Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 19 maart 2015
gepubliceerd op 09 april 2015

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2014, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, betreffende de loonvorming

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2015012027
pub.
09/04/2015
prom.
19/03/2015
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

19 MAART 2015. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2014, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, betreffende de loonvorming (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2014, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, betreffende de loonvorming.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 19 maart 2015.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, Kris PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie Collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2014 Loonvorming (Overeenkomst geregistreerd op 19 augustus 2014 onder het nummer 123001/CO/149.01) In uitvoering van artikel 4 van het nationaal akkoord 2013-2014 van 9 mei 2014. HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie.

Art. 2.Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "arbeiders" verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werklieden. HOOFDSTUK II. - Lonen

Art. 3.De minimumuurlonen van de arbeiders tewerkgesteld in de bij artikel 1 bepaalde ondernemingen, worden vastgesteld door het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie.

Art. 4.§ 1. De minimumuurlonen van de arbeiders geklasseerd in de categorieën bepaald bij artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 oktober 2011, gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 25 januari 2012 tot vaststelling van de beroepenclassificatie, worden aan de volgende baremieke spanning gekoppeld :

A. Ouvrier non qualifié - Hulpwerkman

100

B. Ouvrier spécialisé 2e catégorie - Geoefende werkman 2e categorie

106

C. Ouvrier spécialisé 1re catégorie - Geoefende werkman 1ste categorie

115

D. Ouvrier qualifié 3e catégorie - Geschoolde arbeider 3e categorie

125

E. Ouvrier qualifié 2e catégorie - Geschoolde arbeider 2e categorie

132

F. Ouvrier qualifié 1re catégorie - Geschoolde arbeider 1ste categorie

140


§ 2. De minimumuurlonen van de arbeiders geklasseerd in de 3 categorieën bepaald bij artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 oktober 2011, gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 25 januari 2012 tot vaststelling van de beroepenclassificatie, worden aan de volgende baremieke spanning gekoppeld :

A. Ouvrier non qualifié - Hulpwerkman

100

B. Ouvrier spécialisé 2e catégorie - Geoefende werkman 2e categorie

106

C. Ouvrier spécialisé 1re catégorie - Geoefende werkman 1ste categorie

115


Art. 5.Voor de toepassing van de door het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie vastgestelde minimumuurlonen, wordt aan de arbeiders met minstens één jaar anciënniteit een verhoging van hun loon van minimum 1 pct. toegekend.

Boven deze anciënniteit verhogen de minimumuurlonen constant en jaarlijks naar rata van minstens 0,5 pct. volgens de anciënniteit verworven binnen dezelfde kwalificatie en in dezelfde onderneming.

Deze anciënniteitstoeslag bedraagt maximum 13,5 pct. en wordt steeds berekend op de minimumuurlonen van elke beroepencategorie zoals vastgelegd bij artikelen 2 en 3 en zoals bepaald bij de tabel opgenomen in bijlage aan deze collectieve arbeidsovereenkomst (regime 38 uur/week - geïndexeerd op 1 januari 2011 zoals bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst "uurlonen" van 20 oktober 2011). Deze tabel wordt derhalve aangepast bij iedere aanpassing of verhoging van de minimumuurlonen.

Art. 6.Het loon van de arbeider die tijdelijk als ploegbaas, die minstens 4 personen leidt, fungeert, wordt voor de duur van zijn functie met 5 tot 10 pct. verhoogd.

Art. 7.Jobstudenten In afwijking van artikel 4 van onderhavige overeenkomst, hebben jobstudenten recht op een uurloon aan 80 pct. van het baremaloon van de beroepencategorie waarin de arbeider met een gelijkaardige functie als die van de jobstudent wordt tewerkgesteld.

Onder "jobstudenten" wordt verstaan : de studenten die tewerkgesteld worden in het kader van een overeenkomst tot tewerkstelling van studenten en die onttrokken zijn aan de toepassing van de RSZ-wet en dit conform artikel 17bis van het koninklijk besluit tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders (uitvoeringsbesluit RSZ-wet, 28 november 1969).

Art. 8.Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt overeengekomen dat het bedrag van de lonen minima zijn en in geen geval aan de verworven toestand en de hiërarchie welke in elke looncategorie bestaat mogen tornen. De werkelijk betaalde lonen kunnen steeds het voorwerp uitmaken van onderhandelingen in de schoot van de ondernemingen, daarbij rekening houdend met het algemeen loonniveau dat in de streek bestaat.

