Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 20 december 2023
gepubliceerd op 11 januari 2024

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2023, gesloten in het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf, betreffende de wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 oktober 2007 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden in de ondernemingen van de dagbladpers (1)

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2023205994
pub.
11/01/2024
prom.
20/12/2023
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

20 DECEMBER 2023. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2023, gesloten in het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf, betreffende de wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 oktober 2007 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden in de ondernemingen van de dagbladpers (registratienummer 85853/CO/130) (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2023, gesloten in het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf, betreffende de wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 oktober 2007 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden in de ondernemingen van de dagbladpers (registratienummer 85853/CO/130).

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 20 december 2023.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2023 Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 oktober 2007 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden in de ondernemingen van de dagbladpers (registratienummer 85853/CO/130) (Overeenkomst geregistreerd op 3 augustus 2023 onder het nummer 181414/CO/130)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de ondernemingen en de werknemers die onder de toepassing vallen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 oktober 2007, gesloten in het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf, tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden in de ondernemingen van de dagbladpers, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 1 juli 2008 (Belgisch Staatsblad van 14 oktober 2008), met registratienummer 85853/CO/130 (gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 19 november 2009, collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 2011, collectieve arbeidsovereenkomst van 20 maart 2014, collectieve arbeidsovereenkomst van 1 december 2015, collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 2017, collectieve arbeidsovereenkomst van 1 februari 2018, collectieve arbeidsovereenkomst van 30 september 2019, collectieve arbeidsovereenkomst van 3 december 2021 en de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 april 2022).

Art. 2.Om uitvoering te geven aan hoofdstuk XII - investeren in opleiding, artikelen 50 tot en met 63 van de wet van 3 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/10/2022 pub. 10/11/2022 numac 2022206360 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende diverse arbeidsbepalingen sluiten houdende diverse arbeidsbepalingen (Belgisch Staatsblad van 10 november 2022), worden de hiernavolgende artikelen in de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 oktober 2007 gewijzigd.

Art. 3.Artikel 11 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 oktober 2007, gesloten in het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf, tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden in de ondernemingen van de dagbladpers wordt vervangen door de volgende bepaling : "

Art. 11.Opleiding Elke werknemer moet de mogelijkheid krijgen een opleiding te volgen. .

Art. 11.1. Definities Wordt verstaan onder : a)" Formele opleiding" : door lesgevers of sprekers ontwikkelde cursussen en stages. Deze opleidingen worden gekenmerkt door een hoge graad van organisatie van de opleider of de opleidingsinstelling.

Ze gaan door op een plaats die duidelijk van de werkplek gescheiden is. Ze richten zich tot een groep leerlingen. Die opleidingen kunnen ontwikkeld en beheerd worden door de onderneming zelf of door een extern organisme. b)" Informele opleiding" : de opleidingsactiviteiten, ander dan deze bedoeld onder a)die rechtstreeks betrekking hebben op het werk. Deze opleidingen worden gekenmerkt door een hoge graad van zelforganisatie door de individuele leerling of door een groep leerlingen met betrekking tot de tijd, de plaats en de inhoud, waarbij de inhoud gekozen wordt volgens de individuele behoeften van de leerling op de werkplek, en met een rechtstreeks verband met het werk en de werkplek, met inbegrip van deelname aan conferenties of beurzen voor leerdoeleinden. c)" Opleidingskrediet" : het aantal opleidingsdagen waarover een werknemer in een bepaald jaar beschikt. d)" Opleidingsdag" : een dag formele of informele opleiding, berekend als een normale werkdag van de voltijdse werknemer, met de mogelijkheid voor de werkgever die dag in uren uit te drukken. e)" Groeipad" : de termijn waarbinnen het in de wet, vermeld in artikel 2, vastgestelde aantal opleidingsdagen moet zijn bereikt.

Art. 11.2. Opleidingsrecht Voor ondernemingen met minder dan tien werknemers, heeft elke werknemer, op het niveau van de onderneming, recht op twee opleidingsdagen gespreid over een periode van twee jaar. Het betreft elke vorm van opleiding georganiseerd door de werkgever. Dit kan worden geglobaliseerd op voorwaarde dat de onderneming een vormingsplan voor advies heeft voorgelegd aan de ondernemingsraad, of bij ontstentenis, aan de syndicale afvaardiging.

Het opleidingsaanbod omvat zowel formele als informele opleidingen.

Er wordt naar gestreefd hieromtrent een aanbod te voorzien via de regionale vormingsfondsen.

Art. 11.3. Individueel opleidingsrecht § 1. Toepassingsgebied Het individueel opleidingsrecht is van toepassing op ondernemingen met minstens tien of meer werknemers en is een recht voor de werknemer, geen plicht.

Elke opleiding kan tijdens of buiten de gewone werkuren gevolgd worden. De opleiding die buiten de gewone werkuren gevolgd wordt, geeft recht op normaal loon, niet op overloon. a) Voor ondernemingen met minstens tien en minder dan twintig werknemers geldt het volgende : - Elke voltijdse werknemer die een volledig jaar in dienst is, heeft een individueel opleidingsrecht van minimum één opleidingsdag per jaar. - Het aantal opleidingsdagen per werknemer worden jaarlijks vóór 30 september bepaald. - De niet-opgebruikte opleidingsdagen worden overgedragen naar het daaropvolgende jaar zonder dat dit het saldo in mindering brengt van het opleidingskrediet in dat volgende jaar. Op het einde van elke vijfjaarlijkse periode, waarvan de eerste aanvangt op 1 januari 2024, wordt het saldo van het beschikbare opleidingskrediet op nul gezet. b) Voor ondernemingen met minstens twintig werknemers geldt het volgende : - Elke voltijdse werknemer beschikt over een individueel opleidingsrecht van (i) minstens vier opleidingsdagen per jaar in 2023, waarvan twee individueel en twee collectief;(ii) minstens vijf opleidingsdagen per jaar vanaf 2024, waarvan in de jaren 2024-2025 twee individueel en drie collectief; in de jaren 2026-2027 drie individueel en twee collectief; in de jaren 2028-2029 vier individueel en één collectief en vanaf 2030 vijf individueel. § 2. Groeipad Het groeipad voor de ondernemingen met 20 of meer werknemers wordt vastgelegd in artikel 11.3, § 1, b).

De werkgever deelt jaarlijks het opleidingskrediet aan elke werknemer, hetzij schriftelijk, hetzij op elektronische wijze.

De niet-opgebruikte opleidingsdagen worden overgedragen naar het daaropvolgende jaar zonder dat dit het saldo in mindering brengt van het opleidingskrediet in dat volgende jaar. Het doel is dat op het einde van elke periode van vijf jaar, of voor het einde van de arbeidsovereenkomst indien die eindigt voor de voormelde periode van 5 jaar afloopt, de voltijds tewerkgestelde werknemer gemiddeld minimum 5 opleidingsdagen per jaar heeft opgenomen. Op het einde van elke vijfjaarlijkse periode, waarvan de eerste aanvangt op 1 januari 2024, wordt het saldo van het beschikbare opleidingskrediet op nul gezet. § 3. Berekeningswijze aantal tewerkgestelde werknemers Het aantal tewerkgestelde werknemers wordt berekend in voltijdse equivalenten op basis van de gemiddelde tewerkstelling van de referteperiode voorafgaand aan de tweejaarlijkse periode die voor de eerste keer begint op 1 januari 2022.

Onder "referteperiode" wordt verstaan : het vierde kwartaal van het jaar N-2 en de eerste drie kwartalen van het jaar N-1 voorafgaand aan de tweejaarlijkse periode. De eerste referteperiode loopt van 1 oktober 2020 tot en met 30 september 2021.

Het gemiddelde aantal voltijdse equivalenten tijdens de referteperiode wordt als volgt berekend : het aantal voltijdse equivalenten op het einde van elke kwartaal van de referteperiode gedeeld door het aantal kwartalen waarvoor de werkgever werknemers heeft aangegeven aan de RSZ. Schorsing van de arbeidsprestaties heeft geen invloed op het opleidingsrecht. § 4. Proratisering aantal opleidingsdagen Indien een werknemer niet voltijds wordt tewerkgesteld en/of niet door een arbeidsovereenkomst is verbonden gedurende het hele kalenderjaar, wordt het aantal opleidingsdagen berekend pro rata.

De werkgever bepaalt het aantal opleidingsdagen op basis van volgende formule : A x B x C waar : - A overeenkomt met het aantal toegekende opleidingsdagen voor een voltijdse werknemer in de onderneming; - B overeenkomt met het arbeidsregime van de werknemer in verhouding tot een voltijdse arbeidsregime; - C overeenkomt met het aantal maanden tewerkstelling in de onderneming gedeeld door twaalf.

Elke begonnen maand wordt beschouwd als een volledig gepresteerde maand. § 5. Ontslag Bij ontslag door de werknemer of ontslag wegens dringende redenen, heeft de werknemer geen recht het opleidingskrediet op te nemen noch recht op uitbetaling ervan.

Bij ontslag door de werkgever, heeft de werknemer recht op opname of uitbetaling van opleidingskrediet in onderling akkoord met werkgever.".

Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2023. Zij wordt voor onbepaalde duur gesloten en kan door één van de partijen met een opzeggingstermijn van drie maanden worden opgezegd bij ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf en aan de andere ondertekenende organisaties van onderhavige overeenkomst.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 maart 2023, gesloten in het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf, geregistreerd onder het nummer 179360.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 20 december 2023.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE

^