Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 19 september 2014
gepubliceerd op 05 december 2014

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juli 2012, gesloten in het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, tot wijziging van het sociaal sectoraal pensioenstelsel en van het pensioenreglement

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2014205399
pub.
05/12/2014
prom.
19/09/2014
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

19 SEPTEMBER 2014. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juli 2012, gesloten in het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, tot wijziging van het sociaal sectoraal pensioenstelsel en van het pensioenreglement (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juli 2012, gesloten in het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, tot wijziging van het sociaal sectoraal pensioenstelsel en van het pensioenreglement.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 19 september 2014.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw Collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juli 2012 Wijziging van het sociaal sectoraal pensioenstelsel en van het pensioenreglement (Overeenkomst geregistreerd op 6 augustus 2012 onder het nummer 110546/CO/111) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.§ 1. Deze overeenkomst is van toepassing op de werkgevers en arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, met uitsluiting van de werkgevers en arbeiders van de ondernemingen die vrijgesteld werden van de betaling van een bijdrage voor het sectoraal pensioenstelsel, op basis van een ondernemingsakkoord inzake de instelling of de uitbreiding van een aanvullend pensioenstelsel, uiterlijk afgesloten op 31 december 1999, en voor zover deze regeling werd goedgekeurd door het "Fonds voor bestaanszekerheid van de metaalverwerkende nijverheid" (opgericht bij beslissing van 13 januari 1965 van het Nationaal Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 februari 1965) en voor zover zij bij een latere aanpassing van de bijdragen eveneens worden vrijgesteld. Indien zij voor zover zij bij een latere bijdrageverhoging niet kunnen genieten van een vrijstelling, vallen zij integraal onder het toepassingsgebied van de huidige collectieve arbeidsovereenkomst. § 2. Indien voormelde ondernemingsregeling om één of andere redenen wordt stopgezet, dan vallen deze werkgever en zijn arbeiders, vanaf het moment van deze stopzetting, onder het toepassingsgebied van deze collectieve arbeidsovereenkomst. § 3. Worden eveneens uitgesloten van het toepassingsgebied van deze overeenkomst, de buiten België gevestigde werkgevers waarvan de werknemers in België gedetacheerd worden in de zin van de bepalingen van titel II van de verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad. § 4. Onder "arbeiders" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke arbeiders. HOOFDSTUK II. - Voorwerp

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft tot doel, conform artikel 10, § 2 van de wet van 28 april 2003 (betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid, zoals gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 15 mei 2003, erratum Belgisch Staatsblad van 26 mei 2003), een pensioentoezegging in te stellen en dit vanaf 1 januari 2007. De wet van 28 april 2003 zal verder kortweg de WAP genoemd worden.

Vanaf 1 januari 2009 werd het bestaande pensioenreglement vervangen door het pensioenreglement in bijlage bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 2009 met registratienummer 98661/CO/111.

Vanaf 1 januari 2012 wordt het bestaande pensioenreglement vervangen door het pensioenreglement in bijlage bij deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 3.Ondertekenende partijen vragen dat deze collectieve arbeidsovereenkomst, inclusief de bijlage, zo vlug mogelijk bij koninklijk besluit algemeen verbindend wordt verklaard. HOOFDSTUK III. - Aanduiding van de inrichter

Art. 4.Overeenkomstig artikel 3, § 1, 5° van de WAP, wordt het "Fonds voor bestaanszekerheid van de metaalverwerkende nijverheid" (opgericht bij beslissing van 13 januari 1965 van het Nationaal Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 februari 1965) aangeduid als inrichter van dit sociaal sectoraal pensioenstelsel.

Dit fonds zal hierna "de inrichter" genoemd worden. HOOFDSTUK IV. - Verwerving pensioenrechten

Art. 5.Overeenkomstig artikel 17 van de WAP, kunnen alle arbeiders hun recht op een sectoraal aanvullend pensioen laten gelden, die gedurende een niet noodzakelijk ononderbroken periode van 12 maanden, te rekenen vanaf 1 april 2000, tewerkgesteld waren of zullen zijn in een onderneming bedoeld in artikel 1, ongeacht de aard van hun arbeidsovereenkomst met de werkgever. HOOFDSTUK V. - Doelstelling

Art. 6.§ 1. In het voordeel van de in artikel 5 van deze collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde personen zal de inrichter een bijdrage innen ter financiering van dit sociaal sectoraal pensioenstelsel. De hoogte van de bijdrage en de modaliteiten van inning worden vastgelegd in de statuten van de inrichter. § 2. Deze bijdrage zal enerzijds worden aangewend ter financiering van de pensioentoezegging in hoofde van de aangeslotenen bij het sectoraal stelsel en anderzijds ter financiering van een solidariteitstoezegging zoals bedoeld in titel 2, hoofdstuk IX van de WAP; HOOFDSTUK VI. - De pensioentoezegging

Art. 7.§ 1. Met het oog op de financiering van de pensioentoezegging wordt door de inrichter een bijdrage (zoals bepaald in § 1 van bijlage 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst) aan de pensioeninstelling gestort. § 2. Deze pensioentoezegging is een verbintenis van de inrichter ten aanzien van de aangeslotene. HOOFDSTUK VII. - Beheer en aanduiding van de pensioeninstelling

Art. 8.§ 1. Het beheer van de pensioentoezegging omvat de volgende deelaspecten : administratief, financieel, boekhoudkundig en actuarieel beheer. § 2. Dit beheer wordt door de inrichter toevertrouwd aan een instelling voor bedrijfspensioenvoorziening : Het "Pensioenfonds Metaal OFP", (toegelaten door de Commissie voor Bank, Financie- en Assurantiewezen onder nummer 50585), met maatschappelijke zetel te 1000 Brussel, Ravenstein Galerij 27, bus 2. § 3. De beheersregels van de pensioentoezegging worden vastgelegd in een pensioenreglement dat wordt opgenomen als bijlage nr. 1 bij deze collectieve arbeidsovereenkomst en waarvan het integraal deel uitmaakt. Het pensioenreglement zal door de pensioeninstelling aan de aangesloten arbeiders ter beschikking worden gesteld op eenvoudig verzoek. § 4. De statuten van de pensioeninstelling voorzien overeenkomstig artikel 41, § 1 van de WAP in de oprichting van een raad van bestuur, die voor de helft is samengesteld uit leden aangeduid door de representatieve werknemersorganisaties en voor de helft uit leden aangeduid door de representatieve werkgeversorganisatie.

De taken van deze raad van bestuur worden verder beschreven in hoofdstuk XIV van het hierna bijgevoegde pensioenreglement en conform de oprichtingsstatuten van het "Pensioenfonds Metaal OFP" van 20 november 2006 worden uitgeoefend. HOOFDSTUK VIII. - Uitbetaling van de voordelen

Art. 9.De procedure, de modaliteiten en de vorm van de uitbetaling van de voordelen worden beschreven in hoofdstuk VII tot en met hoofdstuk IX van het hierna bijgevoegde pensioenreglement. HOOFDSTUK IX. - Solidariteitstoezegging

Art. 10.Met het oog op de financiering van de solidariteitstoezegging wordt door de inrichter een bijdrage (zoals bepaald in § 2 van bijlage 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst) aan de solidariteitsinstelling gestort.

Deze solidariteitstoezegging is een verbintenis van de inrichter ten aanzien van een aangeslotene. HOOFDSTUK X. - Beheer en aanduiding van de solidariteitsinstelling

Art. 11.§ 1. Het beheer van de solidariteitstoezegging omvat de volgende deelaspecten : administratief, financieel, boekhoudkundig en actuarieel beheer. § 2. Dit beheer wordt door de inrichter toevertrouwd aan een instelling voor bedrijfspensioenvoorziening : Het "Pensioenfonds Metaal OFP", toegelaten door de Commissie voor Bank, Financie- en Assurantiewezen onder nummer 50585), met maatschappelijke zetel te 1000 Brussel, Ravenstein Galerij 27, bus 2. § 3. De beheersregels van de solidariteitstoezegging worden vastgelegd in "de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 november 2006 tot oprichting van het solidariteitsfonds en instelling van een solidariteitsreglement" conform het koninklijk besluit van 14 november 2003 (betreffende de financiering en het beheer van de solidariteitstoezegging). HOOFDSTUK XI. - Procedure inzake uittreding van een werknemer

Art. 12.De procedure inzake uittreding van een werknemer wordt beschreven in hoofdstuk XII van het hierna bijgevoegde pensioenreglement. HOOFDSTUK XII. - Vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst

Art. 13.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt vanaf 1 januari 2012 de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 2009 tot invoering van een sociaal sectoraal pensioenstelsel en instelling van een pensioenreglement geregistreerd onder het nummer 98661/CO/111. § 2. Alle rechten, opgebouwd in het kader van de bovenvermelde collectieve arbeidsovereenkomst, worden behouden en verder beheerd door het Pensioenfonds Metaal OFP. HOOFDSTUK XIII. - Duur en opzeggingsprocedure

Art. 14.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2012 en wordt gesloten voor onbepaalde duur. § 2. Dit sociaal sectoraal pensioenstelsel kan slechts worden opgeheven mits volgende procedure wordt geëerbiedigd : 1. De beslissing tot opheffing van het pensioenstelsel moet genomen worden door het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, conform artikel 10, § 1, 3° van de WAP is deze beslissing enkel geldig indien ze de steun heeft van 80 pct.van de stemmen van al de in het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw gewone of plaatsvervangende leden die de werkgevers vertegenwoordigen en 80 pct. van al de gewone of plaatsvervangende leden die de werknemers vertegenwoordigen. 2. De beslissing tot opheffing zal door de voorzitter van het paritair comité worden meegedeeld aan de inrichter door middel van een aangetekend schrijven.Er zal steeds een opzeggingstermijn van 6 maanden in acht dienen genomen te worden.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 september 2014.

De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK

Bijlage 1 bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juli 2012, gesloten in het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, tot wijziging van het sociaal sectoraal pensioenstelsel en van het pensioenreglement Pensioenreglement HOOFDSTUK I. - Voorwerp

Artikel 1.§ 1. Dit sectoraal pensioenreglement wordt opgemaakt in uitvoering van artikel 8, § 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 2009 tot wijziging van het sectoraal pensioenstelsel en het pensioenreglement. § 2. Dit pensioenreglement bepaalt de rechten en plichten van de inrichter, de pensioeninstelling, de werkgevers, de aangeslotenen en hun rechtsverkrijgenden. Tevens worden de aansluitingsvoorwaarden en de regels inzake de uitvoering van het sectoraal pensioenstelsel vastgelegd. HOOFDSTUK II. - Begripsomschrijvingen

Art. 2.Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder : 1° WAP De wet van 28 april 2003 (betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid, aangevuld met haar uitvoeringsbesluiten, zoals gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 15 mei 2003, erratum Belgisch Staatsblad van 26 mei 2003).2° CBFA De Commissie voor Bank, Financie- en Assurantiewezen (openbare instelling die opgericht werd door artikel 29 van de wet van 9 juli 1975, met betrekking tot de controle van de verzekeringsinstellingen, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 26 mei 2004, Belgisch Staatsblad van 28 mei 2004, ed.4). 3° Het Paritair Comité 111 Het paritaire orgaan, in de schoot waarvan het pensioenstelsel werd opgericht, gekend onder de benaming Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw.4° De collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 2009 De collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 2009 tot wijziging van het sociaal sectoraal pensioenstelsel en van het sociaal sectoraal pensioenreglement.5° De inrichter Conform artikel 3, § 1, 5° van de WAP werd door de representatieve organisaties vertegenwoordigd in het Paritair Comité 111, het "Fonds voor bestaanszekerheid van de metaalverwerkende nijverheid" (opgericht bij beslissing van 13 januari 1965 van het Nationaal Paritair Comité 111, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 februari 1965) aangeduid als inrichter van het sectoraal aanvullend pensioenstelsel.6° De pensioeninstelling De instelling voor bedrijfspensioenvoorziening die in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 november 2006 door de inrichter aangeduid wordt voor het beheren van het sectoraal pensioenstelsel is het "Pensioenfonds Metaal OFP", toegelaten door de CBFA onder het nummer 50585.7° De pensioentoezegging De toezegging van een aanvullend pensioen gedaan door de inrichter aan de aangeslotenen en/of hun rechtsverkrijgende(n) in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 2009.8° Het aanvullend pensioen Het kapitaal waarop een aangeslotene recht heeft, op basis van a) de in dit pensioenreglement bepaalde verplichte stortingen van de inrichter, b) de prestaties toegewezen in het kader van de solidariteitstoezegging (of de hiermee overeenstemmende rente) en c) in voorkomend geval, de deelname in de winst.9° De werkgever De onderneming die ressorteert onder het Paritair Comité 111 en die valt onder het toepassingsgebied van de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 2009.10° De aangeslotenen Het geheel van "deelnemers" en "gewezen deelnemers".11° De deelnemer De arbeider van een werkgever die ressorteert onder het Paritair Comité 111 en die valt onder het toepassingsgebied van de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 2009 en waarvan het loon onderworpen is aan sociale zekerheidsbijdragen.12° De gewezen deelnemer Vroegere deelnemer die nog steeds rechten geniet overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 2009.13° De rechtsverkrijgende De rechtsverkrijgende is de natuurlijke persoon aan wie de uitkering van het kapitaal of de rente overeenkomstig de bepalingen van dit pensioenreglement dient te gebeuren, in geval van overlijden van de aangeslotene vóór de pensioenleeftijd.14° De aangeduide begunstigde De aangeduide begunstigde is de natuurlijke persoon, die door de aangeslotene schriftelijk aangeduid wordt via het daartoe voorziene formulier : - In geval van meerdere aanduidingen, heeft de aanduiding via aangetekende zending steeds voorrang op de aanduiding via normale zending; - Vervolgens heeft het jongste formulier steeds voorrang op oudere formulieren. 15° De verworven reserves De reserves waarop een aangeslotene op een bepaald ogenblik recht heeft zijn gelijk aan het bedrag dat zich op zijn individuele rekening bevindt en is opgebouwd uit de bijdragen gestort door de inrichter vermeerderd met het nettorendement in toepassing van artikel 5 en, in voorkomend geval, met de toegekende deelname in de winst.16° De verworven prestaties Als de aangeslotene er bij het verlaten van de sector voor kiest om zijn verworven reserves bij het "Pensioenfonds Metaal OFP" te laten, dan is de verworven prestaties de prestatie waarop de aangeslotene aanspraak kan maken op zijn pensioenleeftijd.17° De verworven rechten Het begrip "verworven rechten" is een verzamelterm die zowel doelt op "verworven reserves" als op "verworven prestaties".18° De uittreding De beëindiging van een arbeidsovereenkomst (anders dan door overlijden, pensionering of brugpensionering) waarbij voor de deelnemer gedurende minimum 4 opeenvolgende kwartalen geen kwartaallonen meer zijn aangegeven bij de inrichter.19° Het koninklijk besluit van 1969 Het koninklijk besluit van 14 mei 1969 (betreffende de toekenning van buitenwettelijke voorwaarden aan de werknemers), bedoeld bij koninklijk besluit nr.50 van 24 oktober 1967 (betreffende het rust- en overlevingspensioen van bezoldigde werknemers). 20° Het kwartaalloon Het brutoloon aan 100 pct.van een trimester, zoals aangegeven aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (dus niet verhoogd met 8 pct.). 21° De kwartaalbijdragen De bijdragen zoals door de werkgevers gestort aan de inrichter. De hoogte van de bijdragen wordt bepaald in de statuten van de inrichter. 22° De pensioenleeftijd Met de pensioenleeftijd wordt steeds de wettelijke of vervroegde pensioenleeftijd bedoeld. Commentaar Indien een aangeslotene de wettelijke pensionering of brugpensionering vóór de leeftijd van 65 jaar kan aantonen, zal de uitbetaling van het aanvullend pensioen vóór de pensioenleeftijd van 65 jaar kunnen gebeuren (maar ten vroegste vanaf 60 jaar).

Voor specifieke beroepsgroepen (ex-mijnwerkers) zal de uitbetaling van het aanvullend pensioen kunnen gebeuren van zodra de aangeslotene de wettelijke pensionering kan aantonen en dit zonder enige beperking qua leeftijd. 23° De brugpensioenleeftijd Met brugpensioenleeftijd wordt de leeftijd bedoeld waarop iemand met brugpensioen gaat overeenkomstig de wettelijke of conventionele bepalingen en binnen de wettelijke mogelijkheden.24° De onthaalstructuur Een verzekeringsovereenkomst afgesloten door het "Pensioenfonds Metaal OFP" met akkoord van de inrichter, bij een verzekeringsmaatschappij of een gemeenschappelijke kas waarin de volgende reserves kunnen gestort worden : 1) De reserves van de "intreders" die ervoor gekozen hebben om hun opgebouwde reserves in het pensioenplan van hun vroegere werkgever of inrichter over te dragen naar het "Pensioenfonds Metaal OFP";2) De reserves van aangeslotenen (of hun rechtsverkrijgenden) die ervoor gekozen hebben om hun verworven kapitaal om te zetten in een "rente" overeenkomstig de bepalingen van dit pensioenreglement;3) De reserves en de bijdragen van de uittreders die van hun nieuwe werkgever eisen om hun vroegere pensioentoezegging "verder te zetten", binnen de grenzen bepaald in de WAP. HOOFDSTUK III. - Aansluiting

Art. 3.§ 1. Het pensioenreglement is verplicht van toepassing op alle arbeiders die op 1 januari 2009 (of na 1 januari 2009) met de werkgevers verbonden zijn (of zullen zijn) via een arbeidsovereenkomst, ongeacht de aard van deze arbeidsovereenkomst. § 2. Zijn echter uitdrukkelijk uitgesloten de arbeiders die tewerkgesteld worden bij diezelfde werkgevers en die uitdrukkelijk uitgesloten zijn van de betaling van de bijdragen door de statuten van de inrichter. § 3. Dit pensioenreglement is eveneens van toepassing op alle arbeiders die onder het toepassingsgebied vielen van het sectoraal pensioenstelsel, ingericht door de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 oktober 1999, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 november 1999 en van 17 september 2001 geregistreerd onder het nummer 53747/CO/111 (betreffende het sectoraal stelsel ter aanvulling van de wettelijke pensioenregeling), opgezegd door artikel 13 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 november 2006.

Art. 4.Het pensioenreglement is onmiddellijk van toepassing op de hierboven vermelde arbeiders. De datum van indiensttreding bij de werkgever is dus ook de datum van aansluiting bij de pensioeninstelling.

Art. 5.§ 1. Onder voorbehoud van § 2 wordt op het einde van elk boekjaar het nettorendement van dat betreffende boekjaar proportioneel toegekend aan enerzijds de verworven reserves op 31 december van het voorafgaande boekjaar en anderzijds aan de kwartaalbijdragen van dat betreffende boekjaar, rekening houdend met de respectievelijke valutadatum van elke kwartaalbijdrage. De valutadatum van elke kwartaalbijdrage is de eerste dag van het tweede kwartaal volgend op het kwartaal waarop de bijdrage betrekking heeft.

