gepubliceerd op 03 februari 2005
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 26 september 1980 houdende uitvoering van de artikelen 1, b), en 4, 2°, van de wet van 1 september 1980 betreffende de toekenning en de uitbetaling van een vakbondspremie aan sommige personeelsleden van de overheidssector en van het koninklijk besluit van 30 september 1980 betreffende de toekenning en de uitbetaling van een vakbondspremie aan sommige personeelsleden van de overheidssector
20 JANUARI 2005. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 26 september 1980 houdende uitvoering van de artikelen 1, b), en 4, 2°, van de wet van 1 september 1980 betreffende de toekenning en de uitbetaling van een vakbondspremie aan sommige personeelsleden van de overheidssector en van het koninklijk besluit van 30 september 1980 betreffende de toekenning en de uitbetaling van een vakbondspremie aan sommige personeelsleden van de overheidssector
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 1 september 1980 betreffende de toekenning en de uitbetaling van een vakbondspremie aan sommige personeelsleden van de overheidssector, gewijzigd bij de programmawet van 2 juli 1981, de herstelwet van 22 januari 1985 en de wetten van 7 november 1987, 6 juli 1989, 22 juli 1993, 25 maart 1998, 15 december 1998, 24 maart 1999 en 15 januari 2002, en de programmawet van 27 december 2004;
Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 1980 houdende uitvoering van de artikelen 1, b), en 4, 2°, van de wet van 1 september 1980 betreffende de toekenning en de uitbetaling van een vakbondspremie aan sommige personeelsleden van de overheidssector, inzonderheid op artikel 5, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 13 april 1982, 25 januari 1983, 28 april 1989, 31 oktober 1990, 11 oktober 1996, 22 oktober 1998, 7 januari 2001, 17 december 2002 en van 8 december 2004;
Gelet op het koninklijk besluit van 30 september 1980 betreffende de toekenning en de uitbetaling van een vakbondspremie aan sommige personeelsleden van de overheidssector, inzonderheid op de artikelen 1, 13 en 16, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 31 oktober 1990, op artikel 18, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 13 april 1982, 31 oktober 1990 en 27 december 2004, en op artikel 19, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 28 april 1989 en 31 oktober 1990;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 5 januari 2005;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 13 januari 2005;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 13 januari 2005;
Gelet op het protocol nr. 146/1 van 22 december 2004 van het Gemeenschappelijk Comité voor alle overheidsdiensten;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de hoogdringendheid, gemotiveerd door de beslissing van de Ministerraad bij de opmaak van de begroting 2005 om de vakbondspremies voortaan jaarlijks uit te betalen, twee jaar na het betrokken referentiejaar, en om in de begroting 2005 een bedrag te voorzien dat overeenstemt met de verschuldigde premies voor één jaar, dient de bestaande regeling van de tweejaarlijkse uitbetaling van de premies bij hoogdringendheid te worden gewijzigd. Deze beslissing impliceert immers dat onverwijld alle maatregelen dienen te worden genomen voor de overheden, besturen, administraties en vakorganisaties met betrekking tot de uitreiking van de aanvraagformulieren en de uitbetaling van de vakbondspremies voor de referentiejaren 2003 en 2004 (en elk van de volgende referentiejaren), maatregelen die vanaf 1 januari 2005 moeten plaatsvinden.
Op de voordracht van Onze Eerste Minister en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Wijziging van het koninklijk besluit van 26 september 1980 houdende uitvoering van de artikelen 1, b), en 4, 2°, van de wet van 1 september 1980 betreffende de toekenning en de uitbetaling van een vakbondspremie aan sommige personeelsleden van de overheidssector
Artikel 1.Artikel 5 van het koninklijk besluit van 26 september 1980 houdende uitvoering van de artikelen 1, b), en 4, 2°, van de wet van 1 september 1980 betreffende de toekenning en de uitbetaling van een vakbondspremie aan sommige personeelsleden van de overheidssector, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 13 april 1982, 25 januari 1983, 28 april 1989, 31 oktober 1990, 11 oktober 1996, 22 oktober 1998, 7 januari 2001, 17 december 2002 en 8 december 2004, wordt aangevuld met de volgende paragraaf : « § 12. - In afwijking van het bepaalde in § 1 dragen de betrokken besturen, instellingen en diensten de bijdragen met betrekking tot het referentiejaar 2005 over aan de Thesaurie vóór 31 januari 2007. Met ingang van het referentiejaar 2006 worden de bijdragen overgedragen aan de Thesaurie uiterlijk vóór 31 januari van het tweede jaar volgend op het referentiejaar. ». HOOFDSTUK II. - Wijziging van het koninklijk besluit van 30 september 1980 betreffende de toekenning en de uitbetaling van een vakbondspremie aan sommige personeelsleden van de overheidssector
Art. 2.Artikel 1 van het koninklijk besluit van 30 september 1980 betreffende de toekenning en de uitbetaling van een vakbondspremie aan sommige personeelsleden van de overheidssector, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 31 oktober 1990, wordt aangevuld als volgt : « 9° onder « uitreikingsjaar » : het jaar tijdens hetwelk de aanvraagformulieren tot het verkrijgen van een vakbondspremie worden uitgereikt. ».
Art. 3.Artikel 13, § 2, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 31 oktober 1990, wordt vervangen als volgt : « § 2. De vakorganisatie en de uitbetalingsinstelling geven gevolg aan de aanvraagformulieren welke vóór 1 juli van het uitreikingsjaar ingediend zijn. ».
Art. 4.In artikel 16 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 31 oktober 1990 en 22 oktober 1998 worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt vervangen als volgt : « Voor het uitbetalingsjaar dat samenvalt met het uitreikingsjaar, bepaalt de Minister het bedrag en de nadere regelen van vereffening van de voorschotten, die aan elk van de uitbetalingsinstellingen moeten worden overgedragen om tot de uitbetaling van de vakbondspremie te kunnen overgaan en om de administratieve werkingskosten, bedoeld in artikel 5, § 2, van de wet, te dekken. In voorkomend geval geschiedt de overdracht van het bedrag bedoeld in artikel 19, § 1, 1°, vóór 31 januari van het volgende jaar.
In het betalingsjaar dat volgt op het uitreikingsjaar, geschiedt de overdracht van de sommen bedoeld in artikel 19, § 1, 2°, vóór 31 januari. ». 2° § 3, eerste lid, wordt vervangen als volgt : « Om in het uitreikingsjaar de overdracht te verkrijgen van de bijkomende voorschotten die een uitbetalingsinstelling nodig heeft boven de krachtens § 1 toegekende voorschotten, dient zij vóór 15 juni van het uitbetalingsjaar een aanvraag in, waarbij een met redenen omklede raming van de nog uit te betalen premies moet worden gevoegd. ».
Art. 5.In artikel 18, § 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 13 april 1982, 31 oktober 1990 en 27 december 2004, worden de woorden « vóór 30 september van het uitbetalingsjaar » vervangen door de woorden « vóór 31 december van het betalingsjaar dat samenvalt met een uitreikingsjaar en vóór 31 maart van het daaropvolgende jaar ».
Art. 6.In artikel 19 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 28 april 1989 en 31 oktober 1990, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt vervangen als volgt : « Uiterlijk op 15 september van het uitreikingsjaar bezorgen de uitbetalingsinstellingen een omstandige afrekening.Deze afrekening omvat : 1° voor het uitreikingjaar, het verschil tussen enerzijds het totaal bedrag van de vakbondspremies verschuldigd voor het eerste referentiejaar en de daarmee verbonden administratieve werkingskosten, en anderzijds, de ontvangen voorschotten bedoeld in artikel 16, §§ 1 en 3;2° voor het daaropvolgende jaar, het totaal bedrag van de vakbondspremies die verschuldigd zijn voor het tweede referentiejaar en van de daarmee verbonden administratieve werkingskosten.». 2° In § 2 worden de woorden « de in § 1 vastgestelde termijn » vervangen door de woorden « de termijnen bepaald in artikel 18, § 1 ».
Art. 7.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 8.Onze Eerste Minister is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 20 januari 2005.
ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, G. VERHOFSTADT