20 DECEMBER 2024. - Koninklijk besluit houdende de toekenning van een toelage van 1.026.000 euro voor de kosten verbonden aan de Permanentie Salduz voor het begrotingsjaar 2024

FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de Gerechtelijk Wetboek, artikel 495, derde lid, ingevoegd bij de wet van 21 november 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/11/2016 pub. 24/11/2016 numac 2016009565 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende bepaalde rechten van personen die worden verhoord sluiten betreffende bepaalde rechten van personen die worden verhoord;

Gelet op de wet van 22 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/05/2003 pub. 03/07/2003 numac 2003003367 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat sluiten houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, de artikelen 121 tot 124;

Gelet op de wet van 22 december 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/2023 pub. 29/12/2023 numac 2023048518 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Wet houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2024 sluiten houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2024, artikelen 1.01.2 en 1.01.3, sectie 12;

Gelet op het koninklijk besluit van 28 november 2018Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/11/2018 pub. 06/12/2018 numac 2018015096 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 495, derde lid van het Gerechtelijk Wetboek sluiten tot uitvoering van artikel 495, derde lid, van het Gerechtelijk Wetboek;

Gelet op het advies nr. 2024/2542 van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 01 oktober 2024;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1;

Overwegende dat een krediet van een miljoen zesentwintigduizend euro (1.026.000,00 euro) is ingeschreven op de organisatieafdeling 56, activiteitenprogramma 11, basisallocatie 33.41.48 van de administratieve begroting van het Federale Overheidsdienst Justitie voor het begrotingsjaar 2024;

Overwegende dat bij de toekenning en de controle op de aanwending van deze toelage de bepalingen van het koninklijk besluit van 26 april 1968 tot inrichting en coördinatie van de controles op de toekenning en op de aanwending van de toelagen moeten worden toegepast;

Op de voordracht van de Minister van Justitie,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Er wordt een toelage van een miljoen zesentwintigduizend euro (1.026.000,00 euro) toegekend aan de autoriteiten vermeld in artikel 488 van het Gerechtelijk Wetboek voor het jaar 2024 voor de exploitatiekosten die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de permanentiedienst bedoeld in het koninklijk besluit van 28 november 2018Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/11/2018 pub. 06/12/2018 numac 2018015096 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 495, derde lid van het Gerechtelijk Wetboek sluiten tot uitvoering van artikel 495, derde lid, van het Gerechtelijk Wetboek.

Art. 2.Deze toelage beoogt de in artikel 1 bedoelde kosten tijdens de periode van 1 januari tot 31 december 2024.

Art. 3.De aanvaardbaarheid van de in artikel 1 bedoelde kosten wordt beoordeeld in het licht van zowel een voorzichtig en redelijk persoonlijk beheer als de naleving van de wetgeving inzake overheidsopdrachten.

Art. 4.De toelage wordt aangerekend op basisallocatie 11.34.41.48 van de organisatieafdeling 56 van de administratieve begroting van de Federale Overheidsdienst Justitie voor het begrotingsjaar 2024.

Art. 5.§ 1. De toelage wordt in twee schijven betaald, uitgesplitst als volgt: - een voorschot van zevenhonderdachtien-duizend tweehonderd euro (718.200,00 euro), zijnde 70% van de subsidie; - een saldo van driehonderdzevenduizend achthonderd euro (307.800,00 euro), zijnde 30% van de subsidie. § 2. De vereffening van de eerste schijf wordt verricht na de ondertekening van dit besluit op voorwaarde: - dat de toelage vóór 1 april 2024 door de begunstigde is aangevraagd; - dat de minister van Justitie of zijn gedelegeerde de controle van de rekeningen van het jaar 2023 heeft voltooid. § 3. Het saldo wordt vereffend op voorwaarde: - dat de bewijsstukken met betrekking tot de periode waarop de subsidie betrekking heeft, de winst- en verliesrekening en de balans van 2024 van de gesubsidieerde entiteit zijn aan de minister van Justitie of zijn gedelegeerde toegezonden worden; - dat aan de minister van Justitie of zijn gedelegeerde een activiteitenverslag wordt toegezonden waarin wordt aangegeven hoe de gesubsidieerde entiteit dankzij de middelen de doelstellingen van het begrotingsjaar 2024 heeft kunnen verwezenlijken.

Art. 6.Een samenvatting van de door de gesubsidieerde entiteit gemaakte kosten en de bewijsstukken moeten uiterlijk op 1 mei 2025 aan de Federale Overheidsdienst Justitie worden toegezonden.

De bewijsstukken moeten in chronologische volgorde worden gerangschikt en een nummer krijgen dat voor elk stuk verwijst naar het overeenkomstige bedrag in de samenvatting van de gemaakte kosten.

Art. 7.De niet-verantwoorde onverschuldigde bedragen die na controle van de uitgaven worden vastgesteld, worden teruggevorderd.

Art. 8.De bedragen worden gestort op rekeningnummer BE34 6301 3050 6990 van de Orde van Vlaamse Balies.

Art. 9.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2024.

Art. 10.De minister bevoegd voor Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 20 december 2024.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Justitie, P. VAN TIGCHELT