Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 20 juli 2005
gepubliceerd op 09 augustus 2005

Koninklijk besluit tot oprichting van een Commissie Hervorming van het Assisenhof

bron
federale overheidsdienst justitie
numac
2005009632
pub.
09/08/2005
prom.
20/07/2005
ELI
eli/besluit/2005/07/20/2005009632/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

20 JULI 2005. - Koninklijk besluit tot oprichting van een Commissie Hervorming van het Assisenhof


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de artikelen 37 en 108 van de Grondwet;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 3 juni 2005;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 23 juni 2005;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 30 juni 2005;

Gelet op het protocol nr. 290 van 4 juli 2005 van het Sectorcomité III-Justitie;

Overwegende dat in het nationaal veiligheidsplan, goedgekeurd door de Ministerraad van 30 en 31 maart 2004, wordt benadrukt dat permanent aandacht moet worden besteed zowel aan preventie en bestrijding als aan follow-up van daders en slachtoffers, dat bovendien erop wordt gewezen dat een doeltreffend veiligheidsbeleid een kwalitatieve en kwantitatieve coördinatie van alle actoren in elke schakel van de strafrechtelijke keten onderstelt en dat een kwalitatief hoogstaande strafrechtsbedeling, de opstelling van een passende wetgeving en de uitwerking van een opsporings- en vervolgingsbeleid worden aangemerkt als succesfactoren waardoor dergelijke doelstellingen kunnen worden bereikt;

Overwegende bovendien dat in het door de Ministerraad in juli 2003 goedgekeurde regeerakkoord is beslist de behandeling van slachtoffers in het kader van gerechtelijke procedures te verbeteren, inzonderheid via de vereenvoudiging en begrijpelijkheid voor alle justitiabelen van de gerechtelijke procedures, gerechtelijke aktes en aangewende terminologie, alsmede via een verbetering van de opvang van slachtoffers;

Overwegende dat de verbetering van de werking van het Hof van Assisen één van de facetten van een kwalitatief hoogstaande strafrechtsbedeling en betere behandeling van justitiabelen vormt en dat in dat opzicht de bepalingen met betrekking tot dit rechtscollege moeten worden herzien;

Overwegende dat voor de verwezenlijking van de hierna omschreven opdrachten een commissie met specialisten moet worden samengesteld om een voorstel voor een geïntegreerde regelgeving uit te werken;

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Bij de Federale Overheidsdienst Justitie wordt een Commissie tot hervorming van het Hof van Assisen ingesteld, hierna de Commissie genoemd.

Art. 2.De Commissie heeft als taak een voorontwerp van wet en een memorie van toelichting uit te werken over : 1° de samenstelling van het Hof van Assisen, daaronder begrepen het statuut van de gezworenen en assessoren;2° de bevoegdheid van het Hof van Assisen;3° de rechtspleging voor het Hof van Assisen;4° de in beraadneming;5° de motivering van de arresten van het Hof van Assisen;6° de indiening van een beroep, beperkt wat het voorwerp ervan betreft, tegen de arresten van het Hof van Assisen;7° de verbetering van de rechtspositie van het slachtoffer. De Commissie moet op 30 oktober 2005 een eindverslag over haar werkzaamheden bezorgen aan de Minister van Justitie, hierna de Minister genoemd.

Art. 3.De Commissie bestaat uit ten hoogste twaalf leden die, door hun vorming of ervaring, een specifieke kennis hebben over het functioneren van een Assisenhof.

De leden worden aangewezen door de Minister.

De Minister benoemt uit de leden twee medevoorzitters.

Art. 4.De medevoorzitters regelen de werkzaamheden van de Commissie.

Zij vertegenwoordigen tevens de Commissie bij de Minister.

Art. 5.Het secretariaat van de Commissie wordt verzorgd door het directoraat-generaal Wetgeving, Fundamentele Rechten en Vrijheden van de Federale Overheidsdienst Justitie.

Het secretariaat wordt aangewezen door de Minister.

Art. 6.§ 1. De leden van de Commissie hebben recht op presentiegelden voor hun deelname aan een vergadering van ten minste drie uur.

In geval de vergaderingen minder dan drie uur duren, wordt het bedrag van het presentiegeld met de helft verminderd. § 2. Het bedrag van het presentiegeld wordt vastgesteld als volgt : 1° Medevoorzitters : 70 euro;2° Leden : 60 euro. § 3. De leden van de Commissie die de hoedanigheid van rijksambtenaar bezitten of behoren tot een openbare overheid, kunnen slechts aanspraak maken op presentiegelden voor vergaderingen die plaatsvinden buiten de diensturen.

Art. 7.De leden van de Commissie en het secretariaat verkrijgen de terugbetaling van hun verplaatsingskosten volgens de voorwaarden bepaald bij het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene reglementering inzake de verplaatsingsonkosten.

Voor de toepassing van dit artikel worden de leden van de commissie gelijkgeschakeld met ambtenaren van klasse A3.

Art. 8.De aanvraag tot betaling van het presentiegeld net als de aanvraag tot terugbetaling van verplaatsingskosten wordt, gedagtekend, ondertekend en goedgekeurd door een van de medevoorzitters, in drie exemplaren toegestuurd via het secretariaat aan de Minister van Justitie. Die aanvraag wordt per trimester opgemaakt. In het verzoek wordt melding gemaakt van de hoedanigheid van betrokkene, de datums en duur van de prestaties en desgevallend het traject waarvoor om terugbetaling wordt verzocht.

Zij eindigt met de woorden : « Ik bevestig op de eer dat deze verklaring echt en volledig is ».

Art. 9.In de begroting van de Federale Overheidsdienst Justitie is voorzien in de nodige kredieten voor de werking, inzonderheid de verplaatsingskosten, van de Commissie.

Art. 10.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 mei 2005.

Art. 11.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 20 juli 2005.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX

^