De oprenting loopt : 1. Tot op de dag waarop de uitbetaling van het aanvullend pensioen gebeurt (deze oprenting zal in ieder geval stoppen op de eerste dag van de maand volgend op de dag waarop de aangeslotene 65 jaar wordt), ofwel;2. Tot op de eerste dag van de maand volgend op de dag waarop de aangeslotene overleden is (deze oprenting zal in ieder geval stoppen op de eerste dag van de maand volgend op de dag waarop de aangeslotene 65 jaar wordt). Na afsluiting van elk boekjaar wordt het toe te kennen nettorendement bepaald op basis van het financieel resultaat van het fonds, verminderd met de bedrijfskosten, de voorzieningen voor risico's en lasten en de belasting op het resultaat.

In een nog niet afgesloten boekjaar wordt voor de reeds afgesloten kwartalen het nettorendement per kwartaal bepaald op basis van het financieel resultaat in het betreffende kwartaal, rekening houden met een raming van 0,07 pct. voor de bedrijfskosten. Voor de nog niet afgesloten kwartalen wordt het nettorendement gelijkgesteld aan 0 pct.. § 2. Het positief nettorendement wordt slechts ten belope van 80 pct. toegekend.

Het saldo ten belope van 20 pct. wordt in een collectieve reserve gestort.

Indien de verworven reserves het bedrag bereiken wan de waarborg bedoeld in artikel 24, § 2 van de WPA, wordt het excedent eveneens in die collectieve reserve gestort.

Die collectieve reserve kan worden aangewend om bij uitdiensttreding, pensionering of overlijden het eventuele tekort van de verworven reserve aan te vullen of kan aan de individuele rekeningen worden toegekend in toepassing van artikel 13, § 2 van dit reglement. HOOFDSTUK IV. - Rechten en plichten van de inrichter

Art. 6.De inrichter gaat tegenover alle aangeslotenen de verbintenis aan alles te doen wat voor de goede uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 2009 vereist is.

Art. 7.§ 1. De bijdrage die de inrichter verschuldigd is aan het "Pensioenfonds Metaal OFP" ter financiering van de pensioentoezegging staat vermeld in § 1 van bijlage nr. 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Deze pensioentoezegging is een verbintenis van de inrichter ten aanzien van de aangeslotene. § 2. De inrichter zal driemaal per maand (op dag 1, 11 en 21) de geïnde kwartaalbijdragen aan het "Pensioenfonds Metaal OFP" doorstorten.

Art. 8.§ 1. De inrichter zal éénmaal per jaar ten laatste op 1 juli alle vereiste gegevens voor de uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 2009 via elektronische weg laten toekomen bij het "Pensioenfonds Metaal OFP". § 2. Het "Pensioenfonds Metaal OFP" is slechts tot uitvoering van zijn verplichtingen gehouden voor zover de inrichter de vereiste gegevens tijdig aflevert.

Art. 9.De inrichter zal alle vragen van de aangeslotene over dit pensioenreglement in het algemeen of over zijn persoonlijk dossier in het bijzonder doorsturen aan de administratie van het "Pensioenfonds Metaal OFP". HOOFDSTUK V. - Rechten en plichten van de aangeslotene

Art. 10.§ 1. De aangeslotene onderwerpt zich aan de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 2009 die één geheel uitmaakt met dit pensioenreglement. § 2. De aangeslotene machtigt de inrichter om aan het "Pensioenfonds Metaal OFP" alle inlichtingen en bewijsstukken over te maken die nodig zijn, zodat de pensioeninstelling zijn verplichtingen tegenover de aangeslotene of tegenover zijn rechtsverkrijgende(n) kan nakomen. § 3. De aangeslotene maakt in voorkomend geval de ontbrekende inlichtingen en bewijsstukken over aan het "Pensioenfonds metaal OFP" zodat de pensioeninstelling zijn verplichtingen tegenover de aangeslotene of tegenover zijn rechtsverkrijgende(n) kan nakomen. § 4. Mocht de aangesloten een hem door dit pensioenreglement of door de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 2009 opgelegde voorwaarde niet nakomen en mocht daardoor voor hem enig verlies van recht ontstaan, dan zullen de inrichter en de pensioeninstelling in dezelfde mate ontslagen zijn van hun verplichtingen tegenover de aangeslotene in verband met het bij dit pensioenreglement geregeld aanvullend pensioen.

Art. 11.De aangeslotene kan met zijn vragen over dit pensioenreglement in het algemeen of over zijn persoonlijk dossier in het bijzonder, steeds terecht bij de administratie van het "Pensioenfonds Metaal OFP". HOOFDSTUK VI. - Doel van het sectoraal pensioenstelsel

Art. 12.§ 1. De pensioentoezegging heeft als doel een kapitaal (of een hiermee overeenstemmende rente) samen te stellen, dat op de pensioenleeftijd aan "de aangeslotene" uitgekeerd wordt, als hij in leven is. § 2. Dit kapitaal (of de ermee overeenstemmende rente) zal uitgekeerd worden aan "de rechthebbende(n)" indien de aangeslotene overlijdt vóór de pensioenleeftijd. § 3. Dat kapitaal is gelijk aan de verworven reserves desgevallend vermeerderd tot het bedrag van de bijdragen opgerent met de rentevoet van het gegarandeerd minimumrendement bepaald in de WAP. Bij uittreding binnen de vijf jaar na aansluiting is het deel van die vermeerdering dat de indexering van de bijdragen overschrijdt ten laste van de inrichter.

Art. 13.§ 1. De raad van bestuur zal te allen tijde streven naar een prudentieel beheer in het belang van de aangeslotene en stelt hiertoe een Statement of Investment Principles op.

Bij het uitwerken van dit beleggingsbeleid zal men streven naar een evenwicht op de lange en op de korte termijn. § 2. De inrichter kan na advies van de raad van bestuur van het "Pensioenfonds Metaal OFP" besluiten tot het toekennen van een winstdeelname. In voorkomend geval zal deze bekrachtigd worden door een in het Paritair Comité van de metaal-, machine- en elektrische bouw gesloten collectieve arbeidsovereenkomst.

