Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 20 juli 2010
gepubliceerd op 13 augustus 2010

Koninklijk besluit tot goedkeuring van het reglement van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen van 2 maart 2010 tot wijziging van het reglement van 17 oktober 2006 op het eigen vermogen van de kredietinstellingen en de beleggingsondernemingen. - Addendum

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2010003470
pub.
13/08/2010
prom.
20/07/2010
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

20 JULI 2010. - Koninklijk besluit tot goedkeuring van het reglement van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen van 2 maart 2010 tot wijziging van het reglement van 17 oktober 2006 op het eigen vermogen van de kredietinstellingen en de beleggingsondernemingen. - Addendum


Reglement tot wijziging van het reglement van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen van 17 oktober 2006 op het eigen vermogen van de kredietinstellingen en de beleggingsondernemingen De Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen, Gelet op de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, inzonderheid op de artikelen 43 en 49;

Gelet op de wet van 6 april 1995 op het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, inzonderheid op de artikelen 90 en 95;

Gelet op de ontwerprichtlijn van 29 oktober 2009 tot wijziging van Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG inzake de kapitaaltoereikendheid van beleggingsondernemingen en kredietinstellingen;

Gelet op het advies van de Nationale Bank van België verkregen volgens artikel 43, § 5 van de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen;

Gelet op het advies van de Raad van Toezicht verkregen volgens artikel 49, § 3 van de wet van betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten;

Gelet op de raadpleging van de kredietinstellingen en de beleggingsondernemingen via hun representatieve beroepsvereniging;

Overwegende dat het reglement van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen van 17 oktober 2006 op het eigen vermogen van de kredietinstellingen en de beleggingsondernemingen met name moet worden gewijzigd om het in overeenstemming te brengen met voornoemde ontwerprichtlijn;

Overwegende dat sommige bepalingen van de ontwerprichtlijn de in Richtlijn 2006/48/EG vermelde overgangsmaatregelen verlengen die op 31 december 2009 aflopen, en bijgevolg dadelijk in Belgisch recht moeten worden ingevoerd, Besluit :

Artikel 1.De in de artikelen 2 en 3 vermelde wijzigingen worden aangebracht in het reglement van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen van 17 oktober 2006 op het eigen vermogen van de kredietinstellingen en de beleggingsondernemingen.

Art. 2.In artikel XV.1 worden na § 5 de volgende paragrafen toegevoegd, luidende : « § 5.a. Instellingen die hun gewogen risicovolumes overeenkomstig titel VI berekenen, houden tot 31 december 2011 een eigen vermogen aan dat te allen tijde gelijk is aan of hoger ligt dan de in § 5.c. of, in voorkomend geval, § 5.d. vermelde bedragen. § 5.b. Instellingen die, overeenkomstig hoofdstuk 4 van titel VIII, geavanceerde meetbenaderingen hanteren voor de berekening van de eigenvermogensvereisten voor het operationeel risico, houden tot 31 december 2011 een eigen vermogen aan dat te allen tijde gelijk is aan of hoger ligt dan de in § 5.c. of, in voorkomend geval, § 5.d. vermelde bedragen. § 5.c. Het bedrag van het in §§ 5.a. en 5.b. bedoelde eigen vermogen is gelijk aan 80 % van het totale bedrag dat de instelling tijdens deze periode minimum aan eigen vermogen zou moeten aanhouden krachtens artikel 82, § 1, 3° van het reglement van de CBFA van 5 december 1995 betreffende het eigen vermogen van kredietinstellingen voor de kredietinstellingen of van het reglement van de CBFA van 5 december 1995 betreffende het eigen vermogen van beursvennootschappen voor de beursvennootschappen, overeenkomstig de bepalingen van deze reglementen zoals die van toepassing waren vóór 1 januari 2007. § 5.d. Behoudens voorafgaande goedkeuring van de CBFA en voor de in § 5.e. bedoelde instellingen, kan het bedrag van het in §§ 5.a. en 5.b. bedoelde eigen vermogen gelijk zijn aan 80 % van het totale bedrag dat de instelling tijdens deze periode minimum aan eigen vermogen zou moeten aanhouden krachtens : ?titel V; ? titel VII, hoofdstuk 4, afdeling 2; ? titel VIII, hoofdstuk 2, of, in voorkomend geval, hoofdstuk 3; ? dit reglement zoals dat van toepassing is vóór 1 januari 2011. § 5.e. Paragraaf 5.d. mag enkel worden toegepast als de instelling gebruik maakt van een in titel VI of in hoofdstuk 4 van titel VIII bedoelde internemodellenbenadering voor de berekening van haar eigenvermogensvereisten na 1 januari 2010. »

Art. 3.In artikel XV.1 wordt § 6 vervangen als volgt : « § 6. De naleving van de in de §§ 1 tot 5.d. vastgestelde vereisten gebeurt op basis van bedragen aan eigen vermogen die volledig zijn aangepast om geen rekening te houden met de in artikel II.1, § 1, 1), b), viii), en artikel II.1, § 1, 2°, e) en f), bedoelde elementen die voortvloeien uit de afzonderlijke behandeling van de verwachte en onverwachte verliezen overeenkomstig titel VI van het onderhavige reglement. »

Art. 4.Dit reglement treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Brussel, 2 maart 2010.

De Voorzitter, J.-P. SERVAIS

^