Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 20 april 2021
gepubliceerd op 17 juni 2021

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 2019, gesloten in het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2014 betreffende het sociaal sectoraal pensioenplan voor de werknemers tewerkgesteld in een onderneming die behoort tot de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2021201523
pub.
17/06/2021
prom.
20/04/2021
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

20 APRIL 2021. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 2019, gesloten in het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2014 betreffende het sociaal sectoraal pensioenplan voor de werknemers tewerkgesteld in een onderneming die behoort tot de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 2019, gesloten in het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2014 betreffende het sociaal sectoraal pensioenplan voor de werknemers tewerkgesteld in een onderneming die behoort tot de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 20 april 2021.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden Collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 2019 Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2014 betreffende het sociaal sectoraal pensioenplan voor de werknemers tewerkgesteld in een onderneming die behoort tot de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden (Overeenkomst geregistreerd op 4 februari 2020 onder het nummer 156749/CO/323) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied en definities

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers die ressorteren onder het Paritair Comité nr. 323 voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden die, in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2014 betreffende het sociaal sectoraal pensioenplan voor de werknemers tewerkgesteld in een onderneming die behoort tot de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden (hierna de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2014), niet zijn uitgesloten van het toepassingsgebied van het sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel. § 2. Met "werknemers" worden alle werknemers bedoeld zonder onderscheid naar gender. HOOFDSTUK II. - Pensioenreglement

Art. 2.Het pensioenreglement opgenomen in bijlage 1 bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2014 wordt vervangen door het pensioenreglement in bijlage 1 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK III. - Solidariteitsreglement

Art. 3.Het solidariteitsreglement opgenomen in bijlage 2 bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2014 wordt vervangen door het solidariteitsreglement in bijlage 2 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK IV. - Geldigheidsduur

Art. 4.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2019 en wordt gesloten voor onbepaalde duur. § 2. Zij kan door één der partijen worden opgezegd mits een opzegging van zes maanden, bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het paritair comité en aan de erin vertegenwoordigde organisaties. De opzegging is alleen geldig voor zover artikel 10, § 1, 3° van de WAP is nageleefd.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 20 april 2021.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE

Bijlage 1 aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 2019, gesloten in het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2014 betreffende het sociaal sectoraal pensioenplan voor de werknemers tewerkgesteld in een onderneming die behoort tot de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden Reglement van aanvullend pensioen 1. Voorwerp De pensioentoezegging heeft tot doel om een kapitaal samen te stellen dat aan de aangeslotene uitgekeerd wordt, of aan zijn rechthebbende(n) in geval de aangeslotene overlijdt voor de voorziene einddatum.Het kapitaal kan op vraag van de begunstigde(n) omgezet worden in een lijfrente.

Dit pensioenreglement bepaalt, samen met de algemene voorwaarden, de rechten en verplichtingen van de inrichter, de pensioeninstelling, de ondernemingen, de aangeslotenen en hun rechthebbenden, en de voorwaarden waaronder deze rechten uitgeoefend kunnen worden.

Dit pensioenreglement is een onderdeel van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2014 betreffende het sectoraal pensioenstelsel. 2. Begripsomschrijving In dit reglement worden een aantal begrippen gebruikt, die de volgende betekenis hebben : Inrichter Het fonds voor bestaanszekerheid "Fonds 2de pijler PC 323" met zetel te 1070 Anderlecht, Birminghamstraat 225. Collectieve arbeidsovereenkomst die het pensioenstelsel invoert De collectieve arbeidsovereenkomst van 17 februari 2011 tot invoering van een aanvullend sectoraal pensioenstelsel voor de werknemers tewerkgesteld in de ondernemingen die behoren tot de bevoegdheid van het Paritair Comité 323 voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden. Van 1 januari 2012 tot 30 maart 2014 wordt deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangen door de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 oktober 2011 betreffende het sociaal sectoraal pensioenplan voor de werknemers tewerkgesteld in een onderneming die behoort tot de bevoegdheid van het Paritair Comité 323 voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden.

Voor de periode vanaf 1 april 2014 wordt deze collectieve arbeidsovereenkomst geannuleerd en vervangen door de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2014 betreffende het sociaal sectoraal pensioenplan voor de werknemers tewerkgesteld in een onderneming die behoort tot de bevoegdheid van het Paritair Comité 323 voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden.

Onderneming De onderneming die valt binnen het toepassingsgebied van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2014 betreffende het sociaal sectoraal pensioenplan voor de werknemers tewerkgesteld in een onderneming die behoort tot de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden.

Aangeslotene 1. De werknemer waarvoor de inrichter een pensioenstelsel heeft ingevoerd, en die aan de aansluitingsvoorwaarden van het pensioenreglement voldoet (de "actieve aangeslotene" genoemd);2. Het gewezen personeelslid dat nog steeds actuele of uitgestelde rechten geniet overeenkomstig het pensioenreglement (de "slaper" genoemd). Pensioeninstelling Rijksdienst voor Pensioenen/BW, (Federale Pensioendienst - FPD Beheer van de aanvullende pensioenen) met maatschappelijke zetel te Zuidertoren, 1060 Brussel, toegelaten onder nummer 1528, hierna de pensioeninstelling genoemd.

Einddatum De einddatum is de datum waarop het bedrag dat op de pensioenrekening opgebouwd werd opeisbaar is en kan omgezet worden in een rente. De einddatum is vastgesteld op de eerste dag van de maand volgend op de pensioenleeftijd van de aangeslotene.

Pensioenleeftijd 65 jaar.

Pensioenstelsel De collectieve pensioentoezegging beschreven in de collectieve arbeidsovereenkomst die het sectoraal pensioenstelsel invoert.

Pensioentoezegging De toezegging van de inrichter om een aanvullend pensioen ten voordele van de aangeslotene en/of zijn begunstigde(n) samen te stellen.

Verworven reserve Met "verworven reserve" wordt de reserve waarop de aangeslotene op een bepaald ogenblik recht heeft overeenkomstig dit pensioenreglement bedoeld.

WAP De wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid, hierna WAP genoemd.

Gezien deze pensioentoezegging een integrerend onderdeel uitmaakt van het sociaal sectoraal pensioenstelsel, dienen in het pensioenreglement gehanteerde termen die niet zouden opgenomen zijn in de hiervoor vermelde begrippenlijst te worden opgevat in hun betekenis in het licht van de wet betreffende de aanvullende pensioenen van 28 april 2003, hierna WAP genoemd. 3. Aansluiting De aansluiting is verplicht voor alle werknemers die zijn tewerkgesteld met een arbeidsovereenkomst bij een onderneming waarop de collectieve arbeidsovereenkomst tot invoering van het aanvullend sectoraal pensioenstelsel van toepassing is. Worden evenwel uitgesloten : - Werknemers met een arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid, zoals geregeld door hoofdstuk II van de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers; - Werknemers met een arbeidsovereenkomst die gesloten werd in het kader van een speciaal door of met steun van de overheid gevoerd opleidings-, arbeidsinpassings- en omscholingsprogramma. - Werknemers met vakantie-, studenten- en IBO-contracten (individuele beroepsopleiding); - Werknemers die al een wettelijk pensioen genieten op het ogenblik dat ze aangesloten zouden moeten worden.

De aansluiting heeft plaats op de datum waarop de werknemer aan de aansluitingsvoorwaarden voldoet en ten vroegste op 1 april 2010. 4. De pensioentoelage en hoe ze aangewend wordt 4.1. Het bedrag van de pensioentoelage De uitkeringen bij pensionering en in geval van vroegtijdig overlijden voor de einddatum, worden gefinancierd door trimestriële pensioentoelagen die door de onderneming ten gunste van de aangeslotene gestort worden aan de pensioeninstelling. De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) wordt belast met de inning van deze pensioentoelagen.

De regels en de modaliteiten inzake de financiering van het aanvullend pensioenplan worden vastgelegd in een collectieve arbeidsovereenkomst.

Van 1 april 2010 tot 31 december 2011 is dit de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 februari 2010. Bij de toekenning van de bijdragen op de individuele pensioenrekening wordt evenwel geen rekening gehouden met de hierna vermelde DMFA "gelijkgestelde" prestatiecodes : 004, 012, 020, 024, 030, 073 en de codes aangegeven met de "indicatieve codes".

Voor de periode van 1 januari 2012 tot 31 maart 2014 wordt dit bepaald door de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 oktober 2011 betreffende de vaststelling van de bijdrage ter financiering van het sectorale pensioenplan.

Voor de periode vanaf 1 april 2014 wordt dit bepaald door de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 december 2013 betreffende de vaststelling van de bijdrage ter financiering van het sectorale pensioenplan. 4.2. De aanwending van de pensioentoelage De pensioentoelage wordt voor iedere aangeslotene op een individuele pensioenrekening gestort voor een verzekering van een "uitgesteld kapitaal met terugbetaling van de reserve in het geval van overlijden" (UKMTR).

De oprenting gebeurt : - Vanaf de 1ste dag van het 2de trimester volgend op het einde van het trimester waarop de pensioentoelagen betrekking hebben; - Tot op de eerste dag van de maand waarop de uitbetaling van het aanvullend pensioen moet gebeuren; - Of tot op de eerste dag van de maand waarin de aangeslotene overlijdt.

Voor wat betreft de pensioentoelagen dewelke betrekking hebben op het jaar 2010 gebeurt de oprenting vanaf de 1ste dag volgend op de storting van de pensioentoelagen in het financieringsfonds. 4.3. Het rendement De pensioenrekening ontvangt een door de pensioeninstelling gewaarborgd rendement.

Bij : - uittreding van de aangeslotene; of - pensionering; of - het stopzetten van het pensioenstelsel; of - wanneer prestaties verschuldigd zijn overeenkomstig artikel 27, § 1, 6de lid van de WAP of de artikelen 63/2 en 63/3 van de WAP, worden indien nodig de reserves aangevuld om het rendement dat vereist is in uitvoering van artikel 24 van de WAP te bereiken. Het ontbrekende deel wordt geput uit het financieringsfonds. 4.4. Winstdeelname De pensioeninstelling kan overgaan tot het toekennen van een winstdeelname. Deze winstdeelname zal op de individuele pensioenrekening gestort worden voor wat betreft de reserve die op de individuele rekening aanwezig is, en in het financieringsfonds voor wat betreft de daar aanwezige reserve. 5. Uitkering op de einddatum 5.1. De einddatum De einddatum waarop het bedrag dat op de pensioenrekening opgebouwd werd opeisbaar is en kan omgezet worden in een rente, is vastgesteld op de eerste dag van de maand volgend op de pensioenleeftijd van de aangeslotene. 5.2. Blijven werken na de einddatum (verdaging van de einddatum) Indien de actieve aangeslotene in dienst is van een onderneming na de einddatum, blijft de pensioentoelage verschuldigd zo lang hij in dienst blijft, en er wordt een nieuwe einddatum vastgesteld door de eerdere einddatum telkens met 1 jaar te verlengen. De aangeslotene zal dan de uitkering van zijn pensioenrekening bekomen : - wanneer hij zijn wettelijk pensioen opneemt; - of wanneer zijn arbeidsovereenkomst met de onderneming beëindigd wordt; - of wanneer de aangeslotene hierom verzoekt.

Voor de aangeslotene die uitgetreden is voor de einddatum en zijn verworven reserve bij de pensioeninstelling gelaten heeft ("de slaper"), gebeurt de uitkering steeds op de einddatum, onafhankelijk van het feit of hij al dan niet blijven werken is na die datum. 5.3. Vervroegde uitkering De vervroegde uitkering is de uitkering van de pensioenrechten aan de aangeslotene voor de einddatum. De aangeslotene kan de vervoegde uitkering van de pensioenrechten ten vroegste vanaf de leeftijd van 60 jaar bekomen : - op de ingangsdatum van zijn wettelijk pensioen. In dit geval is de vervroegde uitkering verplicht; - of bij zijn brugpensioen (stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag) in het kader van een herstructureringsplan opgemaakt en gecommuniceerd aan de regionale en federale minister van werk voor 1 oktober 2015, conform artikel 63/3 van de WAP. De vervroegde uitkering brengt het verval van het recht op een uitkering bij overlijden vóór de einddatum mee. 6. Uitkering in geval van overlijden voor de einddatum Wanneer een aangeslotene overlijdt, heeft de begunstigde recht op de op het ogenblik van het overlijden opgebouwde waarde op de individuele pensioenrekening.7. Verworven rechten van de aangeslotene op de reserves De reserves opgebouwd vóór 1 januari 2019 op de individuele rekeningen, zijn verworven door de aangeslotene indien gedurende minstens vier, niet noodzakelijk opeenvolgende, trimesters bijdragen betaald werden aan het sectoraal pensioenstelsel.Voor de aangeslotene in dienst van een werkgever onderworpen aan onderhavig pensioenreglement in de loop van het 4de kwartaal 2018, wordt deze voorwaarde tevens als vervuld beschouwd en de vóór 1 januari 2019 opgebouwde reserves als verworven indien deze aangeslotene in de loop van het 1ste kwartaal van 2019 nog steeds in dienst is van een werkgever onderworpen aan onderhavig pensioenreglement.

De reserves opgebouwd vanaf 1 januari 2019 op de individuele rekeningen, zijn onmiddellijk verworven door de aangeslotene.

Een aangeslotene die de vereffening van zijn verzekerde bedragen heeft verkregen en die nadien opnieuw wordt aangesloten, wordt als een nieuwe aangeslotene beschouwd.

Een aangeslotene die ervoor gekozen heeft zijn verworven reserves over te dragen naar een andere pensioeninstelling en die nadien opnieuw wordt aangesloten, wordt eveneens als een nieuwe aangeslotene beschouwd.

De pensioenrekening kan niet in pand gegeven worden, en de begunstiging ervan kan niet overgedragen worden. Er kan geen voorschot op toegekend worden.

De bedragen van de niet verworven reserves worden in het financieringsfonds gestort. Deze bepaling houdt op uitwerking te hebben voor reserves opgebouwd vanaf 1 januari 2019. 8. De aangeslotene verlaat de sector vóór de einddatum De uittreding wordt geacht te hebben plaatsgevonden: - in geval van beëindiging van de arbeidsovereenkomst met een werkgever op wie dit pensioenreglement van toepassing is, anders dan door overlijden of pensionering.Wordt evenwel niet als een uittreding beschouwd, de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, anders dan door overlijden of pensionering, die wordt gevolgd door het sluiten van een arbeidsovereenkomst binnen de twee trimesters met een andere werkgever die onder het toepassingsgebied van onderhavig pensioenreglement valt; - in geval van beëindiging van de aansluiting vanwege het feit dat de aangeslotene niet langer de aansluitingsvoorwaarden van het pensioenstelsel vervult, zonder dat dit samenvalt met de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, anders dan door overlijden of pensionering; - in geval van beëindiging van de aansluiting vanwege het feit dat de werkgever of, in geval van de overgang van de arbeidsovereenkomst, de nieuwe werkgever niet langer valt onder het toepassingsgebied van de collectieve arbeidsovereenkomst die het pensioenstelsel heeft ingevoerd.

In geval van uittreding heeft de aangeslotene de keuze tussen de volgende mogelijkheden, voor zover hij verworven rechten heeft : a. Hetzij de verworven reserve zonder wijziging van de pensioenbelofte laten bij de pensioeninstelling en op de einddatum of bij overlijden een kapitaal ontvangen;b. Hetzij de verworven reserve overdragen naar de pensioeninstelling van : - de nieuwe werkgever waarmee hij een arbeidscontract sloot, indien hij aan de pensioentoezegging van die nieuwe werkgever aangesloten wordt; - ofwel de nieuwe rechtspersoon, bedoeld in artikel 3, § 1, 5°, a) van de WAP waaronder de werkgever ressorteert met wie hij een arbeidsovereenkomst heeft gesloten, indien hij wordt aangesloten bij de pensioentoezegging van die rechtspersoon; c. Hetzij de verworven reserve overdragen naar een andere pensioeninstelling die de totaliteit van haar winsten proportioneel met de reserves verdeelt onder de aangeslotenen, en die de kosten beperkt als gevolg van de regels bepaald door het koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende de toekenning van buitenwettelijke voordelen aan werknemers en aan bedrijfsleiders. Indien de aangeslotene geen expliciete keuze maakt binnen de dertig dagen, wordt hij verondersteld gekozen te hebben voor het behoud van zijn reserves bij de pensioeninstelling zonder wijziging van de pensioenbelofte (punt a. hierboven).

Na het verstrijken van de termijn van 30 dagen kan de aangeslotene te allen tijde vragen om zijn reserves over te dragen naar een andere pensioeninstelling.

In afwijking van het voorgaande blijft het bedrag van de verworven reserves op de datum van uittreding bij de pensioeninstelling, zonder wijziging van de pensioentoezegging, wanneer dit bedrag lager is dan of gelijk aan 150 EUR. Dit bedrag van 150 EUR wordt ge-ïndexeerd overeenkomstig artikel 32, § 1, laatste lid van de WAP. 9. De manier van uitkeren De begunstigde(n) kan (kunnen) evenwel vragen om het kapitaal dat aan hem(n) toekomt, om te vormen in een lijfrente.De hoogte van de lijfrente wordt bepaald op basis van de op het moment van de omzetting door de pensioeninstelling gehanteerde tarieven. Een keuze voor een vereffening als lijfrente moet uiterlijk bij de aanvraag van de uitkering schriftelijk door de begunstigde(n) meegedeeld worden.

Het kan volgens de keuze van de begunstigde gaan om een lijfrente die enkel aan hem betaald wordt, of om een lijfrente die in geval van overlijden van de begunstigde voor 50 pct. of 75 pct. overdraagbaar is op de overlevende echtgeno(o)t(e) of op de partner waarmee hij wettelijk samenwoont.

De renten worden in maandelijkse delen betaald op de laatste dag van elke maand, tot en met de laatste vervaldag die voorafgaat aan het overlijden van de begunstigde(n).

Wanneer de lijfrente bij aanvang lager is dan 500 EUR per jaar, wordt het pensioenkapitaal uitgekeerd en heeft de begunstigde geen optie tot omzetting in lijfrente. Wanneer het jaarbedrag van de rente gelegen is tussen 500 en 800,01 EUR, dan wordt ze niet maandelijks betaald, maar in vier gelijke delen op het einde van ieder trimester. De in deze paragraaf vermelde drempels worden geïndexeerd volgens de bepalingen van de wet van 2 augustus 1971 houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist geïndexeerd worden.

Alle bedragen, voordelen en uitkeringen die voortvloeien uit onderhavig pensioenreglement vormen brutobedragen, waarop alle bij wet verschuldigde inhoudingen, heffingen, bijdragen en belastingen in mindering gebracht moeten worden. Al deze inhoudingen, heffingen, bijdragen en belastingen zijn ten laste van de aangeslotene(n) of de begunstigde(n). 10. Begunstigden 10.1. De begunstigde van de uitkering op de einddatum Indien de aangeslotene in leven is op de einddatum, wordt het kapitaal uitgekeerd aan de aangeslotene zelf.

Alle rechtsvorderingen tussen een werknemer en/of een aangeslotene, enerzijds, en een inrichter en/of een pensioeninstelling, anderzijds, die voortvloeien uit of verband houden met een aanvullend pensioen of het beheer ervan, verjaren door verloop van vijf jaar vanaf de dag volgend op die waarop de benadeelde werknemer of aangeslotene kennis heeft gekregen of redelijkerwijze kennis had moeten krijgen, hetzij van het voorval dat het vorderingsrecht doet ontstaan, hetzij van de schade en van de identiteit van de daarvoor aansprakelijke persoon. In dit geval wordt het kapitaal gestort in het financieringsfonds. 10.2. De begunstigde van de uitkering bij overlijden Indien de aangeslotene overlijdt vóór de einddatum, wordt de voorziene uitkering bij overlijden uitgekeerd aan de begunstigde(n) op basis van de volgende voorrangsorde : - De echtgeno(o)t(e) van de aangeslotene voor zo ver die niet gerechtelijk van tafel en bed of feitelijk gescheiden is, of die zich niet in aanleg tot scheiding van tafel en bed of echtscheiding bevindt. De echtgenoten worden geacht feitelijk gescheiden te zijn wanneer uit de bevolkingsregisters blijkt dat zij een verschillende woonplaats hebben; - Bij ontstentenis, de persoon die wettelijk samenwoont met de aangeslotene in de zin van artikelen 1475 tot 1479 van het Burgerlijk Wetboek, en die geen bloedverwant is van de aangeslotene; - Bij ontstentenis de kinderen van de aangeslotene, waarvan de afstamming vaststaat en zijn adoptieve kinderen, of bij plaatsvervulling, hun nakomelingen; - Bij ontstentenis de ouders van de aangeslotenen. Bij overlijden van één van hen komt het kapitaal toe aan de langstlevende; - Bij ontstentenis de door de aangeslotene per aangetekend schrijven aangeduide perso(o)n(en), waarbij de laatst verstuurde aangetekende brief rechtsgeldig is; - Bij ontstentenis het financieringsfonds, met uitsluiting van de Staat.

