gepubliceerd op 13 april 2004
Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 4 mei 1999 tot uitvoering van artikel 13 van de wet van 10 juni 1997 betreffende de algemene regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop
20 JANUARI 2004. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 4 mei 1999 tot uitvoering van artikel 13 van de wet van 10 juni 1997 betreffende de algemene regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, inzonderheid op artikel 76, § 1, 1°, en § 3, vervangen bij de wet van 18 juli 1990;
Gelet op het ontwerp van officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 4 mei 1999 tot uitvoering van artikel 13 van de wet van 10 juni 1997 betreffende de algemene regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop, opgemaakt door de Centrale Dienst voor Duitse vertaling bij het Adjunct-arrondissementscommissariaat in Malmedy;
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De bij dit besluit gevoegde tekst is de officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 4 mei 1999 tot uitvoering van artikel 13 van de wet van 10 juni 1997 betreffende de algemene regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop.
Art. 2.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 20 januari 2004.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL
Bijlage - Annexe MINISTERIUM DER FINANZEN 4. MAI 1999 - Königlicher Erlass zur Ausführung von Artikel 13 des Gesetzes vom 10.Juni 1997 über die allgemeine Regelung, den Besitz, den Verkehr und die Kontrollen der Akzisenprodukte ALBERT II., König der Belgier, Allen Gegenwärtigen und Zukünftigen, Unser Gruss! Aufgrund des am 18. Juli 1977 koordinierten allgemeinen Gesetzes über Zölle und Akzisen;
Aufgrund der Richtlinie 92/12/EWG des Rates vom 25. Februar 1992 über das allgemeine System, den Besitz, die Beförderung und die Kontrolle verbrauchsteuerpflichtiger Waren, insbesondere des Artikels 13, abgeändert durch die Richtlinie 94/74/EG des Rates vom 22. Dezember 1994;
Aufgrund des Gesetzes vom 10. Juni 1997 über die allgemeine Regelung, den Besitz, den Verkehr und die Kontrollen der Akzisenprodukte, insbesondere des Artikels 13, abgeändert durch das Gesetz vom 4. Mai 1999;
Aufgrund der Stellungnahme des Zollrates der Belgisch-Luxemburgischen Wirtschaftsunion;
Aufgrund der am 12. Januar 1973 koordinierten Gesetze über den Staatsrat, insbesondere des Artikels 3 § 1, abgeändert durch die Gesetze vom 9. August 1980, 16. Juni 1989, 4. Juli 1989 und 4. August 1996;
Aufgrund der Dringlichkeit, begründet durch die Tatsache, dass Artikel 13 des Gesetzes vom 10. Juni 1997 über die allgemeine Regelung, den Besitz, den Verkehr und die Kontrollen der Akzisenprodukte, abgeändert durch Artikel 8 des Gesetzes vom 4. Mai 1999, das Staatoberhaupt ermächtigt, in den von Ihm festgelegten Fällen und unter den von Ihm bestimmten Bedingungen den Betrag der Sicherheit anzuheben; dass diese Fälle und Bedingungen von der Entwicklung der Betrugsfälle abhängig sind; dass unter diesen Umständen dem Minister der Finanzen Befugnisse übertragen werden müssen, die ihm eine schnelle Reaktion auf diese Fälle erlauben; dass zu diesem Zweck vorliegender Erlass unverzüglich angenommen werden muss;
Auf Vorschlag Unseres Ministers der Finanzen Haben Wir beschlossen und erlassen Wir: Artikel 1 - Wenn sich jemand vor oder nach Erhalt der Zulassung als zugelassener Lagerinhaber einer Unregelmässigkeit oder eines Verstosses, die nicht in Artikel 20 § 3 des Gesetzes erwähnt sind, schuldig macht, kann der in Artikel 13 Absatz 1 Nr. 1 desselben Gesetzes festgelegte Betrag der Sicherheit gemäss den vom Minister der Finanzen festzulegenden Modalitäten erhöht werden.
Der Minister der Finanzen kann ebenfalls die Höhe der in Artikel 13 Absatz 1 Nr. 1 und 2 desselben Gesetzes erwähnten Sicherheiten auf einen Höchstbetrag begrenzen.
Art. 2 - Vorliegender Erlass tritt am zehnten Tag nach seiner Veröffentlichung im Belgischen Staatsblatt in Kraft.
Art. 3 - Unser Minister der Finanzen ist mit der Ausführung des vorliegenden Erlasses beauftragt.
Gegeben zu Brüssel, den 4. Mai 1999 ALBERT Von Königs wegen: Der Minister der Finanzen J.-J. VISEUR Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 20 januari 2004.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL