gepubliceerd op 14 juli 2000
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 augustus 1976 houdende vaststelling van de programmatiecriteria voor psychiatrische ziekenhuisdiensten
19 MEI 2000. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 augustus 1976 houdende vaststelling van de programmatiecriteria voor psychiatrische ziekenhuisdiensten
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, inzonderheid op artikel 23 gewijzigd door de wet van 30 december 1988;
Gelet op het koninklijk besluit van 3 augustus 1976 houdende vaststelling van de programmatiecriteria voor de psychiatrische ziekenhuisdiensten, gewijzigd door het koninklijk besluit van 20 december 1999;
Gelet op het advies van de inspecteur van financiën, gegeven op 11 april 2000;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 11 mei 2000;
Gelet op het advies van de Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen, Afdeling Programmatie en Erkenning, van 8 april 1999;
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat door het koninklijk besluit van 16 juni 1999 tot vaststelling van de nadere regelen bedoeld in artikel 32 van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, met betrekking tot de aard en het aantal bedden waarvan de desaffectatie in aanmerking mag komen om de ingebruikneming van ziekenhuisbedden mogelijk te maken, de mogelijkheid voorzien wordt om 1 T-bed om te schakelen naar 0,7 Sp-psychogeriatriebed teneinde de psychiatrische ziekenhuizen de mogelijkheid te bieden bedden Sp-psychogeriatrie op te richten; dat teneinde te voorkomen dat deze mogelijkheid zonder voorwerp zou zijn gelet op het gebrek aan ruimte in de algemene programmatie voor Sp-bedden, door het koninklijk besluit van 20 december 1999 tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 augustus 1976 houdende vaststelling van de programmatiecriteria voor de psychiatrische ziekenhuisdiensten, specifiek voor de bedden Sp-psychogeriatrie in psychiatrische ziekenhuizen een programmatiecijfer van 0,07 bedden Sp-psychogeriatrie per 1000 inwoners werd vastgesteld; dat uit de herstructureringsplannen, ingediend bij de bevoegde overheden, reeds gebleken is dat het programmatiecijfer van 0,07 niet voldoende is om tegemoet te komen aan de behoeften van de psychiatrische ziekenhuizen; dat bijgevolg door onderhavig koninklijk besluit het programmatiecijfer voor de bedden Sp-psychogeriatrie in psychiatrische ziekenhuizen wordt opgetrokken tot 0,23 bedder Sp-psychogeriatrie per 1000 inwoners; dat dit programmatiecijfer overeenstemt met het programmatiecijfer voor de Vp-diensten voorzien in artikel 2 van het koninklijk besluit van 21 maart 1977 tot vaststelling van de criteria die van toepassing zijn voor de programmatie van verschillende soorten ziekenhuisdiensten; dat deze Vp-bedden op heden erkend worden als T-bedden; dat de psychiatrische ziekenhuizen op heden de psychogeriatrie aanbieden in deze T-bedden; dat het de bedoeling is de mogelijkheid te bieden deze Vp-bedden op heden erkend als T-bedden om te schakelen naar Sp-psychogeriatrie-bedden; dat de Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen reeds een gunstig advies verleende betreffende dit programmatiecijfer; dat gelet op het feit dat het engagement tot reconversie dient te zijn aangegaan vóór 1 juni 2000 het dringend geboden is de ziekenhuizen zo snel mogelijk op de hoogte te brengen van deze wijziging.
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 4 mei 2000, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid en Onze Minister van Sociale Zaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 2, punt 4, van het koninklijk besluit van 3 augustus 1976 houdende vaststelling van de programmatiecriteria voor de psychiatrische ziekenhuisdiensten, toegevoegd door het koninklijk besluit van 20 december 1999, wordt de vermelding « 0,07 bedden » vervangen door de vermelding « 0,23 bedden ».
Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 3.Onze Minister van Volksgezondheid en Onze Minister van Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 19 mei 2000.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, Mevr. M. AELVOET De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE