artikelen 52 en 53 van de wet van 18 september 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/09/2017 pub. 06/10/2017 numac 2017013368 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten sluiten, kan zij eveneens ter plaatse kennis nemen van de voor de vervulling van haar wettelijke opdracht nuttige stukken die toebehoren aan de onderworpen entiteiten bedoeld in artikel 5, § 1 van dezelfde wet of die in hun bezit zijn.

De CFI is gemachtigd een beroep te doen op externe deskundigen van haar keuze.

Behalve wanneer zij hiertoe door hun statuut zijn verplicht, moeten zij zich vooraleer hun opdracht aan te vatten, schriftelijk tot geheimhouding verbinden. HOOFDSTUK VIII. - Vergoedingen

Art. 10.De Ministers van Justitie en van Financiën bepalen de vergoedingen van de voorzitter, van de plaatsvervangende voorzitters, van de vicevoorzitter en van de andere leden van de CFI. HOOFDSTUK IX. - Huishoudelijk reglement

Art. 11.De CFI stelt haar huishoudelijk reglement vast.

Dit reglement wordt goedgekeurd door de Ministers van Justitie en van Financiën en in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.

Het huishoudelijk reglement bepaalt met name de regels met betrekking tot de vervanging van de Voorzitter en de Vicevoorzitter in geval van een verhindering en definieert ook de opdrachten van het bureau.

Het huishoudelijk reglement bepaalt inzonderheid de bevoegdheidsdelegaties die de CFI aan de voorzitter en aan het bureau kan toestaan alsook de voorwaarden waarop dit geschiedt en definieert ook de opdrachten van het bureau. HOOFDSTUK X. - Werkingskosten

Art. 12.§ 1. Elk jaar stelt de CFI in de loop van de maand december haar begroting voor het volgende jaar op. De CFI doet dit zelfstandig volgens de door haar vastgestelde noden in het kader van de uitoefening van haar activiteiten.

Het maximumbedrag van deze begroting wordt vastgesteld door de Ministers van Justitie en van Financiën.

Het bureau zorgt voor de voorbereiding van de begroting en het jaarverslag over de werkingskosten. § 2. De onderworpen entiteiten bedoeld in artikel 5, § 1, 1° tot 27°, en 29° tot 33° van de wet van 18 september 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/09/2017 pub. 06/10/2017 numac 2017013368 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten sluiten, betalen elk jaar vóór 1 maart aan de CFI een vaste bijdrage.

Deze vaste bijdrage bedraagt: 1° 4.400 euro voor de onderworpen entiteiten bedoeld in artikel 5, § 1, 1° en 15°, van dezelfde wet; 2° 8.750 euro voor de onderworpen entiteit bedoeld in artikel 5, § 1, 3° van dezelfde wet;3° 880 euro voor de onderworpen entiteiten bedoeld in artikel 5, § 1, 4° tot en met 14° /2, 16° en 32°, van dezelfde wet;4° 440 euro voor de onderworpen entiteiten bedoeld in artikel 5, § 1, 18°, 20° en 21° van dezelfde wet;5° 19 euro voor de onderworpen entiteiten bedoeld in de artikelen 5, § 1, 17°, 19°, 23° tot 27°, 29°, 30°, 31° en 31° /1 tot 31° /5 van dezelfde wet; 6° voor de onderworpen entiteiten bedoeld in artikel 5, § 1, 33° van dezelfde wet, met vergunning A en/of A+ : a) 3.750 euro als de jaarlijkse bruto-opbrengst van de kansspelen, minder dan 2.500.000 euro bedraagt; b) 7.450 euro voor een jaarlijkse bruto-opbrengst van 2.500.000 tot 5.000.000 euro; c) 11.200 euro als de jaarlijkse bruto-opbrengst meer dan 5.000.000 euro bedraagt en niet hoger is dan 7.500.000 euro; d) 14.900 euro als de jaarlijkse bruto-opbrengst meer dan 7.500.000 euro bedraagt en niet hoger is dan 10.000.000 euro; en e) 18.600 euro als de jaarlijkse bruto-opbrengst meer dan 10.000.000 euro bedraagt.

Deze onderworpen entiteiten zullen ieder jaar aan de CFI, volgens de modaliteiten die zij vastlegt, de noodzakelijke inlichtingen verstrekken voor het bepalen van hun bijdrage. 7° 770 euro voor de onderworpen entiteiten bedoeld in artikel 5, § 1, 33° van dezelfde wet, met vergunning B, B+, F1 en/of F1+;8° 75 euro voor de onderworpen entiteiten bedoeld in artikel 5, § 1, 33° van dezelfde wet, met vergunning F2;9° 38 euro voor de onderworpen entiteiten bedoeld in artikel 5, § 1, 33° van dezelfde wet, met vergunning F1P. De bijdragen verschuldigd door de vastgoedmakelaars, de gerechtsdeurwaarders, de notarissen, de bedrijfsrevisoren, de stagiairs bedrijfsrevisoren, de auditkantoren, de (fiscale) (gecertifieerde) accountants, de gecertificeerde belastingadviseurs, alsook hun stagiairs, de fiscale dienstverleners, de verzekeringsbemiddelaars en de makelaars in bank- en beleggingsdiensten, de handelaren in diamant, de kansspelinrichtingen, worden aan de CFI gestort respectievelijk door bemiddeling van: het Beroepsinstituut van vastgoedmakelaars, de Nationale Kamer van gerechtsdeurwaarders, de Kamers van notarissen als bedoeld in de wet van 25 ventôse jaar XI op het notarisambt, het Instituut der Bedrijfsrevisoren, het Instituut van de Belastingadviseurs en de Accountants, de FSMA, de FOD Economie en de Kansspelcommissie.

De Ministers van Justitie en van Financiën kunnen bij ministerieel besluit het bedrag van deze bijdrage aanpassen aan de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk. § 3. De werkingskosten van de CFI die niet worden gedekt door de bijdragen bedoeld in § 2, worden omgeslagen over: 1° de onderworpen entiteiten bedoeld in artikel 5, § 1, 4° van voornoemde wet;2° de onderworpen entiteiten bedoeld in artikel 5, § 1, 5° van voornoemde wet;3° de onderworpen entiteiten bedoeld in artikel 5, § 1, 8/1° van voornoemde wet;4° de onderworpen entiteiten bedoeld in artikel 5, § 1, 10° van voornoemde wet;5° de onderworpen entiteiten bedoeld in artikel 5, § 1, 11° van voornoemde wet;6° de onderworpen entiteiten bedoeld in artikel 5, § 1, 12° van voornoemde wet;7° de onderworpen entiteiten bedoeld in artikel 5, § 1, 13° van voornoemde wet;8° de onderworpen entiteiten bedoeld in artikel 5, § 1, 14° /1 en 14° /2 van voornoemde wet;9° de onderworpen entiteiten bedoeld in artikel 5, § 1, 16° van voornoemde wet;10° de onderworpen entiteiten bedoeld in artikel 5, § 1, 20° van voornoemde wet. De prudentiële toezichthouders bedoeld in artikel 85 van de wet van 18 september 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/09/2017 pub. 06/10/2017 numac 2017013368 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten sluiten delen voor de voornoemde categorieën onderworpen entiteiten waarvoor zij bevoegd zijn, aan de CFI de bijdragen in de werkingskosten mee die deze entiteiten in het voorgaande jaar aan hen verschuldigd waren.

Op basis van het totaal van de aan haar meegedeelde bedragen berekent de CFI de verdeelsleutel per categorie, naar verhouding van het aandeel van elk van deze categorieën in het totaal van de meegedeelde bedragen.

Daarna berekent de CFI de verdeelsleutel per onderworpen entiteit, naar verhouding van het aandeel van elke entiteit binnen de relevante categorie.

De CFI past deze verdeelsleutels toe op de in het eerste lid bedoelde werkingskosten voor de berekening van de bijdragen in de werkingskosten die aan haar verschuldigd zijn.

De CFI behandelt de informatie die haar door de prudentiële toezichthouders wordt meegedeeld als vertrouwelijk.

Deze informatie wordt door de CFI niet meegedeeld aan derden.

De onderworpen entiteiten bedoeld in het eerste lid betalen hun bijdragen na kennisgeving door de CFI vóór 30 juni en vóór 30 november. § 4. De bijdragen bepaald in dit artikel worden gestort op de rekening van de CFI. De CFI legt aan de passiefzijde van de balans een kasreserve aan om de continuïteit van haar werking gedurende minstens 6 maanden te kunnen verzekeren en haar toekomstige, inclusief sociale, verplichtingen te kunnen nakomen.

Het eventuele overschot van de geïnde bijdragen ten opzichte van de daadwerkelijk vastgestelde lasten in het boekjaar wordt voor deze reserve aangewend. Als echter bij het afsluiten van de jaarrekeningen van de CFI wordt vastgesteld dat de geïnde bijdragen minder bedragen dan de daadwerkelijk gedragen lasten in het boekjaar dan kan dit tekort door deze reserve worden aangevuld. § 5. De CFI kan de administratie van de FOD Financiën belast met de inning en invordering van niet-fiscale schuldvorderingen gelasten de vergoedingen te innen die onbetaald blijven.

Art. 13.De CFI bezorgt elk jaar aan de Ministers van Justitie en van Financiën een verslag over haar werkingskosten van het vorige kalenderjaar. HOOFDSTUK XI. - Opheffingsbepaling

Art. 14.Het koninklijk besluit van 11 juni 1993 inzake de samenstelling, de organisatie, de werking en de onafhankelijkheid van de cel voor financiële informatieverwerking wordt opgeheven. HOOFDSTUK XII. - Uitvoeringsbepaling

Art. 15.De Minister van Financiën en de Minister van Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel op 20 maart 2022.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Financiën, V. VAN PETEGHEM De Minister van Justitie, V. VAN QUICKENBORNE

^