Men zal er naar streven aan ieder het loon toe te kennen dat met zijn werkelijke kwalificatie overeenstemt, rekening houdend met de noodzakelijkheid van een gezonde hiërarchie en met het inzicht, gemeen aan de meest representatieve werkgevers- en werknemersorganisaties vertegenwoordigd in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, de hogere kwalificaties met behoorlijke bedragen te bezoldigen. HOOFDSTUK III. - Koppeling van de lonen aan de sociale index

Art. 9.De minimumuurlonen en de werkelijk betaalde uurlonen zijn gekoppeld aan de sociale index, maandelijks vastgesteld door de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie en bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Alle indexberekeningen worden uitgevoerd rekening houdend met de derde decimaal en afgerond tot op het honderdste, het halve honderdste wordt tot het hogere honderdste afgerond.

Art. 10.Sinds 2005 worden de minimumuurlonen en de werkelijk betaalde uurlonen telkens op 1 januari aangepast aan de reële index. De aanpassing wordt berekend door de sociale index van de maand december van het voorgaande kalenderjaar te vergelijken met de sociale index van de maand december van het kalenderjaar daarvoor. HOOFDSTUK IV. - Bijzondere bepalingen

Art. 11.Conform de wettelijke bepalingen, worden alle verhogingen of aanpassingen van de lonen berekend rekening houdend met de vierde decimaal.

De uitkomst van deze verhogingen of aanpassingen van de lonen wordt afgerond tot op de dichtst bijgelegen eurocent.

Voorbeeld - ...,0001 EUR tot en met ...,0049 EUR wordt afgerond naar de lagere eurocent; - ...,0050 EUR tot en met ...,0099 EUR wordt afgerond naar de hogere eurocent.

Art. 12.Wanneer een verhoging samenvalt met een aanpassing, wordt de verhoging eerst toegepast.

HOOFDSTDUK V. - Slotbepalingen

Art. 13.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 2009 betreffende de loonvorming, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, geregistreerd op 14 september 2009 onder het nummer 94327/CO/149.01 en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 17 maart 2010 (Belgisch Staatsblad van 1 juni 2010).

Art. 14.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2014 en geldt voor onbepaalde duur.

Zij kan door één van de partijen opgezegd worden mits een opzegging van zes maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie.

Deze opzegging kan slechts ingaan ten vroegste vanaf 1 januari 2016.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 maart 2015.

De Minister van Werk, Kris PEETERS

Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2014, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, betreffende de loonvorming In uitvoering van artikel 5 van deze collectieve arbeidsovereenkomst moet de anciënniteit verworven zijn binnen dezelfde kwalificatie en in dezelfde onderneming.

Regime : 38 uur/week/Geïndexeerd op 1 januari 2014 Anciënniteitsverhoging op basis van minimumuurlonen Vanaf 1 januari 2014 en in EUR

Catégorie Categorie - Années Jaren


A. B.

C. D.

E. F.

0-1

12,30

13,04

14,15

15,38

16,24

17,22

1

12,42

13,17

14,29

15,53

16,40

17,39

2

12,48

13,24

14,36

15,61

16,48

17,48

3

12,55

13,30

14,43

15,69

16,56

17,56

4

12,61

13,37

14,50

15,76

16,65

17,65

5

12,67

13,43

14,57

15,84

16,73

17,74

6

12,73

13,50

14,65

15,92

16,81

17,82

7

12,79

13,56

14,72

16,00

16,89

17,91

8

12,85

13,63

14,79

16,07

16,97

17,99

9

12,92

13,69

14,86

16,15

17,05

18,08

10

12,98

13,76

14,93

16,23

17,13

18,17

11

13,04

13,82

15,00

16,30

17,21

18,25

12

13,10

13,89

15,07

16,38

17,30

18,34

13

13,16

13,95

15,14

16,46

17,38

18,43

14

13,22

14,02

15,21

16,53

17,46

18,51

15

13,28

14,08

15,28

16,61

17,54

18,60

16

13,35

14,15

15,35

16,69

17,62

18,68

17

13,41

14,21

15,42

16,76

17,70

18,77

18

13,47

14,28

15,49

16,84

17,78

18,86

19

13,53

14,34

15,57

16,92

17,86

18,94

20

13,59

14,41

15,64

16,99

17,95

19,03

21

13,65

14,47

15,71

17,07

18,03

19,11

22

13,71

14,54

15,78

17,15

18,11

19,20

23

13,78

14,60

15,85

17,23

18,19

19,29

24

13,84

14,67

15,92

17,30

18,27

19,37

25

13,90

14,74

15,99

17,38

18,35

19,46

26

13,96

14,80

16,06

17,46

18,43

19,54


Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 maart 2015.

De Minister van Werk, Kris PEETERS

^