gepubliceerd op 28 november 2014
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 januari 2014, gesloten in het Paritair Subcomité voor de houthandel, betreffende het sectoraal stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag in het kader van zware beroepen (1)
19 SEPTEMBER 2014. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 januari 2014, gesloten in het Paritair Subcomité voor de houthandel, betreffende het sectoraal stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) in het kader van zware beroepen (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de houthandel;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 27 januari 2014, gesloten in het Paritair Subcomité voor de houthandel, betreffende het sectoraal stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) in het kader van zware beroepen.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 19 september 2014.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de houthandel Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 januari 2014 Sectoraal stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) in het kader van zware beroepen (Overeenkomst geregistreerd op 28 april 2014 onder het nummer 120791/CO/125.03) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeid(st)ers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de houthandel.
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in het raam van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad van 19 december 1974 (Belgisch Staatsblad van 31 januari 1975), de wet houdende het Generatiepact van 23 december 2005 (Belgisch Staatsblad van 30 december 2005) en de programmawet van 29 maart 2012Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 29/03/2012 pub. 06/04/2012 numac 2012021063 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Programmawet (1) sluiten (Belgisch Staatsblad van 6 april 2012) en hun uitvoeringsbesluiten. HOOFDSTUK II. - Rechthebbenden
Art. 3.Om aanspraak te maken op het sectoraal SWT - zware beroepen dienen de arbeid(st)ers te voldoen aan de leeftijds- en loopbaanvoorwaarden zoals gesteld in artikel 3, § 3 van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag.
Kunnen aanspraak maken op de maandelijkse bedrijfstoeslag uitgekeerd door het "Fonds voor bestaanszekerheid van de houthandel", de ontslagen arbeid(st)ers die : - 58 jaar of ouder zijn op het einde van de arbeidsovereenkomst; - recht hebben op werkloosheidsuitkeringen; - op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst een beroepsverleden van ten minste 35 jaar als loontrekkende kunnen rechtvaardigen en gewerkt hebben in een zwaar beroep.
Van deze 35 jaar moeten : * ofwel minstens 5 jaar, gerekend van datum tot datum, een zwaar beroep behelzen. Deze periode van 5 jaar moet gelegen zijn in de loop van de laatste 10 kalenderjaren, gerekend van datum tot datum, vóór het einde van de arbeidsovereenkomst; * ofwel minstens 7 jaar, gerekend van datum tot datum, een zwaar beroep behelzen. Deze periode van 7 jaar moet gelegen zijn in de loop van de laatste 15 kalenderjaren, gerekend van datum tot datum, vóór het einde van de arbeidsovereenkomst.
Wordt als zwaar beroep beschouwd : - het werk in wisselende ploegen, meer bepaald de ploegenarbeid in minstens twee ploegen van minstens twee werknemers, die hetzelfde werk doen, zowel qua inhoud als qua omvang en die elkaar in de loop van de dag opvolgen zonder dat er een onderbreking is tussen de opeenvolgende ploegen en zonder dat de overlapping meer bedraagt dan één vierde van hun dagtaak, op voorwaarde dat de werknemer van ploegen alterneert; - het werk in onderbroken diensten waarbij de werknemer permanent werkt in dagprestaties waarvan de begintijd en de eindtijd minimum 11 uur uit elkaar liggen met een onderbreking van minstens 3 uur en minimumprestaties van 7 uur. Onder permanent verstaat men dat de onderbroken dienst de gewone arbeidsregeling van de werknemer vormt en dat hij niet occasioneel in een dergelijke dienst wordt tewerkgesteld; - het werk in een arbeidsregime zoals bedoeld in artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46, gesloten op 23 maart 1990 en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 mei 1990.
Art. 4.Om gebruik te kunnen maken van dit SWT dienen de arbeid(st)er die geen 60 jaar zijn op de datum van de beëindiging van hun arbeidsovereenkomst : a) een tewerkstelling te bewijzen van minstens 10 jaar bij één of meerdere werkgevers die ressorteren onder één van de paritaire subcomités van het Paritair Comité voor de houtnijverheid (125.01, 125.02, 125.03); of b) minstens zeven sociale voordelen, toegekend door één van de fondsen voor bestaanszekerheid opgericht door één van de paritaire subcomités van het Paritair Comité voor de houtnijverheid, hebben ontvangen in de loop van de 10 jaar die hun SWT voorafgaan. Met het sociaal voordeel wordt gelijkgesteld, de solidarisering van de vergoeding tot terugbetaling van de kosten voor mechanische gereedschappen dat door het "Bosuitbatingsfonds" wordt uitgekeerd. HOOFDSTUK III. - Bedrag en uitkering
Art. 5.De maandelijkse forfaitaire bedrijfstoeslag SWT ten laste van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de houthandel" bedraagt 120 EUR. De bedrijfstoeslag van de arbeid(st)ers die gebruik maakten van de mogelijkheid hun loopbaan te verminderen in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomsten nrs. 77bis, 77ter en van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 afgesloten in de Nationale Arbeidsraad, wordt berekend op basis van hun bruto refertemaandloon, omgerekend naar een voltijdse betrekking.
Voor het bepalen van het netto refertemaandloon (RSZ-bijdrage berekend op het bruto refertemaandloon aan 100 pct.), wordt rekening gehouden met de eventuele werkbonus.
Indien de maandelijkse forfaitaire bedrijfstoeslag lager ligt dan het bedrag dat moet betaald worden ingevolge de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, is de werkgever verplicht het verschil bij te passen.
De betaling van de bedrijfstoeslag blijft behouden in geval van werkhervatting.
Art. 6.De wettelijke (werkgevers) bijdragen en (werknemers)inhoudingen zijn ten laste van het "Fonds voor bestaanszekerheid van de houthandel".
Arbeid(st)ers die aangesloten zijn bij een vakbondsorganisatie genieten bovendien van een syndicale premie van 11,25 EUR per maand.
Deze premie wordt samen met de forfaitaire bedrijfstoeslag uitbetaald. HOOFDSTUK IV. - Procedure en algemene bepalingen
Art. 7.De aanvragen tot toekenning van de forfaitaire bedrijfstoeslag SWT moeten worden ingediend bij het "Fonds voor bestaanszekerheid van de houthandel" door toedoen van een werknemersorganisatie, vertegenwoordigd in de Nationale Arbeidsraad, of rechtstreeks door de werknemer.
De aanvragen moeten vergezeld zijn van de documenten die het recht op de bedrijfstoeslag SWT aantonen.
Art. 8.De bijzondere gevallen die niet kunnen geregeld worden overeenkomstig de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst worden door de meest gerede partij voorgelegd aan het beheerscomité voor het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de houthandel". HOOFDSTUK V. - Geldigheidsduur
Art. 9.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2014 en treedt buiten werking op 1 januari 2016.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 september 2014.
De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK