gepubliceerd op 16 april 2008
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 mei 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de vezelcement, betreffende de vastheid van betrekking en waarborg van inkomen
20 FEBRUARI 2008. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 mei 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de vezelcement, betreffende de vastheid van betrekking en waarborg van inkomen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de vezelcement;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 23 mei 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de vezelcement, betreffende de vastheid van betrekking en waarborg van inkomen.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 20 februari 2008.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, J. PIETTE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de vezelcement Collectieve arbeidsovereenkomst van 23 mei 2007 Vastheid van betrekking en waarborg van inkomen (Overeenkomst geregistreerd op 25 juni 2007, onder het nummer 83439/CO/106.03) Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten om de tewerkstelling en het inkomen van de werknemers in de sector van de vezelcementindustrie tijdens de jaren 2007-2008 maximaal te vrijwaren. HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de vezelcement.
Onder "werknemers" wordt verstaan : arbeiders en arbeidsters. HOOFDSTUK II. - Algemene bepalingen
Art. 2.In principe zullen er geen meervoudige afdankingen gebeuren om economische of technische redenen. Worden niet bedoeld als economische redenen : strikt persoonsgebonden redenen, brugpensioen en vervroegd uittreden vanaf 55 jaar zoals vermeld in de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2005 betreffende vervroegd uittreden vanaf 55 jaar.
Art. 3.Ingeval de activiteit afneemt, en alvorens tot afdankingen over te gaan, voeren de ondernemingen een stelsel van beurtwerkloosheid in, voor zoveel mogelijk personeelsleden en in zover dit verenigbaar is met de individuele kwalificaties en de noodwendigheden van de werkorganisatie.
Art. 4.Wanneer zich echter onvoorzienbare en onvoorziene economische en/of financiële omstandigheden zouden voordoen waardoor de tijdelijke werkloosheid sociaal-economisch onhoudbaar wordt, zal de toestand onderzocht worden en besproken om een oplossing na te streven.
Art. 5.De werkgevers vermijden werken door derden te laten uitvoeren, die normaal door eigen personeel uitgevoerd worden. Als voor specifieke werkzaamheden het werk toch dient te worden uitgegeven, dan dient dit voorafgaandelijk met de syndicale afvaardiging besproken te worden.
Art. 6.Indien de economische omstandigheden van de maatschappij herstructureringsmaatregelen opdringen die afdankingen tot gevolg hebben, onderzoeken de werkgevers, met de werknemersafgevaardigden (bijgestaan door de gewestelijke vakbondssecretarissen) de toestand grondig. Alvorens tot afdankingen over te gaan streven de partijen alle mogelijkheden van herklassering en wederaanpassing na en maken zo nodig een afvloeiingsplan.
Art. 7.Indien op het vlak van de onderneming geen overeenkomst kan bereikt worden, wordt deze aangelegenheid aanhangig gemaakt bij het bevoegd paritair subcomité.
Art. 8.De arbeiders die menen te zijn afgedankt met schending van de bepalingen van hogergenoemde artikels, hebben de mogelijkheid tot het paritair subcomité het verzoek te richten, binnen een termijn van dertig dagen na de betekening van hun afdanking, om vast te stellen dat de in deze artikels voorziene procedure niet werd nageleefd.
Indien het paritair subcomité, dat zetelt binnen de dertig dagen na ontvangst van het in vorig lid bedoelde verzoek, inderdaad tot het besluit komt dat de procedure niet is nageleefd, geeft dit aan de arbeiders het recht opnieuw in de onderneming te worden opgenomen. De wederopneming gebeurt overeenkomstig de clausules en de voorwaarden van hun arbeidsovereenkomst, voor zover zij dit bij een ter post aangetekende brief hebben aangevraagd, binnen de dertig dagen na het besluit van het paritair subcomité.
Art. 9.Bij gebrek aan wederopneming is de werkgever gehouden aan de betrokken arbeiders een aanvullende vergoeding te betalen, zodat aan de arbeiders de helft van het verschil tussen het netto-referentieloon en de werkloosheidsuitkering (zie collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad) wordt gewaarborgd voor een periode van vier maanden.
Art. 10.Indien het paritair subcomité zich niet heeft kunnen uitspreken, kunnen de betrokken arbeiders, de syndicale organisatie of de patronale organisatie het geschil aanhangig maken bij de arbeidsrechtbank. HOOFDSTUK III. - Geldigheidsduur
Art. 11.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2007 en treedt buiten werking op 31 december 2008.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 20 februari 2008.
De Minister van Werk, J. PIETTE