gepubliceerd op 21 oktober 2019
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 6 maart 2007 tot instelling van een regeling van sociale voordelen voor sommige geneesheren
19 SEPTEMBER 2019. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 6 maart 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 06/03/2007 pub. 20/03/2007 numac 2007022188 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot instelling van een regeling van sociale voordelen voor sommige geneesheren sluiten tot instelling van een regeling van sociale voordelen voor sommige geneesheren
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, artikel 54, § 2, gewijzigd bij wet van 30 oktober 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/10/2018 pub. 16/11/2018 numac 2018014699 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet houdende diverse bepalingen inzake gezondheid sluiten houdende diverse bepalingen inzake gezondheid;
Gelet op het koninklijk besluit van 6 maart 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 06/03/2007 pub. 20/03/2007 numac 2007022188 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot instelling van een regeling van sociale voordelen voor sommige geneesheren sluiten tot instelling van een regeling van sociale voordelen voor sommige geneesheren;
Gelet op het advies van de Nationale Commissie Artsen - Ziekenfondsen van 23 april 2018;
Gelet op het advies van de Commissie voor Begrotingscontrole, gegeven op 23 mei 2018;
Gelet op het advies van het Comité van de Verzekering voor Geneeskundige Verzorging, gegeven op 28 mei 2018;
Gelet op het advies van de Inspecteur van financiën, gegeven op 26 september 2018;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting en Administratieve Vereenvoudiging, gegeven op 1 juli 2019;
Gelet op het advies 66.410/2/V van de Raad van State, gegeven op 5 augustus 2019 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 1, § 4, van het koninklijk besluit van 6 maart 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 06/03/2007 pub. 20/03/2007 numac 2007022188 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot instelling van een regeling van sociale voordelen voor sommige geneesheren sluiten tot instelling van een regeling van sociale voordelen voor sommige geneesheren, wordt aangevuld met een lid, luidende: "De berekening van de minimumdrempel geschiedt uitsluitend op basis van de verstrekkingen die op de persoonlijke naam van de arts werden geboekt, aangevuld met de verstrekkingen welke individueel door de arts werden gepresteerd, maar legaal werden geboekt op naam van een derde, mits schriftelijk bewijs van deze constructie en een verklaring op eer van de verantwoordelijke derde welk aandeel verstrekkingen voor het gehele referentiejaar aan de individuele arts dient te worden toegekend. Voor artsen tijdens het referentiejaar werkzaam in het buitenland volstaat een verklaring op eer hiervan als bewijs van het behalen van de minimumdrempel."
Art. 2.In artikel 1 van voornoemd koninklijk besluit van 6 maart 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 06/03/2007 pub. 20/03/2007 numac 2007022188 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot instelling van een regeling van sociale voordelen voor sommige geneesheren sluiten, worden de paragrafen 5/1 tot 5/4 ingevoegd, luidende: " § 5/1. De artsen die gedurende het referentiejaar effectief prestaties hebben geleverd welke ten laste worden genomen door de verplichte zorgverzekering, zonder dat deze evenwel vervat zijn in de individueel aanrekenbare geboekte verstrekkingen, worden geacht te voldoen aan de in § 4 vastgelegde voorwaarde inzake activiteitsdrempel, mits een schriftelijk bewijs van deze prestatie ten belope van gemiddeld 13 uur per week in het referentiejaar.
Hieronder worden in bijzonder begrepen de artsen die betrokken zijn bij een klinische activiteit in transfusiecentra en in de federale (revalidatie)centra gefinancierd door het RIZIV. § 5/2. De artsen die gedurende het referentiejaar effectief met de verplichte verzekering voor prestaties hebben samengewerkt teneinde klinische taken te vervullen welke een bijdrage vormen aan de uitvoering van de uitvoering van de verplichte zorgverzekering, zonder dat deze evenwel vervat zijn in de individueel aanrekenbare geboekte verstrekkingen of zonder daarom noodzakelijk zelf verstrekkingen te presteren, worden geacht te voldoen aan de in § 4 vastgelegde voorwaarde inzake activiteitsdrempel, mits een schriftelijk bewijs van deze prestatie ten belope van gemiddeld 13 uur per week in het referentiejaar. Hieronder worden in bijzonder doch niet limitatief begrepen de artsen die expliciet betrokken zijn bij een klinische activiteit in ziekenhuizen, in bijzonder de ziekenhuishygiënisten, hoofdartsen, diensthoofden en equivalenten, met uitsluiting van artsen werkzaam in een overwegend administratieve functie zoals (data)beheer en bestuur. § 5/3. Artsen kunnen zich erop beroepen de activiteitsdrempel te hebben bereikt door een cumul van de terugbetaling van verstrekkingen, de prestaties bepaald in artikel 1, § 5/1, en de prestaties bepaald in artikel 1, § 5/2, waarbij de activiteit wordt berekend als totaal van de breuken ten aanzien van de respectievelijke activiteitsdrempel.
Artsen die, al dan niet met beroep op het voorgaande lid, een totaal bereiken dat minimaal de helft van de activiteitsdrempel bedraagt, worden geacht de verlaagde activiteitsdrempel zoals bepaald in artikel 5bis, § 1, 2° te hebben behaald. § 5/4. Artsen die zich voor de sociale voordelen voor de jaren 2017, 2018 en 2019 beroepen op het bepaalde in §§ 1-3 kunnen in uitzondering op artikel 2, § 5, de individuele aanvraag tot sociale voordelen aanvullen via het formulier daartoe ter beschikking gesteld door het Dienst voor geneeskundige verzorging, op straffe van verval binnen een termijn die eindigt op 31 december 2019. Deze aanvragen worden vrijgesteld van het bepaalde in artikel 2, § 6.
Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2017.
Art. 4.De minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 19 september 2019.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, M. DE BLOCK