Een winstdeelname wordt toegevoegd aan de individuele rekening van de aangeslotene. HOOFDSTUK VII. - Uitbetaling van de aanvullende pensioenen

Art. 14.§ 1. Al de in dit hoofdstuk vermelde formulieren kunnen bekomen worden bij de administratie van het "Pensioenfonds Metaal OFP". Afdeling 1. Uitbetaling bij wettelijk (of vervroegd) pensioen

Art. 15.§ 1. Elke aangeslotene kan zijn aanvullend pensioen opvragen vanaf de eerste dag van de maand volgend op zijn pensioenleeftijd. § 2. Het recht tot opvragen van het aanvullend pensioen vervalt, conform de wet op de landverzekeringsovereenkomsten, na 30 jaar in geval van leven (dus datum 65 jaar + 30 jaar) en na 3 jaar in geval van overlijden (dus datum overlijden + 3 jaar). § 3. Het "Pensioenfonds Metaal OFP" zal zesmaal per jaar alle aangeslotenen aanschrijven, die binnen een termijn van 2 maanden de wettelijke pensioenleeftijd zullen bereiken. Via dit schrijven zullen zij op de hoogte worden gebracht van de mogelijkheid tot omzetting van het kapitaal in rente, zoals voorzien in artikel 28, § 2 van de WAP. § 4. Om een aanvullend pensioen te ontvangen, dient een aangeslotene het daartoe voorziene aanmeldingsformulier (inclusief de gevraagde bijlagen, vermeld op dit formulier) op te sturen naar het "Pensioenfonds Metaal OFP". § 5. Als een aangeslotene, nadat hij een dossier ingediend heeft en hij een aanvullend pensioen ontvangen heeft, opnieuw tewerkgesteld wordt in de sector, zal hij opnieuw 12 maanden aangesloten moeten zijn bij het sectoraal "Pensioenfonds Metaal OFP", alvorens hij weer rechten kan verwerven. § 6. Het "Pensioenfonds Metaal OFP" zal maximaal twee keer een pensioenkapitaal uitkeren, één keer op de leeftijd van pensionering en één keer bij het definitief stopzetten van de activiteiten van de aangeslotene. Afdeling 2. Uitbetaling bij brugpensioen

Art. 16.§ 1. Indien een aangeslotene op brugpensioen gesteld wordt, kan hij zijn aanvullend pensioen opvragen, vanaf de eerste dag van de maand volgend op zijn brugpensioenleeftijd, conform de wetgeving terzake.

Tijdens de overgangsperiode voorzien door artikel 61, § 1 van de WAP kunnen de aangeslotenen die op brugpensioen worden gesteld op een leeftijd, die lager is dan 60 jaar, het aanvullend pensioen uitbetaald krijgen vóór de leeftijd van 60 jaar conform de richtlijnen hierover bepaald door het "Pensioenfonds Metaal OFP" zoals opgenomen in bijlage 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 2009 tot wijziging van het sociaal sectoraal pensioenstelsel en van het pensioenreglement.

Vanaf 1 januari 2010 kan de aangeslotene zijn aanvullend pensioen, in geval van brugpensioen, uitbetaald krijgen vanaf de leeftijd van 60 jaar. § 2. Het recht tot opvragen van het aanvullend pensioen vervalt, conform de wet op de landverzekeringsovereenkomsten na 30 jaar in geval van leven (dus datum 65 jaar + 30 jaar) en na 3 jaar in geval van overlijden (dus datum overlijden + 3 jaar). § 3. Om een aanvullend pensioen te ontvangen, dient een aangeslotene het daartoe voorziene aanmeldingsformulier (inclusief de gevraagde bijlagen, vermeld op dit formulier) op te sturen naar het "Pensioenfonds Metaal OFP". § 4. Als een aangeslotenen, nadat hij een dossier ingediend heeft en hij een aanvullend pensioen ontvangen heeft, opnieuw tewerkgesteld wordt in de sector, zal hij opnieuw 12 maanden aangesloten moeten zijn bij het sectoraal "Pensioenfonds Metaal OFP", alvorens hij weer rechten kan verwerven. § 5. Het "Pensioenfonds Metaal OFP" zal maximaal twee keer een pensioenkapitaal uitkeren, één keer op de leeftijd van (brug)pensionering en één keer bij het definitief stopzetten van de activiteiten van de aangeslotene. Afdeling 3. Uitbetaling bij overlijden

Art. 17.§ 1. Indien de aangeslotene vóór de pensioenleeftijd overlijdt, wordt zijn aanvullend pensioen, zoals verworven op het moment van overlijden, uitgekeerd aan een rechtsverkrijgende, volgens de onderstaande volgorde : 1) zijn echtgeno(o)t(e), indien : - niet uit de echt gescheiden (alsook niet in aanleg tot echtscheiding); - niet gerechtelijk gescheiden van tafel en bed (alsook niet in aanleg tot gerechtelijke scheiding van tafel en bed); 2) bij ontstentenis, de persoon die wettelijk samenwoont met de aangeslotene in de zin van de artikelen 1475 tot 1479 van het Burgerlijk Wetboek;3) bij ontstentenis, zijn kind(eren) : - of bij plaatsvervulling, de erfgenamen van deze kinderen in rechte lijn;4) bij ontstentenis, een "aangeduide" begunstigde : - één natuurlijke persoon; - schriftelijk aangeduid via het daartoe voorziene formulier; - de aangesloten kan te allen tijde zijn "aangeduide" begunstigde herroepen door een aangetekend schrijven, gericht aan het "Pensioenfonds Metaal OFP"; - indien de aangeslotene na de aanduiding van een begunstigde in de echt zou treden of wettelijk gaat samenwonen en er dus een persoon is zoals beschreven in punt 1) of 2), vervalt deze aanduiding; - indien de aangeslotene na de aanduiding van een begunstigde kinderen zou krijgen zoals beschreven in punt 3), vervalt deze aanduiding; 5) bij ontstentenis : - andere wettelijke erfgenamen van de aangeslotene; - met uitzondering van de Belgische Staat; 6) bij ontstentenis : - het "Pensioenfonds Metaal OFP". Indien het aanvullend pensioen, zoals verworven op het moment van overlijden, lager is dan het bedrag waarop de aangeslotene krachtens artikel 24, § 2 van de WAP recht zou hebben gehad bij uittreding op de dag van het overlijden, wordt het aanvullend pensioen verhoogd tot dat bedrag. § 2. Het recht tot opvragen van het aanvullend pensioen vervalt, conform de wet op de landverzekeringsovereenkomsten na 30 jaar in geval van leven (dus datum 65 jaar + 30 jaar) en 3 jaar in geval van overlijden (dus datum overlijden + 3 jaar). § 3. Een gebeurlijk overlijden van een deelnemer kan aan het "Pensioenfonds Metaal OFP" gemeld worden door de nabestaanden, de werkgever, de syndicale organisaties of de inrichter.

Bovendien zal er via de Kruispuntbank voor Sociale Zekerheid een jaarlijkse controle gebeuren op eventuele overlijdens van de aangeslotenen. § 4. Om een aanvullend pensioen te ontvangen, dient de rechtsverkrijgende het daartoe voorziene aanmeldingsformulier (inclusief de gevraagde bijlagen, vermeld op dit formulier) op te sturen naar het "Pensioenfonds Metaal OFP". HOOFDSTUK VIII. - Modaliteiten van de uitbetaling

Art. 18.Opdat het "Pensioenfonds Metaal OFP" tot de effectieve betaling van het aanvullend pensioen kan overgaan, dient ze te beschikken over de loongegevens van de ganse aansluitingsduur bij het sectoraal pensioenstelsel.

Art. 19.§ 1. Onverminderd artikel 16, § 1, zal het "Pensioenfonds Metaal OFP" overgaan tot het betalen van een "voorschot", berekend op basis van de loongegevens waarover ze op het ogenblik van de aanvraag beschikt.

De aangeslotene zal dit voorschot ten laatste uitbetaald krijgen op de 25e dag van de maand, volgend op de maand waarin hij zijn dossiers heeft ingediend. § 2. Onverminderd artikel 16, § 1, zal het resterende "saldo" (de eindeafrekening) van het aanvullend pensioen uiterlijk in het laatste kwartaal van het jaar nadien uitbetaald worden.

Indien het voorschot groter was dan het aanvullend pensioen kan het surplus teruggevorderd worden binnen de drie jaar volgend op de uitbetaling ervan. HOOFDSTUK IX. - Uitbetalingsvorm

Art. 20.De aangeslotene kan steeds kiezen voor : 1) hetzij een éénmalige uitbetaling in kapitaal, 2) hetzij een omzetting in rente.

Art. 21.§ 1. Als de aangeslotene kiest voor rente, moet hij zijn voorkeur aankruisen op het daartoe voorzien aanmeldingsformulier. § 2. In voorkomend geval zal de inrichter de aangesloten afleiden naar de onthaalstructuur waarvan sprake is in hoofdstuk II van dit reglement. § 3. Een omvorming in rente is echter niet mogelijk wanneer het jaarlijks bedrag van de rente bij aanvang lager is dan het minimum jaarbedrag dat artikel 28, § 1 van de WAP ter zake voorziet, zijnde 500 EUR per jaar (niet geïndexeerd). § 4. Wanneer de aangeslotene geen voorkeur aankruist op het daartoe voorziene aanmeldingsformulier, wordt verondersteld dat hij kiest voor de mogelijkheid bedoeld in artikel 20, 1) van dit pensioenreglement. HOOFDSTUK X. - Modaliteiten en uitbetalingsvorm in geval van overlijden

Art. 22.§ 1. De modaliteiten (hoofdstuk VIII) en de vorm van de uitbetaling (hoofdstuk IX) zoals beschreven in pensioenreglement zijn eveneens van toepassing in geval van uitbetaling aan de rechtsverkrijgende(n) van een overleden aangeslotene. § 2. Indien er echter voor een rente geopteerd wordt, zal deze niet overdraagbaar zijn. HOOFDSTUK XI. - Verworven rechten

Art. 23.§ 1. Overeenkomstig artikel 17 van de WAP, moet een deelnemer minstens gedurende een al dan niet ononderbroken periode van 12 maanden aangesloten geweest zijn bij het sectoraal "Pensioenfonds Metaal OFP", alvorens hij aanspraak kan maken op verworven reserves en verworven prestaties. § 2. Een deelnemer is 12 maanden aangesloten bij het sectoraal pensioenstelsel als hij in minstens 5 verschillende trimesters een loon ontvangen heeft van een onderneming bedoeld in artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 2009. § 3. In afwijking van § 1 zal voor de berekening van de 12 maanden aansluiting, op vraag van de aangeslotene, rekening worden gehouden met de periode van aansluiting in een ander sectorpensioenstelsel, wanneer de onderneming waar de aangeslotene tewerkgesteld is op het moment van de overgang, overgaat naar het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, zonder dat deze overgang het gevolg is van een wijziging van de activiteit van de onderneming. HOOFDSTUK XII. - Procedure in geval van uittreding

Art. 24.§ 1. Wanneer een deelnemer uittreedt vooraleer hij 12 maanden aangesloten was bij het sectoraal "Pensioenfonds Metaal OFP", kan hij vooralsnog geen aanspraak maken op verworven reserves of prestaties. § 2. De opgebouwde reserves blijven in het "Pensioenfonds Metaal OFP". § 3. Wanneer een gewezen deelnemer, zoals bedoeld in § 1, herintreedt (door opnieuw tewerkgesteld te worden in een onderneming bedoeld in artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 2009), wordt ervoor het bepalen van zijn rechten wel rekening gehouden met het geheel van zijn tewerkstellingsperiodes in de sector. § 4. De bedoelde sommen worden dan opnieuw op zijn individuele pensioenrekening geplaatst.

Art. 25.§ 1. In geval van uittreding van een deelnemer met verworven rechten (zoals bepaald in artikel 23 van dit pensioenreglement), zal de inrichter de pensioeninstelling hiervan schriftelijk of langs elektronische weg in kennis stellen. § 2. De uittreding van een deelnemer kan ook gemeld worden door de werkgever of door de uittreder zelf.

