gepubliceerd op 17 mei 2023
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juni 2022, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, betreffende de eindejaarspremie
19 MAART 2023. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juni 2022, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, betreffende de eindejaarspremie (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juni 2022, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, betreffende de eindejaarspremie.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 19 maart 2023.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie Collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juni 2022 Eindejaarspremie (Overeenkomst geregistreerd op 12 augustus 2022 onder het nummer 174461/CO/149.01) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie.
Art. 2.Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst, wordt onder "arbeiders" verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werklieden, met uitzondering van de jobstudenten en leerlingen. HOOFDSTUK II. - Algemene bepalingen
Art. 3.§ 1. Alle werkgevers behorende tot de sector elektriciens : installatie en distributie betalen een eindejaarspremie aan hun arbeiders, volgens de modaliteiten en voorwaarden vermeld in deze collectieve arbeidsovereenkomst. § 2. Om het innen en het betalen van de eindejaarspremie te verzekeren werd in de schoot van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de sector elektriciens" een afdeling eindejaarspremie opgericht die de verantwoordelijkheid draagt voor de haar toegewezen materies en die onder meer instaat voor het voorbereiden van het betalen van de eindejaarspremie en voor de administratieve afhandeling van de dossiers eindejaarspremie. § 3. Voor de werkgevers die onderworpen zijn aan de Belgische sociale zekerheid (Rijksdienst voor Sociale Zekerheid), wordt de eindejaarspremie betaald via het fonds voor bestaanszekerheid.
Buitenlandse werkgevers die niet onderworpen zijn aan de Belgische sociale zekerheid (Rijksdienst voor Sociale Zekerheid) betalen deze eindejaarspremie rechtstreeks aan hun arbeiders. HOOFDSTUK III. - Financiering
Art. 4.§ 1. Alle werkgevers storten via de diensten van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en dit per kwartaal, 7,80 pct. van de brutolonen aan 108 pct. van hun arbeiders, verhoogd met de patronale bijdrage aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. § 2. Enkel wanneer de gecumuleerde reserves van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de sector der elektriciens" voor de eindejaarspremie, 1 250 000,00 EUR overschrijden, kan deze basisbijdrage verlaagd worden, evenwel nooit lager dan 7,70 pct. § 3. Rekening houdend met de verschuldigde patronale bijdrage aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, bepaalt de raad van bestuur van het fonds voor bestaanszekerheid per kwartaal de totale bijdrage die door de werkgevers verschuldigd is. § 4. Voor de periode van 1 juli 2021 tot en met 30 november 2021 hebben de ondernemingen, gekend in het 4de kwartaal 2021, met kenteken 467 geen bijdrage gestort aan het fonds voor bestaanszekerheid voor wat de eindejaarspremie betreft.
De arbeiders die tijdens de referteperiode, die liep van 1 juli 2021 tot en met 30 juni 2022, in dienst waren van een onderneming die ressorteert onder het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, hebben echter wel recht op een eindejaarspremie, ten laste van het fonds voor bestaanszekerheid, volgens de modaliteiten bepaald in onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst.
Indien de in bijlage van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst genoemde ondernemingen met kenteken 467 de sector verlaten binnen een periode van 5 jaar, te rekenen vanaf 1 december 2021, dienen zij in te staan voor de financiering van de eindejaarspremie ten belope van 5/12den van de referteperiode. Hiertoe zal de onderneming een extra bijdrage storten aan het fonds voor bestaanszekerheid op basis van volgende formule : [(loonmassa referteperiode 2021 + eindejaarspremie referteperiode 2021) x 5/12] x 108 pct.x 13,15 pct.
Onder "ondernemingen die de sector verlaten" wordt verstaan : - ondernemingen die de sector verlaten met al hun arbeiders, om toe te treden tot het bevoegdheidsgebied van een ander paritair (sub)comité; - ondernemingen die de sector gedeeltelijk verlaten, om toe te treden tot het bevoegdheidsgebied van een ander paritair (sub)comité : met ten minste 3 arbeiders in ondernemingen met 23 arbeiders en minder, met ten minste 5 arbeiders in ondernemingen van 24 tot 47 arbeiders, met ten minste 6 arbeiders in ondernemingen met 48 tot 79 arbeiders en met ten minste 10 arbeiders in ondernemingen met 80 arbeiders en meer.
Volta onderzoekt elk kwartaal of dat de extra bijdrage al dan niet dient te worden gevorderd op basis van bovenstaande modaliteiten. HOOFDSTUK IV. - Doel van de raad van bestuur in het fonds voor bestaanszekerheid
Art. 5.Het fonds voor bestaanszekerheid ontvangt de gestorte bijdragen van de werkgevers via de RSZ. De afdeling eindejaarspremie binnen het fonds voor bestaanszekerheid beheert deze bedragen op paritaire wijze.
Art. 6.De afdeling eindejaarspremie binnen het fonds voor bestaanszekerheid vervult alle administratieve modaliteiten en doet de noodzakelijke wettelijke inhoudingen betreffende de eindejaarspremie.
Art. 7.De afdeling eindejaarspremie draagt zorg voor de uitbetalingsprocedure van de eindejaarspremie.
Art. 8.De afdeling eindejaarspremie binnen het fonds voor bestaanszekerheid houdt de nodige administratiekosten, voor de financiering van zijn taak, op de gestorte bijdragen in. HOOFDSTUK V. - Bedrag van de eindejaarspremie
Art. 9.Het fonds voor bestaanszekerheid betaalt aan de arbeiders, overeenkomstig de modaliteiten bepaald in hoofdstuk VI - Toekenningsmodaliteiten, een eindejaarspremie uit van 8,33 pct. op hun brutoloon tijdens de referteperiode in de sector.
Onder "brutoloon" wordt verstaan : alle lonen waarvoor RSZ-bijdragen geïnd moeten worden en die in de DMFA onder de bezoldigingscodes 1 tot en met 6 worden aangegeven. HOOFDSTUK VI. - Toekenningsmodaliteiten
Art. 10.Berekening eindejaarspremie § 1. Voor de berekening van de eindejaarspremie worden volgende periodes van schorsingen van de arbeidsovereenkomst gelijkgesteld met effectieve prestaties : - ongeval en gewone ziekte (betaald door de werkgever ter gelegenheid van de 2de week gewaarborgd loon), weergegeven door DMFA met code 10; - uitoefening van een functie in de arbeidsgerechtenof commissies en rechtscolleges met het oog op de toepassing van de sociale wetgeving, weergegeven door DMFA met code 10; - feestdagen en vervangingsdagen tijdens periode van tijdelijke werkloosheid, weergegeven door DMFA met code 10; - arbeidsongeschiktheid met aanvulling of voorschot overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 12bis en nr. 13bis, weergegeven door DMFA met code 11; - inhaalrustdagen in het kader van arbeidsduurvermindering, niet betaald op het moment dat deze dagen effectief genomen worden, weergegeven door DMFA met code 20; - dagen van militaire dienst, weergegeven door DMFA onder code 26; - dagen begrepen in de 1ste 12 maanden van arbeidsonderbreking ingevolge ongeval en gewone ziekte, weergegeven door DMFA met code 50; - moederschapsbescherming, weergegeven door DMFA met code 51; - vaderschaps- of geboorteverlof, adoptieverlof en pleegouderverlof, weergegeven door DMFA met code 52; - dagen van arbeidsonderbreking ingevolge profylactisch verlof, weergegeven door DMFA met code 53; - arbeidsongeval (de periode van gewaarborgd loon waarvoor geen RSZ-bijdragen worden geïnd), weergegeven door DMFA met code 60; - beroepsziekte (de periode van gewaarborgd loon waarvoor geen RSZ-bijdragen worden geïnd), weergegeven door DMFA met code 61; - dagen van tijdelijke werkloosheid - andere dan tijdelijke werkloosheid wegens economische redenen, slecht weer en overmacht corona (technische stoornis, overmacht, overmacht om medische redenen, jaarlijkse vakantie en staking/lock-out), weergegeven door DMFA onder code 70; - dagen van tijdelijke werkloosheid omwille van economische reden, weergegeven door DMFA onder code 71; - dagen van tijdelijke werkloosheid omwille van slecht weer, weergegeven door DMFA onder code 72; - dagen van jeugdvakantie en seniorvakantie, weergegeven door DMFA onder code 73; - verlof voor pleegzorg, weergegeven door DMFA onder code 75; - dagen van tijdelijke werkloosheid omwille van overmacht-corona, overmacht-overstromingen en overmacht-oorlog Oekraïne, weergegeven door DMFA onder code 77; - palliatief verlof. § 2. Het maximumaantal gelijkgestelde dagen dat in aanmerking genomen wordt, wordt bepaald op 130 arbeidsdagen per referteperiode, indien de arbeider minstens 130 gepresteerde dagen kan bewijzen tijdens deze referteperiode.
Het maximum aantal gelijkgestelde dagen dat in aanmerking genomen wordt, wordt bepaald op een derde van het aantal gepresteerde dagen tijdens de referteperiode, indien de arbeider minder dan 130 gepresteerde dagen kan bewijzen tijdens deze referteperiode. § 3. Het maximum aantal gelijkgestelde dagen dat in aanmerking genomen wordt, wordt vanaf 1 juli 2023 bepaald op 130 arbeidsdagen per referteperiode, indien de arbeider minstens 120 gepresteerde dagen kan bewijzen tijdens deze referteperiode.
Het maximum aantal gelijkgestelde dagen dat in aanmerking genomen wordt, wordt vanaf 1 juli 2023 bepaald op een derde van het aantal gepresteerde dagen tijdens de referteperiode, indien de arbeider minder dan 120 gepresteerde dagen kan bewijzen tijdens deze referteperiode. § 4. Onder "gepresteerde dagen", zoals vermeld in artikel 10, § 2 en § 3, wordt verstaan : de dagen die betaald worden ingevolge de wetgeving en in uitvoering van alle toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomsten, meer concreet de dagen die worden weergegeven onder de DMFA-codes 1 tot en met 5, code 14 en code 20. § 5. Het in aanmerking te nemen loon voor de gelijkgestelde dagen is het gemiddeld dagloon tijdens de referteperiode.
Dit gemiddeld dagloon wordt bekomen door de totale collectieve loonmassa van de 4 kwartalen van de referteperiode (aangegeven in de DMFA onder de bezoldigingscode 1 tot en met 6) te delen door het aantal collectief bezoldigde dagen (aangegeven in de DMFA onder de prestatiecode 1, 3, 4, 5 en 20) van de referteperiode. § 6. In het kader van palliatief verlof, zoals bepaald in artikel 10, § 1, 19de van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst, wordt voorzien in een gelijkstelling door middel van het toekennen van een forfaitaire premie, op basis van onderstaande formule : - gemiddeld dagloon, zoals gedefinieerd in artikel 10, § 5, tijdens de referteperiode x 20 x 0,0833, in geval van een volledige onderbreking wegens palliatief verlof; - gemiddeld dagloon, zoals gedefinieerd in artikel 10, § 5, tijdens de referteperiode x 20 x 0,0833/2, in geval van een halftijdse schorsing wegens palliatief verlof; - gemiddeld dagloon, zoals gedefinieerd in artikel 10, § 5, tijdens de referteperiode x 20 x 0,0833/5, in geval van een 1/5de schorsing wegens palliatief verlof.
De arbeider maakt hiertoe een aanvraagformulier over aan het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de sector elektriciens", dat ter beschikking wordt gesteld door Volta vzw/asbl.
Er geldt een verjaringstermijn van 5 jaar.
Art. 11.Genieten de eindejaarspremie naar rata van de geleverde prestaties gedurende de referteperiode : - de arbeiders die tijdens de referteperiode één of meerdere contraeten hebben van bepaalde duur, of voor duidelijk omschreven werk, of een vervangingsovereenkomst; - de arbeiders die de onderneming vrijwillig verlaten; - de arbeiders die ontslagen worden, met uitzondering van arbeiders die ontslagen worden om dringende reden; - de arbeiders waarvan het contract beëindigd wordt wegens redenen van overmacht; - de arbeiders waarvan de arbeidsovereenkomst in gemeenschappelijk overleg beëindigd wordt.
Art. 12.Ontvangen een volledige eindejaarspremie : - de arbeiders die ontslagen worden omwille van brugpensioen/stelsel werkloosheid met bedrijfstoeslag; - de arbeiders die met pensioen gaan; - de rechthebbenden van een tijdens de referteperiode overleden arbeider.
Onder "volledige eindejaarspremie" wordt verstaan : een basiseindejaarspremie, gebaseerd op het gemiddeld dagloon tijdens de referteperiode, vermenigvuldigd met 260, vermenigvuldigd met 0,0833.
Art. 13.Voor de toepassing van de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst dient onder "referteperiode" te worden verstaan : de periode van twaalf maanden van 1 juli van het vorige kalenderjaar tot en met 30 juni van het lopende kalenderjaar. HOOFDSTUK VII. - Uitbetaling van de eindejaarspremie
Art. 14.De eindejaarspremies worden individueel berekend.
Het vertrekpunt voor de berekening van de eindejaarspremie is de bruto-eindejaarspremie, waarop vervolgens de geldende reglementering inzake afhouding voor Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en bedrijfsvoorheffing wordt toegepast.
Art. 15.Er wordt een eindejaarsfiche opgesteld met vermelding van de berekening van de eindejaarspremie, zoals omschreven in artikel 14.
Art. 16.De raad van bestuur van het fonds voor bestaanszekerheid bepaalt de modaliteiten van betaling, die gebeurt vóór 31 december volgend op het einde van de referteperiode op basis van de op dat moment beschikbare loongegevens. HOOFDSTUK VIII. - Saldo na uitbetaling van de eindejaarspremie
Art. 17.De modaliteiten van de aanwending van het eventuele saldo, na uitbetaling van de eindejaarspremie, wordt vastgesteld door de raad van bestuur van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de sector van de elektriciens".
Er geldt een verjaringstermijn van 5 premiejaren. HOOFDSTUK IX. - Slotbepalingen
Art. 18.Het fonds voor bestaanszekerheid verzekert, middels de financiering voorzien in zijn statuten, in ieder geval de bij artikel 9 bedoelde eindejaarspremies aan alle regelmatig in het personeelsregister ingeschreven arbeiders van de in artikel 1 bedoelde werkgevers.
Art. 19.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 september 2020, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, betreffende de eindejaarspremie - algemeen regime, geregistreerd op 10 december 2020 onder het nummer 162265/CO/149.01 en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 20 april 2021Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 20/04/2021 pub. 24/06/2021 numac 2021201520 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 september 2020, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, betreffende de eindejaarspremie - algemeen regime sluiten (Belgisch Staatsblad van 24 juni 2021) en de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 september 2019, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, betreffende de eindejaarspremie - F.E.E., geregistreerd op 30 september 2019 onder het nummer 154074/CO/149.01 en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 24 november 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 24/11/2019 pub. 13/12/2019 numac 2019205159 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 september 2019, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, betreffende de eindejaarspremie - F.E.E. sluiten (Belgisch Staatsblad van 13 december 2019). § 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2021 en wordt gesloten voor onbepaalde duur.
Zij kan door één van de partijen worden opgezegd met een opzegging van zes maanden bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie. Deze opzegging van 6 maanden kan slechts worden gegeven ingaand vanaf 1 januari van het volgende kalenderjaar.
Art. 20.Overeenkomstig artikel 14 van de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités worden, voor wat betreft de ondertekening van deze collectieve arbeidsovereenkomst, de handtekeningen van de personen die deze aangaan namens de werknemersorganisaties enerzijds en namens de werkgeversorganisaties anderzijds, vervangen door de, door de leden goedgekeurde en door de voorzitter en de secretaris ondertekende, notulen van de vergadering.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 maart 2023.
De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE
Bijlage bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juni 2022, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, betreffende de eindejaarspremie
Kwartaal/ Trimestre
WKG CAT/ CAT. EMPL. RSZ/ONSS
KBO/BCE
Werkgever/ Employeur
20214/WKN/ 20214/TRAV.
1
20214
467
030154583
0402947797
Equans Services sa
1 200
2
20214
467
031664970
0402969474
Imtech Belgique sa
88
3
20214
467
033540659
0406129003
Veolia nv-sa
689
4
20214
467
034708636
0407178680
Relaitron sa
10
5
20214
467
048375354
0422672748
Senec sa
60
6
20214
467
064047547
0404637577
Eltra nv
46
7
20214
467
066952891
0401345121
Sarem nv
7
8
20214
467
069573055
0405318953
Cebeo nv
204
9
20214
467
080426579
0415144459
Engels group bv
26
10
20214
467
080899648
0415569081
E.R.M. nv
2
11
20214
467
086730415
0437237396
Rexel Belgium nv
130
12
20214
467
093724309
0425608680
Asogem nv
18
13
20214
467
098162156
0423806163
Quintens nv
14
14
20214
467
122126685
0457961942
Tranzcom nv
1
15
20214
467
138170485
0508450838
Cegelec building services sa
117
16
20214
467
151321357
0427465142
Heynen nv
1
17
20214
467
155309609
0435352727
Eb Bordenbouw nv
28
18
20214
467
156788956
0437759812
Smeg Belgium nv
25
19
20214
467
173658420
0459831270
Aleco bvba
5
2671
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 maart 2023.
De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE