Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 20 april 2021
gepubliceerd op 17 juni 2021

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 september 2019, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende de organisatie van opleidings- en tewerkstellingsstelsels

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2021201650
pub.
17/06/2021
prom.
20/04/2021
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

20 APRIL 2021. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 september 2019, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende de organisatie van opleidings- en tewerkstellingsstelsels (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 23 september 2019, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende de organisatie van opleidings- en tewerkstellingsstelsels.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 20 april 2021.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het bouwbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 23 september 2019 Organisatie van opleidings- en tewerkstellingsstelsels (Overeenkomst geregistreerd op 24 oktober 2019 onder het nummer 154770/CO/124) TITEL I. - Algemene bepalingen HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied, referenties en definities

Artikel 1.Deze overeenkomst is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren en op de arbeiders die zij tewerkstellen.

Onder "arbeiders" wordt verstaan : de arbeiders en arbeidsters.

Art. 2.§ 1. Deze overeenkomst organiseert en regelt volgende stelsels ter bevordering van de opleiding en de tewerkstelling : - de aanmoedigingsregelingen voor de jongeren; - de regeling van de weekdagopleiding; - de regeling van de winteropleiding; - de regeling van de zaterdag- en avondopleiding; - de regeling van de bedrijfsinterne opleidingen met een meester-mentor. § 2. Deze overeenkomst bepaalt en organiseert volgende bijkomende initiatieven ter bevordering van de opleiding en de tewerkstelling : - de herwaardering van de sectorale opleidingen en de ontwikkeling van specifieke opleidingsprogramma's; - de specifieke ondersteuningsmaatregelen voor de inschakeling van de specifieke "risicogroepen"; - de promotie van de sectorale opleidings- en tewerkstellingsregelingen en de reorganisatie van de acties van Constructiv. § 3. Deze overeenkomst belet niet dat andere regelingen of instrumenten ter bevordering van de opleiding en de tewerkstelling worden toegepast door de ondernemingen bedoeld in artikel 1.

Op voorstel van de regionale oriëntatiegroepen van Constructiv kan het beheerscomité bedoeld in artikel 23 van de statuten van Constructiv bovendien beslissen om instrumenten of initiatieven voor opleiding en tewerkstelling, uitgaand van de gewestelijke of gemeenschapsoverheden, te erkennen als gelijkwaardig met de regelingen bedoeld in § 1. HOOFDSTUK II. - Algemene financieringsregels

Art. 3.§ 1. De werking van de opleidings- en tewerkstellingsregelingen, bepaald bij titels III en IV van deze overeenkomst, wordt gewaarborgd door de bijdrage van 0,40 pct. overeenkomstig artikel 8, b) van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2016 - Vaststelling van het bedrag van de bijdrage aan het fonds voor bestaanszekerheid Constructiv (registratienummer 134503/CO/124). § 2. Een jaarlijkse bijkomende financiering van 300 000 EUR bestemd voor initiatieven inzake sectorale outplacement is vastgesteld voor een periode van 2 jaar die ingaat op 1 januari 2019. HOOFDSTUK III. - Promotie van de opleidingscultuur in de ondernemingen

Art. 4.De bij deze overeenkomst bepaalde regelingen ter bevordering van tewerkstelling en opleiding worden paritair georganiseerd en beheerd.

Het beheerscomité bedoeld in artikel 23 van de statuten van Constructiv wordt belast met de paritaire evaluatie van de regelingen ter bevordering van tewerkstelling en opleiding die door deze overeenkomst worden georganiseerd.

Art. 5.De plaatselijke representatieve werkgeversorganisaties krijgen een prioritaire rol toebedeeld bij de promotie van de opleidingscultuur in de ondernemingen bedoeld in artikel 1 en in de bij deze overeenkomst bepaalde opleidings- en tewerkstellingsregelingen.

Art. 6.§ 1. Om gebruik te kunnen maken van de verschillende opleidings- en tewerkstellingsregelingen die door de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst worden georganiseerd, moet de in artikel 1 bedoelde werkgever de opleidingstabel gebruiken en invullen.

Wordt met de opleidingstabel gelijkgesteld de eerste aanvraag om gebruik te kunnen maken van één van de opleidingsstelsels geregeld door deze overeenkomst ingediend door een werkgever bedoeld in artikel 1. § 2. Deze opleidingstabel bedoeld in § 1, wordt verspreid door de lokale werkgeversorganisaties. De werkgever bedoeld in artikel 1 die de tabel heeft ingevuld, moet ze terugsturen naar de lokale werkgeversorganisatie, die de opleidingstabel vervolgens overmaakt aan de bevoegde regiomanager van Constructiv. § 3. De regiomanager van Constructiv neemt contact op met de werkgever om de opleidingsregelingen aangeduid op de opleidingstabel bedoeld in § 1 op het niveau van de onderneming in werking te stellen en om het opleidingsdossier voor de onderneming samen te stellen.

Het opleidingsdossier bevat enkel de opleidingstabel bedoeld in § 1 en een kopie van de documenten nodig voor het in werking stellen van de regelingen aangeduid op de opleidingstabel. § 4. Naar analogie van artikel 8 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 9 van 9 maart 1972, raadpleegt de werkgever de syndicale afvaardiging over de toepassingsmodaliteiten in de onderneming van de verschillende opleidingsregelingen aangeduid op de opleidingstabel bedoeld in § 1.

TITEL II. - Opleiding en tewerkstelling van jongeren HOOFDSTUK I. - Sectoraal referentiekader

Art. 7.Het beheerscomité bedoeld in artikel 23 van de statuten van Constructiv legt het sectoraal referentiekader vast waarin de acties van de regionale oriëntatiegroepen omschreven in artikel 71 van deze overeenkomst zullen worden ondergebracht om hun strategie te bepalen tegenover de jongeren die een alternerende opleiding volgen georganiseerd door de gemeenschappen en gewesten en erkend op basis van artikel 2, § 3 van deze overeenkomst.

Art. 8.Om het sectoraal referentiekader te finaliseren, wordt rekening gehouden met de volgende doelstellingen : - het verhogen van het aantal deelnemers aan de stelsels van alternerende opleiding ontwikkeld door de gemeenschappen en gewesten en erkend op basis van artikel 2, § 3 van deze overeenkomst; - het verhogen van de doorstroming naar de bouwsector van jongeren die met succes aan een alternerend stelsel hebben deelgenomen; - een betere afstemming van het alternerend stelsel op de bouwrealiteit; - het verbeteren van de kwaliteit van de opleiding; - het verminderen van het aantal afhakers in deze alternerende stelsels.

Art. 9.De regionale oriëntatiegroepen omschreven in artikel 71 van deze overeenkomst bepalen volledig zelfstandig het denkspoor (de denksporen) waaraan zij de voorkeur geven om de doelstellingen te halen die in het sectoraal referentiekader werden vastgelegd.

Deze strategie van nieuwe initiatieven op het niveau van de gewesten moet als doel hebben het sectoraal referentiekader in te voeren in samenwerking met de bevoegde regionale overheden. Hiertoe mogen samenwerkingsakkoorden worden gesloten. Hun precieze modaliteiten mogen per gewest verschillen.

Art. 10.Het beheerscomité bedoeld in artikel 23 van de statuten van Constructiv evalueert jaarlijks de stand van zaken en de invulling van de actieplannen die werden vastgelegd door de regionale oriëntatiegroepen op basis van een omstandig verslag dat elke regionale oriëntatiegroep opstelt. HOOFDSTUK II. - Aanmoedigingspremies voor alternerende jongeren

Art. 11.Een aanmoedigingspremie van 500 EUR wordt door Constructiv toegekend aan de jongere die met succes een door de gemeenschappen en gewesten georganiseerde alternerende opleiding met een minimale duur van ten minste één jaar heeft voltooid, die door het in artikel 23 van de statuten van Constructiv overeenkomstig artikel 2, § 3 van deze overeenkomst bedoelde beheerscomité is erkend wordt aangeworven in een onderneming bedoeld bij artikel 1 van deze overeenkomst in het kader van een bouwingroeibaanovereenkomst (BIB), zoals bepaald bij hoofdstuk V van de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 september 2019 over duurzame beroepsintegratie, herintegratie en opleiding van risicogroepen.

Op 1 september 2019 wordt het bedrag van deze aanmoedigingspremie op 700 EUR gebracht.

Wanneer aan deze voorwaarden is voldaan, wordt de premie ten vroegste betaald aan het einde van het eerste kwartaal dat volgt op de aanwerving in het kader van een BIB.

Art. 12.§ 1. Wanneer een door de gemeenschappen en gewesten georganiseerde alternerende opleiding die door het in artikel 23 van de statuten van Constructiv overeenkomstig artikel 2, § 3 van deze overeenkomst bedoelde beheerscomité is erkend, over een duurtijd van twee jaar wordt georganiseerd, dan wordt door Constructiv een aanmoedigingspremie van 200 EUR toegekend aan de jongere die met succes zijn eerste jaar heeft voltooid, op voorwaarde dat hij aan het einde van het eerste kwartaal van zijn tweede opleidingsjaar nog actief is.

Op 1 september 2019 wordt het bedrag van deze aanmoedigingspremie op 400 EUR gebracht.

Wanneer aan deze voorwaarden is voldaan, wordt de premie ten vroegste betaald de tweede maand van het eerste trimester dat aansluit op het einde van het eerste opleidingsjaar. § 2. Wanneer een jongere die met succes een alternerende opleiding heeft voltooid die voldoet aan de voorwaarden bepaald bij § 1 van dit artikel wordt aangeworven in een onderneming bedoeld bij artikel 1 van deze overeenkomst in het kader van een bouwingroeibaanovereenkomst (BIB), zoals bepaald bij hoofdstuk V van de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 september 2019 wordt de aanmoedigingspremie bedoeld bij artikel 11 van deze overeenkomst hem door Constructiv toegekend.

Wanneer aan deze voorwaarden is voldaan, wordt de premie ten vroegste betaald aan het einde van het eerste kwartaal dat volgt op de aanwerving in het kader van een BIB.

Art. 13.§ 1. Wanneer een door de gemeenschappen en gewesten georganiseerde alternerende opleiding die door het in artikel 23 van de statuten van Constructiv overeenkomstig artikel 2, § 3 van deze overeenkomst bedoelde beheerscomité is erkend, over een duurtijd van drie jaar wordt georganiseerd, wordt door Constructiv een aanmoedigingspremie van 200 EUR toegekend aan de jongere op voorwaarde dat hij aan het einde van het eerste kwartaal van zijn tweede opleidingsjaar nog actief is.

Op 1 september 2019 wordt het bedrag van deze aanmoedigingspremie op 400 EUR gebracht.

Wanneer aan deze voorwaarden is voldaan, wordt de premie ten vroegste betaald de tweede maand van het eerste trimester dat aansluit op het einde van het tweede opleidingsjaar. § 2. Wanneer de jongere met succes zijn tweede opleidingsjaar heeft voltooid, dan wordt door Constructiv een aanmoedigingspremie van 300 EUR toegekend aan de jongere op voorwaarde dat hij aan het einde van het eerste kwartaal van zijn derde opleidingsjaar nog actief is.

Op 1 september 2019 wordt het bedrag van deze aanmoedigingspremie op 500 EUR gebracht.

Wanneer aan deze voorwaarden is voldaan, wordt de premie ten vroegste betaald eind december van het derde opleidingsjaar. § 3. Wanneer een jongere met succes een alternerende opleiding heeft voltooid die voldoet aan de voorwaarden bedoeld bij paragraaf 1 van dit artikel wordt aangeworven in een onderneming bedoeld bij artikel 1 van deze overeenkomst in het kader van een bouwingroeibaanovereenkomst (BIB), zoals bepaald bij hoofdstuk V van de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 september 2019 over de duurzame beroepsintegratie, herintegratie en opleiding van risicogroepen, dan wordt de aanmoedigingspremie bepaald bij artikel 11 van deze overeenkomst hem door Constructiv toegekend.

Wanneer aan deze voorwaarden is voldaan, wordt de premie ten vroegste betaald aan het einde van het eerste kwartaal dat volgt op de aanwerving in het kader van een BIB.

Art. 14.Na een jaar tewerkstelling in het kader van de bouwingroeibaanregeling (BIB-regeling) wordt ook een aanvullende premie toegekend aan de jongere die een premie genoot overeenkomstig artikel 13 van deze overeenkomst. Deze aanvullende premie wordt bepaald door de bepalingen van hoofdstuk V van de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 september 2019 over de duurzame beroepsintegratie, herintegratie en opleiding van risicogroepen.

Art. 15.Het beheerscomité bedoeld in artikel 23 van de statuten van Constructiv bepaalt, zo nodig : - wat bedoeld wordt onder "jongere die met succes een alternerende opleiding heeft voltooid"; - aanvullende praktische modaliteiten voor de betaling van de door artikelen 11 tot 14 van deze overeenkomst bepaalde premies.

Deze premies worden binnen de grenzen van de beschikbare middelen van Constructiv uitbetaald. HOOFDSTUK III. - Andere maatregelen

Art. 16.De regimes van alternerende opleiding ontwikkeld door de gemeenschappen en gewesten en erkend op basis van artikel 2, § 3 van deze overeenkomst beletten niet dat andere regelingen of instrumenten ter bevordering van de opleiding en de tewerkstelling van jongeren die aan de deeltijdse leerplicht zijn onderworpen, worden toegepast door de ondernemingen bedoeld in artikel 1.

Het verdient aanbeveling dat die andere stelsels of instrumenten ter bevordering van de opleiding en de tewerkstelling van jongeren voldoen aan de doelstellingen die in het sectoraal referentiekader zijn vastgelegd.

TITEL III. - Opleidings- en tewerkstellingsregelingen voor arbeiders HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Art. 17.§ 1. De opleidingsregelingen zijn sectorale regelingen ter bevordering van de beroepsopleiding van de arbeiders die door de bij artikel 1 bedoelde ondernemingen worden tewerkgesteld, door een jaarlijks opleidingskrediet ter beschikking van deze ondernemingen te stellen. § 2. Op 1 januari 2019 wordt dit jaarlijks krediet opgetrokken tot 90 000 dagen formele opleiding. Dit jaarlijks krediet voldoet aan de doelstellingen die werden vastgelegd door afdeling 1 van hoofdstuk II van titel II van de wet van 5 maart 2017 betreffende werkbaar en wendbaar werk en door het interprofessioneel akkoord.

Het voert de verbintenis van de bouwsector uit om de participatiegraad aan formele en informele opleidingen per jaar met 5 pct. te verhogen om de doelstelling van gemiddeld 5 opleidingsdagen per jaar en per voltijds equivalent, te berekenen op sectorvlak, op termijn te bereiken. In dit kader kan bijzondere aandacht gaan naar opleidingen veiligheid. § 3. Voor de toepassing van titel III van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt verstaan onder : a) "formele opleiding" : door lesgevers of sprekers ontwikkelde cursussen en stages.Deze opleidingen worden gekenmerkt door een hoge graad van organisatie van de opleider of opleidingsinstelling. Ze gaan door op een plaats die duidelijk van de werkplek gescheiden is. Ze richten zich tot een groep cursisten en vaak wordt een attest verstrekt dat de opleiding gevolgd werd. Die opleidingen kunnen ontwikkeld en beheerd worden door de onderneming zelf of door een externe instelling; b) "informele opleiding" : de opleidingsactiviteiten, andere dan deze bedoeld onder a) die rechtstreeks betrekking hebben op het werk.Deze opleidingen worden gekenmerkt door een hoge graad van zelforganisatie door de individuele leerling of door een groep leerlingen met betrekking tot de tijd, de plaats en de inhoud, een inhoud die gekozen wordt volgens de individuele behoeften van de cursist op de werkplek, en met een rechtstreeks verband met het werk en de werkplek, met inbegrip van deelname aan conferenties of beurzen voor leerdoeleinden.

Art. 18.§ 1. Zonder afbreuk te doen aan het erkende initiatiefrecht van de arbeiders of hun vertegenwoordigers, behoort de toepassingsmogelijkheid van de door deze titel georganiseerde opleidingsregelingen in de onderneming tot de beoordelingsbevoegdheid van de werkgever.

Arbeiders van de bij artikel 1 bedoelde ondernemingen die laaggeschoold zijn of die niet over voldoende beroepsbekwaamheid beschikken, hebben voorrang bij de toegang tot de opleidingsregelingen die door deze titel worden georganiseerd. § 2. De werkgever kan eveneens deelnemen aan een opleiding georganiseerd overeenkomstig de bepalingen van deze titel. HOOFDSTUK II. - De regeling van de weekdagopleiding Afdeling 1. - Bepalingen inzake opleiding

Art. 19.De regeling van de weekdagopleiding heeft tot doel de voortdurende opleiding van de arbeiders te bevorderen door het opstellen van opleidingsplannen in de bij artikel 1 van deze overeenkomst bedoelde ondernemingen.

De regeling van de weekdagopleiding heeft eveneens tot doel de efficiëntie van de programmering en de organisatie van de door Constructiv erkende opleidingen te verbeteren.

Art. 20.§ 1. Het opleidingsplan bepaalt, rekening houdend met de collectieve noden van de onderneming op het vlak van de opleiding van de arbeiders : - de in de onderneming uitgeoefende beroepen of functies waarvoor een nood aan opleiding zich manifesteert; - per beroep of functie, het aantal arbeiders dat betrokken is bij het opleidingsplan; - de programma's en het aantal opleidingsuren voor elk van de in het plan bedoelde beroepen of functies; - de ogenblikken, binnen de periode van één jaar, waarop de verschillende opleidingsprogramma's zullen plaatsvinden. § 2. Elk opleidingsprogramma dat in het opleidingsplan van de onderneming is vastgesteld, bedraagt minimaal 4 uur en maximaal het plafond dat geldt in het kader van de reglementering van het betaald educatief verlof. § 3. Een opleidingsprogramma kan samengesteld zijn uit verschillende modules van technische vorming, algemene vorming en/of veiligheidsopleiding op voorwaarde dat die modules verband houden met de taken die in de onderneming worden uitgevoerd. De verschillende opleidingsmodules mogen niet korter duren dan de minimale duur die § 2 voorschrijft. § 4. Alle opleidingen komen in aanmerking voor een sectorale financiering op voorwaarde dat zij voldoen aan de criteria bepaald in § 3.

Art. 21.Het geheel van opleidingsprogramma's, waarvoor een sectorale financiering wordt gevraagd, mag niet meer bedragen dan het plafond dat geldt in het kader van de reglementering van het betaald educatief verlof per werknemer en per jaar. Het jaar loopt van 1 september tot 31 augustus van het volgende jaar.

Art. 22.Ten behoeve van de kleine en middelgrote ondernemingen stelt Constructiv modellen van opleidingsprogramma's op die in de opleidingsplannen, die in de ondernemingen worden aangenomen, kunnen worden ingevoegd.

De bij artikel 1 bedoelde ondernemingen kunnen tot de geprogrammeerde opleidingen van Constructiv toetreden door het aannemen van een opleidingsplan.

Art. 23.Het vereenvoudigd opleidingsplan wordt opgesteld voor de duur van de geprogrammeerde opleiding. Dit plan vermeldt de bij de opleiding betrokken beroepen of functies, het aantal aan de opleiding deelnemende arbeiders en de periode waarin deze opleiding zal worden verstrekt.

Art. 24.Het beheerscomité bedoeld in artikel 23 van de statuten van Constructiv bepaalt de voorwaarden waarbij de uitzendkrachten technische- of beroepsopleidingen kunnen volgen tijdens de duurtijd van hun uitzendcontract. Afdeling 2. - Specifieke regels voor veiligheidsopleidingen

Art. 25.De arbeiders die geen 5 jaar anciënniteit in de sector hebben, kunnen een veiligheidsopleiding van minimaal 16 uur volgen.

Deze opleiding wordt verdeeld in 8 uur theoretische veiligheidsopleiding en 8 uur veiligheidsopleiding die specifiek gericht is op het beroep dat de arbeider in de onderneming uitoefent.

Een specifieke collectieve arbeidsovereenkomst regelt de toepassing en de eventuele vrijstelling van de regels.

Art. 26.De sectorintreders zonder bouwopleiding dienen een veiligheidsopleiding te kunnen volgen. De inhoud ervan dient aangepast te zijn aan de aard van de functie en van het bedrijf en voorziet in een gefaseerde invulling. Deze opleidingen worden ontwikkeld door Constructiv. Afdeling 3. - Procedureregels

Art. 27.Een afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomst regelt de procedureregels en de bijzondere voorwaarden voor de toepassing van de door dit hoofdstuk georganiseerde opleidingsstelsels.

Art. 28.De effectieve deelname van de arbeiders wordt door het bevoegde opleidingscentrum bewezen of in geval van opleiding in de onderneming, door een bij het beheerscomité bedoeld in artikel 23 van de statuten van Constructiv bepaalde instantie. Afdeling 4. - Bezoldiging van de opleidingsdagen

Art. 29.De arbeider die betrokken is bij de toepassing van de regeling van de weekdagopleiding heeft, ten laste van zijn werkgever, recht op de betaling van zijn normale loon voor de uren opleiding die in toepassing van deze regelingen worden verstrekt. Afdeling 5. - Gedeeltelijke terugbetaling van het loon van de

opleidingsuren

Art. 30.§ 1. Binnen de grenzen van de beschikbare middelen en als het aantal opleidingsuren gevolgd per werknemer en per jaar dat begint op 1 september en eindigt op 31 augustus van het volgende kalenderjaar niet de minimumduur bereikt van de opleidingen erkend in het kader van de regeling betaald educatief verlof georganiseerd door afdeling 6 van hoofdstuk IV van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen betaalt Constructiv aan de werkgever een bedrag terug van 15,00 EUR per effectief gevolgd opleidingsuur. § 2. Het in artikel 23 van de statuten van Constructiv bedoelde beheerscomité legt de terugbetalingsmodaliteiten en -termijn vast bedoeld in § 1. Werkgevers die nog betalingen aan Constructiv verschuldigd zijn, met inbegrip van het stelsel van de getrouwheids- en weerverletzegels, worden uitgesloten uit de tussenkomst bedoeld in § 1. Het in artikel 23 van de statuten van Constructiv bedoelde beheerscomité staat de toepassing van de terugbetaling bedoeld in § 1 toe aan werkgevers die, nadat ze bedragen verschuldigd waren aan Constructiv, hun situatie geregulariseerd hebben.

Art. 31.§ 1. Onder voorbehoud van bekrachtiging door het Paritair Comité voor het bouwbedrijf erkent Constructiv de opleidingen die worden georganiseerd in uitvoering van dit hoofdstuk met het oog op de toepassing van de regeling betaald educatief verlof georganiseerd door afdeling 6 van hoofdstuk IV van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen. § 2. Een sectoraal stelsel van "terugbetalingindeplaatsstelling" wordt in werking gesteld in het kader van de toepassing van de bij § 1 bepaalde regelingen. Werkgevers die nog betalingen aan Constructiv verschuldigd zijn, met inbegrip van het stelsel van de getrouwheids- en weerverletzegels, worden uitgesloten uit de toepassing van deze sectorale regeling. Het in artikel 23 van de statuten van Constructiv bedoelde beheerscomité staat de toepassing van de terugbetaling bedoeld in de § 1 toe aan werkgevers die, nadat ze bedragen verschuldigd waren aan Constructiv, hun situatie geregulariseerd hebben. § 3. Als het aantal opleidingsuren gevolgd per werknemer en per jaar dat begint op 1 september en eindigt op 31 augustus van het volgende kalenderjaar de minimumduur bereikt van de opleidingen erkend in het kader van de regeling betaald educatief verlof georganiseerd door afdeling 6 van hoofdstuk IV van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen betaalt Constructiv aan de werkgever een bedrag terug van 15,00 EUR per effectief gevolgd opleidingsuur op voorwaarde dat de geldende reglementering volgens de vestigingseenheid waartoe de betrokken werknemers behoren, de onderneming toestaat om Constructiv aan te stellen om alle administratieve en financiële opvolging van haar dossier uit te voeren. In dit geval wordt een sectoraal stelsel van "terugbetaling-indeplaatsstelling" in werking gesteld in het kader van de toepassing van de bij § 1 bepaalde regelingen. § 4. Als dit sectorale stelsel van "terugbetalingindeplaatsstelling" niet kan worden toegepast, stuurt de werkgever zijn aanvraag tot terugbetaling naar de bevoegde gewestelijke administratie. In dit geval zal geen enkele terugbetaling ten laste van Constructiv vallen. § 5. Onverminderd de bepalingen van § 3 heeft de werkgever de keuze om zijn aanvraag tot terugbetaling rechtstreeks naar de bevoegde gewestelijke administratie te sturen of een beroep te doen op het stelsel van "terugbetaling-indeplaatsstelling" zolang het sectorale stelsel van "terugbetaling-indeplaatsstelling" wordt toegestaan op grond van de reglementering die geldt in het gewest waar de vestigingseenheid van de onderneming is gevestigd. § 6. Vanaf 1 september 2019 houdt artikel 31 op van toepassing te zijn als een gewestelijk bevoegde overheid de modaliteiten of voorwaarden voor de toepassing van de regeling betaald educatief verlof wijzigt die wordt georganiseerd door afdeling 6 van hoofdstuk IV van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen. § 7. Het in artikel 23 van de statuten van Constructiv bedoelde beheerscomité evalueert deze maatregel uiterlijk op 30 juni 2020. Dit beheerscomité is ook belast om andere alternatieve financieringswijzen te onderzoeken tegen die datum. Afdeling 6. - Tussenkomst in de opleidingskosten

Art. 32.§ 1. Constructiv betaalt een deel van de kosten voor de organisatie van de beroepsopleiding in het bevoegde opleidingscentrum volgens de regels bepaald in de volgende paragrafen. § 2. De beroepsopleiding wordt georganiseerd door een opleidingscentrum dat over een structurele sectorale erkenning beschikt en dat valt onder de volgende openbare en sectorale partners : VDAB, CDR Bouw, SYNTRA, Bruxelles-Formation, Forem, Arbeitsamt, IFAPME, EFPME, IAWM, Confederatie Bouw, Bouwunie en FEMA : - Bij een praktische opleiding betaalt Constructiv 10,00 EUR per opleidingsuur aan de opleidingspartner; - Bij een theoretische opleiding betaalt Constructiv 5,00 EUR per opleidingsuur aan de opleidingspartner; - Indien de prijs gevraagd door het opleidingscentrum hoger is dan de bedragen hierboven vermeld, zal dit opleidingscentrum de opleidingskosten rechtstreeks factureren aan de onderneming. In dat geval zal Constructiv aan de onderneming een forfaitair bedrag van 10,00 EUR per uur praktische opleiding en van 5,00 EUR per uur theoretische opleiding storten. § 3. Als de beroepsopleiding wordt georganiseerd in een opleidingscentrum dat niet over een structurele sectorale erkenning beschikt, dan factureert het centrum de opleidingskosten direct aan het bouwbedrijf en Constructiv betaalt direct aan het bedrijf een forfaitair bedrag van 5,00 EUR per opleidingsuur. Alleen niet-commerciële opleidingen of veiligheidsopleidingen openen het recht op die Constructiv-tussenkomst. HOOFDSTUK III. - De regeling van de winteropleidingen

Art. 33.§ 1. De werkgever die het initiatief neemt om een beroep te doen op de regeling van de winteropleidingen, waarvan de uitvoering wordt gecoördineerd door Constructiv, kan deze regeling toepassen zonder te moeten wachten tot de uitputting van het recht van de onderneming op de toepassing van de door hoofdstuk II van deze titel georganiseerde opleidingsregelingen. § 2. De winteropleiding kan enkel worden georganiseerd door een opleidingscentrum dat over een structurele sectorale erkenning beschikt en meer bepaald bij volgende partners : VDAB, CDR Bouw, Bruxelles-Formation, Forem, Arbeitsamt, IFAPME, EFPME, IAWM, Confederatie Bouw, Bouwunie en FEMA.

Art. 34.§ 1. Constructiv kent aan bouwvakarbeiders, die op vraag van de werkgever, een winteropleiding volledig hebben gevolgd en gunstig hebben beëindigd, een opleidingspremie toe van 40,00 EUR per opleidingsdag van minimaal 8 uur. § 2. Het beheerscomité bedoeld in artikel 23 van de statuten van Constructiv bepaalt de regels voor de indiening van de aanvraag van de premie evenals de eventueel bij deze aanvraag te voegen documenten. HOOFDSTUK IV. - Avond- of zaterdagopleidingen

Art. 35.§ 1. Als de bij een avond- of zaterdagopleiding betrokken arbeider voldoet aan de voorwaarden bepaald door de collectieve arbeidsovereenkomst bedoeld in artikel 55, § 1 om recht te hebben op een verhoogde premie, neemt Constructiv een deel van de kosten ten laste voor het organiseren van de beroepsopleiding in het bevoegde opleidingscentrum in overeenstemming met de regels vastgesteld in artikel 32, § § 2 en 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Als de opleiding s'avonds wordt georganiseerd, is deze tussenkomst beperkt tot 40 uur per werknemer en per jaar. Het jaar begint op 1 september en eindigt op 31 augustus van het volgende jaar. § 2. Het beheerscomité bedoeld in artikel 23 van de statuten van Constructiv stelt de lijst op van opleidingscentra die het recht op deze tussenkomst openen. HOOFDSTUK V. - De regeling van de bedrijfsinterne opleidingen met een meester-mentor Afdeling 1. - Definitie en toepassingsgebied

Art. 36.§ 1. Het traject van begeleiding door een meester-mentor is een bedrijfsinterne opleidingsregeling met als doel, overeenkomstig het opleidingsprogramma opgesteld in samenwerking met Constructiv, theoretische en praktische beroepskennis over te dragen die vereist is voor de uitoefening van het beroep door de begeleide arbeider. § 2. Onder voorbehoud van de specifieke bepalingen bedoeld in dit hoofdstuk V is deze bedrijfsinterne opleidingsregeling onderworpen aan dezelfde regels die van toepassing zijn op het stelsel weekdagopleiding georganiseerd door hoofdstuk II van deze titel.

Art. 37.Dit begeleidingstraject is, met instemming van de partijen, van toepassing op de werkgevers bedoeld bij artikel 1 en op de arbeiders die bij het bedrijf komen werken of die, op verzoek van de werkgever, van beroep veranderen of van wie het beroep evolueert of die wensen door te groeien naar een betere beheersing van hun beroep.

Deze arbeiders moeten met een voltijdse arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur worden tewerkgesteld.

Art. 38.§ 1. Het begeleidingstraject is van toepassing voor een periode van 12 maanden die aanvangt bij de datum van het afsluiten van de bijlage bij de door artikel 42 van deze overeenkomst bedoelde arbeidsovereenkomst. § 2. Bij afwijking op artikel 21 wordt het aantal opleidingsuren in de onderneming bepaald in het opleidingsprogramma bedoeld bij artikel 46.

Dit aantal moet begrepen zijn tussen een minimum van 80 uur en een maximum van 180 uur over de duur bedoeld bij § 1 als de opleiding wordt gegeven door een meester-mentor in het kader van een begeleidingstraject georganiseerd overeenkomstig de bepalingen van dit hoofdstuk V. Afdeling 2. - De meester-mentor

Art. 39.§ 1. De verantwoordelijkheid voor de begeleiding, de opvolging en de opleiding van de arbeider wordt toevertrouwd aan een geschoolde arbeider van de onderneming die als meester-mentor van de in artikel 37 van deze overeenkomst bedoelde arbeider optreedt.

De geschoolde arbeider moet een door Constructiv erkende pedagogische opleiding van een minimale duur van 8 uur hebben gevolgd of een ervaringsbewijs of een pedagogisch diploma hebben. § 2. De bij artikel 1 van deze overeenkomst bedoelde werkgever, die voldoet aan de voorwaarden, bepaald in § 1, kan de functie van meester-mentor op zich nemen ingeval : - de onderneming geen geschoolde arbeider heeft die voldoet aan de voorwaarden van § 1 of die de functie van meester-mentor op zich wenst te nemen; - de jonge arbeider de eerste werknemer van de onderneming is.

Art. 40.De meester-mentor is verplicht alle noodzakelijke initiatieven te nemen voor de praktische en theoretische opleiding van de arbeider waarvoor hij instaat.

Art. 41.De werkgever ziet erop toe dat de meester-mentor op dezelfde arbeidsplaats wordt tewerkgesteld als de arbeider waarvoor hij instaat. De werkgever moet de meester-mentor die gedurende een aaneengesloten periode van zes weken afwezig is, vervangen en Constructiv erover inlichten. Afdeling 3. - Bijlage bij de arbeidsovereenkomst

Art. 42.§ 1. Ten laatste binnen de 30 dagen vanaf het begin van het mentortraject wordt een bijlage bij de arbeidsovereenkomst opgemaakt.

Deze bijlage wordt door de werkgever, de arbeider en Constructiv ondertekend. § 2. Deze bijlage omvat minstens de volgende vermeldingen : - de identiteit van de werkgever en van de arbeider bedoeld bij artikel 37; - de identiteit van de meester-mentor van de arbeider bedoeld bij artikel 37; - het bedrijfsinterne opleidingsprogramma opgesteld overeenkomstig artikel 46 van deze overeen komst. Afdeling 4. - Rechten en plichten van de partijen

Art. 43.De regeling van de begeleiding door een meester-mentor houdt de verplichting in : - voor de werkgever om erover te waken dat de arbeider de nodige begeleiding, opvolging en opleiding krijgt om de theoretische en praktische beroepsvaardigheden aan te leren die vereist zijn om ervoor te zorgen dat de begeleide arbeider het beroep kan uitoefenen; - voor de arbeider om alles in het werk te stellen om zijn opleiding succesvol af te ronden.

Art. 44.Uiterlijk op het einde van de 6de maand, zal de werkgever een functioneringsgesprek met de bij artikel 37 bedoelde arbeider hebben op basis van een model dat door Constructiv werd opgesteld.

Het bij artikel 46 bedoelde opleidingsprogramma kan op basis van de resultaten van dit functioneringsgesprek worden aangepast. Afdeling 5. - Opleidingsprogramma

Art. 45.Vóór het afsluiten van de bijlage bedoeld bij artikel 42 van deze overeenkomst evalueert de werkgever bedoeld bij artikel 1 de arbeider. Constructiv verleent zijn medewerking in de vorm van roosters om de beroepsbekwaamheid te evalueren ter beschikking gesteld aan de werkgever die dit wenst.

Art. 46.De inhoud van het opleidingsprogramma wordt opgesteld, op grond van de evaluatie bedoeld bij artikel 45 van deze overeenkomst door de werkgever en de meester-mentor in samenwerking met Constructiv. Het opleidingsprogramma bestaat hoofdzakelijk uit uren praktische opleiding en bijkomstig uit uren aanvullende theoretische opleiding aangepast aan het beroep.

Art. 47.§ 1. Voor het deel van het opleidingsprogramma dat betrekking heeft op de praktijkopleiding mag de meester-mentor bedoeld bij artikel 39 gelijktijdig maximaal 3 arbeiders begeleiden. § 2. Voor het deel van het opleidingsprogramma dat betrekking heeft op de aanvullende theoretische opleiding aangepast aan het beroep mag een meester-mentor gelijktijdig maximaal 9 arbeiders begeleiden. § 3. Voor de uren bedrijfsinterne opleiding heeft de arbeider recht op de betaling, door de werkgever, van zijn normale loon. Afdeling 6. Financiële tussenkomsten

Art. 48.Binnen de grenzen van de beschikbare middelen van Constructiv geniet de werkgever een premie die jaarlijks 1 000,00 EUR per meester-mentor die een bedrijfsinterne opleiding op zich heeft genomen. Deze premie wordt ten vroegste betaald in de loop van de 13de maand volgend op het afsluiten van de bij artikel 42 van deze overeenkomst bedoelde bijlage. Deze premie is niet cumuleerbaar met de door artikel 27 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 september 2019 over duurzame beroepsintegratie, herintegratie en opleiding van risicogroepen bepaalde premie van 1 000,00 EUR. Bij voortijdig vertrek van de arbeider wordt het bedrag van de jaarlijkse premie berekend op basis van het aantal verstreken maanden van de mentorperiode overeengekomen in de bij artikel 42 van deze overeenkomst bedoelde bijlage.

Art. 49.Onverminderd de tussenkomsten bedoeld in de artikelen 30 en 31 van deze overeenkomst, en binnen de grenzen van de beschikbare middelen, betaalt Constructiv aan de werkgever een bedrag van 15,00 EUR per effectief gevolgd opleidingsuur boven op het plafond dat toepasselijk is in het kader van de regeling betaald educatief verlof per werknemer en per jaar dat begint op 1 september en dat eindigt op 31 augustus van het volgende kalenderjaar, met een maximum van 180 uur. HOOFDSTUK VI. - Gemeenschappelijke bepalingen

Art. 50.Constructiv is belast met de organisatie van en de controle op de toepassing van de door deze titel georganiseerde opleidingsstelsels.

Art. 51.Het beheerscomité bedoeld in artikel 23 van de statuten van Constructiv stelt jaarlijks een evaluatieverslag op met de volgende gegevens : - de deelname van alle looncategorieën en leeftijdscategorieën aan de opleidingen; - de VCA-opleidingen; - een actieprogramma voor het volgende jaar.

Art. 52.Indien de werkgever de kosten heeft betaald voor het behalen van een certificaat van verworven competenties of VCA-attest, dient de arbeider deze kosten terug te betalen indien hij tijdens het jaar na het behalen van het certificaat of attest de onderneming vrijwillig verlaat of ontslagen wordt wegens dringende redenen.

Art. 53.Op het ogenblik dat de arbeider een opleiding volgt, kan een scholingsbeding bij de arbeidsovereenkomst worden gevoegd overeenkomstig artikel 22bis in de wet op de arbeidsovereenkomsten van 3 juli 1978.

TITEL IV. - Aanvullende stelsels en maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling HOOFDSTUK I. - Ontwikkeling van specifieke opleidingsprogramma's Afdeling 1. - De opleiding van ongeschoolde arbeiders

Art. 54.Constructiv stelt specifieke opleidingsmodules op die afgestemd zijn op de arbeiders van de in artikel 1 bedoelde ondernemingen die geen enkele beroepsbekwaamheid hebben.

Het beheerscomité bedoeld in artikel 23 van de statuten van Constructiv spreekt zich uit over de aard en de duur van deze bij lid 1 bedoelde specifieke modules. Afdeling 2. - De tewerkstellings- of opleidingspremies

Art. 55.§ 1. Een afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomst regelt de toekenning van tewerkstellings- of opleidingspremies aan de werkgevers van de bouw en aan hun arbeiders. § 2. Voor de opleidingsdagen die worden georganiseerd bij toepassing van de bij hoofdstuk II van titel III van deze overeenkomst bepaalde opleidingsregelingen hebben de arbeiders geen recht op de premies voorzien in de bij § 1 bedoelde collectieve arbeidsovereenkomst. § 3. De bij artikel 30, § 1 van deze overeenkomst bedoelde voordelen mogen niet worden gecumuleerd met de premies die werden vastgesteld bij de bij § 1 bedoelde collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK II. - De initiatieven ten voordele van de specifieke risicogroepen Afdeling 1. - Voortzetting van de inspanningen

Art. 56.De inspanningen ten voordele van de "risicogroepen bouw" die worden geleverd in toepassing van de opeenvolgende overeenkomsten over de duurzame beroepsintegratie, herintegratie en opleiding van risicogroepen, worden voortgezet gedurende de toepassingsperiode van deze overeenkomst.

De in lid 1 bedoelde inspanningen hebben hoofdzakelijk betrekking op de inschakeling van ongeschoolde of laaggeschoolde jongeren, op de opleiding van laaggeschoolde arbeiders en op de ontwikkeling van gezamenlijke initiatieven met het onderwijs.

Een collectieve arbeidsovereenkomst over de integratie, herintegratie en opleiding van risicogroepen omschrijft nader de inhoud van de in de vorige leden bedoelde inspanningen.

Art. 57.Tijdens de toepassingsperiode van deze overeenkomst zullen bijkomende inspanningen ten voordele van volgende specifieke categorieën van de "risicogroepen bouw" worden voortgezet : - de personen die zich in de situatie bevinden van opleiding door arbeid of van inschakeling in initiatieven die tot de sociale economie behoren; - de langdurig werklozen die een basisopleiding bouw volgen; - de werkzoekenden van minstens 45 jaar die een basisopleiding bouw volgen.

De bepalingen van dit hoofdstuk stellen de algemene beginselen vast van de initiatieven die moeten worden genomen ten voordele van de in lid 1 bedoelde specifieke categorieën. Deze beginselen worden uitgevoerd door de bepalingen van de in artikel 56, lid 3 bedoelde collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK III. - De bevordering van de sectorale opleidings- en tewerkstellingsregelingen

Art. 58.De lokale patronale en syndicale organisaties van de bouwsector werken mee aan de door Constructiv ontwikkelde initiatieven. Deze organisaties dienen met name, overeenkomstig de bepalingen van artikel 6, de opleidingstabellen van de ondernemingen in.

De bij lid 1 bedoelde organisaties voeren eveneens specifieke informatieacties over de sectorale opleidings- en tewerkstellingsregelingen, met name ter attentie van hun leden.

Die specifieke acties hebben ook tot doel de bedrijfsinterne opleidingen en de opleidingen met een duurtijd die gelijk is aan of langer is dan 32 uur op jaarbasis te bevorderen.

Art. 59.Het beheerscomité bedoeld in artikel 23 van de statuten van Constructiv spreekt zich uit over het bedrag van de financiële middelen die kunnen worden toegekend voor de bij artikel 58 bedoelde samenwerkingen en specifieke acties. Deze raad bepaalt tevens de voorwaarden en toekenningsmodaliteiten van de financiële tussenkomsten aan de organisaties die deze samenwerkingen en specifieke acties opzetten. HOOFDSTUK IV. - Verbetering van de doorstroming van de afgestudeerden naar de bouwsector

Art. 60.§ 1. Na consultatie van de regionale oriëntatiegroepen binnen Constructiv zal het beheerscomité bedoeld in artikel 23 van de statuten van Constructiv de samenwerkingsovereenkomsten met het onderwijs evalueren, met als voornaamste doelstelling de doorstromingscijfers van afgestudeerden naar de bouwsector te verbeteren.

Deze samenwerkingsovereenkomst dient te voorzien in twee soorten overeenkomsten : - het uitgebreide convenant, voor de scholen die voldoen aan een aantal kwaliteitscriteria (onder andere minimale bezettingsgraad, 9 weken stages en stagebegeleiding); - het basisconvenant voor die scholen of secties die aan deze kwaliteitscriteria niet voldoen. Ook wordt voorzien in een overgangsregeling van twee jaar.

In beide gevallen worden de financiële middelen gebaseerd op de doorstromingscijfers. § 2. Opdat deze doorstroming naar de bouwsector optimaal zou verlopen en opdat de stages in optimale omstandigheden zouden verlopen, leggen de werkgeversorganisaties een databank aan met de gegevens van de werkgevers uit de bouwsector.

Art. 61.Teneinde de doorstromingscijfers en de daaraan verbonden financiële middelen correct te berekenen, zullen de scholen met een samenwerkingsovereenkomst met de sector aan Constructiv bij het begin van het schooljaar een opgave overmaken van de leerlingen in de 3de graad.

Art. 62.Het beheerscomité bedoeld in artikel 23 van de statuten van Constructiv bepaalt het sectoraal referentiekader waarin de initiatieven van de regionale oriëntatiegroepen omschreven in artikel 71 van deze overeenkomst zullen worden ondergebracht om hun strategie te bepalen tegenover de door dit hoofdstuk bedoelde doelgroep.

Art. 63.Om het sectoraal referentiekader af te werken, wordt rekening gehouden met de volgende doelstellingen : - de instroom van jongeren naar het bouwvakonderwijs verhogen; - de kwaliteit van het bouwvakonderwijs verhogen; - de doorstroming naar de bouwbedrijven verbeteren; - de kwaliteit van de stages ter afronding van de opleiding bewaken; - het aantal afhakers verminderen.

Art. 64.De regionale oriëntatiegroepen omschreven in artikel 71 van deze overeenkomst bepalen volledig zelfstandig het denkspoor (de denksporen) waaraan zij de voorkeur geven om de doelstellingen te halen die in het sectoraal referentiekader werden vastgelegd.

Deze strategie van nieuwe initiatieven op het niveau van de gewesten moet als doel hebben het sectoraal leeraanbod aan te vullen en het sectoraal referentiekader in te voeren in samenwerking met de bevoegde gewestelijke of gemeenschappsoverheden. Hiertoe mogen samenwerkingsakkoorden worden gesloten. Hun precieze modaliteiten mogen per gewest verschillen.

Art. 65.Het beheerscomité bedoeld in artikel 23 van de statuten van Constructiv evalueert jaarlijks de stand van zaken en de invulling van de actieplannen die werden vastgelegd door de regionale oriëntatiegroepen op basis van een omstandig verslag dat elke regionale oriëntatiegroep opstelt. HOOFDSTUK V. - Sectoraal outplacement

Art. 66.Constructiv is belast met het uitwerken van het sectoraal outplacementstelsel. Dit stelsel heeft tot doel de ontslagen werknemers terug naar de bouwsector te leiden.

Een afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomst regelt de voorwaarden voor de toepassing van het sectoraal outplacementstelsel.

TITEL V. - Organisatie van de initiatieven van Constructiv

Art. 67.§ 1. In overeenstemming met zijn statuten heeft Constructiv tot doel de vorming, opleiding, aanpassing, specialisatie, bij- en omscholing ten gunste van de werknemers en potentiële werknemers van de bouwnijverheid planmatig en doelmatig op te volgen, te bevorderen en te helpen verwezenlijken.

Constructiv blijft het aanspreekpunt voor de verschillende doelgroepen en is de schakel tussen de bouwsector en de opleidingspartners. § 2. Om een betere organisatie van de verschillende taken van Constructiv, een grotere doeltreffendheid in de uitvoering ervan en een betere afstemming op het gewestelijk en communautair beleid te verzekeren, worden de opdrachten bedoeld in § 1 in 3 pijlers ondergebracht : - bouwvakonderwijs; - werkzoekendenopleidingen; - opleiding van de al actieve bouwvakarbeiders. HOOFDSTUK I. - Het beheerscomité bedoeld in artikel 23 van de statuten van Constructiv

Art. 68.§ 1. Het beheerscomité bedoeld in artikel 23 van de statuten van Constructiv regelt en beheert de opleidingsstelsels voor arbeiders bepaald in titel III van deze overeenkomst. § 2. Alle taken die onder deze opleidingsstelsels voor arbeiders vallen, blijven de fundamentele verantwoordelijkheid van Constructiv.

Constructiv biedt een kwaliteitsvolle dienstverlening aan, op maat van het bouwbedrijf. § 3. Hiertoe zal tijdens de geldigheidsduur van deze overeenkomst de optimalisering van de eigen sectorale opleidingscentra en het Brussels Referentiecentrum, worden nagestreefd.

Art. 69.§ 1. Het beheerscomité bedoeld in artikel 23 van de statuten van Constructiv bepaalt, voor de 2 andere opleidingspijlers, het sectoraal referentiekader waarin de initiatieven van de regionale oriëntatiegroepen omschreven in overeenstemming met artikel 71 van deze overeenkomst worden ondergebracht. § 2. Het beheerscomité bedoeld in artikel 23 van de statuten van Constructiv keurt de actieplannen goed die de regionale oriëntatiegroepen hebben opgesteld nadat het deze plannen heeft getoetst aan het sectoraal referentiekader dat hij heeft uitgewerkt.

Ook al zal de samenhang tussen de gewesten altijd worden aangemoedigd, toch kunnen die plannen per gewest verschillen. § 3. Het beheerscomité bedoeld in artikel 23 van de statuten van Constructiv evalueert jaarlijks de stand van zaken en de invulling van de actieplannen die werden vastgelegd door de regionale oriëntatiegroepen op basis van een omstandig verslag dat elke regionale oriëntatiegroep opstelt.

Art. 70.Het beheerscomité bedoeld in artikel 23 van de statuten van Constructiv bepaalt een financiële enveloppe voor de 3 regionale oriëntatiegroepen. Dit budget wordt over de 3 regionale oriëntatiegroepen verdeeld volgens de verdeelsleutel vastgelegd door de raad van bestuur. Dit budget kan variëren afhankelijk van de standen van zaken bedoeld in artikel 69, § 3. HOOFDSTUK II. - De regionale oriëntatiegroepen

Art. 71.Het beheerscomité bedoeld in artikel 23 van de statuten van Constructiv bepaalt de samenstelling van de regionale oriëntatiegroepen en bewaakt daarbij een paritaire samenstelling van die groepen.

Art. 72.In het kader van de 2 opleidingspijlers die onder hun bevoegdheid vallen, leggen de regionale oriëntatiegroepen een meerjaren actieplan vast. Dit actieplan wordt ter goedkeuring voorgelegd aan het beheerscomité bedoeld in artikel 23 van de statuten van Constructiv. De goedkeuring zal afhangen van de precieze inhoud van het actieplan ten opzichte van het sectoraal referentiekader. De uitvoering van de verschillende thema's van het actieplan zal worden geëvalueerd zoals beschreven in artikel 69, § 3.

Art. 73.§ 1. De regionale oriëntatiegroepen streven naar een optimale afstemming tussen het sectoraal opleidingsplan zoals omschreven door de verschillende bepalingen van deze overeenkomst en de maatregelen genomen door de regeringen van de gewesten en de gemeenschappen om opleiding en tewerkstelling in hun bevoegdheidsgebied te stimuleren. § 2. De regionale oriëntatiegroepen bestuderen ook in welke mate deze afstemming nieuwe kansen kan bieden voor opleidingen en/of voor een mogelijke daling van de sectorale kosten. Zij zien erop toe dat de middelen die hun ter beschikking worden gesteld zo efficiënt mogelijk worden gebruikt om de return on investment te verhogen. § 3. Hiertoe worden de regionale oriëntatiegroepen belast met het uitvoeren van de volgende opdrachten : - analyse en beoordeling van gewestelijke of communautaire ontwikkelingen; - opvolging van de toepassing van de gewestelijke of communautaire maatregelen in de sector; - uitwerking van acties conform het sectoraal referentiekader; - blijven binnen en zo efficiënt mogelijk gebruik van het toegekende budget conform het sectoraal referentiekader; - uitvoering en opvolging van projecten, gesubsidieerd door regionale of lokale overheden en die complementair zijn met de sectorale strategie; - zo efficiënt mogelijke besteding van het regionaal promotiebudget; - in hun bevoegdheidsgebieden over nieuwe samenwerkingsovereenkomsten onderhandelen. HOOFDSTUK III. - De regionale platformen

Art. 74.§ 1. De regionale platformen van Constructiv Building on People worden onder de verantwoordelijkheid van een regiomanager geplaatst. § 2. Die regiomanager is belast met : - het uitvoeren en opvolgen van de samenwerkingsovereenkomsten met het dagonderwijs met volledig leerplan; - de alternerende opleiding ontwikkeld door de gemeenschappen en gewesten en erkend op basis van artikel 2, § 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst promoveren en volgen; - het opzetten en opvolgen van de stelsels voor de opleiding van arbeiders bedoeld in titel III van deze overeenkomst; - het uitvoeren en opvolgen van sectorale initiatieven ten voordele van de "risicogroepen bouw"; - de verzameling van alle nuttige inlichtingen inzake de provinciale sectorale arbeidsmarkt en de bouwinterim alsook het regelmatig opstellen van een lijst van de vraag naar bouwcompetenties die niet konden beantwoord worden op de arbeidsmarkt; - het promoten van bedrijfsinterne opleidingen en opleidingen die langer duren dan of die even lang duren als 32 uur op jaarbasis. § 3. De bij artikel 57, lid 3, bedoelde collectieve arbeidsovereenkomst omschrijft nader de inhoud van de samenwerking in het kader van de initiatieven ten voordele van de "risicogroepen bouw".

Het beheerscomité bedoeld in artikel 23 van de statuten van Constructiv bepaalt de inhoud van de andere bij de § 1 bedoelde groepen van taken. Het kan eveneens een voorrangsregeling vaststellen in de uitvoering van de verschillende taken. § 4. Het uitvoerend bureau van het regionale platform van Constructiv Building on People is paritair samengesteld uit vertegenwoordigers van de patronale en syndicale organisaties van de bouwsector. Het spant zich over het algemeen in om : - bouwopleidingen te bevorderen; - de beroepsoriëntatie van met name de jongeren naar de bouwsector te stimuleren; - de bijzonderheden van de plaatselijke arbeidsmarkt te analyseren en er de lessen uit te trekken voor de volbrenging van de algemene promotieactie.

TITEL VI. - Slotbepalingen

Art. 75.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor bepaalde duur. Zij treedt in werking op 1 januari 2019 en loopt af op 31 december 2020.

Ze behoudt echter haar uitwerking tijdens de looptijd van de overeenkomsten die tijdens de in lid 1 vastgestelde geldigheidsperiode werden gesloten overeenkomstig de bepalingen van titel II en van hoofdstuk V van titel III. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 20 april 2021.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE

^