Art. 26.§ 1. Het "Pensioenfonds Metaal OFP" zal uiterlijk 30 dagen na deze kennisgeving het bedrag van de verworven reserves en de hierna opgesomde keuzemogelijkheden schriftelijk meedelen aan de uittreder. § 2. De uittreder heeft op zijn beurt 30 dagen de tijd (te rekenen vanaf de kennisgeving dor de pensioeninstelling) om zijn keuze te bepalen uit de hierna volgende mogelijkheden : 1) de verworven reserves overdragen naar de pensioeninstelling van zijn nieuwe werkgever : - indien hij aangesloten wordt bij de pensioentoezegging van zijn nieuwe werkgever.2) de verworven reserves overdragen naar de pensioeninstelling van de nieuwe inrichter waaronder zijn nieuwe werkgever ressorteert : - indien hij aangesloten wordt bij de pensioentoezegging van deze inrichter.3) de verworven reserves overdragen naar een andere pensioeninstelling, die aanvullende pensioenen beheert volgens het koninklijk besluit van 1969 : - de aangeslotene zal te allen tijde zelf een pensioeninstelling koninklijk besluit 69 kunnen kiezen.4) de verworven reserves laten staan bij het "Pensioenfonds Metaal OFP" : - zonder verdere premiebetaling of wijziging van de pensioentoezegging.5) de verworven reserves laten staan bij het "Pensioenfonds Metaal OFP" : - en via de nieuwe werkgever verder gaan met de premiebetaling; - enkel indien minstens 42 maanden aangesloten bij het "Pensioenfonds Metaal OFP"; - enkel indien er geen pensioentoezegging bij de nieuwe werkgever bestaat; - deze premiebetalingen mogen niet meer dan 1.500 EUR per jaar bedragen (niet geïndexeerd); - indien de aangeslotene "Pensioenfonds Metaal OFP" aangeduid heeft, zal de inrichter de aangeslotene voor de inning van de nieuwe premies afleiden naar de onthaalstructuur waarvan sprake is in dit reglement (de uitvoerder van de onthaalstructuur zal hierbij een rechtstreekse relatie aangaan met de nieuwe werkgever van de uitgetreden werknemer). § 3. Wanneer de aangeslotene de hierboven vermelde termijn van 30 dagen heeft laten verstrijken wordt er verondersteld dat hij heeft gekozen voor de mogelijkheid bedoeld in 4).

Na het verstrijken van deze termijn kan de aangeslotene evenwel te allen tijde vragen om zijn reserves over te dragen naar een pensioeninstelling bedoeld in 1), 2), 3) of 5).

De vermeerdering waarvan sprake in artikel 12, § 3, is niet van toepassing in geval van de in de vorige alinea bedoelde overdracht. § 4. De pensioeninstelling zal ervoor zorgen dat de door de aangeslotene gemaakte keuze binnen de daaropvolgende 30 dagen gerealiseerd wordt.

Art. 27.§ 1. Wanneer een gewezen deelnemer herintreedt (door opnieuw tewerkgesteld te worden in een onderneming bedoeld in artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 2009) wordt hij als een nieuwe deelnemer beschouwd. § 2. Hij zal opnieuw 12 maanden moeten aangesloten zijn bij het sectoraal "Pensioenfonds Metaal OFP" alvorens hij weer rechten kan verwerven conform artikel 23. HOOFDSTUK XIII. - Rekeningen van het "Pensioenfonds Metaal OFP"

Art. 28.§ 1. De rekeningen van het "Pensioenfonds Metaal OFP" worden gevormd door het geheel van de zichtrekeningen en de beleggingsportefeuilles, waarvan het beheer door de inrichter toevertrouwd werd van het "Pensioenfonds Metaal OFP". § 2. De inkomsten van de rekeningen van het "Pensioenfonds Metaal OFP" kunnen bestaan uit : 1) de bijdragen, gestort door de inrichter in uitvoering van dit pensioenreglement;2) eventueel andere sommen, gestort door de inrichter;3) de meerwaarden van de beleggingsportefeuilles;4) de aanvullingen vanuit het stelsel van de solidariteitstoezegging, die overeenkomstig de bepalingen van het solidariteitsreglement gestort worden. § 3. De uitgaven van de rekeningen van het "Pensioenfonds Metaal OFP" kunnen bestaan uit : 1) het kapitaal bestemd om de individuele rekeningen samen te stellen;2) de minwaarden van de beleggingsportefeuilles;3) de beheerskosten van de pensioeninstelling;4) de eventueel toegekende deelname in de winst. § 4. Ingeval van stopzetting van het "Pensioenfonds Metaal OFP" zullen de reserves onder de aangeslotenen verdeeld worden. § 5. Een onderneming die om één of andere reden niet langer onder het toepassingsgebied van de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 2009 valt, kan op geen enkele wijze aanspraak maken op een gedeelte van de tegoeden op de rekeningen van het "Pensioenfonds Metaal OFP". HOOFDSTUK XIV. - Paritair beheer

Art. 29.§ 1. Overeenkomstig artikel 41, § 1 van de WAP wordt de raad van bestuur van het "Pensioenfonds Metaal OFP" voor de helft samengesteld uit leden aangeduid door de representatieve werknemers organisaties en voor de helft uit leden aangeduid door de representatieve werkgeversorganisatie. § 2. De raad van bestuur is verantwoordelijk voor de correcte uitvoering van de pensioentoezegging en de toepassing van het pensioenreglement. § 3. De raad van bestuur beslist inzake het financieel beheer van de reserves van het "Pensioenfonds Metaal OFP". § 4. De raad van bestuur stelt de asset managers van het "Pensioenfonds Metaal OFP" aan. § 5. De raad van bestuur wordt jaarlijks in het bezit gesteld van het transparantieverslag. HOOFDSTUK XV. - Transparantieverslag

Art. 30.§ 1. De pensioeninstelling zal een jaarlijks verslag opstellen over het door haar gevoerde beheer met daarin minimaal de volgende elementen : 1) de financieringswijze van de pensioentoezegging;2) de beleggingsstrategie op lange en korte termijn en de sociale, ethische en leefmilieuaspecten ervan;3) het rendement van de beleggingen;4) de kostenstructuur;5) in voorkomend geval, de winstdeling. § 2. De pensioeninstelling zal na raadpleging van de raad van bestuur, dit transparantieverslag ter beschikking stellen van de inrichter, de algemene vergadering, alsook aan elke aangeslotene die erom verzoekt. HOOFDSTUK XVI. - Jaarlijkse informatieverstrekking de aangeslotenen

Art. 31.§ 1. Elk jaar (september/oktober) verstuurt de pensioeninstelling een brief en rekeninguittreksel aan elke deelnemer die rechten opgebouwd heeft, voor zover de aangeslotene de leeftijd van 65 jaar niet overschreden heeft en voor zover de aangeslotene niet overleden is. § 2. Deze benefit-statement bevat alle gegevens conform artikel 26 van de WAP, zoals ondermeer de volgende informatie : 1) de persoonlijke gegevens van de aangeslotene;2) de verworven reserve : a) verworven reserve op datum van 1 januari van het vorige jaar;b) bijdrage gedurende dat jaar;c) het rendement gedurende dat jaar;d) verworven reserve op datum van 1 januari van het huidige jaar;3) het financieringsniveau op datum van 1 januari van het huidige jaar;4) de gewaarborgde reserve conform de WAP op datum van 1 januari van het huidige jaar;5) de verworven prestatie : - = het kapitaal, betaalbaar op de leeftijd van 65 jaar (zonder verdere premiebetaling).6) een raming : - = een raming van het kapitaal, betaalbaar op de leeftijd van 65 jaar (met verdere premiebetaling). § 3. Voor elk bruto kapitaal zal ook een raming van het netto kapitaal vermeld worden. § 4. Voor elk kapitaal, betaalbaar op de leeftijd van 65 jaar, zal ook het bedrag vermeld worden dat overeenkomt met de omzetting hiervan in een jaarlijkse levenslange lijfrente. HOOFDSTUK XVII. - Procedure bij niet-betaling van de pensioenbijdrage

Art. 32.§ 1. De inrichter gaat tegenover alle aangeslotenen de verbintenis aan alles te doen voor de goede uitvoering van dit reglement. Hij zal de verschuldigde sommen zonder verwijl overmaken aan de pensioeninstelling. § 2. In geval van niet-betaling van de bijdragen door de inrichter zal deze door de pensioeninstelling door middel van een aangetekend schrijven in gebreke gesteld kunnen worden.

Deze ingebrekestelling kan zowel betrekking hebben op de volledige niet-betaling van de verschuldigde bijdragen alsook op de gedeeltelijke niet-betaling van de verschuldigde bijdrage. § 3. Indien de inrichter geen positief gevolg geeft aan de ingebrekestelling, zal de meest gerede partij het dispuut voordragen aan de ondertekenende partijen van de huidige collectieve arbeidsovereenkomst.

De pensioeninstelling kan, na akkoord van de raad van bestuur, alle aangeslotenen op de hoogte brengen van de wanbetaling door de inrichter. § 4. De rechten van alle aangeslotenen blijven nochtans gewaarborgd tot op het moment dat de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 2009 gewijzigd of opgeheven wordt met inachtneming van de procedure en de meerderheidsvereisten zoals gestipuleerd in artikel 14 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 2009. HOOFDSTUK XVIII. - Bescherming van de persoonlijke levenssfeer

Art. 33.§ 1. Om het stelsel van aanvullend pensioen te beheren, verstrekt de inrichter een aantal persoonlijke gegevens van de aangeslotene aan het "Pensioenfonds Metaal OFP". § 2. Het "Pensioenfonds Metaal OFP" behandelt deze gegevens vertrouwelijk en uitsluitend met als doel het beheren van het sectoraal aanvullend pensioen, met uitsluiting van elk ander al dan niet commercieel oogmerk. § 3. Iedere deelnemer waarvan persoonlijke gegevens bewaard worden, heeft het recht om inzage en verbetering van deze gegevens te verkrijgen, middels een schriftelijk verzoek aan de pensioeninstelling. HOOFDSTUK XIX. - Wijzigingsrecht

Art. 34.§ 1. Het pensioenreglement is onlosmakelijk verbonden met de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 2009. § 2. Bijgevolg kan dit pensioenreglement slechts gewijzigd en/of stopgezet worden in de mate dat ook deze collectieve arbeidsovereenkomst gewijzigd en/of stopgezet wordt. HOOFDSTUK XX. - Beëindiging van het sectoraal pensioenstelsel

Art. 35.§ 1. Dit pensioenreglement vangt aan op 1 januari 2009 en wordt voor onbepaalde duur aangegaan. § 2. Zijn bestaan is echter gekoppeld aan het bestaan van de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 2009.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 september 2014.

De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK

Bijlage 2 bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juli 2012, gesloten in het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, tot wijziging van het sociaal sectoraal pensioenstelsel en van het pensioenreglement Bijdragen De totaliteit van de bijdragen die de inrichter verschuldigd is aan het "Pensioenfonds Metaal OFP" ter financiering van de pensioentoezegging en de solidariteitstoezegging bedraagt 1,7 pct.

Deze bijdragen zijn als volgt opgesplitst : § 1. De bijdragen die de inrichter verschuldigd is aan het "Pensioenfonds Metaal OFP" ter financiering van de pensioentoezegging, waarvan sprake in artikel 7 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, bedragen per 1 januari 2009 1,6 pct. van de brutolonen aan 100 pct. (zoals aangegeven van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid). § 2. De bijdragen die de inrichter verschuldigd is aan het solidariteitsfonds ter financiering van de solidariteitstoezegging waarvan sprake in artikel 10 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, bedragen per 1 januari 2009 0,1 pct. van de brutolonen aan 100 pct. (zoals aangegeven aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid).

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 september 2014.

De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK

Bijlage 3 bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juli 2012, gesloten in het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, tot wijziging van het sociaal sectoraal pensioenstelsel en van het pensioenreglement Overgangsmaatregel bruggepensioneerden + leeftijdsgrens 60 jaar De wet op de aanvullende pensioenen bevat een overgangsmaatregel, met name dat deze slechts tot 31 december 2009 op een fiscaal gunstige manier uitgekeerd kunnen worden aan personen die nog geen 60 jaar zijn.

Onder voorbehoud van andere maatregelen vanwege de fiscale overheid, moet men dus met het volgende rekening houden : - Het "Pensioenfonds Metaal OFP" zal vanaf 1 januari 2010 geen dossiers brugpensionering meer uitbetalen aan leden die de leeftijd van 60 jaar nog niet bereikt hebben. - Om alle misverstanden uit te sluiten, heeft het "Pensioenfonds Metaal OFP" de onderstaande procedure uitgewerkt (dit ter vervanging van de procedure, zoals vermeld op de benefit-statements 2009) : - Alle dossier met een brugpensioendatum tot en met 30 november 2009 zullen aan het fiscaal gunstig tarief uitbetaald worden, indien deze dossiers uiterlijk 31 december 2009 om 12 uur (datum ontvangst) bij het pensioenfonds toekomen en volledig conform de gestelde eisen samengesteld zijn. - Alle dossiers met een brugpensioendatum tussen 1 december 2009 en 30 december 2009 zullen aan het fiscaal gunstig tarief uitbetaald worden, indien deze dossiers uiterlijk 31 december 2009 om 12 uur (datum ontvangst) bij het pensioenfonds toekomen en volledig conform de getelde eisen samengesteld zijn. - In de praktijk zullen er 2 betalingsdata voorzien worden, nl. 24 december 2009 en 31 december 2009. - Dossiers per fax worden niet aanvaard (omwille van de leesbaarheid). - Bij onvolledige dossiers kan het "Pensioenfonds Metaal OFP" geen behandeling binnen de gestelde termijnen garanderen.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 september 2014.

De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK

^