Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 19 november 2009
gepubliceerd op 26 februari 2010

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 maart 2009, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der porseleinaarde- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Waals-Brabant, Henegouwen, Luik, Luxemburg en Namen, betreffende het conventioneel brugpensioen op 58 jaar

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2009012248
pub.
26/02/2010
prom.
19/11/2009
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

19 NOVEMBER 2009. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 maart 2009, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der porseleinaarde- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Waals-Brabant, Henegouwen, Luik, Luxemburg en Namen, betreffende het conventioneel brugpensioen op 58 jaar (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, gesloten op 19 december 1974 in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 januari 1975;

Gelet op het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het bedrijf der porseleinaarde- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Waals-Brabant, Henegouwen, Luik, Luxemburg en Namen;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 23 maart 2009, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der porseleinaarde- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Waals-Brabant, Henegouwen, Luik, Luxemburg en Namen, betreffende het conventioneel brugpensioen op 58 jaar.

Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 19 november 2009.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET Nota's 1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 16 januari 1975, Belgisch Staatsblad van 31 januari 1975.

Koninklijk besluit van 7 december 1992, Belgisch Staatsblad van 11 december 1992.

Bijlage Paritair Subcomité voor het bedrijf der porseleinaarde- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Waals-Brabant, Henegouwen, Luik, Luxemburg en Namen Collectieve arbeidsovereenkomst van 23 maart 2009 Conventioneel brugpensioen op 58 jaar (Overeenkomst geregistreerd op 14 april 2009 onder het nummer 91790/CO/102.05) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is toepasselijk op de werkgevers en op de werklieden van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de porseleinaarde- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Waals-Brabant, Henegouwen, Luik, Luxemburg en Namen.

Met "werklieden" worden de werklieden en werksters bedoeld. HOOFDSTUK II. - Bepalingen

Art. 2.In uitvoering van afdeling VI van hoofdstuk III van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen (Belgisch Staatsblad van 1 april 1999), en onverminderd de bepalingen van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het conventioneel brugpensioen in het kader van het Generatiepact (Belgisch Staatsblad van 8 juni 2007) en van het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen, wordt het principe van de toepassing van een stelsel van conventioneel brugpensioen in deze sector voor het personeel dat voor deze formule opteert en de leeftijd van 58 jaar zal bereiken of bereikt heeft : - tussen 1 januari 2009 en 31 december 2009 en die een beroepsverleden van 30 jaar voor de vrouwen en 35 jaar voor de mannen kunnen bewijzen, - tussen 1 januari 2010 en 31 december 2010 en die een beroepsverleden van 33 jaar voor de vrouwen en 37 jaar voor de mannen kunnen bewijzen.

Art. 3.Aangezien de wekelijkse arbeidsduur in de sector wordt behouden op 36 uren per week (arbeidstijdregelingen zijn mogelijk waarbij de wekelijkse arbeidsprestaties worden gehandhaafd op 38 uren per week en waarbij er bijkomende compenserende verlofdagen worden toegekend) en de sector porseleinaarde- en zandgroeven op dit ogenblik niet expandeert, hebben de partijen beslist in 2009 en 2010 de mogelijkheden uit te breiden inzake het brugpensioen voor de oudere werknemers die trouw zijn gebleven aan de sector, ten einde de tewerkstelling van de jonge werknemers te bevorderen.

Art. 4.Om de lasten van de brugpensioenen te verdelen die zouden kunnen worden toegekend of die, overeenkomstig deze overeenkomst ten laste van het "Fonds voor sociale vrede in de porseleinaarde- en zandgroeven in het zuiden van België" moeten worden toegekend, hebben de partijen beslist de brugpensioenen te behouden overeenkomstig de sectorale collectieve arbeidsovereenkomsten die in dit paritair subcomité werden gesloten, mits inachtname van de beschikkingen van het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen ingeval van conventioneel brugpensioen (Belgisch Staatsblad van 11 december 1992).

Art. 5.De werkgevers verbinden er zich niet toe de mogelijkheden inzake het brugpensioen voor de werknemers te behouden na 31 december 2010, maar zij wijzen erop dat zij er zullen op toezien dat het "Fonds voor sociale vrede in de porseleinaarde- en zandgroeven in het zuiden van België" na 30 juni 2011 beschikt over de nodige middelen om de brugpensioenuitkeringen die zijn ingegaan, te betalen.

Art. 6.Deze brugpensioenen worden in 2009 en 2010 toegekend op basis van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad en van het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen. Het fonds waarborgt de bruggepensioneerde het totaal inkomen uit het brugpensioen volgens de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad ingeval dit inkomen zou verminderen ten gevolge van de wetgeving op de werkloosheid. HOOFDSTUK III. - Financiering - Technische modaliteiten

Art. 7.a) Werkgeversbijdrage aan het "Fonds voor sociale vrede in de porseleinaarde- en zandgroeven in het zuiden van België" : Vanaf 1 januari 2000 worden de door toedoen van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid ontvangen werkgeversbijdragen aan het fonds voor sociale vrede gehandhaafd per jaar op 1 pct. van de brutolonen van de werknemers.

Vanaf 1 april 2009 worden de door toedoen van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid ontvangen werkgeversbijdragen aan het fonds voor sociale vrede gehandhaafd per jaar op 1,5 pct. van de brutolonen van de werknemers. b) Mogelijkheden inzake het brugpensioen voor de werklieden van de sector : Vanaf 1 mei 1988 kunnen de werklieden die de leeftijd van 58 jaar hebben bereikt met brugpensioen gaan. De werkgever heeft de mogelijkheid het brugpensioen toe te kennen aan de werkman op voorwaarde dat deze werkman de leeftijd van 58 jaar heeft bereikt.

Art. 8.Met toepassing van de artikelen 4bis, 4ter en 4quater van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, zoals gewijzigd door collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17tricies van 19 december 2006, wordt het recht op de aanvullende vergoeding toegekend aan de werknemers die ontslagen werden in het kader van deze collectieve arbeidsovereenkomst behouden ten laste van de vorige werkgever, wanneer deze werknemers het werk als loontrekkende hervatten bij een andere werkgever dan die welke hen ontslagen heeft en die niet behoort tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen ontslagen heeft.

Het recht op de aanvullende vergoeding toegekend aan de werknemers die ontslagen zijn in het kader van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt eveneens behouden ten laste van de vorige werkgever in geval van uitoefening van een zelfstandige hoofdactiviteit, op voorwaarde dat deze activiteit niet uitgeoefend wordt voor rekening van de werkgever die hen ontslagen heeft of voor rekening van een werkgever die behoort tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen ontslagen heeft.

De werknemers, beoogd in dit artikel, behouden het recht op de aanvullende vergoeding zodra een einde werd gemaakt aan hun tewerkstelling in het kader van een arbeidsovereenkomst of aan de uitoefening van een zelfstandige hoofdactiviteit. Zij leveren in dit geval aan hun vorige werkgever (in de zin van de eerste paragraaf van dit artikel) het bewijs van hun recht op werkloosheidsuitkeringen.

In het geval beoogd in de vorige paragraaf mogen werknemers geen twee of meer aanvullende stelsels cumuleren. Wanneer zij zich in de omstandigheden bevinden om verscheidene aanvullende stelsels te genieten, behouden zij het recht op het stelsel dat toegekend werd door de werkgever die hen ontslagen heeft (in de zin van de eerste paragraaf van dit artikel).

Art. 9.Voor de brugpensioenen, de persoonlijke sociale bijdragen die moeten worden ingehouden op het bruto referentieloon dat dient om het bedrag te bepalen van de aanvullende brugpensioenvergoeding worden in plaats van op 108 pct. op basis van 100 pct. van het loon berekend.

Art. 10.Een onderzoek van de situatie brugpensioen en van het "Fonds voor sociale vrede in de porseleinaarde- en zandgroeven in het zuiden van België" zal plaatsvinden in de loop van het jaar 2009.

Art. 11.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2009 en treedt buiten werking op 30 juni 2011.

Ze kan niettemin jaarlijks opgezegd worden met een opzegtermijn van drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor het bedrijf der porseleinaarde- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Waals-Brabant, Henegouwen, Luik, Luxemburg en Namen.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 november 2009.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET

^