Indien er meerdere begunstigden zijn, wordt het voorziene kapitaal in gelijke delen onder hen verdeeld.

In geval de aangeslotene en de begunstigde overlijden zonder dat de volgorde van overlijden kan bepaald worden, wordt het kapitaaloverlijden uitgekeerd aan de plaatsvervanger(s) van de begunstigde(n).

Met respect voor de wettelijke bepalingen en zonder dat de inrichter of de pensioeninstelling aansprakelijk kan worden gesteld voor een eventuele betwisting kan de aangeslotene schriftelijk per aangetekende brief aan de inrichter de bovengenoemde rangorde wijzigen of zelf een begunstigde aanduiden, waarbij de laatst bij de inrichter aangekomen betekende brief doorslaggevend zal zijn.

Indien het overlijden van de aangeslotene het gevolg is van een opzettelijke daad te wijten aan of aangezet door één van de begunstigde(n), wordt deze automatisch als begunstigde geschrapt.

Alle rechtsvorderingen tussen een begunstigde, enerzijds, en een inrichter en/of een pensioeninstelling, anderzijds, die voortvloeien uit of verband houden met een aanvullend pensioen of het beheer ervan, verjaren door verloop van vijf jaar vanaf de dag volgend op die waarop de begunstigde kennis heeft gekregen of redelijkerwijze kennis had moeten krijgen, hetzij tegelijk van het bestaan van het aanvullend pensioen, van zijn hoedanigheid van begunstigde en van het voorval dat de prestaties opeisbaar doet worden, hetzij van de schade en van de identiteit van de daarvoor aansprakelijke persoon. In dit geval wordt het kapitaal gestort in het financieringsfonds. 11. Verplichtingen van de inrichter De inrichter gaat tegenover alle ondernemingen en aangeslotenen de verbintenis aan alles te doen wat nodig is voor de goede uitvoering van dit pensioenstelsel.Hij zal de bij de ondernemingen geïnde pensioentoelagen zo spoedig mogelijk aan de pensioeninstelling overmaken. Bovendien zal hij alle voor het beheer van het pensioenstelsel benodigde gegevens overmaken.

De tekst van het pensioenreglement, de algemene voorwaarden en het beheersverslag worden door de inrichter ter beschikking gesteld aan de aangeslotenen op diens eenvoudig verzoek.

De inrichter zal alle afspraken uitvoeren, zoals zij zijn vastgelegd in een tussen de inrichter en de pensioeninstelling aanvaarde en ondertekende beheersovereenkomst.

De inrichter zal tevens alle andere door de WAP en andere regelgeving opgelegde verplichtingen naleven. 12. Verplichtingen van de aangeslotene en de begunstigde De aangeslotene of de begunstigde(n) zal (zullen) alle ontbrekende inlichtingen en bewijsstukken die nodig zijn opdat de pensioeninstelling zijn verplichtingen tegenover de aangeslotene of zijn rechthebbenden kan uitvoeren, op eenvoudige vraag overmaken. Zolang de aangeslotene deze inlichtingen of bewijsstukken niet overmaakt, zullen de inrichter en de pensioeninstelling hun verplichtingen tegenover de aangeslotene met betrekking tot het aanvullend pensioen dat in dit reglement beschreven wordt niet kunnen uitvoeren. Er kan in dat geval geen sprake zijn van enige vorm van vergoeding of verwijlintrest voor een gebeurlijke late uitbetaling van rechten. Indien de aangeslotene deze inlichtingen of bewijsstukken niet overmaakt, dan zullen de inrichter en de pensioeninstelling ontslagen zijn van hun verplichtingen tegenover de aangeslotene met betrekking tot het voordeel dat in dit reglement beschreven wordt.

De aangeslotene en de begunstigde blijven verantwoordelijk voor de inlichtingen die ze overmaken, en de inrichter en de pensioeninstelling kunnen niet aansprakelijk gesteld worden voor de gevolgen van laattijdige of foutieve informatie. 13. Gevolgen van het niet betalen van de pensioentoelagen De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) zal de verschuldigde pensioentoelagen via de inrichter aan de pensioeninstelling overmaken. De pensioeninstelling zal iedere aangeslotene uiterlijk binnen de 3 maanden volgend op de datum waarop zij kennis kreeg van een betalingsachterstand, door middel van een op zijn persoonlijk adres gestuurde brief op de hoogte brengen. 14. Fiscale bepalingen De hiernavolgende bepalingen zijn louter indicatief.In geval van strijdigheid met de wet, gelden de wettelijke bepalingen. 14.1. Welke fiscale wetgeving is van toepassing ? Wanneer de aangeslotene en de begunstigde hun woon- en/of werkplaats in België hebben, en de onderneming gevestigd is in België, is de Belgische fiscale wetgeving van toepassing zowel op de pensioenbijdragen als op de uitkeringen. Is dit niet het geval, dan zouden fiscale en/of sociale lasten kunnen verschuldigd zijn op basis van een buitenlandse wetgeving, in uitvoering van de internationale verdragen die in dat verband gelden. 14.2. Belastingstatuut van de pensioentoelage Op basis van de Belgische fiscale wetgeving van kracht op de ingangsdatum van dit pensioenreglement, vormen de werkgeverstoelagen in principe aftrekbare beroepskosten in de vennootschapsbelasting, en geven geen aanleiding tot bijkomende heffing in de rechtspersonenbelasting, noch tot een dadelijk belastbaar voordeel voor de aangeslotene.

Het bedrag, uitgedrukt in jaarlijkse rente : - van de voorziene uitkeringen naar aanleiding van pensionering in uitvoering van dit pensioenreglement; - van het wettelijk pensioen; - van andere aanvullende pensioenuitkeringen waarop de aangeslotene recht heeft, mag evenwel 80 pct. van de laatste normale brutobezoldiging niet overschrijden, rekening houdend met de normale duur van een beroepswerkzaamheid, en met een overdraagbaarheid van de rente ten gunste van de overlevende echtgeno(o)t(e) van 80 pct., en met een indexatie van de rente.

Indien een onderneming voor een aangeslotene nog andere aanvullende pensioenvoordelen zou voorzien dan diegene die voortkomen uit dit pensioenreglement, zal een gebeurlijke overschrijding van de fiscaal toegelaten grens aangerekend worden op de financiering van die andere pensioenvoordelen. 15. Informatie 15.1. Het pensioenreglement De tekst van het pensioenreglement en de algemene voorwaarden wordt door de inrichter ter beschikking gesteld aan de aangeslotenen op diens eenvoudig verzoek. 15.2. De pensioenfiche De pensioeninstelling bezorgt elke actieve aangeslotene door middel van een pensioenfiche jaarlijks de in artikel 26, § 1 van de WAP bepaalde informatie. De informatieverstrekking kan, met naleving van de in artikel 26 van de WAP voorziene voorwaarden, ook op elektronische wijze gebeuren. 15.3. Het beheersverslag De pensioeninstelling stelt jaarlijks een verslag op over het beheer van de pensioentoezegging en over het beheer van het financieringsfonds.

De tekst van het beheersverslag wordt door de inrichter ter beschikking gesteld aan de aangeslotenen op diens eenvoudig verzoek. 16. Financieringsfonds Het financieringsfonds wordt beheerd door de pensioeninstelling en ontvangt hetzelfde globaal rendement (pro rata temporis) dat aan de wiskundige reserves toegekend wordt. Het fonds wordt gecrediteerd met : - de pensioentoelagen die door de RSZ via de inrichter aan de pensioeninstelling overgemaakt worden; - de reserves waarop de aangeslotene geen aanspraak kan maken; - de kapitalen overlijden waarvan het financieringsfonds de begunstigde is; - de kapitalen bij leven en overlijden die het voorwerp uitmaken van verjaring na de wettelijke termijn van 5 jaar; - de toegekende intrest en winstdeelname.

Het fonds wordt gedebiteerd voor : - driemaandelijkse stortingen toegewezen aan de individuele polissen "uitgesteld kapitaal met terugbetaling van de reserve in het geval van overlijden"; - de aanvullingen die vereist zijn om het vereiste rendement waarvan sprake in artikel 24 van de WAP, te bereiken; - elk ander bedrag beslist door de inrichter, voor zover dit is toegewezen aan een verhoging van de voordelen van de aangeslotenen.

Binnen de wettelijke mogelijkheden beslist de inrichter over de bestemming van het financieringsfonds. Het fonds is bestemd voor de aangeslotenen en/of zijn begunstigden en zijn tegoeden mogen nooit, zelfs niet gedeeltelijk, teruggestort worden aan de inrichter.

Het financieringsfonds mag nooit een negatief saldo vertonen. Elke verrichting die het saldo van het fonds op een negatief bedrag zou brengen, wordt uitgesteld tot de financiële middelen van het fonds toelaten ze te realiseren. Als de pensioeninstelling de onmogelijkheid om een verrichting te realiseren vaststelt, informeert ze onmiddellijk de inrichter, die gepaste maatregelen dient te nemen. 17. Bescherming en verwerking van persoonsgegevens De inrichter en de pensioeninstelling hechten een bijzonder belang aan de bescherming van persoonsgegevens en verwerken deze conform de toepasselijke reglementering, onder meer de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG of GDPR) en de privacy verklaringen van de inrichter en de pensioeninstelling. Verwerkingsdoeleinden De inrichter ontvangt de persoonsgegevens van de aangeslotenen en hun rechthebbenden van de Vereniging van Sectorale Instellingen (VSI).

De inrichter deelt met het oog op het beheren en uitvoeren van het pensioenreglement persoonsgegevens mee aan de pensioeninstelling.

De inrichter en de pensioeninstelling verwerken de persoonsgegevens van de aangeslotenen en hun begunstigden ("de betrokkenen") met het oog op de uitvoering van dit reglement, met uitsluiting van elk commercieel oogmerk, en dit op basis van een wettelijke verplichting (de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen).

In deze context hebben zij allen het statuut van verwerkingsverantwoordelijke.

Daarnaast kunnen de inrichter en de pensioeninstelling, als verwerkingsverantwoordelijken, de persoonsgegevens verwerken voor de volgende doeleinden : - Het voldoen aan wettelijke en reglementaire verplichtingen zoals fiscale verplichtingen en dit op grond van een wettelijke bepaling; - Het beheer van het personenbestand voor de uitkering van de prestaties; - De opmaak van statistieken, de detectie en preventie van misbruiken en fraude, het samenstellen van bewijzen, de beveiliging van goederen, personen, informaticanetwerken en -systemen van de verwerkingsverantwoordelijke, de optimalisatie van de processen, en dit op grond van het gerechtvaardigd belang van de verwerkingsverantwoordelijke; - De adviesverlening op grond van het gerechtvaardigd belang van de verwerkingsverantwoordelijke, tenzij de betrokkene zich hiertegen verzet.

Voor het vervullen van deze doeleinden kan de verwerkingsverantwoordelijke persoonsgegevens ontvangen van de betrokkene zelf of van derden. In voorkomend geval kunnen deze verwerkingsdoeleinden gebaseerd zijn op de toestemming van de betrokkene.

Categorieën van verwerkte persoonsgegevens en mogelijke ontvangers Volgende categorieën van persoonsgegevens kunnen worden verwerkt : identificatie- en contactgegevens, financiële gegevens, persoonlijke kenmerken, beroep en betrekking, samenstelling van het gezin, gerechtelijke gegevens.

Deze gegevens kunnen worden meegedeeld aan een verwerker van de verwerkingsverantwoordelijken, aan een expert, een advocaat, een technisch adviseur, en verzekeraar.

Zij kunnen tevens worden meegedeeld aan om het even welke persoon of instantie in het kader van een wettelijke verplichting of een administratieve of rechterlijke beslissing of indien er een gerechtvaardigd belang bestaat.

Rechten van betrokkenen De aangeslotenen en hun begunstigden kunnen een gedateerde en ondertekende aanvraag richten tot een verwerkingsverantwoordelijken voor de uitoefening van hun recht op toegang, rechtzetting, wissing, beperking en overdracht van persoonsgegevens. Dergelijke aanvraag voor het "Fonds 2de pijler PC 323" dient gericht te worden aan de DPO, Porta Secura, bereikbaar via e-mail op : michael.boeynaems@portasecura.com.

Meer informatie betreffende de bescherming en verwerking van persoonsgegevens is beschikbaar in de privacyverklaring/het privacy beleid van de verwerkingsverantwoordelijken beschikbaar op hun website. 18. Wijziging van dit reglement Dit pensioenreglement kan gewijzigd of stopgezet worden door een collectieve arbeidsovereenkomst die in het bevoegde paritaire comité gesloten wordt. In geval van stopzetting van het pensioenplan of overdracht van reserves naar een andere pensioeninstelling zal de pensioeninstelling de pensioenrekeningen premievrij maken op basis van de tot het moment van stopzetting of overdracht effectief ontvangen bijdragen.

De eventuele wijziging zal in geen geval een vermindering van de verworven prestaties of van de verworven reserves voor verlopen dienstjaren tot gevolg hebben.

Geen enkele vergoeding of verlies van winstdelingen zal ten laste worden gelegd van de aangeslotenen of van de op het ogenblik van de overdracht verworven reserve worden afgetrokken. 19. Geschillen en toepasselijk recht Het Belgische recht is van toepassing op dit reglement.Gebeurlijke geschillen tussen de partijen in verband ermee behoren tot de bevoegdheid van de Belgische rechtbanken.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 20 april 2021.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE

Bijlage 2 aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 2019, gesloten in het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2014 betreffende het sociaal sectoraal pensioenplan voor de werknemers tewerkgesteld in een onderneming die behoort tot de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden Solidariteitsreglement 1. Voorwerp De toezegging van solidariteitsprestaties heeft tot doel om aan de aangeslotenen en/of hun rechthebbenden bijkomende solidariteitsprestaties bij het sectoraal pensioenstelsel toe te kennen. Dit solidariteitsreglement bepaalt de regels en modaliteiten voor de uitvoering van de solidariteitstoezegging van de inrichter.

Dit solidariteitsreglement is een onderdeel van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2014 betreffende het sectoraal pensioenstelsel. 2. Begripsomschrijving In dit reglement worden een aantal begrippen gebruikt, die de volgende betekenis hebben : Inrichter Het fonds voor bestaanszekerheid "Fonds 2de pijler PC 323" met zetel te 1070 Anderlecht, Birminghamstraat 225. Collectieve arbeidsovereenkomst die het sociaal sectoraal pensioenstelsel invoert De collectieve arbeidsovereenkomst van 17 februari 2011 tot invoering van een aanvullend sectoraal pensioenstelsel voor de werknemers tewerkgesteld in de ondernemingen die behoren tot het Paritair Comité 323 voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden.

Van 1 januari 2012 tot 31 maart 2014 wordt deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangen door de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 oktober 2011 betreffende het sociaal sectoraal pensioenplan voor de werknemers tewerkgesteld in een onderneming die behoort tot de bevoegdheid van het Paritair Comité 323 voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden.

Vanaf 1 april 2014 wordt deze collectieve arbeidsovereenkomst geannuleerd en vervangen door de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2014 betreffende het sociaal sectoraal pensioenplan voor de werknemers tewerkgesteld in een onderneming die behoort tot de bevoegdheid van het Paritair Comité 323 voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden.

Onderneming De onderneming die valt binnen het toepassingsgebied van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2014 betreffende het sociaal sectoraal pensioenplan voor de werknemers tewerkgesteld in een onderneming die behoort tot de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden.

Aangeslotene De werknemer waarvoor de inrichter een solidariteitsstelsel heeft ingevoerd, en die aan de aansluitingsvoorwaarden van het solidariteitsreglement voldoet.

Solidariteitsinstelling Het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de vastgoedsector", met maatschappelijke zetel te 9000 Gent, Kortrijksesteenweg 1005, een fonds voor bestaanszekerheid hierna de solidariteitsinstelling genoemd.

Solidariteitsfonds Het collectieve fonds dat bij de solidariteitsinstelling in het kader van de solidariteitstoezegging wordt gevormd en afgescheiden van diens overige activiteiten wordt beheerd.

Uittreding De uittreding wordt geacht te hebben plaatsgevonden : - In geval van beëindiging van de arbeidsovereenkomst met een werkgever op wie dit reglement van toepassing is, anders dan door overlijden of pensionering. Wordt evenwel niet als een uittreding beschouwd, de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, anders dan door overlijden of pensionering, die wordt gevolgd door het sluiten van een arbeidsovereenkomst binnen de twee trimesters met een andere werkgever die onder het toepassingsgebied van onderhavig reglement valt; - In geval van beëindiging van de aansluiting vanwege het feit dat de aangeslotene niet langer de aansluitingsvoorwaarden van het solidariteitsstelsel vervult, zonder dat dit samenvalt met de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, anders dan door overlijden of pensionering; - In geval van beëindiging van de aansluiting vanwege het feit dat de werkgever of, in geval van de overgang van de arbeidsovereenkomst, de nieuwe werkgever niet langer valt onder het toepassingsgebied van de collectieve arbeidsovereenkomst die het pensioenstelsel heeft ingevoerd.

In geval van uittreding vervallen onmiddellijk alle rechten en voordelen voorzien in het solidariteitsreglement.

Gezien deze solidariteitstoezegging een integrerend onderdeel uitmaakt van het sociaal sectoraal pensioenstelsel, dienen in het solidariteitsreglement gehanteerde termen die niet zouden opgenomen zijn in de hiervoor vermelde begrippenlijst te worden opgevat in hun betekenis in het licht van de wet betreffende de aanvullende pensioenen van 28 april 2003, hierna WAP genoemd, of in het licht van de in het pensioenreglement opgenomen begrippenlijst.

WAP Wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid. 3. Aansluiting Om aanspraak te kunnen maken op de solidariteitsprestaties dient : - De werknemer aangesloten te zijn bij het sociaal sectoraal pensioenstelsel van de inrichter; - De werknemer tewerkgesteld te zijn met een arbeidsovereenkomst bij een werkgever die onder het toepassingsgebied van het sectorale pensioenstelsel van de inrichter valt; - Voor de werknemer gedurende minstens vier, niet noodzakelijk opeenvolgende, trimesters bijdragen aan het sectoraal pensioenstelsel te zijn betaald.

Vanaf 1 januari 2019 vervalt de voorwaarde van minstens vier trimesters bijdragebetaling aan het sectoraal pensioenstelsel.

De solidariteitstoezegging geeft geen aanleiding tot de vestiging van verworven rechten bij uittreding of bij wijziging of opheffing van het solidariteitsreglement.

Een aangeslotene die de vereffening van zijn verzekerde bedragen in het kader van zijn pensioentoezegging heeft verkregen en die nadien opnieuw wordt aangesloten, wordt als een nieuwe aangeslotene beschouwd.

Een aangeslotene die ervoor gekozen heeft zijn verworven reserves in kader van zijn pensioentoezegging over te dragen naar een andere pensioeninstelling en die nadien opnieuw wordt aangesloten, wordt eveneens als een nieuwe aangeslotene beschouwd. 4. De solidariteitsprestaties Alle bedragen, voordelen en uitkeringen die voortvloeien uit dit solidariteitsreglement vormen brutobedragen, waarop alle bij wet verschuldigde inhoudingen, heffingen, bijdragen en belastingen in mindering gebracht moeten worden.Al deze inhoudingen, heffingen, bijdragen en belastingen zijn ten laste van de aangeslotene(n) of de begunstigde(n).

De volgende solidariteitsprestaties worden vastgelegd : 4.1. Uitkeringen bij inkomstenverlies ten gevolge van overlijden van de aangeslotene tijdens de beroepsloopbaan In geval van overlijden van de aangeslotene tijdens de beroepsloopbaan zal er een bedrag ter vergoeding van inkomensverlies toegekend worden van : - 1 250 EUR bij overlijden vóór 1 januari 2015; - 1 700 EUR bij overlijden in 2015; - 2 500 EUR bij overlijden in 2016; - 3 500 EUR bij overlijden vanaf 1 januari 2017.

Indien het overlijden van de aangeslotene voorafgegaan wordt door een vergoede periode wegens ziekte of ongeval, dan wordt deze uitkering enkel toegekend indien het overlijden plaatsvindt binnen de vijf jaren na de begindatum van de vergoede periode wegens ziekte of ongeval.

Dit bedrag wordt vermenigvuldigd met de tewerkstellingsbreuk in verhouding tot een voltijdse dienstbetrekking die in voege was op het ogenblik van het overlijden.

Dit eenmalig bedrag wordt gevoegd bij de uitkering die krachtens het sectoraal pensioenstelsel wordt toegekend in geval van overlijden, en wordt uitgekeerd aan de begunstigde volgens de modaliteiten van het pensioenreglement van het sectorale pensioenstelsel. 4.2. Financiering van de opbouw van het aanvullend pensioen tijdens de periode voorafgaand aan het faillissement van de werkgever In geval de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid onvoldoende gelden kan innen voor de in het pensioenreglement voorziene pensioenopbouw, zullen die ontbrekende pensioentoelagen op de individuele pensioenrekening gestort worden en zullen de tekorten met respect van de geldende wetgeving door het solidariteitsfonds ten laste genomen worden tot ten hoogste één maand na de faillietverklaring.

Deze prestatie wordt vereffend zonder dat de aangeslotene hiertoe een aanvraag moet indienen. 4.3. Financiering van de opbouw van het aanvullend pensioen bij inkomensverlies ten gevolge van arbeidsongeschiktheid In geval de aangeslotene het slachtoffer is van een arbeidsongeschiktheid met verlies van inkomen, waarvan de duurtijd minstens 200 dagen over een periode van vijf opeenvolgende trimesters bedraagt, wordt een eenmalig bedrag gestort op de individuele pensioenrekening van de aangeslotene van : - 240 EUR indien voldaan is aan de voorwaarden vóór 1 januari 2015; - 600 EUR indien voldaan is aan de voorwaarden in 2015; - 900 EUR indien voldaan is aan de voorwaarden in 2016; - 1 200 EUR indien voldaan is aan de voorwaarden vanaf 1 januari 2017.

Dit bedrag wordt vermenigvuldigd met de tewerkstellingsgraad in verhouding tot een voltijdse dienstbetrekking die in voege was bij het begin van de arbeidsongeschiktheid. Een aangeslotene kan slechts éénmaal tijdens zijn loopbaan deze vergoeding ontvangen. Er wordt alleen maar rekening gehouden met periodes van arbeidsongeschiktheid die een aanvang nemen ten vroegste op 1 april 2010. De opeenvolgende verhogingen gebeuren telkens onder voorbehoud van een jaarlijkse positieve evaluatie van de beschikbare middelen door de raad van bestuur van het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de vastgoedsector".

Het betreft de arbeidsongeschiktheid, zoals gedekt in de codes 50, 60 en 61 van de DMFA-WAP : - Code 50 : ziekte (ziekte of ongeval van gemeen recht en profylactisch verlof); - Code 60 : arbeidsongeval; - Code 61 : beroepsziekte.

Deze prestatie wordt vereffend zonder dat de aangeslotene hiertoe een aanvraag moet indienen. 5. Financiering van de solidariteitsprestaties De solidariteitsprestaties worden gefinancierd door een solidariteitsbijdrage die minstens gelijk is aan 4,4 pct.van de pensioentoelage die in uitvoering van het sectoraal pensioenstelsel van de inrichter verschuldigd is. Deze solidariteitsbijdrage wordt samen met de pensioentoelage door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid geïnd en via de inrichter aan de solidariteitsinstelling overgemaakt.

De regels en de modaliteiten inzake de financiering van het sociaal sectoraal pensioenplan worden vastgelegd in een collectieve arbeidsovereenkomst.

Van 1 april 2010 tot 31 december 2011 is dit de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 februari 2010.

Voor de periode van 1 januari 2012 tot 31 maart 2014 wordt dit bepaald door de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 oktober 2011 betreffende de vaststelling van de bijdrage ter financiering van het sectorale pensioenplan.

Voor de periode vanaf 1 april 2014 wordt dit bepaald door de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 december 2013 betreffende de vaststelling van de bijdrage ter financiering van het sectorale pensioenplan. 6. Gevolgen van het niet-betalen van de solidariteitsbijdrage De solidariteitsinstelling zal iedere aangeslotene uiterlijk binnen de 3 maanden volgend op de datum waarop zij kennis kreeg van een betalingsachterstand, door middel van een op zijn persoonlijk adres gestuurde brief op de hoogte brengen.7. Beheer van de solidariteitsprestaties De inrichter gaat tegenover alle werkgevers en aangeslotenen de verbintenis aan alles te doen wat nodig is voor de goede uitvoering van dit solidariteitsstelsel en ter naleving van de toepasselijke reglementering. De inrichter is gemachtigd om aan de solidariteitsinstelling alle inlichtingen en bewijsstukken over te maken die nodig zijn voor de goede uitvoering van dit reglement.

De aangeslotene of de begunstigde(n) zal/zullen op eenvoudige aanvraag alle ontbrekende inlichtingen en bewijsstukken bezorgen die nodig zijn opdat de solidariteitsinstelling zijn verplichtingen tegenover de aangeslotene of zijn rechthebbenden kan uitvoeren.

Zolang zij deze inlichtingen of bewijsstukken niet overmaken, zullen de inrichter en de solidariteitsinstelling hun verplichtingen tegenover de aangeslotene en de begunstigden met betrekking de voordelen die in dit reglement beschreven worden niet kunnen uitvoeren. Er kan in dat geval geen sprake zijn van enige vorm van vergoeding of verwijlintrest voor een gebeurlijke late uitbetaling van rechten.

Indien zij deze inlichtingen of bewijsstukken niet overmaken, dan zullen de inrichter en de solidariteitsinstelling ontslagen zijn van hun verplichtingen tegenover de aangeslotene en de begunstigde met betrekking tot het voordeel dat in dit reglement beschreven wordt.

De solidariteitsinstelling dekt de aangeslotene op basis van de gegevens overgemaakt door de inrichter. De solidariteitsinstelling houdt uitsluitend rekening met de laatst meegedeelde gegevens.

De inrichter staat in voor de nauwkeurigheid van de inlichtingen en is verantwoordelijk voor de gevolgen die voortvloeien uit alle onnauwkeurige, onvolledige, onjuiste of laattijdige inlichtingen, die verstrekt worden aan de solidariteitsinstelling, voor zover de werkgever de inlichtingen nauwkeurig, volledig, correct en op tijd heeft verstrekt.

De solidariteitsinstelling zal alle door de WAP en andere regelgeving opgelegde verplichtingen naleven.

Het solidariteitsfonds waaruit de solidariteitsprestaties geput worden, is een stelsel van collectieve reserve dat beheerd wordt overeenkomstig de in dit reglement gedefinieerde doelstellingen en bepalingen.

Het solidariteitsfonds behoort toe aan het geheel van de aangeslotenen. Indien een werkgever of werknemer om één of andere reden ophoudt deel uit te maken van het toepassingsgebied van dit solidariteitsreglement, kan hij op geen enkele wijze aanspraak maken op de tegoeden van het solidariteitsfonds.

Het solidariteitsfonds en de solidariteitsprestaties worden beheerd in overeenstemming met de bepalingen van de ter zake geldende wetgeving.

Daartoe zal de solidariteitsinstelling de rekeningen van het solidariteitsfonds afzonderlijk van de andere activiteiten beheren.

De inkomsten van de rekeningen van het solidariteitsfonds kunnen bestaan uit : - de solidariteitsbijdragen in uitvoering van dit solidariteitsreglement; - eventuele andere sommen gestort door de inrichter; - de financiële opbrengsten van de rekeningen van het solidariteitsfonds.

De uitgaven van de rekeningen van het solidariteitsfonds kunnen bestaan uit : - de uitkering van de in dit reglement bepaalde solidariteitsprestaties; - de financiering van de premies bestemd voor de verzekering die de solidariteitsinstelling voor de in dit reglement bepaalde solidariteitsprestaties zou sluiten; - de kosten voor het beheer van de solidariteitstoezegging.

De solidariteitsinstelling stelt op het einde van ieder boekjaar een resultatenrekening op, evenals een balans met activa en passiva van het solidariteitsfonds, en zendt deze stukken binnen de maand na hun goedkeuring aan de FSMA. 8. Wijziging De solidariteitsprestaties zoals die in dit reglement beschreven worden, kunnen op ieder ogenblik aangepast worden aan de beschikbare middelen met het oog op het behouden van het financiële evenwicht in overeenstemming met de wettelijke bepalingen.Te dien einde zal de inrichter het initiatief nemen om onderhavig reglement aan te passen.

Een wijziging van het solidariteitsreglement wordt vastgelegd in een collectieve arbeidsovereenkomst, zoals voorzien in de ter zake geldende wetgeving.

De wijziging van de solidariteitstoezegging geeft geen aanleiding tot de vestiging van verworven rechten.

Een wijziging van de solidariteitsinstelling en de eventueel hiermee verbonden overdracht van reserves is onderworpen aan de voorwaarden zoals voorzien in de WAP. 9. Beëindiging Indien het sectorale pensioenstelsel zou stopgezet worden, zullen de reserves van het solidariteitsluik onder de aangeslotenen verdeeld worden naar rata van hun verworven reserves in het pensioenstelsel en aangewend worden als een koopsom op de individuele pensioenrekening, na aftrek van de provisies voor lopende solidariteitsprestaties en voor te voorziene kosten in verband met de opheffing van het solidariteitsstelsel. Indien dit solidariteitsreglement niet langer van toepassing is op een inrichter of een werkgever, kan die op geen enkele wijze aanspraak maken op een gedeelte van de tegoeden op de rekeningen van het solidariteitsfonds.

De beëindiging van de solidariteitstoezegging geeft geen aanleiding tot de vestiging van verworven rechten. 10. Informatie 10.1. Het solidariteitsreglement De tekst van het solidariteitsreglement wordt door de inrichter ter beschikking gesteld aan de aangeslotenen op diens eenvoudig verzoek. 10.2. Het beheersverslag De solidariteitsinstelling stelt jaarlijks een verslag over het beheer van de solidariteitstoezegging op.

De tekst van het beheersverslag wordt door de inrichter ter beschikking gesteld aan de aangeslotenen op diens eenvoudig verzoek. 11. Bescherming en verwerking van persoonsgegevens De inrichter en de solidariteitsinstelling hechten een bijzonder belang aan de bescherming van persoonsgegevens en verwerken deze conform de toepasselijke reglementering, onder meer de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG of GDPR) en de privacy verklaringen van de inrichter en de solidariteitsinstelling. Verwerkingsdoeleinden De inrichter ontvangt de persoonsgegevens van de aangeslotenen en hun rechthebbenden van de Vereniging van Sectorale Instellingen (VSI).

De inrichter deelt met het oog op het beheren en uitvoeren van het solidariteitsreglement persoonsgegevens mee aan de solidariteitsinstelling.

De inrichter en de solidariteitsinstelling verwerken de persoonsgegevens van de aangeslotenen en hun begunstigden ("de betrokkenen") met het oog op de uitvoering van dit solidariteitsreglement, met uitsluiting van elk commercieel oogmerk, en dit op basis van een wettelijke verplichting (WAP).

In deze context hebben zij allen het statuut van verwerkingsverantwoordelijke.

Daarnaast kunnen de inrichter en de solidariteitsinstelling, als verwerkingsverantwoordelijken, de persoonsgegevens verwerken voor de volgende doeleinden : - Het voldoen aan wettelijke en reglementaire verplichtingen zoals fiscale verplichtingen en dit op grond van een wettelijke bepaling; - Het beheer van het personenbestand voor de uitkering van de solidariteitsprestaties; - De opmaak van statistieken, de detectie en preventie van misbruiken en fraude, het samenstellen van bewijzen, de beveiliging van goederen, personen, informaticanetwerken en -systemen van de verwerkingsverantwoordelijke, de optimalisatie van de processen, en dit op grond van het gerechtvaardigd belang van de verwerkingsverantwoordelijke; - De adviesverlening op grond van het gerechtvaardigd belang van de verwerkingsverantwoordelijke, tenzij de betrokkene zich hiertegen verzet.

Voor het vervullen van deze doeleinden kan de verwerkingsverantwoordelijke persoonsgegevens ontvangen van de betrokkene zelf of van derden. In voorkomend geval kunnen deze verwerkingsdoeleinden gebaseerd zijn op de toestemming van de betrokkene.

Categorieën van verwerkte persoonsgegevens en mogelijke ontvangers Volgende categorieën van persoonsgegevens kunnen worden verwerkt : identificatie- en contactgegevens, financiële gegevens, persoonlijke kenmerken, beroep en betrekking, samenstelling van het gezin, gerechtelijke gegevens.

Deze gegevens kunnen worden meegedeeld aan een verwerker van de verwerkingsverantwoordelijken, aan een expert, een advocaat, een technisch adviseur, een verzekeraar.

Zij kunnen tevens worden meegedeeld aan om het even welke persoon of instantie in het kader van een wettelijke verplichting of een administratieve of rechterlijke beslissing of indien er een gerechtvaardigd belang bestaat.

Rechten van betrokkenen De aangeslotenen en hun begunstigden kunnen een gedateerde en ondertekende aanvraag richten tot een verwerkingsverantwoordelijke voor de uitoefening van hun recht op toegang, rechtzetting, wissing, beperking en overdracht van persoonsgegevens. Dergelijke aanvraag dient gericht te worden aan de DPO, Porta Secura, bereikbaar via e-mail op : michael.boeynaems@portasecura.com.

Meer informatie betreffende de bescherming en verwerking van persoonsgegevens is beschikbaar in de privacyverklaring/het privacy beleid van de verwerkingsverantwoordelijken beschikbaar op hun website. 12. Geschillen en toepasselijk recht Het Belgische recht is van toepassing op dit solidariteitsreglement. Gebeurlijke geschillen tussen de partijen in verband ermee behoren tot de bevoegdheid van de Belgische rechtbanken.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 20 april 2021.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE

^