gepubliceerd op 07 november 2007
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 mei 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de erkende ondernemingen die buurtwerken of -diensten leveren, tot wijziging van de statuten van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de erkende ondernemingen die buurtwerken of -diensten leveren"
19 SEPTEMBER 2007. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 mei 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de erkende ondernemingen die buurtwerken of -diensten leveren, tot wijziging van de statuten van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de erkende ondernemingen die buurtwerken of -diensten leveren" (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 november 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor de erkende ondernemingen die buurtwerken of -diensten leveren, betreffende de oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 24 september 2006;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de erkende ondernemingen die buurtwerken of -diensten leveren;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 10 mei 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de erkende ondernemingen die buurtwerken of -diensten leveren, tot wijziging van de statuten van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de erkende ondernemingen die buurtwerken of -diensten leveren".
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 19 september 2007.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota's (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Koninklijk besluit van 24 september 2006, Belgisch Staatsblad van 9 november 2006.
Bijlage Paritair Subcomité voor de erkende ondernemingen die buurtwerken of -diensten leveren Collectieve arbeidsovereenkomst van 10 mei 2007 Wijziging van de statuten van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de erkende ondernemingen die buurtwerken of -diensten leveren" (Overeenkomst geregistreerd op 7 juni 2007 onder het nummer 83210/CO/322.01) Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de erkende ondernemingen die buurtwerken of -diensten leveren.
Art. 2.Artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 november 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor de erkende ondernemingen die buurtwerken of -diensten leveren, tot oprichting van een "Fonds voor bestaanszekerheid voor de erkende ondernemingen die buurtwerken of -diensten leveren" en tot vaststelling van zijn statuten wordt aangevuld als volgt : « Het adres van het fonds is : Havenlaan 86c, bus 302, 1000 Brussel. ».
Art. 3.Artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 november 2005 genoemd in artikel 2, wordt als volg, vervangen : «
Art. 4.De bijdrage wordt vastgesteld op basis van de door de werkgever aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid aangegeven lonen van de werknemers die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de erkende ondernemingen die buurtwerken of -diensten leveren.
De bijdrage die de werkgevers verschuldigd zijn aan het sociaal fonds, bestaat uit drie delen : a) Sociale voordelen ten laste van het fonds Voor het financieren van de sociale voordelen toegekend aan de werknemers op grond van de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 mei 2007 met betrekking tot de aanvullende vergoedingen ten laste van het fonds voor bestaanszekerheid, zijn de werkgevers voor het derde en vierde kwartaal van 2007 een bijdrage van 5,85 pct.van de brutolonen van de werknemers verschuldigd.
Vanaf 1 januari 2008 zal deze bijdrage 5,65 pct. van de brutolonen van de werknemers bedragen, en dit voor onbepaalde duur. b) Vorming en tewerkstelling van de risicogroepen Voor de periode van 1 april 2007 tot en met 30 juni 2007 wordt een bijkomende bijdrage geïnd van 0,20 pct., in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 februari 2007 betreffende de risicogroepen (uitvoering van hoofdstuk VIII, afdeling 1 van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen).
Voor de periode van 1 juli 2007 tot en met 31 december 2008 wordt een bijkomende bijdrage geïnd van 0,10 pct. per kwartaal in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 februari 2007 betreffende de risicogroepen (uitvoering van hoofdstuk VIII, afdeling 1, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen). c) Inspanningen voor de vorming van de werknemers Voor de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2007 wordt een bijkomende bijdrage van 0,20 pct.per kwartaal geïnd, bestemd voor het financieren van collectieve initiatieven inzake vorming.
Het uitbouwen van het project, de coördinatie, de afrekening van de kosten en de rapportage van deze collectieve initiatieven, worden toevertrouwd aan het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de erkende ondernemingen die buurtwerken of -diensten leveren".
Duur van de overeenkomst
Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 10 mei 2007 en is gesloten voor onbepaalde duur.
Zij kan, mits een opzeggingstermijn van drie maanden wordt in acht genomen, door elk van de partijen worden opgezegd met een aangetekend schrijven gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de erkende ondernemingen die buurtwerken of -diensten leveren.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 september 2007.
De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN