Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 19 september 2007
gepubliceerd op 26 september 2007

Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere regels inzake de verkiezingen van de korpschefs zetelend in het evaluatiecollege en van het aantal plaatsvervangers van iedere categorie van leden van het evaluatiecollege bedoeld in artikel 259undecies van het Gerechtelijk Wetboek

bron
federale overheidsdienst justitie
numac
2007009821
pub.
26/09/2007
prom.
19/09/2007
ELI
eli/besluit/2007/09/19/2007009821/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

19 SEPTEMBER 2007. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere regels inzake de verkiezingen van de korpschefs zetelend in het evaluatiecollege en van het aantal plaatsvervangers van iedere categorie van leden van het evaluatiecollege bedoeld in artikel 259undecies van het Gerechtelijk Wetboek


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 259undecies, § 3, van het Gerechtelijk Wetboek, ingevoegd bij de wet van 18 december 2006 tot wijziging van de artikelen 80, 259quater, 259quinquies, 259nonies, 259decies, 259undecies, 323bis, 340, 341, 346 en 359 van het Gerechtelijk Wetboek, tot herstel in dit Wetboek van artikel 324 en tot wijziging van de artikelen 43 en 43quater van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 13 juni 2007;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 1 augustus 2007;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd door de omstandigheid dat in september 2007 moet worden gestart met de voorbereiding van de verkiezingen van de korpschefs opdat, conform de overgangsbepalingen, de lijsten van de verkiesbare korpschefs en van de kiezers uiterlijk op 1 oktober 2007 aan alle korpschefs zouden kunnen worden bezorgd;

Gelet op advies 43.572/2/V van de Raad van State, gegeven op 10 september 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Plaatsvervangers

Artikel 1.In iedere kamer van het evaluatiecollege worden op dezelfde wijze als de effectieve leden als plaatsvervangers aangewezen : - vier korpschefs van de zittende magistratuur; - vier korpschefs van het openbaar ministerie; - twee magistraten die lid zijn van de Advies- en Onderzoekscommissie van de Hoge Raad voor de Justitie; - een magistraat van het Rekenhof; - een specialist in human resources.

Art. 2.Een effectief lid, bedoeld in artikel 259undecies, § 3, zevende lid, van het Gerechtelijk Wetboek, wordt voor de resterende duur van het lopende mandaat ambtshalve vervangen door de plaatsvervanger van dezelfde categorie die de meeste stemmen heeft behaald. HOOFDSTUK II. - Procedure tot aanwijzing van de korpschefs zetelend in het evaluatiecollege Afdeling I. - Verrichtingen die aan de stemming voorafgaan

Art. 3.Uiterlijk acht maanden voor de einddatum van de mandaten worden opgesteld per taalrol : - een voorlopige lijst van de verkiesbare korpschefs van het openbaar ministerie; - een voorlopige lijst van de verkiesbare korpschefs van de zittende magistratuur.

Worden ambtshalve weggelaten van de voorlopige lijsten van de verkiesbare magistraten, de korpschefs : - die op de einddatum van het mandaat van lid van het evaluatiecollege minder dan vier jaar verwijderd zijn van de leeftijdsgrens bedoeld in artikel 383, § 1, van het Gerechtelijk Wetboek; - van wie het lopende en niet hernieuwbare mandaat eindigt voor de einddatum van het mandaat van lid van het evaluatiecollege of van wie het lopende en niet hernieuwbare mandaat eindigt binnen drie maanden te rekenen van de einddatum van het mandaat van lid van het college; - die hun mandaat vervroegd ter beschikking hebben gesteld of die zijn belast met een opdracht die leidt tot het verlies van het mandaat van korpschef voor de einddatum van het mandaat van lid van het evaluatiecollege.

De magistraat bedoeld in artikel 259quater, § 6, van het Gerechtelijk Wetboek die een op grond van artikel 319 van het Gerechtelijk Wetboek verhinderd magistraat vervangt, is verkiesbaar tenzij het bepaalde in het tweede lid op hem van toepassing is.

De lijst vermeldt de naam, de voornamen, het geslacht, de geboortedatum, de hoedanigheid en de normale einddatum van het lopende mandaat van iedere korpschef.

Art. 4.Uiterlijk acht maanden voor de einddatum van de mandaten worden tevens opgesteld per taalrol : - een voorlopige lijst van de kiezers die korpschef zijn van het openbaar ministerie; - een voorlopige lijst van de kiezers die korpschef zijn van de zittende magistratuur.

De lijst vermeldt de naam, de voornamen, het geslacht, de geboortedatum, de hoedanigheid en de normale einddatum van het lopende mandaat van iedere korpschef.

De magistraat bedoeld in artikel 259quater, § 6, van het Gerechtelijk Wetboek die een op grond van artikel 319 van het Gerechtelijk Wetboek verhinderde magistraat vervangt, heeft stemrecht.

Art. 5.Uiterlijk voor het einde van de achtste maand voor de einddatum van het mandaat van lid van het evaluatiecollege bezorgt de Minister van Justitie of diens afgevaardigde aan iedere in functie zijnde korpschef de voorlopige lijst van de verkiesbare korpschefs van zijn categorie, alsmede de voorlopige lijst van de kiezers van zijn categorie.

Art. 6.De bezwaren moeten op straffe van onontvankelijkheid bij gewone brief worden bezorgd aan de Minister van Justitie of diens afgevaardigde, binnen de 30 kalenderdagen te rekenen vanaf de verzendingsdatum van de lijst.

De korpschef vermeldt of het bezwaar betrekking heeft op de lijst van de kiezers, op de lijst van de verkiesbare magistraten of op beide lijsten.

De Minister van Justitie of diens afgevaardigde onderzoekt de bezwaren.

Zij die een bezwaar hebben ingediend worden binnen een maand bij gewone brief op de hoogte gebracht van de beslissing van de Minister van Justitie of diens afgevaardigde.

Art. 7.De definitieve lijsten worden uiterlijk vier maanden voor de einddatum van de mandaten opgesteld.

Worden ambtshalve weggelaten van de definitieve lijsten zij die overleden zijn, ontslag hebben genomen, ambtshalve ontslagen zijn, afgezet of ontzet zijn tussen de datum van de opmaak van de voorlopige lijst en de datum van de opmaak van de definitieve lijst.

De korpschefs van wie het lopende en hernieuwbare mandaat eindigt voor de einddatum van het mandaat van lid van het evaluatiecollege of van wie het lopende en hernieuwbare mandaat eindigt binnen de drie maanden te rekenen van de einddatum van het mandaat van lid van het college en die geen verlenging hebben aangevraagd van hun mandaat overeenkomstig artikel 259quater,§ 3bis, van het Gerechtelijk Wetboek, worden ambtshalve weggelaten van de definitieve lijsten van verkiesbare magistraten.

De korpschefs die de eed aflegden tussen de datum van de opmaak van de voorlopige lijsten en de datum van opmaak van de definitieve lijsten worden toegevoegd aan de definitieve lijsten. Afdeling II. - Stembiljet

Art. 8.Voor iedere categorie bedoeld in artikel 3 wordt op grond van de definitieve lijsten een stembiljet opgesteld.

Elke in een definitieve lijst vermelde korpschef wordt ambtshalve zowel opgenomen in de kolom « effectief lid » als in de kolom « plaatsvervangend lid », met vermelding van zijn naam, voornamen, geslacht, geboortedatum, hoedanigheid en normale einddatum van het lopende mandaat.

Art. 9.Het stembiljet wordt opgesteld op wit papier, overeenkomstig het model dat als bijlage 1 gaat.

Naast iedere naam en voorna(a)m(en), geslacht, hoedanigheid, geboortedatum en normale einddatum van het lopende mandaat staat een stemvak. De stemvakken zijn zwart met in het midden een stip van dezelfde kleur als het papier. Het is verboden enig ander stembiljet te gebruiken.

Art. 10.Uiterlijk de derde maand voor de einddatum van het mandaat van lid van het college worden twee afgestempelde ad-hocstembiljetten en een formulier waaruit blijkt dat is gestemd, zoals opgenomen in bijlage 2, vergezeld van twee omslagen, bij brief aan elke kiezer bezorgd. Afdeling III. - Stemming

Art. 11.De stemming is geheim. Stemmen bij volmacht is uitgesloten.

Art. 12.Om geldig te zijn moet de kiezer op hetzelfde stembiljet stemmen voor twee effectieve en voor twee plaatsvervangende leden.

Art. 13.De kiezer brengt een stem uit in het stemvak naast de naam van de korpschefs waarop hij wenst te stemmen.

Art. 14.Van het tweede stembiljet bedoeld in artikel 10 wordt enkel gebruik gemaakt als de kiezer het ontvangen stembiljet beschadigt of zich vergist.

Art. 15.De kiezer schuift zijn stembiljet in de gesloten witte omslag waarop geen enkele vermelding is aangebracht.

De omslag met het kiesbiljet wordt in de gekleurde omslag geschoven die per gewone post aan de Minister van Justitie of diens afgevaardigde wordt bezorgd uiterlijk twee maanden voor de einddatum van het mandaat van lid van het evaluatiecollege. Deze tweede omslag bevat tevens het in artikel 10 bedoelde en door de korpschef ondertekende formulier waaruit blijkt dat is gestemd. Afdeling IV. - Stemopneming

Art. 16.Het stemopnemingsbureau bestaat uit de voorzitter van het Directiecomité van de FOD Justitie, die tevens dit bureau voorzit, een Nederlandstalig en een Franstalig personeelslid van de FOD Justitie, aangewezen door eerstgenoemde.

De stemopneming heeft uiterlijk een maand voor de einddatum van de mandaten plaats.

Art. 17.Ongeldig zijn : 1. alle andere stembiljetten dan die welke aan de kiezers zijn bezorgd;2. de stembiljetten waarop niet is gestemd zoals bepaald in artikel 12;3. de stembiljetten waarvan de vorm of de afmetingen veranderd zijn, die binnenin een papier of enig voorwerp bevatten of waarop een teken, een doorhaling, een merk of woorden die niet bij dit koninklijk besluit geoorloofd zijn, is aangebracht;4. de stembiljetten overgezonden in een open omslag of in een omslag die vermeldingen bevat waardoor de kiezer kan worden geïdentificeerd.

Art. 18.De korpschefs worden op de hoogte gebracht van de dag, het uur en de plaats van de stemopneming. Het staat hen vrij daarbij aanwezig te zijn.

Art. 19.Het stemopnemingsbureau beslist bij meerderheid van stemmen over de geldigheid van twijfelachtige stembiljetten.

De ongeldige stembiljetten worden geparafeerd door het stemopnemingsbureau.

Art. 20.Het stemopnemingsbureau bepaalt per taalgroep en per categorie het totale aantal geldige, blanco en ongeldige stembiljetten, het aantal korpschefs die de omslag niet hebben overgezonden, alsmede het aantal stemmen behaald door iedere kandidaat.

Alle overgezonden stembiljetten die ingedeeld zijn zoals supra bepaald, worden in afzonderlijke omslagen geschoven, die gesloten en verzegeld worden.

Het resultaat van de verrichtingen wordt opgenomen in een proces-verbaal waarvan het model als bijlage 3 gaat.

Het proces-verbaal wordt ondertekend door de leden van het stemopnemingsbureau.

Art. 21.De korpschefs die in hun categorie de meeste stemmen behaald hebben en die een mandaat van korpschef uitoefenen op het ogenblik van de aanwijzing worden aangewezen om te zetelen overeenkomstig artikel 259undecies, § 3, vijfde lid, van het Gerechtelijk Wetboek.

De aanwijzing als effectief lid primeert op de aanwijzing als plaatsvervanger. HOOFDSTUK III. - Overgangsbepalingen

Art. 22.Voor de eerste verkiezingen : - worden de voorlopige lijsten van de verkiesbare korpschefs en van de kiezers bedoeld in artikel 5 uiterlijk op 1 oktober 2007 aan alle korpschefs bezorgd; - worden de bezwaren bedoeld in artikel 6 via elektronische weg ingediend op volgend adres binnen veertien dagen te rekenen van de overzending van de in het eerste streepje bedoelde lijsten : kcverkiezingen2007-ccélections2007@just.fgov.be; - worden de definitieve lijsten bedoeld in artikel 7 uiterlijk op 1 november 2007 opgesteld; - worden de stembiljetten uiterlijk op 1 november 2007 overgezonden aan de korpschefs vermeld in de definitieve kiezerslijst; - heeft de stemopneming uiterlijk op 15 december 2007 plaats.

Art. 23.De samenstelling van het evaluatiecollege dat zijn werkzaamheden aanvat op 1 januari 2008 wordt uiterlijk op 31 december 2007 bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Art. 24.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 25.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 19 september 2007, ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 19 september 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX

Bijlage 2 Bewijs van kiesverrichting, in te vullen door de korpschef en te voegen bij de verzegelde brief van het stembiljet Ik, ondergetekende, (naam en voornaam) .............................. mandaathouder van .................. .......... te .................. sinds (datum) ........................., verklaar onder ede de stemverplichtingen te hebben volbracht, in toepassing van artikel 259undecies Gerechtelijk Wetboek en van het Koninklijk besluit van ... september 2007 tot vaststelling van de nadere regels inzake de verkiezing van de korpschefs Zetelend in het evaluatie college en van het aantal plaatsvervangers van iedere categorie van leden van het evaluatiecollege bedoeld in artikel 259undecies van het Gerechtelijk Wetboek.

Aantekening Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 19 september 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX

Bijlage 3 PROCES-VERBAAL VAN HET STEMOPNEMINGSBUREAU VAN HET NEDERLANDSTALIG KIESCOLLEGE VOOR DE ZETEL (1) Het stemopnemingsbureau is samengesteld uit (2) : - Mevrouw/De heer.............., voorzitter - Mevrouw/De heer................. - Mevrouw/De heer...

Als getuigen dienen zich aan : - Mevrouw/De heer................................................. - Mevrouw/De heer................................................. - Mevrouw/De heer.................................................

De omslagen houdende de stembiljetten werden (in aanwezigheid van de getuigen (2)) geopend en geteld.

Het totaal aantal geldige stembiljetten bedraagt .......................(3) terwijl dit van de blanco en ongeldige stembiljetten bedraagt ................................................. (3) Het aantal korpschefs die de omslag niet hebben overgezonden bedraagt : ............ (3) Het totaal aantal naamstemmen per kandidaat-titularis bedraagt (4) : .......................................... .........................................

Het totaal aantal naamstemmen per kandidaat-plaatsvervanger bedraagt (4) : ................................ ................................

Gedaan te................................. op....................................................

Handtekening van de leden van het stemopnemingsbureau : Handtekening van de getuigen : _______ Nota's (1) Een zelfde proces-verbaal wordt gedrukt voor het openbaar ministerie.(2) Schrappen wat niet past.(3) Aantallen in letters.(4) Alfabetische rangschikking van de kandidaten (naam, voornaam en hoedanigheid) op wie een naamstem werd uitgebracht met vermelding van het aantal naamstemmen in letters. Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 19 september 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX

^