gepubliceerd op 28 juni 2004
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 november 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de notarisbedienden, betreffende het voltijds conventioneel brugpensioen
19 MEI 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 november 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de notarisbedienden, betreffende het voltijds conventioneel brugpensioen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de notarisbedienden;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 27 november 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de notarisbedienden, betreffende het voltijds conventioneel brugpensioen.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 19 mei 2004 .
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de notarisbedienden Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 november 2003 Voltijds conventioneel brugpensioen (Overeenkomst geregistreerd op 6 februari 2004 onder het nummer 69764/CO/216) A. Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de bedienden die onder het Paritair Comité voor de notarisbedienden ressorteren.
B. Conventioneel brugpensioen vanaf de leeftijd van 58 jaar
Art. 2.De beschikkingen van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 gesloten in de Nationale Arbeidsraad, en latere wijzigingen, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige oudere bedienden, indien zij worden ontslagen, worden in het toepassingsgebied van huidige overeenkomst opgenomen.
Art. 3.In afwijking van artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, kan het conventioneel brugpensioen worden toegekend vanaf de leeftijd van 58 jaar.
Art. 4.Aan de bediende wiens opzeggingstermijn verstrijkt na 30 december 2001 wordt, in geval van voltijds brugpensioen, door de werkgever een aanvullende vergoeding uitgekeerd van minimaal 60 pct. van het verschil tussen het netto referteloon en de werkloosheidsvergoeding.
Art. 5.In geval aan een werknemer een voltijds conventioneel brugpensioen wordt toegekend, wordt bij het ingaan van het brugpensioen door de werkgever een eenmalige premie in de groepsverzekering voor buitenwettelijk pensioen voor de werknemer betaald, die 24 keer de patronale bijdrage bedraagt van de laatste maand waarin de werknemer bij hem tewerkgesteld was.
Deze eenmalige premie ten laste van de werkgever kan hem worden terugbetaald door de vereniging zonder winstoogmerk "Financieringsfonds voor de tewerkstelling in het notariaat".
De modaliteiten en beschikkingen omtrent de maatregelen in dit artikel zullen door de raad van bestuur van de vereniging zonder winstoogmerk "Financieringsfonds voor de tewerkstelling in het notariaat" uitgewerkt worden.
C. Duur van de overeenkomst - Slotbepalingen
Art. 6.Deze overeenkomst heeft uitwerking met ingang van de datum van haar ondertekening en is gesloten voor een duur van drie jaar, tenzij één of meerdere bepalingen uit onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst strijdig zouden worden met een hogere rechtsnorm.
Art. 7.De collectieve arbeidsovereenkomst van 15 januari 2002 betreffende het voltijds conventioneel brugpensioen (koninklijk besluit van 10 juli 2003, Belgisch Staatsblad van 28 augustus 2003), wordt vervangen door onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst.
De maatregelen die krachtens genoemde collectieve arbeidsovereenkomst werden toegekend, behouden evenwel hun volledige uitwerking.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 mei 2004.
De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE